VERHALEN UIT DE OUDE DOOS: Mijn opa, zuurkool en de keukenmeid van de burgermeester……

De vader van mijn vader was een hele lieve opa. Ik was stapeldol op hem. In de hectiek van onze enorme familie was hij een baken van rust. Menige drukke verjaardag bracht ik door op zijn schoot. En toen ik daar te groot voor werd, was ik toch vaak in zijn buurt te vinden. De liefde was wederzijds, opa had lol in deze kleine heks.

De laatste zomer van zijn leven bracht ik met hem door tussen de planten, wroetend in de grond. Als vakantiebaantje was ik zijn hulpje op de vaste planten kwekerij van de familie. Echt blij was ik er niet mee. Ik was veertien en volop puber. Ik wilde met jongelui achter de oppotmachine keten… Maar ik schikte me in mijn lot en het was toch wel heel tof met mijn grootvader tussen de bloemen. Om twaalf uur was ik altijd flauw en chagrijnig van de honger. Daar moest hij om lachen. Hij gaf me uit een blikje een Zeeuwse boterbabbelaar en vertelde het verhaal uit zijn jeugd. Toen hij een keertje chagrijnig van de honger was.

Net als de heks, was hij een geweldig verhalenverteller. Met kerst las hij een lang verhaal voor over een kerststal, die tot leven kwam. Opvallende thematiek voor een calvinist. Elk jaar hetzelfde verhaal. Mijn vader heeft het eens opgenomen met een bandrecorder. Helaas raakte dit geluidssysteem in no time uit de gratie, de opname is op de vuilnisbelt verdwenen samen met het apparaat.

Dit verhaal neemt ons mee naar zijn jeugd. Naar die dag, dat hij een kilo zuurkool moest halen voor de keukenmeid van de burgermeester. Hij liep het dorp uit en een lange landweg af naar een afgelegen boerderij. Een enorme wandeling. Mijn grootvader was een jongeman in de groei, dus hij rammelde van de honger tegen de tijd, dat hij terug liep met de bestelling. En hij was gek op rauwe zuurkool !!!!! Ook dat nog.

Hij peuterde, zich van geen kwaad bewust, het pakje open. Het water liep hem in de mond. Voorzichtig snoepte hij wat van dat heerlijke zure goedje. Het viel totaal niet op, dat er wat minder in het pak zat…. Dus vijftig stappen verder nam hij weer een klein hapje. Oh, wat was dat toch lekker. Nog maar een hapje dan, het was een behoorlijk eind terug naar het dorp en hij liep te zwabberen op zijn benen van de hongerklop.

Na een zalige tocht met een mond vol zuurkool door de magische wereld van een opgroeiende jongeman, kwam hij uiteindelijk bij de keukendeur van de burgermeester. De meid stond hem al op te wachten. Ze was een uit de kluiten gewassen tante waar je maar beter geen ruzie mee kreeg….. Gelukkig was ze niet erg slim, ze had geen benul van het gewicht van een kilo ‘ Waar bleef je nu zo lang?’ snauwde ze. En ‘ Is dat alles? Goh, wat zit er weinig zuurkool in een kilo!’. En wrevelig ‘Haal nog maar een kilo, want dit is veel te weinig, graag een beetje doorlopen deze keer, jochie!!!!!’

Zo snel als hij lopen kon ging mijn opa weer op pad. Het hele kolere eind naar de boerderij en terug. Alleen had hij nu echt een probleem. Hij kon moeilijk aankomen met een pak zuurkool van een kilo. Er moest flink uit worden gegeten maar hoeveel? Hij had geen idee hoeveel er uiteindelijk over was tegen de tijd, dat hij het pak had afgeleverd…. Er zat niet anders op, dan het hele traject stap voor stap nog eens af te leggen. Dus om de vijftig stappen een klein hapje…

Zo kwam hij uiteindelijk tot aan zijn kruin gevuld met rauwe zuurkool opnieuw aan de deur bij de keukenmeid. Hij is ermee weg gekomen, ze had niets in de gaten. En ondanks de overdosis van die dag is mijn geliefde grootvader altijd dol gebleven op dit wonder van conservering. En op het verhaal dat ermee gepaard ging. Zijn indianengezicht werd 1 grote lachrimpel bij de herinnering aan die zalige dag uit zijn jeugd, zo’n eeuw geleden intussen. De tijd, dat je nog struikelde over de paard-en-wagens. En het enige recht van de vrouw het aanrecht was. Waar ze dan wel op kon staan. Slechts 2 generatie’s terug……