
Vandaag zo traag, een slak is er niks bij. Sloom en suf. En nog steeds moe. Het gaat maar niet over. Ondanks de vastenkuur. Er is wel iets gebeurd, maar lang niet genoeg. Ik ben mijn vissenkombestaan enorm beu.
Agressie is mijn deel momenteel. En het is veel. De haat en woede. Overal en nergens komt het vandaan. Ik blijf staan. Maar daar is het dan wel mee gezegd.
Het is nooit genoeg. Wat ik ook doe. ‘Niet genoeg, niet genoeg, niet wat ik van je eiste. Niet wat ik vroeg.’

Helaas valt er weinig te zeggen of begrijpen. Heks danst niet langer naar ieders pijpen. Ik wil komen in mijn eigen dans. Maar: Met dit lijf? Weinig kans.
Ik zoek een uitweg uit mijn lethargie. Maar het lukt niet. Ik blijf maar wroeten op de vierkante meter. Het gaat niet beter. Nee, het schiet niet op.
Niet klagen maar dragen. Er zijn wel erger dingen. Tel je zegeningen. En nog een dooddoener of wat.
Op zich een eeuwige optimist. Ik wou dat ik wist of het tij zal keren, dames en heren. Ik wou dat ik het wist. Voor ik eindig in mijn kist.

Veranderen, vervellen, transformeren. Leven wil me een lesje leren. Sommige conflicten laten zich niet keren.
Zo ben ik dan opnieuw onzeker en bang. Ik verlies al zolang. Er is bijna niks meer over.
Een dak boven mijn hoofd en genoeg te eten. Liefde van mijn dieren, innerlijk weten. Uiteindelijk komt het allemaal wel weer goed. Ongeacht of je je best doet.
Niet meer wringen in duizend bochten. Niet meer verdedigen en uitleggen. Grenzen hanteren, ik ben het aan ’t leren. Voor de zoveelste keer. Ik leer het ook nooit.

Vandaag zo traag en suf en moe. Het maakt niet uit wat ik zeg of doe. Voor sommigen blijf ik gewoon een melkkoe.
Mijn grenzen zijn hen een doorn in het oog. Ze willen er overheen, dat hoeft geen betoog. Niet goedschiks, dan kwaadschiks. Desnoods lekker drammen. Ik word vermaledijd. Lekker is anders.
Maar morgen, dan gaat het vast beter. Vandaag lukt het niet. Voor geen meter.

