Grenzen, het gaat allemaal over grenzen. Heks tobt al jaren met die materie. Ik heb wel dingen ontdekt. Achteraf je grens aangeven werkt bijvoorbeeld niet. En er vanuit gaan, dat iemand je grenzen zal respecteren, kan je op verrassingen komen te staan. ‘De Brief’ stuur ik niet meer naar de overtreders. Tegenwoordig los ik het anders op.

Grenzen, het gaat allemaal over grenzen. Het niet goed aangeven van grenzen, grensoverschrijdend gedrag in je plag, verdunnen, verdunnen, verdunnen…..

Heks hakt al jaren met dat bijltje. Zo gemakkelijk als ik me verbind met andere dimensies, zo gemakkelijk als ik op mijn bezemsteel in de rondte vlieg, zo gemakkelijk als ik met medemensen om ga, naar hun problemen luister, hen een hart onder de riem steek…. Zo lastig heb ik het met aangeven van grenzen.

Iemand zit al ver in mijn binnenlanden te vervelen tegen de tijd, dat spuit elf, Heks, actie onderneemt. Het gaat wel veel beter tegenwoordig. Mijn inspanningen om het tij te keren werpen hier en daar vruchten af. Maar veel gaat nog fout. Hoe vaak spring ik niet na een ontmoeting achteraf uit mijn vel? Nog best vaak. Maar niet meer altijd.

Eén enorm nadeel van vage grenzen is, dat je altijd te laat bent om er iets van te zeggen, als mensen over je grens gaan. Want die is nauwelijks waarneembaar. Kun je het hen dan kwalijk nemen? Ik vind altijd van wel. ‘Dat weet je toch, dat doe je toch niet….’ denk ik dan nijdig.

Soms denk ik dat pas jaren achteraf. Heb ik altijd een rotgevoel gehad bij een zekere gebeurtenis, maar zocht ik het weer bij mezelf. Zag ik niet, dat iemand over mijn grens was gegaan.

Zo plof ik onlangs nog uit mijn bol, door een paar opmerkingen van een dierbaar iemand. Hele oude koeien kruipen luid loeiend uit een dichtgeslibde moddersloot. Ik maak me er druk om. Ik voel me opnieuw beurtelings verantwoordelijk, machteloos, razend, verdrietig…..

Nog meer koeien kruipen er achteraan. Uit weer andere modderige sloten. In een land hier ver vandaan.

Dat is de ellende, als je je mond houdt en je terug trekt, de strategie van Heks bij een ellendige gebeurtenis: Je kunt er nooit meer met goed fatsoen op terug komen. De mensen in kwestie zijn de zaak al lang vergeten. Of ze hebben er helemaal geen zin meer in.

Op een enkele uitzondering na dan.

En wat zou je allerlei oud zeer bespreken met iemand? Ik zie het al voor me met bepaalde oude pestkoppen van me. Want ja, ik ben gepest als kind. Daar ben ik middels de EMDR therapie achter gekomen. Ik wist het nog wel, maar dacht dat het wel meeviel.

Heks is voor zichzelf altijd vrij hard geweest. Werd ik in elkaar geramd, dan dacht ik dat ik het verdiend had. Wilden ze me in een kindertehuis plaatsen, dan lag het ongetwijfeld aan mezelf. Trok een nichtje met haar buurjongen de benen onder mijn lijf vandaan, zodat ik op mijn vierjarig heksensmoeltje viel, dan moest ik er maar mee leven…..

Dat nichtje heeft enorm veel pesterijen richting Heks op haar kerfstok staan. Toch bleef Heks altijd vriendelijk tegen haar, ik kon het gewoonweg niet terug doen. Wel bleef ik zoveel mogelijk uit haar buurt. Dat viel nog niet mee.

Vanmiddag zit ik te lezen in een gratis krantje uit de biowinkel. De Groene Aarde? De Moeder Aardekrant? De Grote Geitensok? Ik ben het even kwijt.

Een heel artikel is er gewijd aan de Staatsvrije Vrijeschool. Onafhankelijk van overheden en onderwijsinspecties. Een interview met een paar dames, die zo’n idealistische school runnen. Eén van hen is een vroegere vriendin van Heks. Een hartsvriendin destijds, tenminste, dat dacht ik.

Tot ze me als een baksteen liet vallen, toen ik ziek werd. Tot ze me een afschuwelijke betweterige zogenaamd spirituele brief schreef, net toen mijn vader lag te sterven aan kanker. Ze wist dat. Haar 2e ouders had ze mijn ouders een paar jaar eerder genoemd.

Tot ze me afbrandde tot op het bot, toen ik heel kwetsbaar en doodziek was. Vlak voor ik mijn vader moest gaan begraven.

Haar heb ik overigens ooit van repliek gediend. Ik heb haar een jaar later ‘de brief’ gestuurd.  Iets dat ik vroeger wel deed. Een brief, waarin ik iemand tot op de draad fileer. Een brief, waarin iemand volledig zijn of haar vet krijgt.

De narcistische zus van een hele goede vriendin heb ik ‘de brief’ gestuurd, nadat ze smerige roddels over me had lopen verspreiden. Ik heb haar gewaarschuwd, wat er zou gebeuren, mocht ik nog eens zoiets merken.

‘Ik hoop, dat ik nooit ‘de brief’ krijg,’ zei een vriendinnetje van me ruim twintig jaar geleden. Zij heeft hem nooit gekregen. De vriendschap is wel kapot gegaan en ik weet nog steeds niet waaraan. Maar de drang om haar te fileren heb ik nooit gehad.

En door haar opmerking heb ik eigenijk nooit meer ‘de brief’ aan wie dan ook geschreven.

Ik schrijf nog wel eens brieven, hoor. Maar niet meer om iemand te slopen. Iemand, die mij eerst heeft gesloopt weliswaar. Maar toch. Iemand kapot maken is nergens goed voor.