Heks is alleen en koud en moe. Haar hongerige huid is aan aanraking toe. Toe aan geliefden, die om me geven. Toe aan een vervuld bestaan. Aan echt leven…… Ik vraag niet veel, slechts een klein beetje. Een flinter genade op mijn brood. En een leven voor de dood. Samen met een paar lieve mensen. Misschien wat nuttig tijdverdrijf? Iemand met wie ik verblijf? Dat is alles wat ik me kan wensen. 

Wat me het meest choqueert rondom de pandemie is dat het vrijwel niets verandert in mijn luizige leventje. Zie ik normaal al vrijwel niemand? Nu zie ik vrijwel niemand. Heb ik al jaren enorme huidhonger? Nu heb ik enorme huidhonger. Gedragen mensen zich al jaren asociaal ten aanzien van mijn ziekte? Nu gedragen mensen zich uitermate asociaal ten aanzien van mijn ziekte.

Heks heeft huildagen. Ontmoedigd kom ik thuis na weer een frustrerende wandeling door de winkelende mensenmassa’s. Grote omtrekkende bewegingen om de gevaarlijke hijgende joggers en racefietsers heen.

Die denderen overigens niets ziend en nietsontziend dwars door alles en iedereen heen! Niets kan hen afbrengen van hun duivelse pad op weg naar een goddelijk lichaam.

Soms roep ik ‘ANDERHALVE METER,’ tegen een paar naast elkaar razende racefietsers. Tegenliggers. Die me ongeveer de sloot in duwen, zoveel ruimte nemen ze naast elkaar in op het smalle fietspad.  ‘We wonen bij elkaar in huis,’ roepen de randdebielen. Waarschijnlijk studenten in een studentenhuis.

Heks woont niet bij hen in huis. Dat vertel ik hen ook. Glazige koeienblikken. Uit onpeilbaar domme koppen. Waarin geen kwartje valt. Terwijl er toch genoeg ruimte in is. Ruimte voor wel duizend kwartjes……

Ze laten ook alles maar toe aan de universiteit tegenwoordig. Zelfs mensen met ernstige hersenverweking blijkt hier maar weer uit. Grote holle vaten op een getraind lichaam. Een operatief reptielenbrein in combinatie met een inactieve frontale kwab. Laatste verstoken van enige vorm van spiegelcellen.

‘Waar haal je je levensvreugde uit, Heks?’ vraagt iemand me vanmorgen. Ik zit met mijn mond vol tanden. Het koor ligt stil. We gaan wel online oefenen. Binnenkort. Een half uurtje.

Vrienden zie ik niet. Sommigen wil ik ook niet zien, want die gaan hele rare dingen zeggen als ik zo down ben. Dingen waar ik me niet echt beter van ga voelen.

Waar haal ik mijn levensvreugde uit? Deze Heks, die dat als de beste kan. Die uit een uitgeknepen citroentje van een gebeurtenis nog iets positiefs weet te destilleren. Die dat al jaren doet. Die niets meemaakt en daar toch iets van maakt. Die, die…..

De Heks valt stil. En als ze al niet stil valt, dan wordt ze wel monddood gemaakt.

Waar haal ik mijn levensvreugde uit?

Niet zoals voorheen uit mijn wandelingen in de natuur. Waar ik elk moment bijna omver wordt gelopen door hijgende en puffende asocialen. Niet uit het schrijven van dit blog, waar mensen zich op alle mogelijke manieren tegenaan bemoeien tegenwoordig. Ik mag dit niet vinden, ik mag dat niet schrijven. Niet uit vrienden, die ik zie noch spreek.

‘Ga ik het nog volhouden allemaal?’ vraag ik me vanmorgen af. Want ik zit aan mijn grens. Mijn lichaam is enorm achteruit gedenderd, zo zonder fysiotherapie en accupunctuur. Mijn depressie is helemaal terug van bijna niet weggeweest. Zodra ik begin te huilen is het einde zoek.

Ik krijg medelijden met mijn hondje. Een paar keer per dag wandelen en dat is het dan. Ik doe wel spelletjes, maar ik ben zelf zo moe. Te moe om te slapen. Kwakkel de nacht door. Slapeloos. Licht dommelend. Alle ME klachten worden erger. Mijn lijf staat stijf van de pijn.

Vanavond voor het eerst in tijden weer naar de fysiotherapeut. Heks vindt het doodeng. Maar er zijn behoorlijk wat maatregelen getroffen, dus het is kiezen tussen twee kwaden. Veranderen in een pijnlijke wandelende kwarktaart of Corona oplopen op de behandeltafel…..

Somberdesomber. Lekker blog is dit. Toverrecepten voor een vrolijk leven…..

Heks is alleen en koud en moe. Haar hongerige huid is aan aanraking toe. Toe aan geliefden, die om me geven. Toe aan een vervuld bestaan. Aan echt leven.

Helaas overleef ik matig in de marge. En ik mag er niet over klagen. Vooral niet over klagen. Niet klagen maar dragen.

Ga zelf maar eens vijfendertig jaar je fysiek zwaar klote voelen. Altijd. Ook als je een leuke dag hebt. Word zelf maar eens systematisch voor gek verklaard met je ingebeelde ziekte. Terwijl je doodziek bent. Raak zelf maar eens alles kwijt. En nog eens. En nog eens.

Ga zelf maar eens naar al die ongevraagde domme adviezen zitten luisteren. Laat je zelf maar eens veroordelen door mensen, die nog nooit iets hebben meegemaakt. Je kent ze wel, mensen met zo’n maakbaar leventje.

Misschien is het goed, dit gehuil. Dit gejammer. Dit er doorheen zitten.

Kom me niet aan met troostende woorden. Ik kan ze niet horen. Het zegt me echt niets.

Ik zit al vijfendertig jaar grotendeels in thuisisolatie. Een opleving hier en daar nagelaten.

‘Het komt omdat je zo negatief bent, Heks. Daardoor wordt je ziekte steeds erger. Je wilt gewoon niet beter worden. Het is een schuurpapiertje van het leven, je ziekte. Wat doe je allemaal om je klachten in stand te houden? Als je maar genoeg in engelen of weet ik wat, God, Jezus, Mozes, Maria, Waterstraal gelooft, dan genees je wel. Je moet al je trauma’s verwerken. Dan word je vanzelf beter. Het is de straf voor een ander leven. Heb je wel eens aan orthomoleculaire voedingssupplementen gedacht? In de lente is het zo weer allemaal voorbij. De zomer komt eraan. Dan zal het beter gaan……’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zeg dit soort dingen niet. Tenzij je prijs stelt op een flinke opstopper. Want liet ik me vroeger zonder morren beledigen en veroordelen, liet ik zogenaamd wijze mensen hun goddelijke gang gaan met hun spirituele wijsheden en manische geverklaar van mijn leven…… Het positivistische geweld……Ik ben er klaar mee.

Ik vraag niet veel, slechts een klein beetje.  Een flinter genade op mijn brood. En een leven voor de dood. Samen met een paar lieve mensen. Misschien wat nuttig tijdverdrijf? Iemand met wie ik verblijf? Dat is alles wat ik me kan wensen.

‘Ook anderhalve meter afstand is niet veilig…’

Anderhalve meter echt niet genoeg in geval van hijgende hardlopers/doodlopers en gekken op een racefiets.

Nieuw onderzoek: onzichtbare spuugwolkjes blijven achter in de lucht tijdens het hardlopen