
‘Hij is niet waterdicht genoeg voor deze regen,’ waarschuwt Steenvouw me, als ik haar regenjas aan trek. Het is zondagmiddag. Ik zit al een uur bij haar binnen te wachten totdat het weer droog wordt. We checken om de haverklap de diverse weer-apps. Bij de ene is het bijna weer droog, bij de ander blijft het vooralsnog pijpenstelen regenen.
De zon breekt door. Een halve minuut later gevolgd door de alweer de volgende wolkbreuk. Zuchtend blijf ik nog maar eventjes wachten. Helemaal niet erg. We hebben genoeg te bespreken…..

‘Dus jij zat midden in het rampgebied vorige week?’ Mijn vriendin is een weekje weg geweest. Lekker naar Luxemburg. Kamperen in de vrije natuur. ‘Ja, grachten graven. Deltawerken rondom mijn tent. Niet dat het veel hielp. Ik moest nog om het uur in de zeikregen mijn bed uit om het zeil, dat ik over mijn tent had gespannen leeg te kieperen……’ is haar droge commentaar.
‘We konden ook die berg, waar die camping op ligt, niet meer af, want het dal stond onder water. Alle wegen onbegaanbaar. De brug naar de overkant van de rivier niet bruikbaar. Het dorp aan de andere kant van die woeste stroom helemaal ondergelopen…….’
Uiteindelijk stapt Heks dan toch in haar scootdebiel. Het is min of meer droog. Ik ga de sprong wagen.

Ik rijd vol goede moed de straat uit, maar ik ben nog niet de hoek om of een enorme wolkbreuk doet al het wachten teniet. Binnen 3 seconden ben ik doorweekt. De regenjas blijkt inderdaad niet waterdicht. Wel loodst de jas middels een soort plasgootje liters regenwater regelrecht mijn kruis in. Binnen een minuut zit ik te soppen in een grote plas water. Lekker hoor zo’n scootmobiel. Vooral als het regent.
Tot op de draad verregend kom ik uiteindelijk thuis. Ik kruip mijn bed in. Kapot moe van allerlei schoonmaakacties hier in Huize Heks. Na een jaar bij de organisatie dringend vragen om een ervaren hulp, heb ik nog steeds geen geschikte thuiszorg gekregen. Ook nu heb ik weer iemand rondlopen, die blind is voor aangekoekt vuil, ranzige hoekjes en stofwolken.

Ze doet haar best, maar mist de broodnodige ervaring. En dan kom je er niet in de chaotische beestenbende van Huize Heks.
Ze heeft bovendien de neiging om dingen schoon te maken, die ik net een dag eerder zelf heb schoon gemaakt. Omdat ik er stomweg niet meer tegen kan, die plakkerige stofnesten overal. De aangekoekte oppervlaktes. De kalkresten op kranen en tegels.

Ook zie ik geen enkel verschil met hoe het was, als mijn hulp dan toch eens een smerig hoekje onder handen neemt. Wapperend met een stofdoekje. Niks nat afnemen met een vochtig doekje…… Het ziet er dan ook nog net zo viezig uit als daarvoor.
Ja, het is ranzig hier in mijn rommelige heksenhuisje. Heks wordt er gek van. Daarom heb ik de afgelopen week dus zelf maar gesopt. Dagenlang. Stukje bij beetje. Het knapt geweldig op, maar Heks is helemaal kapot. Ik crepeer van de pijn. Ik kan geen pap meer zeggen. Zodra ik dus zondagmiddag na thuiskomst mijn hoofd op mijn kussen leg ben ik vertrokken.

Ik slaap van 6 uur ’s middags tot middernacht. Dan ga ik de beestjes verzorgen en zelf een hapje eten. Een uitlaatronde door een slapende stad volgt. Vervolgens slaap ik weer uren en uren. Heks ligt compleet in coma.
Vandaag breng ik VikThor naar de dierenarts. Hij gaat onder het mes. Een niet ingedaalde bal wordt chirurgisch verwijderd. Altijd erg spannend, die narcose.

De hele middag wachten we op goed nieuws. Freya is opvallend rustig. Zo ken ik haar helemaal niet! Ze mist haar maatje. Ze is van slag.
Eind van de middag haal ik VikThor weer op. Alles is goed gegaan. Mijn ventje heeft nog een balletje over, gelukkig. Een grote lampenkap prijkt op zijn lieve hondenkop. Wiebelig loopt hij mee naar de auto.
In de loop van de avond krijgt hij weer eens iets te eten. En nu ligt hij met zijn kont tegen mijn been aan te slapen. Zo dicht mogelijk tegen zijn vrouwtje aan. Moe van alle avonturen. Mijn wonderhondje. Mijn grote vriend. Mijn schat.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.