Return to sender. Wat niet van mij is, mag terug. En vlug. M’n rug op met al die haat, maar wel voorzichtig met m’n lieve ruggetje. Mijn gouden hart, waarop zo is getrapt, doet het gelukkig nog. Intussen voel ik me ook weer de schat , die ik toch echt ben. Dat scheelt enorm…….

Mishandeling is niet voor watjes. Je moet stevig in je schoenen staan om met de gevolgen om te gaan. Mishandeling laat sporen na. Blauwe plekken op je lijf. Krassen op je ziel.

‘Heks, als ik jou zie, zie een zo’n lieve vrouw! Echt een schat,’ verzucht mijn homeopate, als ik bont en blauw bij haar op consult ben. Ik kijk haar verdwaasd aan. Wat ze zegt lijkt niet over mij te gaan. Ik voel me een verschrikkelijk mens. Helemaal geen lieve schat.

‘Heks, je bent toch zo’n lieverd,’ zegt mijn therapeute een dag later vriendelijk, na een pittige EMDR sessie over mijn recente fysieke mishandeling, ‘Echt, je bent een schat!’ En alweer zit ik raar te kijken. Een schat? Ik? Zo voel ik me helemaal niet.

Ik voel me een klotewijf, dat je gewoon in elkaar mag rammen, als je er zin in hebt. Iemand, die je voor rotte vis mag uitmaken. Waar je allemaal weinig verheffende teksten naar mag debiteren, onder het uitdelen van rake klappen. Die je mag beschuldigen van de dingen, die je zelf doet. Iemand, die je in haar rug mag trappen, als ze weerloos op haar intussen paarsblauwe knieën is beland door jouw toedoen.

‘Als jij over die mensen vertelt voel ik altijd zoveel haat van hen af komen. Echt niet te geloven. Jouw belagers haten jou echt! En niet zo’n beetje ook!’ vervolgt mijn therapeute haar relaas, ‘Weet je overigens het verschil tussen een sociopaat en een psychopaat?’

Pas een dag later valt het kwartje. Vallen er een heleboel eeuwenoude kwartjes. Besef ik opeens, dat de haat, die ik steeds om me heen voel de haat van anderen is. Dat zij me de godganse tijd gezamenlijk enorm zitten te haten. Ja, het schept natuurlijk een band. Zo’n gemeenschappelijke vijand. Zo’n lekkere weerloze halvezolige zondebok.

Opeens zie ik de wolken haat letterlijk mijn huis binnen drijven. Van buiten naar binnen. Ik ben opeens niet meer ziende blind. Ik neem haarscherp waar, hoe deze zich op hun christelijke grondbeginselen beroepende mensen het gerechtvaardigd vinden om me te mishandelen. Hoe ze hun eigen kwaliteiten of het gebrek daaraan linea recta op mij projecteren.

‘Het gaat jou alleen maar om geld,’ schreeuwen ze bijvoorbeeld in koor. Hilarisch natuurlijk, want Heks heeft nog nooit om geld gegeven. Mijn familie maakte er vroeger altijd al grapjes over. Dat inbrekers niet eens de moeite zouden nemen om een ruitje in te tikken bij het zien van mijn interieur……

Mishandeling gaat je niet in de koude kleren zitten. Zo heb ik elke dag flink pijn in mijn van hun plaats geraakte ribben. Als ik me helemaal niet beweeg gaat het nog wel. Maar zodra ik dingen ga doen, ga ik door de grond.

Heks is letterlijk op haar hart getrapt. De wervels ter hoogte van mijn liefhebbende hart kun je niet aanraken. Een grote stinkende voet heeft daar een hatelijke afdruk achtergelaten. Een enorme linkervoet. De dader is linkshandig. Dus waarschijnlijk ook linksvoetig……

Sinds ik me realiseer, dat al die haat niet van mij is lukt het me om het terug te sturen. ‘Return to sender,’ zing ik zachtjes, terwijl ik hele stukken Sao Paulo op kleine houtskool briketjes stook. Mijn huis staat vol geurige rook. Ik voel de haat verdwijnen. Inktzwarte wolken drijven weg door mijn open keukenraam. De steeg uit, de stad uit. Naar een dorp iets verderop. Naar een dorp nog verder weg. Naar een dorp hier ver vandaan. ‘Return to sender….’

Heks is op haar hart getrapt en vol haat gegoten. Maar mijn hart leeft nog steeds. De haat heeft er geen grond gevonden om wortel te schieten. Vreugde en verdriet wonen in dat grote hart van me. En een heleboel lieve beestjes.

Veel medemensen hebben er een plekje. Zelfs mijn belagers……. Vanouds. In een klein gepantserd uithoekje ergens op de valreep intussen, achter een rozenmuurtje met grote stekelige doornen bij wijze van prikkeldraad, dat wel natuurlijk. Ik heb altijd van die mensen gehouden, dus waarom zou ik ze nu gaan haten? Waarom zou ik mijn gouden hart geweld aandoen?

Wel komen ze er nooit meer in bij Heks. Veiligheid voor alles. Want het is niet normaal om mij in elkaar te rammen. Het mag niet. Het is niet OK.

En ik ben inderdaad een schat. Het heeft eventjes geduurd, ik was het gevoel helemaal kwijt, maar ik ben een lieverd. Altijd al geweest. En dat wil ik graag zo houden.