Mijn lichaam is mijn eigen lichaam niet
Het kolkt en borrelt, wil soms van haar stokje
Ik bewoon het, maar ben er vaak niet
Dat is dan weer niet goed en daarom ziel, ik lok je
Weer terug mijn lichaam in met dit lied
Doe teniet verdriet, doe teniet.
–
Was het zo eenvoudig als we willen
Hoefde niet te stampen en te gillen
Frustratie, pijn, verdriet, wist gewoon
Niet positief genoeg, verdiende loon
–
Positieve affirmaties en gedachten
Pot met goud bij regenboog verwachten
Lukt dat niet, jij sukkelig figuur
Brandt terecht in eigen vagevuur
–
Mijn hart breekt als deze woorden spreken
Tot vluchtelingen, oorlogswezen, kinderen
Met kanker, circusapen, bedreigde blauwe haaien
Koelbloedig met ons wijsvingertje zwaaien
–
Wat dat vingertje echter niet bewijst
Mijn ziel wordt wel degelijk omlijst
Door lichaam, dat soms vergeet hoe
Ze energie in banen leiden moet
–
Er woont een legioen van kwalen in mijn lijf
Ik wou wel dat er duizend varkens zouden komen
Waar dat legioen dan eindelijk in ging wonen
Om zich met huid en haar pardoes in zee te storten
–
Tot die tijd moet ik het er maar mee doen
Een krakkemikkerige griffioen
Kan zo’n wezen ook uit as verrijzen?
Wie weet is dat wat vinger moet bewijzen