
Gelukkig Nieuwjaar van Heks en haar beestenbende!
‘Energiebedrijven hebben nog nooit zoveel winst gemaakt als het afgelopen jaar,’ tettert het journaal een paar dagen voor kerst. Huh? Heks kijk verbijsterd naar het scherm. Een grote uitleg volgt. En ja, het is echt waar. De energiebedrijven doen goede zaken. Terwijl veel mensen in de kou zitten en hun rekeningen niet meer kunnen betalen.
Rare wereld.
In de krant een heel artikel over de excuses voor het slavernijverleden en Rutte. Ik kan niet door het artikel heen komen. Alles wat Rutte beweert klinkt onoprecht. Als de man zijn mond opent komt er doorgaans een leugen uit. Excuses en Rutte…. Hij zal er op 1 of andere manier wel voordeel uit halen. Er is veel te doen rondom die veel te late excuses. Die druppel op een gloeiende plaat-praat..
Raar land.
Tijdens het kerstdineetje bij Steenvrouw vertellen haar dochters me, dat alle kleding die je terugstuurt naar Zalando, wordt weggegooid. ‘Weggegooit?’ roept Heks verbijsterd. Daar kun je toch veel zinvoller dingen mee doen?’ Nu ik het opschrijf kan ik het nog niet geloven. Maar het is echt waar. Raar maar waar.
Gestoorde mensheid.
Tijdens de kerstdienst wordt de goedgemeente getrakteerd op een kerstspel. Een heerlijk bijdehand meisje speelt een Romeinse ambtenaar, die de volkstelling afneemt in het toenmalige Israël. ‘U telt niet mee,’ roept ze parmantig tegen deze of gene, die niet aan de norm voldoet. We liggen flauw van de lach.
Maar niet meetellen is natuurlijk niet echt grappig…..
Jozef wordt gespeeld door een piepklein kind. En Maria is een ware reus. Zo geinig…. Ze trekken een plastic ezel achter zich aan, piepend en krakend richting kerststal. Daar ligt een heuse baby in! Een eigenwijze komt op de proppen.
Ook worden we vergast op het evangelie van Matteüs in straattaal, ofwel de torrie van Mattie. Het klinkt zo grappig. Met veel shit er in. Het is een luchtige kerkdienst. Licht in deze pittige tijden. De kerk zit stampvol. Iedereen is blij, dat we er weer massaal heen kunnen.
Luister hier naar de Torrie van Mattie. En hier.
Naast me zit Jip met zijn achterkleinkind op schoot. Een olijk mannetje. We zingen in excelsis Deo. ‘In het veld zit Theo,’ galmt Heks. Traditiegetrouw. Ik heb een neefje, dat het zo zong in zijn jonge jaren. Jips achterkleinkind moet er om lachen. Alhoewel hij, denk ik, te klein is om het echt te begrijpen. Toch krijg ik bij elk Theo-refrein een brede grijns van hem…..
Na de dienst drink ik koffie met mijn vriend Jip. Vaste prik. Jammer dat Janneke er niet meer bij is. Met haar heerlijke gepeperde commentaar op de preek.
De Heilige Nachten. De periode tussen kerst en Oud en Nieuw. Jarenlang vierde Heks het op zijn Surinaams. In de traditie van de Marrons. Voor de kerst moest mijn huis brandschoon worden gepoetst. Allerlei spirituele baden en kruidensmeersels volgden. Ik spuugde Fula op mijn balkon richting de zon. Ik smeerde mijn piano in met een speciale olie om te mediteren.
Atlas wisselt in die periode van been. De hele wereld wankelt. Dus je wordt geacht je gemak te houden en veel te mediteren. En gezellig te eten met dierbaren.
Helaas is de man, die de baden maakte, opgepakt. Hij zit een gevangenisstraf uit. Heks heeft gebroken met die traditie. Maar de Heilige Nachten zijn nog steeds heilig voor mij. Ik blijf lekker in mijn heksenhuisje. Vol bloemen en geurende kaarsen. Ik keer naar binnen. En laat los.
Er valt veel los te laten dit jaar. Achter te laten in het oude jaar. Niet meesjouwen, die rugzak. De dag van morgen heeft haar eigen zorgen zegt de Prediker. De man had gelijk. Luister daar maar naar, Heilige Nacht-Heks.
Vandaag zit ik er dan eindelijk helemaal doorheen. Als ik opsta slaat een schimmellucht me in het gezicht. Dit fenomeen is al een paar dage aan de gang. Ik kan de lucht niet helemaal plaatsen. Maar voor de zekerheid onderneem ik actie.
Ik klim op een trapje in mijn badkamer en spuit een schimmeldodend middel op het plafond. Net als gisteren. Maar de lucht blijft. Ik haat die schimmellucht.
Ik heb decennia lang schimmels in mijn eigen lichaam bestreden, daardoor ben ik extreem gevoelig geworden voor de lucht van deze alom aanwezige levensvorm. Eerst maar eens koffie met pijnstillers. Een goeie oppepper heb ik nodig.
Een uur later rijd ik een rondje met mijn hondjes. Uit mijn ooghoek loer ik of ik een zwarte schaduw ontwaar. Ergens tussen de struiken. Of in een zijstraatje. Ik zoek mijn panter. Die teringlijer is al een dikke week pleiten. Ik rijd de hele Singel rond. Nergens een spoor van mijn zwarte ridder. Die malloot kan overal wel zitten. Tranen beginnen achter mijn oogbollen te prikken.
Dan ga ik naar de fysiotherapeut. De man stort zich op de verdikte ontstoken spier in mijn onderrug. Een gevolg van de mishandeling een jaar geleden. ‘Zo, daar zit een ellendig harde kern in, zeg,’ verbaast de man zich. Hij valt in voor mijn eigen fysiotherapeut. Het is voor het eerst, dat hij de chaos in mijn rug onder ogen krijgt.
Ik vertel hem, hoe die rug zo geworden is. ‘Die man is toch wel vervolgd?’ vraagt hij geschokt. Nee. De getuigen logen tussen hun tanden dat er niets gebeurd was en de dader wil nu geld van me lenen. De dader en de getuigen zijn kwaad op Heks, dat ze daar geen toestemming voor wil geven. ‘We gaan haar daarvoor vervolgen,’ schrijven de getuigen een paar weken geleden in een brief aan de advocaat. Zo staan de zaken.
Tja. Wat moet ik er van zeggen? We leven in een gekke wereld? Of: Er leven echt gekken in de wereld? Kies zelf maar.
Heks ruimt vervolgens haar huis op. De thuiszorg kon gisteren natuurlijk niet komen. Ik sta er dus alleen voor. Ik gooi kattenbakken leeg en breng het vuilnis weg.
Oh, wat ben ik moe. En waar is mijn kat. Heks is in tranen. Ik gooi zijn kattenbak leeg. Nog meer tranen. Potjandrie. ‘Freya, Kattenvrouwe. Help!!!’ schiet ik een gebedje af. Regelrecht naar Vanaheim. Ferguut is oud en hij mist een paar voortanden dankzij die ellendige Bengaal van de buren. Het wordt weer kouder. Hij moet thuis komen!
‘Wat ellendig, dat u uw kat kwijt bent,’ schrijft de katten-zoek-site me, nadat ze mijn aanmelding hebben doorgezet. En weer prikt pure wanhoop achter mijn ogen.
De kerstdagen waren zo heerlijk. Het dineetje met Steenvrouw en de kids: Zo gezellig. De kalkoen: Fantastisch gelukt. Gisteravond met Kras in Huize Heks restjes kalkoen eten: Fantastisch!
Kras geeft me bij binnenkomst een verwendoos. ‘Ik ben helemaal geïnspireerd geraakt door jouw verhaal over de beautyboxen. Dus ik dacht: Ik maak een mooie doos voor jou!
Heks zit ademloos naar de box te kijken. Het hele universum staat er op en het hele universum zit er in….. Allemaal heerlijke heksige objecten bevolken dit universum. Mooie kristallen, honingcalciet en malachiet, en een handig koperen schaaltje om kruiden in te mengen bijvoorbeeld.
Een flesje goudwater. Een prinsessenpen en dingetjes voor in de kerstboom. Een mini Wajangpop tegen de boze geesten. Piepkleine stempeltjes en een piepklein stempelkussen….. Wierook en een wierookhouder. En ga zo maar door.
En ook tijdens de ronde met mijn trouwe viervoeters, toen ik me zo wanhopig en rot voelde, kreeg ik een cadeautje. Ik ontdekte een kabouterhuisje in het plantsoen. Aan de voet van een enorme boomreus met trollebollen ontwaar ik de ingang van dit huisje. Een klein fietsenrek zonder fietsjes. Een kaboutertje is dus niet thuis vandaag. De ander zit op zijn terrasje.
Een boom verder ontdek ik nog een huisje. Een soort vogelhuisje. Maar dan tussen de boomwortels.
‘Paula was hier….’ staat er naast het kabouterhuisje geschreven. Wie is Paula? Zijn er nog meer huisjes te ontdekken hier of daar? Mysterie, mysterie…..
Paula is ongetwijfeld een heksje. Ze tovert vandaag zomaar een glimlach op mijn gezicht.
Eind van de middag: Heks ligt in bed. Met haar telefoon. Ze moet afspraken maken en dingen regelen. Life goes on.
Ik zit met iemand aan de telefoon om een probleem op te lossen met het verzilveren van een voucher. De man is uitermate behulpzaam en het probleem verdwijnt als sneeuw voor de zon. Net als we in de afrondende fase van het gesprek zijn beland, hoor ik een enorm gekrijs onder mijn slaapkamerraam. Razendsnel breek ik het gesprek af.
‘Dank u wel, u heeft me geweldig geholpen,’ roep ik in de hoorn. Om direct het contact te verbreken, nog voordat mijn gesprekspartner de kans krijgt iets terug te zeggen.
Weer gekrijs, bekend gekrijs. Maar dan in het kwadraat. Heks vliegt haar bed uit. Hangt binnen 2 seconden met haar haakneus uit het keukenraam. ‘Ferguut,’ krijs ik terug. En ja hoor: ‘Krijsmiauwend komt mijn zwarte monster uit de inham bij het portiek tevoorschijn.
‘Doe de deur open, vrouw, ik ben weer thuis en ik wil naar binnen. En wel nu. Schiet een beetje op, zeg. Honger, honger, Miauwwwww!’
Zingend vlieg ik de trap af. Race de berging door, knal de deur open….. Sluit mijn monster in de armen. Knuffel hem helemaal plat. Hij beantwoordt mijn groet met een geweldig snorpartij. Verrukt duwt hij zijn grote zwarte katerkop tegen mijn gezicht. Heks zoent hem waar ze hem raken kan….
‘Jeetje schat, wat stink je naar schimmel. Je hebt vastgezeten, dat staat als een paal boven water. In een vochtig schuurtje of keldertje.’ Opeens realiseer ik me, dat ik al dagenlang schimmel ruik…..
Mijn schat schrokt een grote bak met zijn lievelingsvoer naar binnen. Hij slobbert het bijgevoegde water gretig op. Dan kruipt hij bij me in bed. En daar lig hij nu al 2 uur aan 1 stuk door te snorren. Zachtjes en tevreden. Af en toe even een keiharde Miauw. Zo van: Ik ben er weer, hoor.
Heks is blij, blij, blij. Dank lieve vrouwe Freya. En mijn kattenvriendinnetje aan gene zijde, Anneke Tanneke Toverheks, die me steeds in mijn oren fluisterde, dat hij terug zou komen. Die vanmorgennog tegen me zei, dat het niet meer lang zou duren. Dank, dank, dank…….
Op kerstavond maak ik dan eindelijk mijn kerstkeukentafel in orde. Ik smijt een heleboel stenen en kristallen in een paar kratten en parkeer deze in mijn werkkamer. Alleen de bergkristallen mogen blijven. En een grote seleniet. Daar stop ik een nieuw lampje in. Mooi zacht licht verstrooit zich over de enorme bende, die intussen is ontstaan.
Heks is een chaosmens. Ze houdt van chaos, het wakkert haar creativiteit aan. Orde moet er ontstaan. Orde in de chaos…..
Stapsgewijs beweeg ik een stofdoek over de tafel. Vervolgens een doek met een houtverzorgend middel. Ik verplaats spullen van links naar rechts. Van voor naar achter. Ik bouw een toren van glazen tableaus in het midden van de grote kerstkrans.
Dan pak ik de bossen met groen en het pakket bloemen er bij. Ik meng een lekker groot boeket me amaryllis, witte ranonkels en rode rozen. En veel eucalyptus. En wat kerstgroen natuurlijk.
Aan de achterkant tegen de spiegel komen een paar ellenlange vazen. Ook met bovengenoemde bloemen en groen.
Er komt schot in de zaak.
Dan zijn de dozen met troepjes aan de beurt. Ik maak een hoek met een poollandschap. Bevroren huisjes, ijsberen, een sneeuwuil en een trollenfamilie bevolken dat hoekje van de tafel. Ik moet eerst alles goed wassen, want de muis, die tegenwoordig in mijn berging woont, heeft door de doos lopen struinen.
Op zoek naar iets eetbaars? Nu alle voorraad achter slot en grendel zit? Nu er werkelijk niets muiswaardigs aan voedsel meer te vinden is? Nu de hele berging vergeven is van een verschrikkelijke lavendellucht? Waar muizen de pest aan hebben….?
Ik wrijf de trollen in met een desinfecterend middel. Verbijsterd kijken ze me aan, vanonder hun enorme mutsen. Wat krijgen we nu?’ hoor ik hen pruttelen, ‘Wat stinkt dat spul…..’ Snel wrijf ik er een lekker sinaasappelachtig luchtje achteraan. Ik zie de opluchting op hun smoeltjes verschijnen. ‘Dat is heel wat beter…’
Dan trek ik snel mijn jas aan en scheur in mijn scootmobiel naar de kerstnachtdienst. Ik ben lekker op tijd. Ze zijn nog bezig met het voorprogramma.
De kerk is afgeladen vol. Studenten met spuuglelijke kersttruien aan zitten in de rijen voor Heks. Het is helemaal niet koud in de kerk, gelukkig. We zingen mooie kerstliederen. We worden gesticht met een preek. We gaan ter communie. Knabbelen op het lichaam van het kerstkind. Drinken zijn bloed. Het uurtje vliegt voorbij.
Buitengekomen zie ik dat mijn scootmobiel helemaal is volgeplakt met boze briefjes. ‘U moet voortaan maar in de kerk parkeren’, staat er bijvoorbeeld. En op een ander briefje in nijdige hanenpoten:’Dat is nog dichterbij….’ Het derde briefje is ronduit onbeschoft, maar ik kan me de tekst niet meer herinneren. Ik heb het verdrongen. Weg met die gekkigheid.
Even ben ik van de kaart. Ik sta hier niemand in de weg. Het is kerstnacht en er is geen sterveling op straat, die hier last van zou kunnen hebben. Ook kunnen omwonenden met geen mogelijkheid een probleem hebben met mijn vervoermiddel. Hij belemmert niet het zicht op de verlaten straat. Dus: ‘What the fuck?’
Ik prop de briefjes in de eerste beste prullenbak en snor naar huis. ‘Morgen zet ik mijn apparaat daar weer neer,’ neem ik me heilig voor. Een dag later zie ik daar toch vanaf. Vrede op aarde? Begin bij jezelf? Laat ik nu eens dag proberen dat vol te houden……
Thuisgekomen plaats ik een leger engelen op de keukentafel. Kleine witte bengeltjes landen in het sneeuwlandschap. De rest vlijt zich tussen de chocolaatjes en bonbons op de glazen toren met kristallen en kaarsjes. Een paar engeltjes zijn in slaap gevallen. Die laat ik lekker tukken tussen de hertjes bij de vaas met bloemen.
Dan ga ik maar eens eten. Dat is er een beetje bij ingeschoten. Het is intussen al na middernacht. Mijn maag rammelt.
Heks ligt laat in bed. Tevreden, want het meeste is goed gekomen aan het eind van deze rommelige week. De verwarming is gemaakt. De nieuwe zorgverzekeringsconstructie staat als een huis. Mijn hulp werd ziek, maar ik kreeg zowaar vervanging. En ik heb een project om iets te doen voor mijn naaste succesvol afgerond.
Ook hebben Steenvrouw en Heks een stevige kalkoen in elkaar geknutseld. Die gaan we op eerste kerstdag soldaat maken met haar kids. Supergezellig!
Kerst kan beginnen! Heks is er helemaal klaar voor!
Alleen de Panter is nog steeds zoek. Die malloot is er weer vandoor. Tijdens de kerstnachtdienst kunnen we aan het eind van de voorbeden in stilte onze eigen sores aan het goddelijke voorleggen.
‘Freya, Vrouwe van de Katachtigen, gij begrijpt mijn kattenliefde als geen ander, help me om de dolende ridder te vinden. Stuur hem naar huis. Bevrijd hem uit schuurtje of berging. Laat hem naar de opplervlakte komen. In het zicht. Laat iemand zijn chip scannen…..Bewerkstellig een wonder……’
Ach, kerst is toch van oudsher echt een heidens feest. De kerk staat dientengevolge vol kerstbomen en kerststukken. Het licht terug de wereld in, de equinox, wordt gevierd. Een beetje bidden tot de oude goden is dan ook wel op zijn plaats, vindt Heks.
Donderdagmiddag ga ik aan de slag. Ik wil een aantal beautyboxen maken voor dames in een ‘Blijf Van mijn Lijf Huis‘. Een ‘Laat Me In Godsnaam Met Rust Huis‘. Een ‘Houd je TeringTengels Thuis Huis‘. Toevluchtsoord voor dames, die ‘Me Too’ ver voorbij zijn. Vrouwen, die hun leven niet zeker zijn. Fijn dat die huizen er zijn. Vreselijk dat ze zo nodig zijn.
Een vriendinnetje van Heks heeft een vriend, die zijn handen niet thuis kan houden. Het is een boom van een kerel met ijzeren vuisten. Mijn vriendinnetje is ook niet voor de poes. Zij kan best een goeie poeier uitdelen. Indien nodig. Als ze wordt lastig gevallen op straat bijvoorbeeld. Door een vervelende wildvreemde.
In de liefde is zij een schat. Ze heeft alles gedaan voor die rat. Met stank voor dank. Ziekelijke jaloezie vermeng met het gebruik van sterke drank en hard drugs hebben hem compleet over de kling gejaagd. Zijn misdragingen hebben hem in de bak doen belanden. Daar zoekt ze hem trouw op. Ze houdt van die onmogelijke man. Hij kan ook heel lief zijn. Meestal is hij dat.
Een vroegere hulp van Heks heeft jaren in een Blijf Van Mijn Lijf Huis doorgebracht. Nu woont ze weer op zichzelf. Haar ex is een doorgewinterde psychopaat. Ze zijn al meer dan 7 jaar uit elkaar. De man heeft intussen al jaren een andere vrouw. Maar zijn ex-vrouw is nog steeds van hem. Hij valt haar voortdurend en systematisch lastig. Zozeer zelfs, dat er weer voor de zoveelste keer een contactverbod is ingesteld.
‘Ik kwam in dat huis en had helemaal niks meer. Ik had niet eens kleren of ondergoed,’ vertelt ze me een tijd geleden. Zo is het balletje in mijn hoofd gaan rollen. Deze vergeten dames, waar zelden iemand naar omkijkt. Gevangen in een leven met hun eigen persoonlijke beul. Iemand, waar ze ooit veel van gehouden hebben. Waar ze misschien nog wel van houden.
Ook dat nog…..
Liefde kan heel hardnekkig zijn. Vooral die voor een foute man. Ga het maar eens aan jezelf toegeven, dat je er helemaal naast hebt gezeten, toen je zo nodig met hem moest trouwen. Ondanks alle waarschuwingen van je omgeving.
En ook: Narcisten en psychopaten kunnen praten als Brugman. Ze beloven je koeien met gouden horens, maar maken je vervolgens hoorndol. Je raakt geverfd door hun agressieve verschrikkelijke warwol. Murw.
Maar echt wennen doet het nooit. De rake klappen. Het oeverloze geweld. De geestelijke mishandeling. Het gaslighten.
Heks is natuurlijk zelf vorig jaar weer eens flink onder handen genomen door zo’n figuur. Toen de politie arriveerde stak hij parmantig zijn gespierde borstkas vooruit. ‘Ik doe GEEN aangifte,’ klonk het vervolgens olijk uit zijn mond. De wereld op zijn kop. Narcisten draaien nu eenmaal alles om.
Heks was echter stomverbaasd! Die had ik niet zien aankomen!
Mijn ‘Maar ik wil wel aangifte doen,’ vond geen gehoor bij de mannen in het blauw. De malloot had hen volledig ingepakt met zijn snode praatjes. Wat ook niet hielp is dat de twee getuigen, twee dames ook nog, bij hoog en bij laag volhielden, dat er niks gebeurd was.
Heks was echter bont en blauw. Een keiharde trap in haar scoliotische rug heeft haar chronische schade opgeleverd. Zelfs een stapel doktersrapporten over de kwetsuren en vele foto’s van de blauwe plekken mochten niet baten. De machtswellusteling werd niet vervolgd. Waanzin.
Als kind ben ik met enige regelmaat flink mishandeld. De relatie met mijn opvoeders was een hele uitdaging. Uiteindelijk ging ik met een stevige hersenschudding het huis uit. Een kers op de taart van mijn opvoeding. Narcisten worden altijd pislink, als ze hun controle dreigen kwijt te raken. Het feit, dat ik op kamers zou gaan wonen deed het huiselijk geweld enorm escaleren.
‘Zeg maar tegen de dokter, dat je van de trap bent gevallen,’ was het advies dat ik kreeg na dat incident. Niets was minder waar. Er was een hardhouten deur uit een metalen sponning geramd door de dader. Die stormde met geheven vuist naar binnen. Vervolgens werd Heks pardoes bewusteloos geslagen door die grote ijzeren vuist.
Het is lang geleden, maar ik herinner het me nog levendig. Een herhaalfilm in mijn hoofd.
Toen ik weer bij kwam stond de dader geschrokken mijn naam te roepen. Daarna werd er nooit meer over gesproken. Ik werd geacht een tijd van de radar te verdwijnen. Want ik zat natuurlijk fout. Waarmee? Geen idee, het was ongetwijfeld iets onbenulligs.
Alsof dat overigens iets uitmaakt. Niets legitimeert geweld tegen vrouwen. Of mannen. Of kinderen…..
Ik hield overigens veel van de betrokkenen. Ook zij konden lief zijn. Ik weet dus heel goed van de hoed en de rand.
Jarenlang heb ik me bekwaamd in allerlei vechtsporten. Aan mijn lijf geen polonaise meer. Tegenwoordig heb ik daar weinig meer aan. Ik ben veranderd in een slap watje. Ik heb nog wel een grote bek. Indien nodig. Vijfendertig jaar ME en Fibromyalgie hebben de zaak geen goed gedaan. Het was dus echt een heldendaad van die kwezel vorig jaar met zijn losse handjes. Hij verdient een lintje.
Maar goed. Ik ga dus beautyboxen in elkaar flansen voor mijn zusters. Vrouwen, die het honderd keer slechter getroffen hebben dan Heks. Ik wil hen iets leuks geven voor de kerst. Een beetje verwennen, midden in alle ellende.
‘Hoeveel dames zitten er bij jullie in de opvang?’ informeer ik eerder deze week. Ik had gerekend op een stuk of 8. Hoe ik op dat aantal ben gekomen is me nog steeds een raadsel. ‘Momenteel verblijven hier 20 vrouwen,’ klinkt het opgewekt aan de andere kant van de lijn. Goeie hemeltje. Nu moet ik echt aan de bak!
Gelukkig heb ik een enorme berg dozen bewaard. Heks, zelf een enorme doos, houdt gewoonweg van dozen. Ik vind het leuk om ze te beplakken met mooie plaatjes. Ik maak er bijvoorbeeld ‘magische wensdozen’ van. Of verwendozen En nu dus beautyboxen.
Ik heb al heel wat spulletjes bij elkaar gesprokkeld om er in te stoppen. Leuke make up paletten. Een zelfbruin-middel met speciale handschoen om het goedje op je lijf aan te brengen. Haarmaskers en nagellakjes. Lekkere maskertjes voor op je lekkere bekkie. Of je pronte decolleté. Zelfs eentje voor op je billen…….
Ik heb hoofdhuidmassageborstels in de aanbieding. Make up kwasten. Shampoos en crèmetjes. Mascara’s en lippenstiften. Een hele doos vol.
De eerste doos vullen gaat traag. Ik moet er echt inkomen. Maar na een stuk of tien boxen loopt het proces op rolletjes. Eerst plak ik allemaal mooie plaatjes op de doos. Vervolgens prop ik em vol met spulletjes. Daarna gaat er een engelenkristal in. En een handje antidepressiva: zwarte chocolade met gember. En tot slot een kaartje met kerstwens.
Om 1 uur ’s nachts heb ik 15 dozen af. Ik rammel intussen van de honger. Eten is er bij ingeschoten. Het is ook lastig om iets op te warmen met al die dozen vol spullen in de keuken. Snel gooi ik iets in de magnetron. Even lekker bikken en dan direct weer door!
Om vier uur ’s nachts ben ik dan eindelijk klaar. Ik heb werkelijk overal spierpijn. Toch moet ik nog een rondje lopen met de hondjes. Wat moet, dat moet.
Trots zit ik even later naar de stapel kleurige pakketjes te kijken. Wat zijn ze leuk geworden. En zo divers! Geen idee of de dames er blij mee zullen zijn. Uiteindelijk zitten ze daar niet voor hun lol. Misschien staat hun kop helemaal niet naar dit soort goedbedoelde onzin.
‘Ik heb er in elk geval veel plezier in om die dozen te maken,’ murmelt Heks slaperig, ‘Elke doos is speciaal voor iemand bedoeld. Ik weet niet wie. Maar zo voelt het.’
Vrijdagmiddag lever ik drie kratten vol kleurige boxen af. De dames van de receptie zijn verrukt bij de aanblik van al dat moois.
‘Ik heb ook nog wat zakken met kleding in mijn auto liggen. Bestemd voor een chic winkeltje in Oegstgeest, om te verkopen. Misschien is dat ook iets voor jullie?’ zeg ik tegen de dame, die me helpt om alles naar binnen te dragen.
‘Als het maar goed en schoon is, soms komen mensen echt met vreselijke ja… uh,’ begint ze. ‘Vreselijke rotzooi,’ vult Heks aan, ‘Dit zijn allemaal goede merken. Maar ik weet natuurlijk niet of er iets bij zit voor de dames hier. Wat over is mag in de kledingcontainer….’
Op weg naar huis stop ik ergens voor een wandeling met de hondjes. Twijfel bekruipt me. Zullen de dames er blij mee zijn? Of wekt het louter ergernis en woede? Denken ze ‘Weer zo’n mens, die goed wil doen om er zelf een goed gevoel aan over te houden….’ bijvoorbeeld.
‘Mogen we je mailadres? Dan kunnen de vrouwen je een bedankje sturen!’ werd me gevraagd. Even twijfel ik. Wil ik dat wel? Ze hoeven me echt niet te bedanken. Maar je moet iemand toch wel de kans geven, als ze dat wil? Dus schrijf ik het op.
Heks is meer van ‘laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet’. Maar vandaag dus even niet, want ik schrijf er hier over. Voor anderhalve man en een paardenkop overigens. Maar toch.
Ik schrijf vooral om mijn mooie dooscreaties te kunnen laten zien. In het echt veel mooier dan op de foto’s. Ze komen niet helemaal goed uit de verf, helaas.
Het was heerlijk om weer eens een avondje te knutselen. Grasduinen in mijn voorraad stickers en plaatjes. Lekker te knippen en te plakken. Omgeven door rommel te fröbelen en frommelen. ‘Als er 1 iemand een goed gevoel van krijgt is mijn missie geslaagd,’ zegt mijn rechterhand tegen mijn linkerhand. Als deze vraagt, wat ‘ie toch in godsnaam aan het doen is tot diep in de nacht……
Frustratie. Irritatie. Eindeloos in de wacht bij diverse instanties. Niet terug gebeld worden. Verkeerde mensen op je dak…..
Heks heeft er last van. Het is een helse week.
Afgelopen week loopt mijn verwarming leeg in de badkamer. Eerst langzaam, maar allengs sneller. De verwarming doet het nog wel, maar ik douche al dagen koud. Brr.
Ik huur een woning bij Portaal. Een verschrikkelijke huisbaas. Deze woningcorporatie maakt zich overal met een Jantje van Leiden vanaf. Het huurt steevast Beun de Haas-bedrijven in voor reparaties en onderhoud.
Weken geleden dien ik al een reparatieverzoek in voor een defecte knop aan de verwarming in de badkamer. Het Beunbedrijf is druk druk druk, dus er kan pas een afspraak in het volgende jaar gemaakt worden.
Dan begeeft de knop het helemaal. Druppelsgewijs begint de verwarming leeg te lopen. Het apparaat krijgt er lol in. Het loopt harder leeg. Op een gegeven moment sta ik onder een koude douche. Ik besluit er een telefoontje tegenaan te gooien.
‘Druk druk druk,’ roept de vrouw aan de telefoon, ‘Onmogelijk en dit en dat!’ Ik leg nog eens uit wat er aan de hand is. Dat het geen optie is om niet te komen. ‘Oh, ik zal eens kijken of ik toch iets voor u kan regelen…’
Het kan vanmiddag tussen 13.00 en 17.00. Heks verzet wat afspraken. En inderdaad, om kwart voor 1 staat er een monteur voor mijn neus. Gelukkig ben ik net binnen van een verzette afspraak. Anders was het direct alweer faliekant mis gegaan.
De monteur parkeert een enorme gereedschapskist in de gang. ‘Wat is het probleem, mevrouw?’ Ik vertel hem over de leeggelopen radiator. De koude douche, die daar het gevolg van is. De kapotte knop. Hop.
‘Oh, maar daar kan ik u niet mee helpen. Ik ben geen waterwerkhupperdepupman. Nee, ik ben van de ketel.’ Heks is van de leg. Wat is dit nu weer, zeg? Ik heb toch luid en duidelijk aan de telefoon het probleem uit de doeken gedaan aan de telefoniste van het bedrijf. Ik heb de defecte knop ook eerder schriftelijk gemeld. Meuh!
‘Het is druk druk druk, zieken, weinig personeel…..’ probeert de man zich uit deze interne miscommunicatie te praten. Als goedmakertje vult hij de leeggelopen ketel weer bij. Heks let goed op, hoe hij het doet. Voor het gevel ze me met kerst in de kou laten zitten. Het is me eerder overkomen bij die hopeloze woningbouwvereniging Portaal: Weken in de kou zitten en niet geholpen worden…..
De bijgevulde ketel is spekkie naar het bekkie van mijn losgeslagen radiatorknop. Als een zotteklap begint deze nu water in mijn badkamer te deponeren. Opvangen is lastig, want het ontaarde ketelvocht glijdt langs de muur omlaag. Stroomt richting wasmachine. Verdwijnt uit het zicht.
‘U wordt binnen een uur terug gebeld door mijn collega. Ik heb hem gevraagd of hij nog ergens een gaatje in zijn overvolle agenda heeft. Fijne feestdagen!’ En weg is meneer alweer.
Anderhalf uur later ben ik nog steeds niet gebeld. Heks begint zich zorgen te maken. Wordt het een ijskoude kerst? Moet ik een uur stinkend in de wind naar de kerstnachtdienst? Ten einde raad probeer ik Portaal te bereiken. Misschien kunnen zij iets betekenen voor me.
Maar Portaal is telefonisch niet bereikbaar. Ik probeer het via de chat. Geen reactie.
Dan nog maar eens naar het installatiebedrijf bellen. De juffrouw achter de telefoon, dezelfde, die me de verkeerde monteur op mijn dak stuurde, is alleraardigst. Daar ligt het niet aan. Ze gaat kijken in mijn dossier. Het wordt eventjes helemaal stil op de lijn.
Net als ik denk, dat ik er weer eens ben uitgegooid, komt ze terug met een goed bericht. ‘Ik zie in het verslag van de monteur, dat het echt haast heeft. Ik ga eens kijken of ik iemand kan regelen op korte termijn. Ik zet u even in de wacht.’
Heeft de verkeerde monteur toch iets zinvols bewerkstelligd!
Dan komt ze terug met het verlossende woord: Morgen tussen 10.00 en 13.00 komt de juiste monteur de knop vervangen. Hoera! Hallelujah! Een ware overwinning.
Dan bel ik nog maar eens naar de assurantieman over de uitblijvende aanmelding bij de nieuwe zorgverzekering. ‘Die heb ik nog helemaal niet ingediend,’ zegt de chaoot doodleuk. Hij omkleedt het met redenen, maar Heks is evenzogoed verbijsterd. Dat had hij me wel eens kunnen vertellen!
Gelukkig gaat hij het per direct doen. Dan kan ik vervolgens contact opnemen met de nieuwe zorgverzekeraar. Weer uren in de wacht staan. Die gaan dan eerst mijn oude verzekering helemaal opzeggen. En vervolgens de opzegging van mijn aanvullende verzekering annuleren.
Bezopen natuurlijk. En zoveel werk.
Ligt het nu aan mij of werken bedrijven echt zo inefficiënt? En maar klagen over personeelstekort. En druk druk druk. ‘Het is omdat Mercurius in retrograde staat,’ grinnikt mijn therapeute, ‘Kijk maar goed uit je doppen Heks, want met Mercurius in die stand gaat er op organisatorisch vlak van alles mis…..’
Je basisverzekering bij de ene verzekeraar afsluiten en je aanvullende verzekering bij een ander. Het is mogelijk. Het kan en mag. Het is niet gangbaar en bijna niemand weet het. En je wordt behoorlijk uitgedaagd, als je dit probeert voor elkaar te krijgen. Het is een hopeloos traject vol leeuwen en beren op de weg. En eindeloos getelefoneer met de diverse klantenservices.
Maandagmiddag gaat Heks samen met een maatje aan de slag. We bellen met mijn huidige verzekeraar. “Ik wil de basisverzekering opzeggen, maar de aanvullende laten doorlopen…’ licht ik de dame aan het andere einde van de lijn in. ‘Huh?’ hoor ik haar denken, ‘What the fuck?’
Dan aarzelend ‘Ja, dat is inderdaad mogelijk.’ En verder weet ze het ook niet. Ik word in de wacht gezet. Altijd enorm tricky. Het is maar weer de vraag of de persoon inderdaad bij je terug komt. Of dat het telefoongesprek opeens is beëindigd. Ik heb al een half uur in de wacht gestaan, voordat ik mijn vraag kon stellen, dus een nieuwe belronde lijkt me niks.
Ze komt terug. ‘Ik ga een mutatieformulier maken, het kan wel 3 weken duren, voordat het is verwerkt. Bladiebla…’ Heks vindt het maar niks. ‘Kunt u me dan in elk geval een mailtje sturen, met een bevestiging van wat we hier hebben besproken?’
Dat kan niet. Echt niet? Nee, pertinent niet.
Raar.
Dan bel ik met een assurantiekantoor. Zij moeten mijn nieuwe verzekering aanvragen, zo is dat geregeld bij de nieuwe verzekeraar. Ik krijg een geweldig leuke kerel aan de lijn. Helaas is de man een chaoot, net als Heks.
Hij vergeet dingen op te schrijven, belt dan weer terug. Het heeft wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk is alles geregeld. Hij gaat me aanmelden voor een basisverzekering elders en de nieuwe club daarbij vertellen, dat ze mijn oude verzekering niet hoeven op te zeggen. Dat heb ik zelf al gedaan.
Appeltje eitje!
Niet dus.
Vandaag krijg ik een dringend telefoontje van de man. Of ik hem opnieuw mijn burgerservicenummer kan geven. De chaoot heef het niet opgeschreven…. Of is het kwijt. Ook moet ik per direct mijn oude verzekeraar bellen, omdat de nieuwe club toch al mijn verzekeringen zal gaan opzeggen. ‘Daar is niets aan te doen. Hun systeem kan niet anders.’
Heks belt de nieuwe club, om te kijken of daar niet iets aan te doen is. Ik loop intussen door de duinen met mijn hondjes. Het is heerlijk lauw weer. Mijn beestjes zijn uitgelaten, ze rennen als zotteklappen door het struweel. Heks staat intussen in de wacht. Een half uur lang.
Ik krijg een alleraardigste man aan de telefoon. Weer doe ik mijn hele verhaal. Weer word ik in de wacht gezet. Gelukkig komt ook deze keer de meneer gewoon weer telefonisch opdagen na een klein kwartier. ‘Uw assurantieman had gelijk. Ons systeem staat niet toe, dat we de oude verzekering niet opzeggen. Ook zegt ons systeem automatisch de aanvullende verzekering op…..’
‘De wereld wordt inderdaad geregeerd door computers tegenwoordig………’ dien ik hem van repliek. De man schiet in de lach.
‘Ik heb er echter iets op gevonden. We zeggen alle verzekeringen bij uw huidige verzekeraar voor u op en vervolgens annuleren we het opzeggen van de aanvullende verzekering.,’ roept hij triomfantelijk in mijn oor. Heks zit intussen aan een picknicktafel midden in een godverlaten duinlandschap.
Lekker omslachtig. Er kleven risico’s aan. Dit kan faliekant mis gaan…..
Ik heb dus zo mijn twijfels. ‘Dat gaat via ons Secozosysteem, een overkoepeld systeem in de verzekeringswereld.’ Ik ben nog steeds niet overtuigd. Maar meer kan de man niet doen momenteel. We spreken af, dat ik weer contact met hem opneem, zodra mijn aanmelding is verwerkt en er een polisblad beschikbaar ik.
Ik klim het hoge duin op naar het strand. Mijn benen zijn traag vandaag en ik heb geen greintje energie. Niet zo gek, ik heb alleen maar een sneetje brood op vanmorgen om een uur of 9 en het is intussen half 3 in de middag.
Vanmorgen om half tien pak ik mijn scootmobiel uit de berging. Ik ga naar de fysiotherapeut voor een pijnlijke massage van de chronisch ontstoken spier aan mijn onderrug. Een resultaat van de mishandeling door een familielid ruim een jaar geleden. Mijn hele rug is toen uit zijn voegen geschopt door een gespierde idioot.
Er schiet een klein wezentje onder mijn rijdende hulpmiddel vandaan. Het is een muis!!!!! Dus thuisgekomen gooi ik de hele berging overhoop in een poging het diertje te traceren. Ik ruim spullen op, Gooi oude zooi weg….
De muis zit er nog steeds. Veilig weggekropen achter de vriezer…….
En dan moet ik me haasten om op tijd bij dokter Hamertje Tik te zijn. Die rammelt met een grote drevel wat ribben in het gelid. Die zijn aan de wandel gegaan, door bovengenoemde mishandeling. Ook doet hij iets bij mijn heiligbeen, wat er enorm in hakt. Maar ik sta weer recht. Mijn mond kan weer open. ‘Tot over een hele tijd, hoop ik,’ hij schudt me de hand bij het afscheid. ‘Fijne feestdagen, dokter Hamertje Tik. En een mooi 2023 toegewenst!’
Nadat ik de honden blij heb gemaakt kom ik uitgevloerd thuis. Er ligt een plas water onder de verwarming in de badkamer. Heks is te lamlendig om daar nu direct achter aan te gaan. Ik maak een verlate lunch en kruip in mijn bed. Met mijn telefoon. Om mijn oude ziektekostenverzekeraar opnieuw te bellen.
Ik krijg een hele heldere tante aan de lijn. Na een ellenlange wachttijd. De vrouw gaat van alles in het systeem noteren, om te voorkomen, dat mijn plannetje rondom 2 verschillende verzekeraars mis gaat.
‘Julie systemen houden geen rekening met uitzonderingen. Dat zou wel moeten. Elke regel heeft zo zijn uitzonderingen. Het is qua programmeren heel goed te doen. Alle computerprogramma’s werken louter met het principe van de filosofische constructie “If….Then….Else….” Als niet dit, dan dat.’
Heks is moe. Ze moet eigelijk op nog meer mailtjes reageren. Van haar advocaat bijvoorbeeld. Er moet een datum geprikt worden voor overleg met de tegenpartij. Maar nu heeft iedereen de boel zo laten versloffen, dat het pas in januari kan. Dan kan mijn goede vriend, die me hierin bijstaat, helaas niet. En dat is wat mij betreft geen optie.
Heks heeft op tijd allerlei data doorgegeven. Dit is steeds het geval. Ik ben afhankelijk van professionals, die allerlei steken laten vallen.
Ik val in slaap. Uren dobber ik in dromenland. Ik zie mijn zwarte kat. Hij komt naar me toe.
De panter is alweer 2 dagen zoek. Zondag wilde hij naar buiten. En direct weer naar binnen. En weer naar buiten, En toen weer naar binnen En weer naar buiten. En……’Ja. blijf nu maar eventjes buiten, oude man. Ik ben met een uurtje terug en dan mag je weer lekker mee naar de warme slaapkamer….’
Dezelfde avond glibber ik door de buurt op zoek naar mijn dolende ridder. Zoals altijd voel ik direct, dat er iets mis is.
Is hij weer boos weggelopen? Heeft hij zich weer eens in de nesten gewerkt? ‘Hij komt terug,’ fluistert het in mijn oor. Maar wanneer? Levend en wel? Laten we het hopen. Snel.
Wat een drukke dag. Direct uit bed ga ik met een maatje aan de slag om mijn zorgverzekering voor komend jaar te regelen. Ik hou mijn huidige aanvullende verzekering aan, maar stap voor de basisverzekering over naar een andere club. Eentje met een restitutiepolis. Dat scheelt me honderden euro’s per maand.
Huh Heks, kan dat dan?
Ja, dat kan. Ik weet het ook nog maar een week. Het is een goed bewaard geheim van de zorgverzekeraarsboevenbende. Het is ook best een gedoe om deze constructie voor elkaar te krijgen. En het declareren zal ook lastiger worden. Want: Wat declareer ik waar? Maar het levert zoveel op, dat ik de sores eromheen ervoor over heb.
Dan komt mijn thuishulp. Ze gaat direct aan de slag, terwijl ik de hondjes een goede ronde geef. Daarna gaan mijn woefers onder de douche. Ik zeep hen van kop tot staart in met antiallergieshampoo. Dat moet 10 minuten intrekken. Ik zet de infraroodverwarming aan in de badkamer en verdwijn zelf naar de slaapkamer. We gaan het bed verschonen…..
Mijn hulp stopt in de woonkamer alle dekbedden in frisse hoezen, terwijl ik door mijn magische waterbed ploeter met het onderlaken. Kussentjes krijgen verse hoezen. En daarna de hondjes afspoelen…..
Mijn hulp droogt Freya af en Heks stort zich op VikThor. Zo ongelofelijk waanzinnig erg als ze het wassen haten, zo heerlijk vinden ze het om te worden afgedroogd. Vik kan er geen genoeg van krijgen. Nadat hij zich door mij heeft laten bepotelen vliegt hij naar mijn hulp voor nog een sessie. Om weer terug te keren naar Heks. Voor meer geknuffel met een handdoek.
Even later sluit ik aan bij mijn gymclubje. Ze staan al op te warmen onder de bezielende leiding van een fysiotherapeut, als ik arriveer. Snel voeg ik me in het gespring op de krakende zolder in een pand aan de Oude Vest. Met uitzicht op Molen de Valk. Zo’n leuke locatie!
Mijn lijf is de hele week al in de contramine. Alles doet extreem veel pijn, dus het gebeuk aan de apparaten moet echt uit mijn tenen komen vandaag. Ik volbreng mijn volledige ronde en geef mezelf een vet compliment. ‘Goed zo, Heksje, dat heb je toch maar weer gedaan. Ondanks je vergaande kreukeligheid…’
Afgelopen week heb ik bij beide koren gespijbeld vanwege algehele appeligheid. Gisteren was de stad bovendien geplaveid met een laag ijs. Niet echt aantrekkelijk om dan op pad te gaan. Online zie ik, dat de helft van het koor niet is komen opdagen. ‘Coronatijden herleven,’ roept de dirigent in de camera.
Het ligt eerder aan alle bejaarde koorleden met osteoporose natuurlijk. Die hebben geen zin in een gebroken heup. Heks ook niet. Gelukkig wordt de repetitie gestreamd!
Aan het eind van de middag rijd ik naar Den Haag. Ik ga naar Dokter Hamertje Tik. Het is idioot druk op de weg. Stapvoets gaat het over de A4 naar Wassenaar. Dan nog eindeloze file op de Rijksweg naar Den Haag.
Bij het kruispunt, waar ik moet afslaan zijn werkzaamheden. Je mag niet afslaan. Vorige week ben ik braaf doorgereden, dat moest ook wel, want de smeris reed pal achter me. Het was een heel gedoe om weer terug te rijden. Daar heb ik nu echt geen zin meer in!
Het is overigens volstrekt onduidelijk, waarom je niet zou kunnen afslaan. Het levert geen enkel gevaar op. Vandaag sla ik dus gewoon af. Lekker puh! Geen haan, die er naar kraait.
Kukeleku!
‘Kukeleku,’ zegt dokter Hamertje Tik als ik binnenkom. Het is een heerlijke hanige studentenbal met stevige knuisten. We zijn van hetzelfde bouwjaar en hebben ooit tegelijkertijd gestudeerd in Leiden. ‘Ik ging vroeger altijd ballen opnaaien in de HiFi,’ vertelde ik hem tijdens de eerste behandeling, ‘Daar kwam je als vrouw altijd in.’
De dokter ligt dubbel van de lach. Hij begint me direct terug te plagen. Zo hebben we altijd plezier, terwijl hij me vakkundig martelt.
Ja, de HiFi, die ballendisco bestaat nog steeds. Momenteel lopen de zoons van Dokter Hamertje Tik daar te zooien. Zijn dochter zit ook op het Corps. ‘Tegenwoordig moet je worden ingeloot,’ vertelt hij me en passant.
Vanmiddag slaat hij keihard met een hamer op het bovenste segment van mijn wervelkolom. Direct voel ik de spanning in mijn nek afnemen. Mijn hoofd loopt leeg. Een al dagenlang landerig zeurende koppijn is op slag verdwenen.
Dan weer terug naar Leiden. Stapvoets, maar niet zo dramatisch als op de heenweg. Ik rijd nog bijna tegen een voorganger aan, omdat de straat, waar ik door rijd, geplaveid is met een plak glinsterend ijs. Mijn poging om te remmen wordt niet gehonoreerd. En ook in Leiden gaat het maar net goed op een spekgladde parkeerplaats bij een hondenpark. Ik ben blij, als mijn autootje weer veilig in de steeg staat.
Thuisgekomen gooi ik direct de computer aan. We hebben een Maudgalyayana Family Reunion.. Online. Via ZOOM. Ik zie mijn vrienden uit Israël en de Verenigde Staten. Onze zuster uit Portugal redt het helaas niet vandaag. Anderen hebben zich al eerder afgemeld. Zo zijn we met een klein clubje vanavond, maar oh, wat is het fijn om even samen te zijn.
Met deze mij zo dierbare familie, die is ontstaan in Plumvillage ruim 4 jaar geleden. Met zuster Orchidee aan het hoofd. Mijn lieve vriendin. Die niet meer onder ons is. Die ik zo mis. Wij zijn haar continuation body……
Anderhalf uur kletsen we elkaar om beurten de oren van het hoofd. Heerlijk!
Dan is het klaar met de dag. De beesten krijgen eten, ik krijg eten. En nu lig ik lekker voor de buis met mijn Stoovkussen gloeiend in mijn geteisterde ruggetje.
Morgen ga ik heerlijk de sauna in met de Schone Helena. Deze heksenzielzuster haalt me om 12 uur op. Een hele middag gaan we stomen en poedelen. Ik heb een klankschaalritueel voor ons beiden geboekt. Er gaan maskertjes mee en smeerseltjes. Oh, wat heb ik er zin in.
Meuterdemeut. Dit was m’n dag. Een zware overvolle dag, maar wel met een lach.
Vanmorgen vroeg gaat de bel. Vroeg voor Heks. Niet voor de rest van de wereld…
Het is Steenvrouw. Snel druk ik haar een riem met 2 drukke hondjes er aan in handen. Ze gaat even een klein piesrondje met hen doen door de wijk. Heks zet intussen koffie.
‘Wat duurt het lang, waar blijven ze toch?’ fladdert er door mijn gare hoofd. Intussen gooi ik een hap pijnstillers naar binnen. Mijn lijf is nog niet opgestart. Mijn gestel piept en kraakt. Mijn hoofd kan nog niet denken. Net als ik naar de slaapkamer loop om me verder aan te kleden gaat de bel weer. Mijn posse is terug.
‘Joh, het was hartstikke glad hier in de wijk…’ Steenvrouw kijkt nog steeds geschrokken bij binnenkomst. Van alle bijna valpartijen. Met twee hondjes aan de lijn. Eentje braaf en goed luisterend. En een ondeugende trekpleister. Een vliegend pakpaard langs een ijzige trekvaart. Maar dan in miniatuurversie.
VikThor vlijt zich stijf tegen mijn vriendin aan. Hij geniet er altijd enorm van, dat hij op nummer 1 staat bij haar. Niet de schattige Freya. Nee, hij. Met zijn grote hondenkop. Verliefd kijkt hij haar aan. Draait zich helemaal op zijn rug. ‘Buikie aaien, buikie aaien….’
Leonoor probeert bij Steenvouw op schoot te springen. ‘Wat ben je toch een knapperd. En wat lijk je toch op Doekie, ook zo slank en rank. Alleen je koppie is heel anders….’
Leonoor en Ferguut zijn kinderen van Steenvrouws kat Doekie. Halfbroer en halfzus. Ferguut pikzwart, net als zijn moeder. En Leonoor? Ja, dat is een echte lappendeken. Een lapperdepap. Een gekke lap.
‘Leonoor is altijd zo lief, als ik verdrietig ben komt ze me troosten. Ze gaat me dan helemaal wassen. Met dat ruwe tongetje. Het is echt een schat,’
Eerst kletsen we uitgebreid over Steenvrouws vrijwilligerswerk bij het kerstbomenasiel. Heks is daar gisteren een piepklein boompje gaan uitzoeken. Vooral om mijn vriendin daar aan het werk te zien. En ook om toch nog wat echt groen in huis te hebben.
Steenvrouw en haar collega steken een spade in de grond en delven het door mij uitgekozen jeugdige boompje op. Met een kruiwagen wordt de opgepotte kerstboom naar mijn auto gereden. Ik betaal 12 euro voor de huur van de grond, het lenen en de moeite.
Het is toch zo’n leuk initiatief, die kerstbomenopvang. In januari breng ik het boompje weer terug.
Steenvouw en Heks bespreken vervolgens het kerstdiner. We gaan een forse kalkoen in de oven stoppen. Een dag voor kerst maken we het bakbeest klaar. En op kerstdag zelf wordt hij gaar. In een zak. In de oven.
Als Steenvrouw weg is gaat de telefoon. Ik grijp net mis. Het is Jip, zie ik tot mijn verbazing. Wat zou er aan de hand zijn? Toch geen narigheid? Snel bel ik hem terug.
“Heks, ik heb zo’n Stoov gekocht, net als jij. Zo’n lange deken, precies dezelfde als jij hebt.. Maar ik snap niet hoe ik em moet opladen. Ik heb een batterij. Maar de stekker van de oplader past er niet in…. Je weet wel, zo’n piemeltje. Maar geen passend gaatje…’
Heks hikt van de lach. ‘Oh, Jip, ik had hetzelfde probleem, die gebruiksaanwijzing is niet bepaald duidelijk. Je moet de batterij in een compartiment bovenin het kussen stoppen, bladiebla…’ We zijn een tijdje bezig, belemmerd door de afstand en de telefoon, om het kussen aan te sluiten, maar uiteindelijk lukt het.
‘Ik kom zondag niet naar de kerk, dus je hoeft me niet aan te melden voor een parkeerplek,’ besluit Jip het gesprek, ‘Dan zien we elkaar met kerst. Dank je wel, Heks, tot snel!’
Sinds kort heeft Heks een paar warmhoudkussens van Stoov. Je kunt ze opladen en dan blijven ze urenlang lekker warm. In de kerk, waar ik repeteer met mijn diverse koren wordt niet meer gestookt boven de 16 graden. Het hele koor zit in winterjas met een druppel aan de neus te zingen. Maar Heks zit gewoon in haar kloffie op haar Stoov. Niks jas of das. Ik heb geen last van de kou.
Voor de scootmobiel heb ik een klein kussentje. Ook van Stoov. Zit ik normaal gesproken te creperen in dat ding op ijskoude dagen tijdens ellenlange tochten? Nu heb ik het lekker warm.
In bed staat ook een Stoov. Een heel dik kussen, waar ik tegenaan geplakt zit avond na avond. Met een extra grote batterij.
Zo kom ik de winter wel door. Echt wel.
’s Middags breng ik iets langs bij de Grote Vriendelijk Reus. Hij heeft ook een manier gevonden om warm de winter door te komen. ‘Kijk Heks,’ enthousiast kruipt hij met zijn machtige lijf achter de televisie en morrelt onder de radiator. Een vreemd voorwerp komt tevoorschijn. ‘Het is een radiatorventilator! Schijnt enorm veel energie te schelen!’ roept hij trots.
Later krijg ik een appje van hem, waar ik enorm om moet lachen. Echt schuddebuiken. Het is de maatbeker van het hondenvoer. Afgelopen zondag vergeten mee te nemen, toen ik de hondjes ophaalde van een logeerpartij bij de Grote Vriendelijke Reus. En nu dus weer vergeten. Het plaatje spreekt boekdelen………
Dit jaar zet ik mijn kerstboom al neer voor de verjaardag van de Goedheiligman. Ik heb tijdens de Zwarte Vrijdag een mooie redelijk natuurgetrouwe kunstkerstboom gescoord. Het was even slikken, maar het was dat of nooit meer een boom. Het gezeul en gebeuk met die echte bomen lukt me niet meer.
Vroeger…. ja vroeger was alles beter natuurlijk. Ik sleepte de dag voor kerst een reusachtige Nordmannspar mijn woonkamer in. Na het gevecht om de reus in een standaard te krijgen volgde het gedoe met de lampjes. Snoeren, die ondanks zorgvuldig opbergen toch helemaal in de knoop waren geraakt, was eerder regel dan uitzondering.
Nu zet ik de drie verschillende segmenten op elkaar, vouw de zo ontstane boom eenvoudigweg uit en duw de takken op hun plek. De lampjes zitten er al in. Dus: Stekker in het stopcontact en hop: De boom is klaar voor de ballen.
Het is dan nog wel een heidens karwei om alle versieringen in de boom te bevestigen. Ik sleep zo’n 10 kratten met ballen en glimdingen vanuit de berging naar boven. En ben daarna een paar dagen zoet met alles in de boom bevestigen.
De krans rond de spiegel biedt plek aan de resterende versieringen. Mijn huis is klaar voor de kerst.
Zaterdag maken we kerstkransen bij Hopla. We drinken daarbij warme chocolademelk en glühwein. Een grote home made appeltaart en bakken vol chocolaatjes werken we naar binnen. Zo gezellig! Heks knutselt een enorm exemplaar in elkaar. Die ligt nu op mijn keukentafel te wachten op de rest van de tafelversieringen. Een klusje voor komend weekend……
Daarna zit ik drie uur in de stervenskoude vriesnacht naast Steenvouw naar de kersttaptoe te kijken. Haar zoon loopt mee met K&G. Ze geven weer een geweldige show. Compleet marshmallow, van buiten bevroren, maar van binnen vloeibaar van enthousiasme, nemen we afscheid.
Zondag ga ik naar de Heksenschool. We worden opgeleid tot Rouwvrouw of Zielenman. In vijf lesdagen doorlopen we alle aspecten, die om de hoek komen kijken wanneer iemand overlijdt. We sterven en baren op. We gaan naar de overkant en weer terug. We leren over de reis van de ziel. We werken met godinnen en goden op het levenswiel. We krijgen les over het dodenwiel……..
Heks heeft ooit liggen sterven op een drukke ziekenzaal. De herrie geproduceerd door medepatiënten en hun bezoek was onverdraaglijk. De geur van eten overweldigend en smerig. Ja, je zintuigen raken versterkt. Stervenden doe je geen plezier met keiharde muziek. En met een pan erwtensoep hoef je ook niet aan te komen……
Een vriendinnetje van Heks zwaaide ooit listig met een bosje lelietjes van Dalen onder de neus van haar levensmoede vader. Hij kwam weer helemaal tot leven! Maar hij was niet stervende natuurlijk. Hij had er gewoon geen zin meer in. Al dat leven. Al dat gedoe.
‘Als Heks geen opleiding doet, nou, dan gaat het niet goed met Heks’, mekkerde een voormalige vriendin onlangs in mijn oor op een luidruchtig feestje. ‘Gek, dat ze het over me heeft in de derde persoon,’ sta ik me inwendig te verbazen, ‘Ik sta toch gewoon naast haar!’
Ach, de dame in kwestie munt uit in het geven van gemene steken onder water verpakt in een onschuldige leuterkoekje. Dit zal wel weer zo’n koekje van haar speciale deegje zijn… Ik volg een opleiding, dus het gaat goed met me, zullen we maar zeggen……
Intussen kamp ik met onverkwikkelijke rechtszaken en idiote verzoeken om gunsten van degene, die me zo in elkaar heeft geramd een jaar geleden, dat ik er nog de wrange vruchten van pluk.
Aanstaande vrijdag ga ik weer naar Dokter Hamertje Tik, een OrthoManuele Geneesheer (OMG) bedreven in de MusculoSkeletale Geneeskunde (MSK). Hij poogt mijn wervelkolom weer op z’n plek te rammen middels onder andere het gebruik van een hamer. Met succes. Sinds ik bij hem onder behandeling ben gaat mijn mond weer open. Heel prettig als je probeert te eten. En ook zingen gaat zo veel gemakkelijker…..
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.