
Heks slaapt en slaapt, Doornroosje is er niks bij. Om de haverklap val ik om, om vervolgens uren in coma te liggen. Doodmoe word ik uiteindelijk wakker. Mijn vermoeidheid is een bodemloze put.
Ik droom, maar ik onthoud bijna niks. Sinds ik LDN slik zijn mijn dromen buiten mijn bereik. Bereed ik vroeger nachtmerrie na nachtmerrie, nu is mijn slaap saai en taai.
Maar vannacht droom ik van bloemen, een zee van prachtige bloemen. Ik word wakker met armenvol bloesems.

Na een lange nacht is het weer dag. Hemelvaartsdag. Het is nog steeds zo koud, dat ik met handschoenen aan de honden ga uitlaten. Maar op mijn balkon, uit de wind in de zon, is het goed toeven.
Ik ga een uitgesteld klusje doen. Iets met slangen. Ik zie overal slangen momenteel. Dit symbool van transformatie begeleidt me op mijn pad. Mooi is dat!

Ik balanceer op een ladder teneinde mijn tuinslang door het raam van mijn badkamer te wurmen. Afgelopen winter heb ik het ding verwijderd, om het raampje dicht te kunnen doen. Ik ben echter flauw van het gesjouw met gieters. De zomer komt er aan, nou ja, dat hoop ik. Dus er moet weer water stromen uit die slang.
Dan ga ik mijn spulletjes ophalen bij mijn gewezen vriendin. Ik rijd er heen en laad mijn vouwfiets in. En mijn oude fietskar. En wat schedeltjes, ooit van me geleend. Straalvergeten. En mijn reservesleutelbos.
Ik heb al 2 dagen stampende hoofdpijn. Een smerig virusje denk ik. Ook mijn stem is weg. Schor als een kraai, maar het geeft niks. Ik zie toch niemand momenteel.

Het zachtgekookte ei is hard geworden. Het zachtgekookte ei trekt een grens. ‘Jouw harde woorden,’ krijg ik terug, nadat ik die grens kenbaar heb gemaakt. Mensen houden er niet van als ik mijn grens aangeef. Dat is me al eerder op veel kritiek komen te staan.
‘Als jij aangeeft, dat je iets niet wilt trekt geen mens zich er iets van aan,’ zei een narcistische ex van me altijd. Hijzelf was het levende voorbeeld van dit gedrag. En hij had gelijk. Jarenlang kon iedereen alles maken bij me. Ik bleef eindeloos in de geefstand staan. In de vergeefstand. En in de aanpassingsstand. Niet zo goed voor mijn gemoedstoestand.

Maar die tijd is voorbij voor dit hardgekookte ei. Geen blij ei, want het is ontluisterend hoe ik hierop word afgerekend. Hoe woede mijn deel is, als ik niet langer alles pik. Hoe is word uitgemaakt voor keiharde egoïst, zodra ik een grens stel.
Ik moet er maar mee leven.
Onlangs neem ik mezelf waar als pure energie. Ik zie mijn energiepatroon. Mijn interactie met al die andere energiemanifestaties in de wereld. De lastige aspecten van mijn energievorm. Die hang naar eerlijkheid. Die hang naar autonomie. Ik zie, ik zie. Het bevalt me wel en niet.
Ik zal het ermee moeten doen. Er is niks mis met eerlijk zijn. Genadeloos. Wat anderen doen moeten ze zelf weten. Er is niks mis met autonomie. Ik heb een hekel aan verstrengelingen. Aan gerommel met energiedraden. Aan mensen, die in mijn kop inbreken. Of haken slaan in mijn middenrif.

Maar net als elk mens heb ik behoefte aan verbinding. De manier waarop ik dit deed werkt echter niet meer voor me. Ik ben aan het veranderen. Het proces is al jaren aan de gang.
Het heeft ook goede kanten. Ik zit niet langer urenlang als een konijn in de koplampen naar verhalen te luisteren, die me niet aanstaan. Of die ik al vijfduizend keer gehoord heb. Ik verdun niet langer. Ik drink niet langer een halve fles wijn leeg om het geklets te kunnen verdragen.
Ik laat me niet langer de mond snoeren. Ik accepteer niet meer, dat mensen hun agressie op me botvieren.
Dit alles is gezien mijn achtergrond een waar wonder. Niet langer slaafje en boksbal. Niet langer zacht gekookt ei.
Maar mijn zachtheid mag blijven. Grenzen stellen is niet hetzelfde als een keihard persoon zijn. Het komt alleen hard over bij degene, die die grens niet accepteert. En respecteert. Zo gaat dat met grenzen.

Respect en liefde is hetzelfde laken een pak.
Pijn doen of pijn lijden. Soms moet je iemand pijn doen, omdat je anders zelf pijn lijdt. Nee zeggen kan heel confronterend zijn. Maar het mag. Het is een grondrecht van ieder mens. De meeste mensen leren dat zo rond hun tweede levensjaar. ‘Terrible two,’ de leeftijd waarop een kleuter op alles nee zegt.
Ik leer het nu. Eindelijk. Goddank.
