
Het lukt me maar niet om te schrijven. Genoeg stof tot nadenken, genoeg waan van de dag, genoeg hersenspinsels…… Maar er een verhaal van maken? Ik begin er niet aan. Al een hele tijd niet. De moed zinkt me in de schoenen bij het idee alleen al.
Sinds ik bont en blauw ben geslagen. Sinds al mijn gewrichten uit de kom zijn geschud. Sinds de voet in mijn rug. Sinds de daarbij behorende krak. Sinds het agressieve gesnater van de toekijkende ganzen.


Ik krijg het niet opgeschreven, de ontwikkelingen na dit incident. Die ontwikkelingen zijn creepy. Er wordt ’s nachts bij me aangebeld bijvoorbeeld. Meermalen. Een keertje tot drie keer toe met tussenpozen van een kwartier. Half 5, kwart voor 5, 5 uur….. Honden blaffen. Heks klaarwakker. Politie doet geen zak.
Ongetwijfeld toeval.

Mijn computer wordt gehackt. Eerst mijn Facebook 2 keer binnen drie dagen. Iemand probeert met mijn telefoonnummer in te loggen bijvoorbeeld. Of mijn mail ligt er dagen uit. Of ik krijg een melding dat iemand op mijn Messenger probeert in te loggen…… Of ik krijg de melding dat mijn Apple ID opeens door iemand ergens voor wordt gebruikt. Of, of………
Mijn virusscanner draait overuren…..
Heel veel toeval toevallig.




De feestdagen sla ik grotendeels in mijn eentje stuk. Ik ben intussen zo murw van het altijd alleen zijn, dat het me echt niks meer kan schelen. Ik hang een kerstslinger op en steek kaarsen aan. Drink gezellig een mondkapwijntje met Steenvouw op eerste kerstdag….. Zo.
Niks aan de hand.


Maar dat is allemaal al bijna 2 maanden geleden. Nu is het februari. Het stormt aan 1 stuk door. Overal liggen omgewaaide bomen. Mijn lievelingsbeuk gaat als eerste. Haar enorme gestalte slaat een gat in het belendende pad. Een boom aan de overkant van de watering waar ze aan staat wordt verpulverd. Een boom een fietspad en een sloot verder wordt verpletterd.
Ze mist ternauwernood het dak van de voetbalvereniging, deze enorme reuzin. Wiens naam ik ken. Mijn bomenvriendin.

Een kronkelwilg in het hof verderop raakt een ledemaat kwijt. Een enorme tak ligt op het pleintje, waar ik altijd loop met de hondjes. Daaraan zitten genoeg kronkelige takken om heel Leiden van paastakken te voorzien.
En dan de klap op de vuurpijl. Een enorme boom ligt dwars over het ooievaarsnest in Zuid-West. Ik ga zoals altijd even kijken hoe het met deze magische afstammelingen van de dinosaurissen is tijdens een hondenronde.
Maar oh schrik, er ligt een joekel van een stam over de plek waar het nest zich bevindt. Vanuit een andere hoek ontdek ik restanten van het platgeslagen nest tussen de enorme brokken hout.

Waar zijn de ooievaars? Konden ze bijtijds wegkomen? Of zitten ze de storm sowieso elders uit? Hier in de steeg zag ik een duif midden in de nacht op een tak balanceren tijdens het staartje van de storm. Ik kon niet geloven dat het beestje niet werd weggeblazen. Het diertje zat er de volgende ochtend nog….

Vandaag zie ik de ooievaars. Ze zitten in het gras een stukje verderop. Ze zien er wat ontredderd uit. Hopelijk wordt er snel een nieuw nest uit de grond gestampt. Ik ben zo blij, dat ik hen zie!
Het zal je maar gebeuren dat je huis weg waait. Daar zijn mijn zorgen niets bij vergeleken…..

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.