Gigantisch gekrijs in de steeg, de panter wordt grijs maar nog steeds is hij ontzagwekkend en fit, er spartelt weer eens een muis in de restanten van zijn gebit…….

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks ligt lekker in bed. Ik kijk naar het ene stomme televisieprogramma na het andere. Met 1 oog open. Dan klinkt er een vreselijk gekrijs in de steeg. Alarmerend. Freya schiet overeind. Verschrikt kijkt ze me aan.

Heks rent op een holletje naar de keuken, gevolgd door 2 opgewonden nieuwsgierige hondjes. We steken hoofd en koppen uit het keukenraam. In de steeg zit de panter. Zwijgend houdt hij een andere kat in de gaten. De veroorzaker van al dat lawaai.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Kkkisisissssttt,’ sist Heks. Het onbekende bakbeest verroert zich niet. Grote kattenogen loeren terug. Ik sis nog een paar keer. De krijskat wijkt een aantal meters naar achteren.

We rennen de trap af en door de berging. Ik gooi de deur open en de hondjes huppelen de steeg in. De vreemde kat is subiet verdwenen. Ferguut kijkt me verveeld aan. ‘Maak je niet druk baas, ik kan dat varkentje zelf wel wassen…’

©Toverheks.com
©Toverheks.com

De panter wordt oud. Zijn zwarte vacht zit vol kleine witte haartjes. Maar hij redt zich nog prima. Elke dag patrouilleert hij door zijn buurt. Hij inspecteert de vele hofjes en binnentuinen. Hij wandelt over oude muurtjes en balanceert door dakgoten.

Af en toe is hij een kleine week zoek. Zit hij weer in de Schouwburg of het museum een beetje cultureel te doen. Of heeft hij zich verschanst in een schimmelig schuurtje of morsige garage.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Ach, mijn panter. Die heerlijke zwerver. Met zijn grote zwarte kattenkop. ’s Nachts vleit hij zich op een kussen naast mijn hoofd. Dan ligt hij dan zachtjes te snorren. Elke ochtend krijg ik kopjes. Heel lekker wakker worden zo.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Alle voorbijgangers aaien mijn schat. Hij is een hele beroemde buurtkat.

Het laatste rondje met de hondjes loopt hij altijd mee. Soms ben ik al halverwege de steeg als een schaduw zich losmaakt van de muur. Groene ogen gloeien op vanuit zijn lekkere katerkop.

Ferguut is een uithuizig type. Nu het eindelijk wat warmer wordt is hij weer hele dagen op stap. Uitgehongerd komt hij thuis. Schrokkebrokt een grote bak voer naar binnen en valt op mijn bed in slaap.

Boskat kan hem niet uitstaan. Hij krijgt geen grip op deze dolende ridder. Dat monster trekt zich niks van hem aan. Laat zich niet onderwerpen, doet niet mee aan de heersende pikorde. Is een volstrekt autonoom wezen. Een outsider, eentje van de absolute buitencategorie……

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Een uurtje later. Heks ligt weer lekker in bed met haar hondjes. Dan klinkt er opnieuw enorm kattenlawaai in de steeg. Nu herken ik het stemgeluid van mijn panter. Ik weet precies wat er aan de hand is. ‘Hij heeft een prooi,’ roepen een paar voorbijgangers ontdaan.

Weer rennen Heks en hondjes naar de keuken. Weer steken hoofd en koppen uit het keukenraam. En ja hoor. Daar staat de panter. Groot en gevaarlijk schreeuwt hij vervaarlijk. In zijn bek een spartelende muis.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Dank je wel schat,’ prijs ik zijn verdienste. Nu wil hij eigenlijk naar binnen om me het muisje persoonlijk te overhandigen. Maar daar heb ik slechte ervaringen mee. Wil ik zo’n muisje toch redden. Ik heb wel eens een muis weer buiten gezet. Hompelend kreupelde het arme diertje ervandoor. Om ergens een langzame wisse dood te sterven.

Maar dan: Hoor ik daar gekraak? Wordt het diertje levend vermalen door zijn bejaarde kattenkaak?

Ferguut heeft maar 1 bovenhoektand en 1 onderhoektand. De ontbrekende tanden zijn eruit gemept door die kolere Bengaal van de boze buurvrouw op de Lange Mare.

Het verhindert hem niet om een muisje te vangen. Mijn panter. Mijn boerenridder. Mijn fantastische avonturier.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks is niet bang voor een beetje tuinslang of een grote slang van hout. Slang is goud. Transformatie op mijn pad. Zachtgekookt ei baart slang. Ellenlang. Vleit zich om mijn middenwereld. Jǫrmungandr markeert mijn grens en waakt. Heks vervelt. Het voelt wat naakt.

©Toverheks.com©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks slaapt en slaapt, Doornroosje is er niks bij. Om de haverklap val ik om, om vervolgens uren in coma te liggen. Doodmoe word ik uiteindelijk wakker. Mijn vermoeidheid is een bodemloze put.

Ik droom, maar ik onthoud bijna niks. Sinds ik LDN slik zijn mijn dromen buiten mijn bereik. Bereed ik vroeger nachtmerrie na nachtmerrie, nu is mijn slaap saai en taai.

Maar vannacht droom ik van bloemen, een zee van prachtige bloemen. Ik word wakker met armenvol bloesems.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Na een lange nacht is het weer dag. Hemelvaartsdag. Het is nog steeds zo koud, dat ik met handschoenen aan de honden ga uitlaten. Maar op mijn balkon, uit de wind in de zon, is het goed toeven.

Ik ga een uitgesteld klusje doen. Iets met slangen. Ik zie overal slangen momenteel. Dit symbool van transformatie begeleidt me op mijn pad. Mooi is dat!

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Ik balanceer op een ladder teneinde mijn tuinslang door het raam van mijn badkamer te wurmen. Afgelopen winter heb ik het ding verwijderd, om het raampje dicht te kunnen doen. Ik ben echter flauw van het gesjouw met gieters. De zomer komt er aan, nou ja, dat hoop ik. Dus er moet weer water stromen uit die slang.

Dan ga ik mijn spulletjes ophalen bij mijn gewezen vriendin. Ik rijd er heen en laad mijn vouwfiets in. En mijn oude fietskar. En wat schedeltjes, ooit van me geleend. Straalvergeten. En mijn reservesleutelbos.

Ik heb al 2 dagen stampende hoofdpijn. Een smerig virusje denk ik. Ook mijn stem is weg. Schor als een kraai, maar het geeft niks. Ik zie toch niemand momenteel.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Het zachtgekookte ei is hard geworden. Het zachtgekookte ei trekt een grens. ‘Jouw harde woorden,’ krijg ik terug, nadat ik die grens kenbaar heb gemaakt. Mensen houden er niet van als ik mijn grens aangeef. Dat is me al eerder op veel kritiek komen te staan.

‘Als jij aangeeft, dat je iets niet wilt trekt geen mens zich er iets van aan,’ zei een narcistische ex van me altijd. Hijzelf was het levende voorbeeld van dit gedrag. En hij had gelijk. Jarenlang kon iedereen alles maken bij me. Ik bleef eindeloos in de geefstand staan. In de vergeefstand. En in de aanpassingsstand. Niet zo goed voor mijn gemoedstoestand.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Maar die tijd is voorbij voor dit hardgekookte ei. Geen blij ei, want het is ontluisterend hoe ik hierop word afgerekend. Hoe woede mijn deel is, als ik niet langer alles pik. Hoe is word uitgemaakt voor keiharde egoïst, zodra ik een grens stel.

Ik moet er maar mee leven.

Onlangs neem ik mezelf waar als pure energie. Ik zie mijn energiepatroon. Mijn interactie met al die andere energiemanifestaties in de wereld. De lastige aspecten van mijn energievorm. Die hang naar eerlijkheid. Die hang naar autonomie. Ik zie, ik zie. Het bevalt me wel en niet.

Ik zal het ermee moeten doen. Er is niks mis met eerlijk zijn. Genadeloos. Wat anderen doen moeten ze zelf weten. Er is niks mis met autonomie. Ik heb een hekel aan verstrengelingen. Aan gerommel met energiedraden. Aan mensen, die in mijn kop inbreken. Of haken slaan in mijn middenrif.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Maar net als elk mens heb ik behoefte aan verbinding. De manier waarop ik dit deed werkt echter niet meer voor me. Ik ben aan het veranderen. Het proces is al jaren aan de gang.

Het heeft ook goede kanten. Ik zit niet langer urenlang als een konijn in de koplampen naar verhalen te luisteren, die me niet aanstaan. Of die ik al vijfduizend keer gehoord heb. Ik verdun niet langer. Ik drink niet langer een halve fles wijn leeg om het geklets te kunnen verdragen.

Ik laat me niet langer de mond snoeren. Ik accepteer niet meer, dat mensen hun agressie op me botvieren.

Dit alles is gezien mijn achtergrond een waar wonder. Niet langer slaafje en boksbal. Niet langer zacht gekookt ei.

Maar mijn zachtheid mag blijven. Grenzen stellen is niet hetzelfde als een keihard persoon zijn. Het komt alleen hard over bij degene, die die grens niet accepteert. En respecteert. Zo gaat dat met grenzen.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Respect en liefde is hetzelfde laken een pak.

Pijn doen of pijn lijden. Soms moet je iemand pijn doen, omdat je anders zelf pijn lijdt. Nee zeggen kan heel confronterend zijn. Maar het mag. Het is een grondrecht van ieder mens. De meeste mensen leren dat zo rond hun tweede levensjaar. ‘Terrible two,’ de leeftijd waarop een kleuter op alles nee zegt.

Ik leer het nu. Eindelijk. Goddank.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

ZWANENZEURZANG.

Vandaag zo traag, een slak is er niks bij. Sloom en suf. En nog steeds moe. Het gaat maar niet over. Ondanks de vastenkuur. Er is wel iets gebeurd, maar lang niet genoeg. Ik ben mijn vissenkombestaan enorm beu.

Agressie is mijn deel momenteel. En het is veel. De haat en woede. Overal en nergens komt het vandaan. Ik blijf staan. Maar daar is het dan wel mee gezegd.

Het is nooit genoeg. Wat ik ook doe. ‘Niet genoeg, niet genoeg, niet wat ik van je eiste. Niet wat ik vroeg.’

Helaas valt er weinig te zeggen of begrijpen. Heks danst niet langer naar ieders pijpen. Ik wil komen in mijn eigen dans. Maar: Met dit lijf? Weinig kans.

Ik zoek een uitweg uit mijn lethargie. Maar het lukt niet. Ik blijf maar wroeten op de vierkante meter. Het gaat niet beter. Nee, het schiet niet op.

Niet klagen maar dragen. Er zijn wel erger dingen. Tel je zegeningen. En nog een dooddoener of wat.

Op zich een eeuwige optimist. Ik wou dat ik wist of het tij zal keren, dames en heren. Ik wou dat ik het wist. Voor ik eindig in mijn kist.

Veranderen, vervellen, transformeren. Leven wil me een lesje leren. Sommige conflicten laten zich niet keren.

Zo ben ik dan opnieuw onzeker en bang. Ik verlies al zolang. Er is bijna niks meer over.

Een dak boven mijn hoofd en genoeg te eten. Liefde van mijn dieren, innerlijk weten. Uiteindelijk komt het allemaal wel weer goed. Ongeacht of je je best doet.

Niet meer wringen in duizend bochten. Niet meer verdedigen en uitleggen. Grenzen hanteren, ik ben het aan ’t leren. Voor de zoveelste keer. Ik leer het ook nooit.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Vandaag zo traag en suf en moe. Het maakt niet uit wat ik zeg of doe. Voor sommigen blijf ik gewoon een melkkoe.

Mijn grenzen zijn hen een doorn in het oog. Ze willen er overheen, dat hoeft geen betoog. Niet goedschiks, dan kwaadschiks. Desnoods lekker drammen. Ik word vermaledijd. Lekker is anders.

Maar morgen, dan gaat het vast beter. Vandaag lukt het niet. Voor geen meter.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Een sprookje van Anderen. Het evangelie van de boze buurtbewoner. Elke gek zijn gebrek. Hoge bomen vangen veel wind, maar rondvliegende heksen ook. Een opvallende verschijning zijn heeft zo zijn nadelen. Heks wordt aangevallen en verrot gescholden. Vanuit een zeer benepen universum hier vlak om de hoek.

Iedereen is het middelpunt van zijn of haar eigen universum. Sommige universa zijn groot en interactief met andere universa. De bewoner is communicatief en lief. Sommige bewoners gaan op onderzoek uit in hun eigen universum. Deze ontdekkingsreizigers ofwel soulsearchers proberen de wereld te verbeteren beginnend bij die van henzelf.

Andere universa zijn werelden op zich. Afgescheiden van alles wat daarbuiten ligt. De vijandige buitenwereld. Bewoners van deze universa stoppen hun energie voornamelijk in het bestrijden van de boze buitenwereld. Tot aan de tanden bewapend en op alles voorbereid staan ze je te woord. Als je ongelukkigerwijs hun pad kruist.

Het is dan zaak geen verkeerde beweging te maken. Laat staan iets te zeggen, dat deze holbewoner verkeerd kan opvatten. Je hebt een poeier te pakken voor je het weet.

De bewoner echter voelt zich vrij om elke vorm van agressie over je heen te storten. Hij voelt zich daartoe gerechtigd. Vanuit de rigide regels van zijn benepen universum.

En wat is nu zo opvallend aan dit soort confrontaties: Je hebt het altijd gedaan. Ook al heb je niets gedaan. Onderhandelen is zinloos. Een normaal gesprek zit er niet in. Boos geschreeuw is je deel. En eventueel een paar forse sancties.

Heks komt thuis van een hele leuke dag voor het goede doel. Ik ben vrolijk, geïnspireerd, blij dat er zoveel prima mensen zijn met hun hart op de goede plaats. Ik heb me met liefde kaal laten plukken, samen met vele anderen. Zodat kansarme kinderen naar school kunnen, zodat ze vervolgens een vak leren. Zodat ze een waardevol lid van hun maatschappij kunnen worden.

Opgewekt rijd ik door de buurt. Op zoek naar een parkeerplek. Helaas staat alles vol. Op dat ene plekje in een steegje om de hoek na. Waar nog steeds die plantenbak op de parkeerstrook staat. Niet langer ingemetseld midden op de strook. Maar aan het randje.

Ik rijd nog maar een rondje, want ik heb geen zin in gedoe met de bewonder van het huis tegenover die parkeerplek. De man heeft zich de plek toegeëigend. Hij vindt dat hij er zijn tuin op kan uitbreiden. En oh wie de waai degene, die het daar niet mee eens is. Die springt hij ongenadig op de nek. Als een duveltje uit een doosje.

Helaas is de plek van de gek het enige vrije plekje in de buurt. Ik draai mijn auto zorgvuldig achteruit de parkeerstrook op. Rijd een klein stukje naar achteren om nog iets dichter bij de muur te komen. En weer naar voren om mijn bolide recht op de strook neer te zetten.

Terwijl ik bezig ben komt er een vrouw uit het gewraakte pand zetten. Scheldend en tierend. Ze wijst naar haar voorhoofd. Steekt haar middenvinger op. Ja, gezellig!

Ik heb het mens nog nooit eerder gezien, maar blijkbaar is het de egaa van die idiote kerel, die hier ook woont. Vloekend staat ze me op te wachten, terwijl ik mezelf moeizaam aan de passagierskant uit de auto wurm. ‘Klotewijf, je reed expres tegen onze plantenbak aan,’ gilt ze.

Heks is met stomheid geslagen. Waar heeft dat gekke mens het over? Ik ben me van geen kwaad bewust. Ik zou toch zeker wel merken of ik tegen iets aan reed? Ik ben wel eens tegen die bak aan geknald bij het inparkeren, het ding is niet te zien in je spiegels, dus ik ken het gevoel.

Resoluut verwijs ik haar klacht naar het rijk der fabelen. ‘Ik ga hier verder niet met u over in discussie,’ draai ik haar mijn rug toe. Het wijf drukt haar amechtige lijf vervolgens zo ongeveer tegen mijn rug aan. Geen enkel respect voor mijn persoonlijke ruimte, zoveel is me wel duidelijk.

Gegil, gekrijs, geschreeuw. En het gaat maar door. ‘We hebben toestemming van de gemeente om die bak daar neer te zetten,’ beweert ze op een gegeven moment.

‘Ik heb bij de gemeente geïnformeerd en dat is pertinent niet waar,’ dien ik haar van repliek, ‘De politie heeft uw man gesommeerd de bak weg te halen. Ik heb het hem zelf horen schreeuwen tegen een buurman, toen ik toevallig hier door de straat reed….’

De vrouw wordt zo mogelijk nog kwaaier. Haar van woede vertrokken toet kleurt knalrood. Een gillende tomaat. Ik ben gek, het busje moet voorrijden, ik ben gestoord, niet goed bij mijn hoofd, ik ben lelijk, ik ben stom, ik ben dit en dat, een kutwijf, een hoer, een smerige heks……

‘Pas maar op, dat ik je niet betover,’ grinnik ik bij haar laatste beschuldiging. Om vervolgens met een zwierige zwaai van mijn lange rode jurk de aftocht te blazen. Als ik naar boven kijk, zie ik haar man voor het raam op de eerste verdieping staan. Met een van haat verwrongen gezicht.

Wat mankeert die mensen?

Heks betreedt hun universum. Hun piepkleine wereldje aan de Lange Lullige Lijsbitchsteeg. Waar ze waken over hun plantenbak. Op de door hen toegeëigende parkeerstrook. Waar ze heer en meester over zijn. Hun straat. Hun strook. Hun plantenbak. Wee je gebeente, als je alleen al naar die bak kijkt……

Als ik thuis kom, zit ik vol woede. Grote energetische haathaken geslagen in mijn zonnevlecht. Ik ga naar een prachtig concert, krijg daarvoor een vrijkaartje cadeau bij de ingang, zit naast mijn goede vriend Jip. We lachen en giebelen. Ik heb een heerlijke avond.

Maar de haathaken wroeten verder. In de pauze loop ik naar mijn auto. Voor de zekerheid haal ik mijn TomTom er maar uit. Dat was ik in de consternatie vergeten. Ik vertrouw die lui voor geen cent. Bij de vorige aanvaring dreigde de man om die hopeloze plantenbak met geweld op mijn auto te smijten…..

Zondag ga ik er rustig voor zitten. Ik zak in een diepe meditatie. Ik wrik de haathaken los uit mijn middenrif en stuur het ongewenste pakketje retour afzender. Ik stuur nog wat ongewenste pakketjes retour naar andere afzenders nu ik toch bezig ben. Ik laat mijn goede intenties bij me terugkeren. Stuur mijn eigen woede naar de planeet Scheld. Een oase van rust daalt op me neer.

Dan besluit om mijn auto te gaan wassen. Het ding is te smerig om aan te pakken, nadat de prunus uit de steeg haar bloesems er op heeft gedeponeerd. Een paar snottige regenbuien verder is deze pracht veranderd in smerige drab. De hondjes zijn nog bij de oppas. Ik heb lekker mijn handen vrij!

Als ik mijn auto probeer te starten gebeurt er niks. Raar! En gezien de vijandelijkheden en de dreigementen van gisteren: Verdacht!

©Toverheks.com

Uren later komt de ANWB. ‘Uw accu is helemaal leeg,’ constateert de monteur, ‘U heeft een licht aan laten staan.’ Heks betwijfelt dat. Toen ik de TomTom uit de auto haalde was het al aan het schemeren. Ik heb toen geen licht zien branden.

Ik heb in alle consternatie wel een raampje open laten staan gisteren bij aankomst. Aan de kant van de muur. Met een beetje moeite kun je zo precies bij het hendeltje van de verlichting!

Als ik me omdraai zie ik de vrouw, die me gisteren woedend belaagde, dansend en juichend voor haar raam staan. Haar meutige gezicht vertrokken in een duivelse grijns. Beide handen triomfantelijk in de lucht gestoken. Ik had de ANWB-man al gewaarschuwd voor dit soort taferelen, maar hij is evenzogoed verbijsterd.

Nu wordt het Heks toch al te gortig. Ik duw de plantenbak van de parkeerstrook. En nog een stuk opzij. Ik duw nogmaals en het ding valt om. Er rolt een beetje aarde op de grond.

Als een duveltje uit een doosje staan nu zowel de man als de vrouw gillend in de steeg. De vrouw wil me te lijf. Haar man probeer het te voorkomen. ‘Vieze vuile teringhoer, kankerhoer, schijthoer, pleurishoer! Je gooit telkens die bak om,’ gilt het mens.

Waar heeft ze het over? Heks weet van niks. Maar ik weet ook genoeg. Die bak wordt dus met enige regelmaat omgegooid? Ik ben blijkbaar niet de enige met wie dit echtpaar in de clinch ligt.

Dat verklaart ook dat dit vaak het enige lege plekje in de buurt is. Deze idioten voeren een waar schrikbewind. Mensen zijn doodsbang van dit stel. ‘We willen alleen maar de buurt wat gezelliger maken,’ brult het griezelechtpaar in koor.

Nou, dat lukt aardig zo, denk ik bij mezelf, terwijl ik een aanval van slappe lach onderdruk. Als ze dat willen bewerkstelligen kunnen ze beter gaan verhuizen!!!

Ik zeg echter niks meer. Ik ben uitgepraat met deze mensen. Ik heb al een klacht neergelegd bij de politie. De wijkagent gaat er werk van maken. Die mag dat varkentje wassen wat mij betreft.

Dankzij de ANWB-man kom ik er zonder kleerscheuren vanaf. Het echtpaar blijft nog een tijd voortrazen, maar uiteindelijke poetsen ze de plaat.

Mensen regerend in hun eigen universum. Met hun eigen idiote regeltjes, waar iedereen zich aan moet houden. Met hun eigen definitie van gezelligheid. Maar het zijn niet bepaald gezellen, deze medemensen. Zodra je je niet aan hun rigide gestoorde regels houdt zijn de rapen gaar. Dan krijg je een stelletje idioten over je heen.

Het was misschien niet netjes van me om de plantenbak om te kieperen, maar ik ben er erg van opgeknapt. Alle woede per direct mijn systeem uit.

Tevreden ga ik een stuk rijden met mijn autootje teneinde de accu weer op te laden. Gelukkig was het alleen de accu. Het had zoveel erger kunnen zijn. Op de terugweg was ik mijn auto. Die staat nu glanzend in de steeg. Binnenkort ga ik in gesprek met de wijkagent. Eens kijken, wat hij erover te zeggen heeft.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Stevige bruidjes en dikke vriendinnen, royale rondingen en wat onderkinnen. Alle vrouwen verdienen hun droomjurk, dik, dun, breed of smal. Heks is stapeldol op Jo en Al.

Het is de achtste dag van mijn vastenkuur. And still going strong. Ik bulk nochtans nog steeds niet van de energie. Verre van. Maar ik lijk minder pijn te hebben. En ik geniet enorm van mijn meivakantie in eigen huis.

Vannacht kan ik niet slapen. Ik spook rond tot in de vroege uurtjes. Dan val ik van de aarde af in een oneindige ruimte. Ik kom terug met een flard van een droom. Een kostbaar zilveren doosje. Mooi patina. Een bijzonder zakje waar het in zit. Een gebruiksvoorwerp. Wat is het?

Het ontglipt me.

Ik wil eigenlijk nog een beetje langer uitslapen, maar dat luk niet. Dus sta ik op. Ik geef alle beesten eten. Ik maak een warm drankje voor mezelf. Ik deuk uit voor de televisie.

‘Curvy Brides Boutique’ is bezig. Een ‘secret pleasure’ van Heks, dit programma. Waarin twee dikke vriendinnen, Jo en Al, een bruidsboutique runnen voor ‘big girls’. Meiden met een maatje meer. Of vele maatjes meer. Prachtige Moeder-Aarde-Vrouwen. Gezegend met ruime rondingen, broedse heupen, brutale billen en rondborstige bonbonella’s.

Speciale clientèle dus. Vaak dames, die hun leven lang gepest zijn met hun gewicht. Ze komen doorgaans binnen in hobbezakkige blouses of camouflagetentjurken. Gewend als ze zijn om hun postuur te verbergen. Na al dat gepest en getreiter. Afkerig van hun eigen lijf…..

Meiden met een droom. Trouwen in een geweldige jurk. Het is niet mijn droom. Heks is nooit trouwlustig geweest. Maar wel de droom van vele vrouwen. Ze hebben het draaiboek voor de grote dag al op hun zestiende klaarliggen. Ze weten precies hoe de kerk versierd moet worden als ze slechts tien jaar oud zijn. Ze dromen van hun droomjurk vanaf hun vijfde.

Jo en Al zijn ervaringsdeskundigen. Beiden hebben een indrukwekkend postuur. Of hebben een indrukwekkend postuur gehad. Ook hebben ze ten tijden van hun bruiloften nergens een echt leuke jurk kunnen vinden.

‘Elke vrouw verdient het om er geweldig uit te zien op hun trouwdag,’ zegt Jo in de camera.

Vandaag komt er een dame met haar moeder en zuster. De moeder heeft een vuilnisbak als mond. Die kiept ze met enige regelmaat leeg over haar dochter. De klep gaat open en daar komt alweer een smerige opmerking. ‘Je lijkt wel een drag queen, een nijlpaard bladiebla….’ De dochter lacht als een boer met kiespijn.

Ze vergoelijkt de kutopmerkingen, omdat het haar moeder is, die het zegt. Het arme kind beweert zelfs dat de kwetsende opmerkingen goed voor haar zijn: ‘I need to grow a backbone.’

What doesn’t kill you makes you stronger!

Jo is not amused. ‘Mijn moeder zei vroeger tegen me, dat ik heel knap zou zijn, als ik niet zo dik was,’ haar ogen gloeien richting camera, ‘Toch apart dat ik het hier bijna 50 jaar later nog over heb. Zulke opmerkingen komen binnen. Ze richten heel veel schade aan.’

Ach, mijn moeder zei altijd, dat ik een dikke kont had. Helemaal niks van waar, maar het heeft mijn zelfbeeld het grootste deel van mijn leven bepaald. Zelfs toen ik zo mager was als een draadnagel. ‘Zet je voeten op heupbreedte,’ schreeuwde de instructrice van mijn dansklasje indertijd tegen ons, haar leerlingen. Heks zette haar voeten in de gewenste stand.

‘Wat heb jij voor een zelfbeeld, Heks?’ riep de dame verbaasd, terwijl ze naar mijn kamerbrede spreidstand keek. Ik keek verbaasd terug. Wat was er mis met mijn spreidstand? Om me vervolgens te realiseren, dat mijn voeten niet bepaald onder mijn heupen stonden. Verre van.

Het leuke van Jo en Al vind ik, dat ze al die meiden met hun enorme rugzakjes en vertekende zelfbeelden uiteindelijk laten stralen. Ze vinden allemaal zonder uitzondering de jurk van hun dromen. Een jurk die past. Een jurk, die ondersteund op de juiste plekken. Een jurk, waar hun weelderige rondingen prachtig in uitkomen.

Met enige regelmaat vloeien er tranen. Vooral als Al in gesprek gaat met de aanstaande bruid. Of als Jo met een onverwacht afwijkend model bruidsjurk aankomt zetten. Haar zogenaamde ‘wild card’. Die dan een schot in de roos blijkt te zijn!

Heks kijkt graag naar deze bevlogen vrouwen. Hun liefde voor hun vak, de zorgvuldigheid, waarmee ze de aanstaande bruidjes met een maatje meer op hun gemak stellen. Hoe ze werkelijk elke vrouw zelfverzekerd naar het altaar laten lopen op hun grote dag.

Heks zit al ruim een week te vasten. Ik heb geen last van een maatje meer. Nu al helemaal niet. En ik ben totaal niet trouwlustig. Bijna jammer.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Want wat zou ik graag eens bij deze dames gaan winkelen. Me heerlijk in de watten laten leggen. Mijn zelfbeeld helemaal laten opkrikken. En een lekker stuk taart met hen soldaat maken!

Curvy Brides Boutique.

Een hekel hebben, maar niet haten. Niet schreeuwen maar goedmoedig blaten. Heks verandert, heb je het in de gaten? Schreeuw ik soms nog naar mijn hond, verexcuseer ik me terstond.

Schrijven is mijn forte. Van alle dingen, die ik goed kan, is dit een kunstje, dat ik ook half dood in bed kan beoefenen. Heel fijn. Ik dank Godin op mijn blote knietjes voor dit talent. Het loodst me door moeilijke tijden heen.

Helaas willen sommige mensen niet dat ik schrijf. ‘Wie schrijft blijft’ is hen een doorn in het oog. Het liefst zagen ze me ter plekke dood neervallen. Iemand van hen heeft wel eens een poging gedaan om dat proces te versnellen. Door me helemaal in elkaar te rammen. Een beer van een vent met stalen biceps.

Naast hem twee boze dozen. Als stiefzusters uit een griezelig sprookje deden ze er nog een schepje bovenop met hun geschreeuw. Altijd ontluisterend als medemensen je mishandelen. Vooral als ze van het soort zijn waar je je juist veilig bij zou moeten voelen.

Helaas is geschreeuw iets dat me wel vaker overkomt. Ik heb tegenwoordig een vreselijke kerel in de buurt wonen, die constant tegen me schreeuwt. Hij trekt regelmatig midden in de nacht belletje bij Heks. Ook staat hij me op te wachten samen met zijn broer, als ik laat thuis kom uit het koor en de auto parkeer. In het donkere stuk van de steeg tussen de Schouwburg en het museum. Waar geen sterveling loopt.

De broers staan schreeuwend naast mijn auto. Ze gaan niet weg, ook niet als ik een tijd in de auto blijf zitten. Waarschijnlijk zo stoned als een kanarie en dat niet van soft drugs.

Behoorlijk intimiderend. De hal staat elke dag vol rook en ik ruik de bittere geur van heroïne. Hijzelf stinkt ook nog eens een uur in de wind. Een smerige lucht, die lang blijft hangen. Een bron van overlast dus. Maar hij klaagt bij de woningbouwvereniging over mij. De malloot.

Onlangs zit een vriendin tegen me te schreeuwen. Niet voor het eerst. Zijzelf heeft het helemaal niet in de gaten, gek genoeg. Als ik aangeef, dat ik er genoeg van heb, heb ik het weer gedaan. Van alles wordt me verweten, maar nergens een excuus voor de verbale agressie.

Ik ben in mijn jeugd verrot geschreeuwd en naar volwassenheid geslagen. Als klein kind heb ik lange tijd gedacht, dat je door schoppen onder je kont zou groeien. ‘Je wordt zo groot, je krijgt zeker veel slaag,’ grapten ooms en tantes. De grap ontging me volkomen.

Natuurlijk waren er ook leuke dagen. Als er mensen op bezoek kwamen bijvoorbeeld. Dan gedroeg iedereen zich voorbeeldig. Voor de buitenwereld waren we een leuk gezin. Zo leuk, dat ik er bijna in ging geloven.

Heks heeft overal altijd een mooi verhaal van gemaakt. Ik heb daarin anderen goed gemaakt en mezelf slecht. Een manier om toch nog enige grip op de realiteit te hebben? Want je eigen vermeende slechte gedrag kun je adresseren. Over anderen heb je nu eenmaal geen enkele controle. Met name als kind.

Dit alles ligt achter me. Ik laat het los in liefde. Want ik heb van al die mensen veel gehouden ooit. En ik heb geen zin om mijn mooie hart te verpesten door te haten. Een hekel vind ik iets anders. Ik heb dus wel degelijk een gloeiende pesthekel aan mijn plaaggeesten. En ik hoef hen nooit meer te zien.

Tegen Heks wordt niet meer geschreeuwd. Net zoals ik niet meer word geslagen. Slaan accepteer ik al ruim 40 jaar niet meer. Ik heb nadat ik in elkaar ben geslagen anderhalf jaar geleden direct aangifte gedaan. De kwaadaardige getuigen, 2 dikke domme ganzen, beweerden dat er niets was gebeurd. Zodoende werd de dader niet vervolgd.

Het schreeuwen heeft nog lang kunnen doorwoekeren. Er is nog best vaak tegen me geblèrd door deze of gene, zonder dat daar sancties op volgden. In mijn laatste relatie was het aan de orde van de dag.

Maar nu is dat ook klaar. Heks is enorm veranderd. Andermans/vrouws agressie gaat er niet meer in bij me. Ik wil met respect behandeld worden, net als ieder ander.

Liefde en respect zijn hetzelfde. Je kunt niet zeggen, dat je van me houdt en me als een stuk stront bejegenen. Toch is dat vaak wat mensen onderling doen. Maar niet langer bij mij.

Iedereen mijn partner. Compassie en begrip genereren. Dat is allemaal heel mooi en aardig. En het is ook wat ik wil. Maar compassie en begrip van de tegenpartij is absoluut noodzakelijk om tot waarachtig partnerschap te komen. Anders gaat het toch echt niet werken.

Neemt niet weg, dat ik vanuit mijn hart probeer waar te nemen. Dat ik me realiseer, dat we allemaal kinderen zijn van de Godin. Ook de strontvervelende kutkinderen. Die belletje trekken en zich misdragen. Die een parasitair bestaan lijden. Ik hoef hen niet over de vloer. Ik houd afstand. Maar ik wens hen evenzogoed alle goeds.

Magie, hihihi. Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet. Heks rent rammelend rinkelend rond. Met 1 zwarte kat en tweemaal hond. Elfjes, godjes, boombombasten, watergodin. In spin, de bocht gaat in!!!

‘Wat hoor ik nu?’ zegt mijn huisarts gisteren, als ik mijn jas uittrek. Verrukt staart ze vervolgens naar mijn pols. Daar komt dat geluid vandaan. Duizend kleine elfjes dansen daar in zilveren tonen.

Op de bevrijdingsbraderie staat elk jaar mijn Afghaanse stenenman. Een heel lekker stuk van een vent met veel humor, die goed over de randen van de middenwereld kan kijken. Ik kom al zo lang bij hem. Hij heeft altijd iets bijzonders voor me. Zo ook deze keer. 

Een paar enorme zilveren kralen, een paar prachtige stukken stokoude ruwe koraal,  een ring met een opaal ter vervanging van mijn ‘trouwring’. (Ben met mezelf getrouwd bijna 15 jaar geleden en vorig jaar verloor ik de opaal uit mijn ring).  En nog wat kleine zilveren dingetjes.

En ook: Een bedelarmband met enorme bedels. Ze rinkelen vrolijk om mijn pols bij elke stap. Elke beweging. Vannacht tijdens mijn laatste hondenronde rinkel ik voor mijn dierbare brongodin bij de rioolput voor de Schouwburg.

Ik rinkel voor de Prunus, die haar roze pracht op mijn knalgele autootje heeft gedeponeerd. Steeds als ik weg rijd vliegt er een roze sluier van liefde achter me aan door de lucht! 

Ik rinkel langs mijn vriend de Plataan. Op zijn laagste tak zit Pleingodje te schreeuwen van verrukking bij het horen van dit magische geluid. Over het pleintje achter het hof gaat het. 

Ik rinkel voor de tweeslachtige slakken met hun woeste nachtelijke orgieën. Ik rinkel voor de kronkelwilg en de kleine bomen met de grote bladeren. Ik rinkel voor de laatbloeiende ribes.

Dan loop ik richting Boerhaave museum. Daar staat mijn andere boomvriend, volgens mij een elsachtige. Zijn bladeren glimmen me tegemoet. ‘Rinkeldekinkel,’ groet ik hem terug. Deze halfwassen boom. ‘Wat word je toch groot,’ zijn kruin bijna boven het belendende pand uit. 

Dan rinkel ik richting Vrouwenkerkplein. Maanlicht strijkt over de restanten van de oude Onze Lieve Vrouwenkerk uit de 14e eeuw. Waar later de Pelgrim Fathers hun veilige haven vonden, voordat ze naar Amerika vertrokken. 

Mijn hondjes springen op de ruïne en rennen over de muurresten naar boven. De bomen rondom het plein, de zes respectabele zusters, zes oude knotplatanen, schudden hun wijze kruin. Daar is ze weer met haar hondjes. En die zwarte kat is er ook weer bij. 

‘Zij heeft ‘les six frères’ bezocht,’  fluisteren ze voor de zoveelste keer opgewonden onder elkaar. En het is waar. Ik ben ooit een berg op geklommen om een enorme eeuwenoude boom te bezoeken. Met zes enorme stammen. 

Ja, bomen zijn enorme kletskousen. Ze vangen alles op in hun bevroren wandelgangen. ‘Jullie hebben gelijk,’ sis ik terug naar de zusters. Ik rinkel nog eens extra met mijn armband. Dat vinden ze leuk. 

Nog 1 steegje door en ik ben thuis. Met mijn nieuwe praktische ratel. Want: altijd bij de hand. Letterlijk. En hij ziet er nog leuk uit ook! 1 bedeltje is echt heel bijzonder. Het is het paard van Troye. Je kunt een openmaken. Dan zie je de verstopte manschappen er in zitten!

Niet veel later poets ik mijn tanden. Moe, moe, moe. Oh, zo moe.

‘Jij kunt wat ik ook kan, Heks,’ hoor ik opnieuw de stem van de paragnost in mijn hoofd, ‘Maar jij kunt daarbij ook genezen. Met je handen. Dat moet je weer gaan doen…… En laat al die mensen, die steeds met hun problemen bij je komen, daar maar voor betalen.’

Mijn gouden handjes. Weer laten wapperen. ‘Maar, maar, pruttelpruttel,’ Heks heeft geen zak zin om weer een praktijk voor paranormaal genezen te openen. Zo’n gedoe. Vooral de boekhouding. Mij niet gezien. Mijn belastingaangifte is al zo onoverzichtelijk.

Ook heb ik het geld helemaal niet nodig.

Voor een goed doel dan? Mensen behandelen op afstand, werkt vaak beter ook nog…. En hen dan een bedrag laten storten naar een doel naar keuze? Naar mijn keuze?

Ik realiseer me opeens, dat ik wel eens enorm op kan knappen, als ik weer midden in die grote stroom van liefdevolle energie ga staan.

De tekens aan de wand. Uitspringende lantarenpalen all over de place als ik langs rijd in mijn scootmobiel. Vooral hier in de straat. Voor mijn buitendeur is het wekenlang aardedonker. De lamp in het trappenhuis springt ook al kapot. Ik doe op de tast mijn voordeur open.

Net als vroeger. Lang, lang geleden. Voordat ik mijn energie ging kanaliseren.

Een nieuwe fase in de verbinding met mijn ziel. Met mijn nieuwe trouwring voor mijn innerlijk huwelijk. De heilige eed aan mezelf hernieuwd.

Mijn therapeut, die in tranen uitbarst tijdens een sessie. Die ik overigens aan haar heb moeten betalen…. Maar toch. Zelfs zij kwam met haar problemen bij mij.

Een paar weken geleden heb ik een nachtmerrie over mijn voormalige therapeut. Heel indringend. Haar gejammer en gehuil. Wat wilde die droom me vertellen?

Tekens aan de wand. Op mijn pad. In mijn dromen. Rond mijn hand.

Komende zaterdag bezoek ik zo’n goed doel. Ze doen fantastisch werk in Afrika en ik sponsor een kind bij hen. Schijtchristelijk, dat wel. Dus niet echt een club om mijn ‘toverkunstjes’ openlijk te vertonen. Maar geld doneren kan natuurlijk altijd.

Wat maakt het uit, waar de genezende energie in mijn handen vandaan komt? Waar ik mijn informatie vandaan haal? Hoe de bron wordt genoemd? Of de Godin soms ook een man is bij tijd en wijle? Een vruchtbaarheidsgod bijvoorbeeld? Met een goddelijke piemel?

Mij persoonlijk kan het niks schelen. Alleen maar leuk al die uitingen van het goddelijke. Vooral ook die vruchtbaarheidsgod……. ‘Onderzoek alle dingen en behoud het goede.’ De misogyne evangelist Paulus zei het al.

‘Gewoon weer je praktijkje openen, laat mensen maar betalen als ze met hun zootje bij je komen. Meer spirituele mensen zoals jijzelf om je heen en laat al die zuigers maar de tering krijgen. Nooit niks meer uitleggen. Jezelf nooit meer verdedigen. Of jij je informatie nu krijgt van God, Jezus, een elfje, een kabouter of een TROL! Het interesseert niemand ene reet. Als ze die informatie maar krijgen….. Gewoon mensen helpen, maar niet meer voor niks. Komt het allemaal goed met jou!’’

Verwarring schept lijden. Heks raakt de kluts kwijt. Dan hoor ik een oude vertrouwde stem in mijn oor. Met een vet Haags accent: ‘Je hoeft jezelf niet langer te verdedigen, Heks, je hoeft niet altijd alles uit te leggen. Daarmee geef je heel veel macht aan bepaalde medemensen. Je kunt echter niet in hun kop kijken. En je kunt hen ook niet veranderen. Geef die mensen gewoon gelijk. Dan ben je er van af….’

Heks doet een vastenkuurtje. ‘Lief lichaam,’ zeg ik tegen mijn lijf, ‘De komende dagen krijg je niks te eten, de knop gaat om….’ Het is lang geleden, dat ik dat tegen mijn fysieke verschijning gezegd heb. Geen idee of mijn incarnatie, mijn vleesgeworden zelf, nog zo gemakkelijk die knop om kan zetten. We gaan het zien.

Direct aan het begin van mijn kuur, ik ben net aan 3 uur bezig, gooit iemand een berg shit bij me naar binnen. He getsie, daar zit ik nu echt niet op te wachten.

Ik val in mijn oude groef. Ik begin mezelf te verdedigen, dingen uit te leggen. Ik raak behoorlijk in de war. Goddank lees ik bij toeval een oud blog van mezelf. Eigenlijk omdat ik in mijn statistieken ontdek, dat dat blogje momenteel heel veel gelezen wordt.

In je blote kont om een flatgebouw rennen en je doel verplaatsen. Jezelf niet meer verdedigen door een ander gewoon gelijk te geven….. Kortom: Schijt hebben aan wie wat dan ook maar over je zegt of denkt. ‘Heks, wat in iemands kop zit kun je niet veranderen! Maar je moet wel je helende handjes laten wapperen…..’ Consult bij paragnost Peter van der Hurk deel 1!.

Hierin sommeert Peter van de Hurk me om op te houden mezelf te verdedigen. Om niet altijd alles te willen uitleggen. ‘Je kunt niet in iemands hoofd kijken,’ beweert hij. En het is waar. Soms krijg je iets over je heen, dat echt niet van jou is. Verdedigen betekent verdunnen. Uitleggen betekent uitvloeien.

‘Ik geef in zo’n geval iemand gewoon gelijk,’ Peter plakt er nog een mooi voorbeeld aan vast.

Wat een toeval, dat ik dit blog onder ogen krijg. Precies op het goede moment. Want ik ben behoorlijk in de war van de aanvaring. En ook heel boos. Nergens voor nodig. Ik hoef mezelf niet te verdedigen. Ik hoef niks uit te leggen. Wil je iets negatiefs over me denken? Ga je gang. Wil je me van alles kwalijk nemen? Doen! Wil je me dingen verwijten? Mag! Wil je me veroordelen? Knock yourself out!

Het is waar, ik ben een waardeloze kutvriendin geworden. Ik voldoe niet langer aan bepaalde huizenhoge eisen. Ik ben veranderd. Ik wil niet langer eindeloos luisteren en mijn bek houden. Geïrriteerd gesommeerd worden ook om mijn kop te houden. Ik laat me niet meer monddood maken. Ik mag denken wat ik denk en voelen wat ik voel. Net als ieder ander.

Neemt niet weg, dat ik nog steeds luisteren hoog in mijn vaandel heb staan. Maar niet op commando. Niet als iemand met nagels over een schoolbord krast.

Heks is moe. Zo moe. Moe, moe, moe van het is nooit goed. Het mijn best doen. Het geven, geven, geven. Het me in duizend bochten wringen. De koek is op. Opperdepop.

Vandaag ben ik een beetje treurig. Ik kan geen ijzer met handen breken. Ik gooi de handdoek in de ring. Iemand heeft een bom onder onze vriendschap geplaatst. Meermalen. En het is me uiteindelijk niet gelukt om em niet te laten ontploffen.

‘Verwarring schept lijden,’ Thich Nhat Hanh heeft het altijd al gezegd. En het is waar. Heks is behoorlijk in de war geraakt van het gebeuren. En ze voelt zich dientengevolge al dagenlang erg rot.

Nu trekt de mist een beetje op. Ik zie het kaalgeslagen landschap, waar de bom is ontploft. De smeulende resten. Verkoolde herinneringen.

Gaat er iets nieuws groeien op deze grond? Wie zal het zeggen.

Ik vast en laat los. Ik ben zoveel mogelijk in de natuur. En de rest van de tijd lig ik uitgeteld op bed. Dat is alweer een tijd aan de gang. Mijn lijf worstelt met haar ziekte. Deze vastenkuur is de ultieme poging de vinger er weer achter te krijgen.

Maar genoeg gezeurd. Er is veel om dankbaar voor te zijn.

Ik doe online een leuke opleiding met een stelletje heerlijke heksen. Helaas kan ik maar mondjesmaat meedoen, wegens energiegebrek. Maar mondjesmaat smaakt ook heerlijk! Ik leer weer zoveel nieuwe dingen. Ik ben zo dankbaar, dat dit kan!

Gewoon vanuit mijn bed lekker toveren. Magie beoefenen op mijn balkonnetje. Sjamanisme bedrijven op de vierkante millimeter….. Seidr in mijn postzegelbestaan. Jeh!

Stoppen met jezelf te rechtvaardigen en verdedigen.

‘Honesty, integrity and loyalty,’ Cesar Millan kijkt doordringend in de lens, ‘Dat zijn de basisregels in de hondenwereld. ‘ Goh, ik lijk zelf wel een hond,’ mijmert Heks, ‘Ik haat liegen, ik heb een belachelijk lange adem en integriteit staat hoog in mijn vaandel.’ Niet dat het je helpt om in de mensenwereld je doelen te bereiken en jezelf te handhaven. Daar kun je beter een manipulatieve teringlijer zijn. Of een liegbeest en jokkebrok.

Heks heeft toch altijd maar veel moeite om de wereld te begrijpen. De misselijkmakende mensheid. Ik sta toch steeds weer te kijken van ons idiote en destructieve gedrag.

Mijn kop lijkt anders te werken, dan die van het overgrote deel van mijn medemensen. Als ik iets zeg meen ik het. Als ik iets beloof doe ik het. Waar veel mensen maar lopen te blaten wat een ander wil horen. Door hun tanden liegen of het gedrukt staat. En al helemaal niet doen wat ze beloven.

Belofte maakt eigen schuld, dikke bult.

Vanavond kom ik nijdig thuis van 1 van mijn koren. Het heeft een tijdje geduurd voordat ik zover was. Maar ja, ik ben kwaad. Spinnijdig op iemand, die jarenlang achter mijn kont aan heeft lopen paraderen. Redelijk kansloos overigens, maar ik ben evenzogoed altijd lief voor die persoon geweest. En aardig. Ook heb ik eindeloos geluisterd naar zijn verhalen. En hem mijn vriendelijke aandacht gegeven.

En nu word ik opeens volledig genegeerd, omdat meneer de Koekepeer verkering heeft gekregen. Hoera overigens. Ik ben blij voor dit ei. Dat er toch een potje voor dit dekselse eikeltje is opgedoken. Maar zo grof worden afgeserveerd heb ik niet verdiend. ‘We zijn vrienden, bladiebla,’ lopen beweren strookt niet met dit soort gedrag.

Wat een kwetsende kwezel. Me behandelen alsof ik lepra heb. Bah.

Heks zou zoiets zelf nooit doen. Daarvoor heb ik teveel respect voor mijn medemens. Ik kan er dan ook met mijn pet niet bij. Ik slaap er overigens geen nacht minder om.

Gedoe met mannen. Ik had hem gewoon keihard moeten afwijzen, recht in zijn gezicht. Maar ja, daar is dit zacht gekookte ei dan weer te aardig voor. En nu dan stank voor dank. Bizar.

Vorige week spreek ik met een leuke man af. We hebben elkaar ontmoet in de sauna. Ook die man liep enorm achter me aan te prossen. Om de haverklap kwam ik hem tegen. Begon hij weer een praatje.

Heks raakt uiteindelijk geïnteresseerd in de man, dus een paar dagen later ontmoeten we elkaar opnieuw in een horecagelegenheid. We drinken een glas wijn en praten over koetjes en kalfjes.

Na een uurtje zegt de man opeens ‘Jij bent zeker vrijgezel?’ Ja duh, natuurlijk. Waarom zou ik anders met je afspreken, malloot. Hij heeft echter een vriendin. ‘Gaat dit de stemming bederven?’ informeert hij langs zijn neus weg.

Intussen hebben we eten besteld. We praten nog wat verder, maar ik heb natuurlijk al lang besloten, dat het bij deze afspraak blijft. Liegen en bedriegen is niks voor Heks. Zijn vriendin is een zuster van me, ik voel me solidair met haar. En wat die man zijn huidige geliefde flikt, flikt hij natuurlijk elke partner. Vreemdgangers zijn aan mij niet besteed.

‘Kun je masseren?’ vraagt hij me opeens. Hijzelf kan het als de beste. Hij heeft een cursus tantra-massage gevolgd! Omzichtig probeert hij me te enthousiasmeren voor een lekkere massage. Voor mijn geestesoog zweeft mijn massagetafel. Op een steenworp afstand van het etablissement.

‘Ja,’ hikt Heks, ‘Dat lijkt me nu echt een heel goed idee, maar nee….’ ‘Je moet gewoon je grenzen bewaken,’ weerlegt mijn verleider mijn bezwaren. Heks moet hartelijk lachen ‘Ja, dat ken ik, dat grenzen bewaken. Ik heb wel eens een keurig getrouwde man op mijn tafel gehad voor een paranormale behandeling. We deden samen een opleiding en gingen wat oefenen.’

‘Toen ik me omdraaide om iets te pakken trok hij snel al zijn kleren uit. Nergens voor nodig. Die energie gaat gewoon door kleding heen. Lag hij daar met een paal van hier tot Tokio in zijn blote tokus……’

‘Daar masseer je dan toch gewoon omheen,’ reageert mijn gesprekspartner onverschrokken, ‘Het is gewoon een kwestie van grenzen stellen…..’ Zucht.

Heks betaalt de rekening en we stappen op. Het afscheid is wat ongemakkelijk. Het was gezellig. We hebben zeker een klik. Maar mijn verbijstering over het feit, dat hij de kluit belazert hangt al het zwaard van Damocles boven ons hoofd.

‘Hij heeft zich gewoon enorm in je vergist. Zowel qua leeftijd als qua hoe je in elkaar steekt. Hij doet dit ongetwijfeld vaker. Net als je hopeloze ex, Heks,’ pruttel ik de volgende dag tegen mezelf.

Heks is namelijk heel streng. Polyamorie? Geen enkel probleem mee, als ik er maar niet aan mee hoef te doen. Zolang je open en eerlijk opereert zal je me niet horen. Maar vreemdgaan, liegen en bedriegen vind ik vreselijk. Dat past totaal niet bij mij.

Helaas komen al die vreemdgangers hun ‘zonden’ altijd bij Heks opbiechten. Ik heb daar een vreselijke hekel aan. Weet ik weer van allemaal brave huisvaders en -moeders, dat ze hun geliefde belatafelen. Wil ik niet weten.

Zo word ik dus nogal eens verkeerd ingeschat, Bij mannen sta ik ofwel op een voetstuk en word op afstand aanbeden. Ofwel denkt iemand, doorgaans getrouwd, dat ik in ben voor het uitleven van zijn wilde geile fantasieën. Ook het fenomeen, dat mensen menen hun foute gruizige avonturen met me te moeten delen is een verkeerde inschatting.

Honesty, integrity and loyalty, daar gaat het om in de hondenwereld,’ zegt Dog Whisperer Cesar Millan in een televisieprogramma. Het klinkt me als muziek in de oren. Ach, Heks is gewoon net een hond.

Ja, ja, DNA. Bladiebladiebladiebla. Heks krijgt een goede relatie met haar espressoapparaat. Zolang ze hem gewoon zijn zin geeft staat hij paraat. Net een vent. Een haan. Kip en ei? Wie was er eerst? Zij of hij?

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Vanmorgen geef ik mijn espressomachine een lekkere beurt. Het is hard nodig. Hij flikkert al een paar dagen gevaarlijk met zijn lampje. Ik giet zijn waterreservoir eerst goed vol, dan verloopt het proces aanmerkelijk beter. Eindeloos staat mijn grote vriend vervolgens water te spuiten in een royale plasic bak.

Ja, mijn espressomachine en Heks…..

‘Ik heb het eindelijk ontdekt met mijn espressoapparaat,’ grijns ik even later tegen Steenvrouw. Ze is even gezellig aangewipt voor een kopje koffie. Een bakkie troost. Een koppie leut, slemp, pleur, slobber……

Ze kijkt me niet begrijpend aan. Wat ontdekt? En hoezo?

‘Ik moet hem behandelen als een lastige vent. Dus gewoon zijn zin geven. Voor de vorm. Tijdens zo’n schoonmaakbeurt wil hij bijvoorbeeld opeens, dat het water wordt bijgevuld. Terwijl het reservoir nog minstens halfvol is! In het verleden negeerde ik dat en bleef ik op de startknop drukken. Heeft helemaal geen zin!’

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Hij is wel eens een halve dag in een schoonmaakprogramma blijven hangen om die reden. Ik had de fabriek al gebeld. Ik wilde het apparaat zelfs terugsturen naar de winkel. Tot ik meneer de Koffiepeer gewoon zijn zin gaf. Het reservoir dus tot de nok toe bijvulde. Onmiddellijk begon het schoonmaakprogramma verder af te draaien…..’

Mijn vriendin ligt dubbel. Ja, lastige kerels. We weten er allebei alles van.

‘Heb je mijn app nog gelezen, over een tekening in de Volkskrant van Gumpa waar onze gemeenschappelijke vriend op heeft gereageerd?’

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks leest alsnog de app en vervolgens de reactie van onze gemeenschappelijke vriend en tot slot het artikel in de Volkskrant over de schrijver John Gray. De man werd ooit bekend met zijn boek ‘Mannen komen van Mars en vrouwen komen van Venus.’ Heks heeft het ook in de kast staan. Of ik heb het weggegooid. Dat kan ook. Ik was niet bijster onder de indruk.

Het is maar de vraag of al zijn beweringen hout snijden. Erg wetenschappelijk zijn ze in elk geval niet. Diverse onderzoeken worden in het artikel aangehaald, die zijn beweringen tegenspreken. En niet één onderzoek, dat zijn beweringen staaft. Maar vele mensen hebben blijkbaar baat gehad bij het uit zijn dikke duim gezogen wetenschappelijke boek van John Gray. Beweert John Gray.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Nu is er natuurlijk wel degelijk verschil tussen mannen en vrouwen. En wel in hun chromosomen. Van de 23 chromosomenparen is er eentje afwijkend. Vrouwen hebben in dat paar 2 X chromosomen en mannen hebben een X en een Y chromosoom. De Y als variant van het standaardchromosoom X.

Er zijn ook uiterlijke verschillen. Vrouwen hebben heerlijke rondborstige bonbonella’s en een zoete flamoes, mossel, poes tussen hun benen, tegenover de uitwendig gedragen kleine hersentjes van de man. Ofwel hun leuter, tampeloeris, snikkel, plassertje…….

Maar veel van de verschillen tussen mannen en vrouwen zijn sociologisch van aard wordt er in het artikel beweerd door hoogleraar neurowetenschappen Lise Eliot. Een vrouw. Toe maar. Nou ja, dat zal dan wel niet waar zijn, want vrouwen horen achter het aanrecht thuis en niet op de universiteit…..

Toch?

Heks is haar leven lang een halve vent geweest. Als kind speelde ik met mijn buurjongetje. Ik was een echte tomboy. In mijn latere leven heb ik me er op toegelegd mijn beide hersenhelften te ontwikkelen. Dat ging niet altijd van een leien dakje.

Op de middelbare school had ik bijvoorbeeld de grootst mogelijke moeite met exacte vakken. Pas 20 jaar later bleek uit een serie intelligentietesten, dat ik ook op wiskundige vermogens ver boven VWO niveau scoorde.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Het moet em dus in de manier hebben gezeten, waarop de leerstof werd aangeboden. Ik had bijvoorbeeld een docent wiskunde, die weigerde om het lesmateriaal uit te leggen aan meisjes. Die konden dat toch niet begrijpen, dus verspilde energie wat hem betreft…..

Ik mocht van hem ook niet deelnemen aan het vak computerkunde. ‘Je wilt alleen maar mee met de excursie naar het Evoluon,’ begon hij sputterend te pispotten, toen ik hem vroeg waarom ik werd uitgesloten van deelname.

Die man was overigens een hele lastige kerel. Veel lastiger dan mijn espressoapparaat. Halverwege het leerjaar belandde hij in de gevangenis vanwege een akkefietje. Zaten we helemaal zonder docent, hetgeen mijn rapportcijfer niet ten goede kwam.

Ja, verschillen tussen mannen en vrouwen. We vinden het zo leuk om erover te praten. Je kunt er zo lekker je psychologie van de koude grond op loslaten. We zijn opeens allemaal experts.

Maar de overeenkomsten zijn zoveel groter. We hebben 22 paar chromosomen gemeen. We hebben overigens oneindig veel genen gemeen met allerlei andere levensvormen. Zoals komkommers bijvoorbeeld.

Interbeing ten top.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Wij houden graag vast aan ons afgescheiden zelf. Aan de verschillen met alles buiten ons. Maar dat is wetenschappelijk al lang achterhaald.

Mannen zitten alleen een beetje anders in elkaar ten bate van de verspreiding van de genensoep. Ze zijn een variant op het vrouwelijke origineel. Een lastige variant vaak. De gebruiksaanwijzing laat nogal eens te wensen over. Net als bij mijn espressoapparaat.

Ach ja, mijn espressoapparaat. Sinds ik hem voor de vorm zijn zin geef is onze relatie zoveel gemakkelijker dan voorheen. Ik herinner me opeens, dat mijn voormoeders dat vaak deden bij hun lastige mannen. En dat veel van hun dochters dat dan ook weer doen bij hun mannen. Hen op het oog hun zin geven, maar ondertussen gewoon achter de schermen lekker aan de touwtjes trekken.

Stom dat ik dat zelf nooit gedaan heb. Mijn karakter werkt helaas wat dat betreft tegen me. Ik heb een hekel aan liegen en een broertje dood aan manipulatie.

Interessant vind ik in dit kader het DNA van mitochondriën. Die kleine energiecentrales in alle cellen van ons lichaam. Dat DNA overerven zowel mannen als vrouwen louter via moeder. Genetisch in een rechte lijn naar onze Grote Goddelijke Oermoeder. Geinig toch?

Wie was er eerst, de kip of het ei? In elk geval niet de haan of het zaadje…….

©Toverheks.com
©Toverheks.com