Kijk naar m’n hand,
valt licht op bovenkant,
onderkant is donker.
Licht is goed, donker slecht,
wordt gezegd,
maar draai hand om en
–
wat is aan de hand
met die hand,
bovenkant is onder.
Rug, palm
en muis, aan arm,
op zich een wereldwonder.
–
Kijk er naar,
voel me raar,
want ik ben die hand toch.
Verplaats bewustzijn in m’n hand,
niks aan de hand,
geen bovenkant,
geen onderkant,
in dit universum.
–
De hele schepping geeft licht,
ook jouw gezicht,
maar als ‘t zich van me af beweegt
neem ik het waar als donker.