Hoe tekenbestrijding schimmelvorming in de hand werkt en hoe opgelucht ademhalen je humeur verbetert!

Na  mijn vakantie ga ik aan de antibiotica. Ik heb een tekenbeet opgelopen en de plek is licht ontstoken. ‘Ik zie geen kring,’ zegt de huisarts. Nee, maar niet iedereen, die Lyme oploopt krijgt zo’n kring. Er zijn uitzonderingen. Heks reageert altijd anders dan de rest. Een muggenbeet levert intense pijnen op. Wie weet wat er gebeurt na een tekenbeet…..

‘Ik geef je een kuur voor tien dagen,’ mijn huisarts is eruit. Geen risico nemen in dit geval. ‘Twee weken,’ zegt hij als hij mijn gezicht ziet. Heks is als de dood dat ze Lyme oploopt. Het zou absoluut het einde van mijn leven beteekenen. Zonder Lyme is het al een hele heisa om mezelf in de lucht te houden!

‘Je mag niet in de zon met deze medicatie,’ waarschuwt zowel de arts als de apotheek me. Mooi is dat. Verplicht binnen zitten midden in de zomer! Het blijkt niets uit te maken. Het is vreselijk weer. Zonder problemen houd ik me aan het protocol.

Na elf dagen steek ik mijn tong uit naar mezelf. Een bruine tong, helemaal beschimmeld. Bah. De kuur heeft de deur open gezet voor allerhande organismen, die niet in mijn lijf thuishoren. Een kort overleg met de huisarts volgt. Ik stop met de kuur en ga over op de Trisporal. Ik moet nu die schimmelkolonies weer wegwerken.

Intussen werkt mijn LDN niet meer naar behoren. Bijwerking van de schimmels. Ik verrek van de pijn. Ik krijg mezelf nauwelijks in de benen, maar het moet. Hondjes laten zichzelf niet uit. Mijn heupen hangen sinds mijn reisje chronisch uit de kom…..

Met X-benen strompel ik de trap op en af. Gouden tip van mijn jongste zus: Hypermobiliteit zit in de familie.

Denk nu niet dat het slecht gaat met Heks. Ik zit prima in mijn vel. Dat wel. Ik voel me veel beter dan ik me in tijden gevoeld heb. Hoe het komt? Geen idee.

Mijn omgeving is niet wezenlijk anders. Ik ben nog steeds veel te veel alleen. Mijn lijf functioneert onverminderd knudde. Maar elke avond mediteer ik op mijn kussentje voor mijn enorme bel: Gepokt en gemazeld door de ademsoetra! Ik wandel met mijn hondje en ben helemaal hier en nu.

Zaterdagavond is het eindelijk een beetje zwoel als ik mijn laatste rondje met Ysbrandt maak. In een parkje passeer ik een clubje hangmannen. Als ik hen nader zijn de opmerkingen niet van de lucht. ‘Respect, mooie dame, wat zie je er ……’ de man zoekt naar woorden , maar vindt ze niet, ‘zo verzorgd, zo goed…’ Heks groet het gezelschap en wandelt tussen hen door als door een erehaag.

Het is de Godin in me, die zo danst en bloeit. De Boeddha, die in me ademt en wandelt. Het wakker geworden Christusbewustzijn. Noem het hoe je wilt: Ik ben weer in mijn heiligdom aangeland. En ondanks alle gekreukel van de laatste tijd, want geloof me, zo’n lijf is echt geen pretje, ben ik werkelijk thuis. Bij mezelf. I have arrived, I am home!

 

Ãnãpãnasati Soetra

“Lang inademend, weet hij: ‘Ik adem lang in.’ Lang uitademend, weet hij: ‘Ik adem lang uit.’ Kort inademend, weet hij: ‘Ik adem kort in.’ Kort uitademend, weet hij: ‘Ik adem kort uit.'(4)
“Hij traint [zichzelf]: ‘Het gehele lichaam ervarend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Het gehele lichaam ervarend, zal ik uitademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik uitademen.’ 

 “Hij traint [zichzelf]: ‘Vreugde ervarend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Vreugde ervarend, zal ik uitademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Geluk ervarend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Geluk ervarend, zal ik uitademen.’ 
“Hij traint [zichzelf]: ‘De mentale formaties ervarend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De menale formaties ervarend, zal ik uitademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De mentale formaties kalmerend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De mentale formaties kalmerend, zal ik uitademen.’ 

 “Hij traint [zichzelf]: ‘De geest ervarend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De geest ervarend, zal ik uitademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De geest tevredenstellend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De geest tevredenstellend, zal ik uitademen.’
“Hij traint [zichzelf]: ‘De geest concentrerend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De geest concentrerend, zal ik uitademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De geest bevrijdend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘De geest bevrijdend, zal ik uitademen.’

 “Hij traint [zichzelf]: ‘Onbestendigheid beschouwend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Onbestendigheid beschouwend, zal ik uitademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Ondergang beschouwend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Ondergang beschouwend, zal ik uitademen.'(5)
“Hij traint [zichzelf]: ‘Ophouding beschouwend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Ophouding beschouwend, zal ik uitademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Loslaten beschouwend, zal ik inademen.’ Hij traint [zichzelf]: ‘Loslaten beschouwend, zal ik uitademen.’