Dinsdag fiets ik een flinke ronde met mijn hondje. De dag nadat ik heb zitten schrijven over van jezelf houden. Over thuiskomen bij je eigen adem. Over interzijn……..
En heeft het geholpen?
Eerst ga ik naar de fysiotherapeut. Ik heb er een paar. Deze schat is net bevallen van een dochtertje. En alweer aan het werk. Vorig jaar zag ik haar buik gestaag tussen ons in komen staan. Tot ik durfde te vragen of er soms een kleine op komst was.
Ja, altijd voorzichtig zijn met zo’n vraag. Voor je het weet heb je een heiter voor je knetter te pakken. Sommige vrouwen eten er zo vijftien kilo aan rond de feestdagen. En dan wordt zo’n opmerking niet gewaardeerd……
Na de fysio beluit ik een flink end te fietsen met mijn monster. Eerst door het Leidse Hout. Maar oh jee. Processierupslinten alom. Ik ben er dus zo weer uit. Ik heb net VikThor weer een beetje kriebelvrij. De afgelopen weken is hij waarschijnlijk links en rechts wat brandharen tegen gekomen……
Dus kachel ik richting Warmond. Vervolgens via de Haarlemmertrekvaart weer naar de stad. Net als ik wil afbuigen naar huis zie ik Viks teleurgestelde koppie. Ach, vooruit. Ik ben op mijn elektrische vouwfiets. Dat ding fietst zichzelf. Laat ik nog eventjes een rondje golfbaan doen…..
Vik dartelt voor me uit. Blij als een kind. Bij het Joppe stort hij achter een balletje aan het water in. En nog eens. En nog eens. En nog eens……..
Uiteindelijk fietsen we dan echt naar huis. Heks is hartstikke moe nu. Maandag ben ik flink aan mijn tandvlees geopereerd. Mijn bek zit vol hechtingen. Mijn wang staat bol van de genezingsprocessen. Au, au. Ik heb het meest weg van een grote fietsende hamster met eenzijdige mondvoorraad. Niet echt lekker.
Ik ga niet naar het koor vanavond, of toch wel? Twijfeldetwijfel. Heks is zo trouw als een hond. Betrouwbaar als een koe. Zelden sla ik een repetitie over. Maar de laatste tijd ben ik om de haverklap ziek, zwak en misselijk. Het is al de derde keer in twee maanden dat ik verstek zal laten gaan.
Zo dub ik op weg naar huis of ik me nog een keertje zal oppeppen vandaag.
Vik rent opgewekt voor me uit over het viaduct de stad in. Dan cross ik via een olifantenpaadje over een stukje grasveld richting alweer een parkje langs een grachtje. Zo snijd ik lekker een stukje af.
Let wel. Dit fietsen op gras mag dus niet.
En hoewel loslopende honden in dat park aan de orde van de dag zijn, staat er nergens een bordje hondenuitlaatgebied. Dus officieel mag VikThor daar niet los lopen. Het mag namelijk nergens meer in dat kutterige mutsenstadje waar ik woon.
Toeristen worden massaal vanuit de overvolle hoofdstad de prachtige Leidse grachtjes op gejaagd, lopen ons lallend voor de voeten, piesen en kotsen in portieken en steegjes……
Maar onze eigen hondjes worden uit het centrum geweerd. Alle poepzakautomaten zijn verwijderd. De volgende stap is een verplichte kurk in hun kont……
Uit mijn linkerooghoek zie ik die kloterige Drentse Patrijs, een draak van een hond met twee hele foute baasjes, die het beest totaal niet onder appel hebben. Ik zie hoe hij zich zoals altijd probeert los te rukken. Daarin slaagt…… Hoe er alweer een stevige tante Betje trappelend op het asfalt naar de riem ligt te graaien.
Waarop het mormel mij opnieuw omver loopt in een poging mijn hondje te grazen te nemen….
Snel zet ik mijn voet op zijn riem, terwijl ik flink tegen het mormel schreeuw. De vrouw komt aanlopen en begint accuut Heks de mantel uit te vegen. Want mijn hond loopt los. En dat mag niet van Onze Lieve here Jezus Christus. Of zoiets.
Mijn tegenwerpingen, dat ze haar hond eens onder controle moet leren houden, dat ze die contraproductieve rolriem zo snel mogelijk moet weggooien, dat mijn hond niks misdaan heeft, omdat hij met een grote boog om hen heen gaat en hen volkomen negeert, dat ze…… Aan dovenvrouwsoren.
Het wijf begint nu echt uit te pakken. Het is dit en het is dat en het is allemaal niet waar. Haar hond is een engel. Als Heks vervolgens begint te schelden, sommeert ze me naar haar hand te kijken, die is blijkbaar geschaafd door haar losrukkende rukhond .
Heks ontploft. Echt. Zo voelt het. Ik peuter haar rolriem uit mijn kettingkast en probeer het wanproduct in de gracht te gooien. Hetgeen niet lukt. ‘Die hand van jou interesseert me geen zak. Jouw hond loopt me omver. Ik heb een blauwe knie. Krijg de volle laag. Je vraagt niet eens of ik me soms pijn heb gedaan. En dan moet ik naar jouw pathetische schaafhandje kijken? De groeten…..’
Weer begint het mens me uit te kafferen. Heks heeft het zo gehad. Stoom komt uit mijn oren. ‘Hoer! Hondenhoer!’ schreeuw ik plots. Een afschuwelijk scheldwoord, dat ik nog nooit heb gebuikt…….De vrouw valt stil. Kijkt me verbijsterd aan. Ja, je zal het maar naar je kop krijgen…….
De Don moet er later vreselijk om lachen. ‘Het is een lesbisch stel, Don. Het laatste wat die vrouw zal doen is met een vent gaan wippen voor geld. Nog voor geen miljoen…. Maar ik bedoelde eigenlijk, dat die hond de baas is bij dat stel. Als de eerste beste pooier. Ze hebben werkelijk niks in te brengen.’
‘Het is op zich best een leuke hond, maar totaal niet opgevoed. Ze doen werkelijk alles fout. Als meneer de Koekenpeer besluit iemand aan te vallen, krijgt hij bijvoorbeeld niet op zijn kop. Nee, zijn slachtoffer krijgt een grote smoel. Dat beest neemt dus hopeloze beslissingen en ze geven em nog gelijk ook…..’
‘Ja,’ hikt de Don, als hij een beetje is uitgelachen, ‘Je hebt je in elk geval niet op je kop laten zitten. Niet geaccepteerd dat je weer eens ergens onterecht de schuld van krijgt. Hihihi Heks. Wat een verhaal!’
Heks zelf is minder gecharmeerd van haar actie. Ja, ik heb me niet laten doen door dat gekke mens. Maar haar verbijsterde gezicht achtervolgt me nog dagen. Er is toch wel een betere manier om zoiets op te lossen, Heks?
‘Al die mensen met korte lontjes, ik kan er niet meer tegen, Heks,’ zegt mijn vriendinnetje Trui een paar dagen later, ‘Zullen we stukje kuieren?’ We lopen langzaam langs de gracht. Elke stap is vrede.
Ik pak de ademsoetra weer op. Rustig adem ik op mijn kussentje. In. Uit. Iets moet me redden. “Help yourself” zegt de Boeddha.
De kunst van het stoppen
Kalmeren
RUSTEN
GENEZEN
|
|
|
begeerte.’ Aldus is de oefening.
- ‘Ik adem in en observeer de natuur van geen-geboorte en geen-dood van alle verschijnselen. Ik adem
uit en observeer de natuur van geen-geboorte en geen-dood van alle verschijnselen.’ Aldus is de
oefening.- ‘Ik adem in en observeer loslaten. Ik adem uit en observeer loslaten.’ Aldus is de oefening.
|
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.