Don’t be a poor beggar of love. Lente stottert zich op gang. Godin woont prominent in mijn lichaam. Alle mannen in Leiden en omstreken van slag. Lang leven de liefde. En heil Freya!

Het is koud. Het miezert. Het is godbetert bijna mei. Heks rijdt in haar scootermobiel richting Leidse Hout. Bomen en struiken staan plotseling in blad. Ondanks de kou en narigheid wagen ze het er op om eindelijk dan maar uit te lopen. Teer groen overal. Door dit kersverse bladerdak gefilterd licht valt op Heks. Een groengouden wonderwereld vol verwachting.

Ik ben zo blij. Mijn hart wagenwijd open. Zo gelukkig om hier te zijn. Hier en nu. Op dit moment van goddelijke gratie. Moedertje natuur in haar bruidskostuum. Overal bomen en struiken vol bloesems en bloemtrossen. De grond bedekt met uiig daslook. Fluitenkruid piept er bovenuit.

In het Hout ook bosanemoontjes. En wilde hyacinten in prachtige kleuren. Mijn beukige vriendin heeft eindelijk wat uitlopend blad in haar kruin. Stotterend komt de lente op gang. Een hele lange stotter dit jaar….

‘Don’t be a poor beggar of love,’ hoor ik de geliefde stem van sister Chan Khong opeens in mijn hoofd murmelen. Ik heb haar deze tekst oneindig vaak horen uitspreken. Het staat op een opname van een door haar gegeven ‘Deep Relaxation‘ uit 2006. Opgenomen tijdens mijn eerste bezoek aan Plumvillage. Ik heb er zo’n tienduizend keer naar geluisterd door de jaren heen….

En toch hoor ik vandaag deze tekst eigenlijk voor het eerst echt goed. Na al die jaren komt de strekking ervan echt binnen. De diepe betekenis van dit kleine onooglijke zinnetje dringt door tot in mijn tenen! Al rijdend door het Leidse Hout. In en in gelukkig met er gewoon zijn. Overstromend van liefde uit die oneindige bron binnenin. Omgeven door de Grote Moeder in al haar jeugdige schoonheid.

‘Don’t be a poor beggar of love!’

De lente komt misschien traag op gang dit voorjaar, maar de hormonen beginnen links en rechts wel degelijke te stromen. Heks wordt afgelopen week bijvoorbeeld weer achtervolgd door het oude uitgedroogde mannetje in de kerk. Zijn trillerige graaivingertjes uitgestrekt boven zijn looprek.

‘Het is geen zielig oud mannetje,’ vertel ik later aan een vriend op het koor, die zich heeft verbaasd over mijn snelle aftocht de afgelopen zondag, ’20 jaar geleden, ver voor zijn herseninfarct heeft hij me al eens op een onverwacht moment bepoteld. Die vieze overjarige antropoloog doet zijn veldwerk bij voorkeur op vrouwenlichamen….’

‘Er zijn meer klachten geweest over die man,’ beaamt mijn zangmaatje. Tuurlijk. Het is een grenzeloze smeerlap. Verpakt in het lijf van een onschuldig onooglijk sneu kereltje.

Heks heeft ook sjans van onbezonnen jongemannen en een incidentele vijftiger in de sauna. Ik ben daar kind aan huis momenteel om een aantal beperkt geldige vouchers soldaat te maken. Ook hier hobbelen diverse exemplaren achter me aan. Jong en dom, oud en getrouwd, middelbaar en raar. Gelukkig gedragen ze zich allemaal voorbeeldig. Geen gegrabbel en gegraai.

Niks aan de hand dus. Behalve dan bij ‘Slurfje’. Een klein onooglijk miezerig mannetje met een stevig wormvormig aanhangsel. Hij staat de godganse middag vanachter zijn beslagen brilletje rond te gluren met zijn garnaal fier vooruit gestoken. Badjas nog nooit van gehoord. Overal struikel ik over die man. Aanvankelijk moet ik er om lachen. Maar uiteindelijk ergert Heks zich toch rot aan die koekeloerder.

‘Ik bulk blijkbaar van de Freya-energie’ schrijf ik aan mijn heksen coven, waarmee ik online een opleiding volg, ‘Ik krijg allemaal kerels achter me aan, die zin hebben in een gruizig avontuurtje. Alleen in mijn scootmobiel ben ik veilig, want dat ding werkt als een doeltreffend voorbehoedsmiddel….’

‘Don’t be a poor beggar of love,’ in een andere opname zegt ze ‘Don’t be a poor beggar of happiness.’ Deze oude non heeft het goed begrepen. Je hoeft geluk niet na te jagen. Je hoeft niet te bedelen om liefde.

Geluk en liefde zijn er gewoon, hier en nu. Altijd. We kunnen er misschien niet altijd bij, gepreoccupeerd als we zijn met wat ons obsedeert, nekt en kapot maakt. Maar zodra je je gewicht verplaatst, zodra de schellen van je ogen vallen, zodra je weer hier en nu bent…..

Zoals ik nu. Op deze druildag. In dit heerlijke bos.

Je geluk aan anderen ophangen is nooit aan te raden. Bedelen om hun liefde en aandacht is een slecht idee. Het werkt ook niet. Je komt er geen stap verder mee. En het maakt je kwetsbaar, afhankelijk.

Wat niet wil zeggen, dat je geen geluk en liefde kunt delen. Delen is vermenigvuldigen in deze. Vind ik een heel goed idee. Ik doe mee. Graag zelfs.

Heks realiseert zich opeens, dat ze het grootste deel van haar leven heeft lopen bedelen om liefde. Ik heb me in duizend bochten gewrongen, opdat mijn medemensen van me zouden houden. Ik heb lopen pleasen, me voor mijn medemens ingezet, alles uit de kast gehaald… En nooit was het genoeg.

Sterker nog, het heeft nooit het beoogde effect gesorteerd. Eerder het tegenovergestelde.

Natuurlijk ligt er een diep trauma aan dit gedrag ten grondslag. Ik word me er bewust van door een televisieprogramma. Hierin wordt een gezin met een zwaar gehandicapt kind van 13 geholpen met het verbouwen van hun huis. De hele stad doet mee. Iedereen steekt de handen uit de mouwen.

‘Ja, wij willen zo graag dat ons broertje thuis kan blijven wonen,’ zeggen de oudere broers van het kind. ‘We hebben er alles voor over om ons kind hier in ons gezin te houden,’ roepen de ouders van het joch in koor. Dit raakt me diep.

Toen Heks die leeftijd had, waren mijn ouders bezig om me uit huis te plaatsen. Niet omdat ik vervelend was of lastig. Ik was namelijk een enorm braaf Hendriakaatje. Teruggetrokken op mezelf, dat wel. Mijn moeder beweerde er destijds van alles over. Heks zou het gezin ‘tiranniseren met haar hoofdpijn’.

Ja, die hoofdpijn klopt. Ik had altijd stampende pijn in mijn knar als kind. Ik kreeg er medicatie tegen. Valium. Werd ik nog rustiger van. Op mijn veertiende ben ik daarvan onder begeleiding afgekickt.

Uit betrouwbare bron heb ik 20 jaar later vernomen hoe de vork echt in de steel zat:. Mijn ‘moeilijke’ hardhandige vader gaf Heks de schuld van alles wat niet goed was in ons disfunctionele gezin. Dus Heks moest weg: Probleem opgelost! Mijn moeder ging direct akkoord.

Maar de man zelf was het probleem volgens de experts, die me hielpen afkicken. Helaas wilde mijn vader er niet van horen. Het was allemaal Heks’ schuld. Alles. Weg met dat kind.

Ik hield overigens veel van deze mensen. Heel erg veel. En nog steeds. Erg aardig vind ik hen echter niet meer. En dat geldt voor meer familieleden.

Ik heb de uithuisplaatsing kunnen voorkomen door jarenlang van de radar te verdwijnen. Als een schim heb ik de rest van mijn pubertijd thuis uitgezeten. Het heeft me ook iets gebracht: Ik kan onzichtbaar worden, zo voor je ogen. Heb ik geen tovermantel voor nodig.

‘Don’t be a poor beggar of love.’ Nee, ik bedel niet langer om liefde. Ik lief mijzelf. Heel veel.

En: Ik lief de Godin in me. Ze danst in mijn stappen. Ze strekt zich uit in mijn lange lijf. Haar sexy geur omhult me. Haar glimlach krult verleidelijk om mijn mond. Ze gaat met me mee naar de sauna. Haar vitaliteit beschermt me tegen uitgedroogde mannetjes. Ze vervult me met liefde en schoonheid. Ze maakt me heel. Heil Freya!

Zo neem ik afscheid van Vanaheim, zo neem ik afscheid van Vanaheim, bij maneschijn en ochtenddauw…..Nee, nee, ik wil geen afscheid nemen van mijn veilige vrijer. Mijn vrije Freyr! Zijn goud gemarmerde armen altijd om me heen!

FREYR

Groot Geschapen FREYR

Een astrale reis, die in mijn geheugen gegrift staat, is mijn reis naar Vanaheim. Of beter gezegd, mijn serie reisjes naar het land der Wanen. De oeroude vruchtbaarheidsgoden. Ik voel me er zo thuis! Ik ben vanouds zo verbonden met deze wereld! Ik heb de Grote Vruchtbare Barende Moeder al zovele levens gediend.

Ik heb er zelfs vaak herinneringen aan gehad in dit leven. Dwars door al het kwaadaardige Calvinistische geleuter over zondige seks van mijn christelijke opvoeding heen. Mijn ouders vielen overigens enorm mee. Die hielden wel van een gezond potje vrijen. Maar die vreselijke dubbele seksuele moraal van tegenwoordig heeft me vaak genekt.

Seksualiteit is voor mij altijd heilig geweest. Een manier om het goddelijke te vieren in je lijf.

Ja, ik ben helaas ook vaak volkomen verkeerd begrepen door geliefden en vrienden. De hele maatschappij eigenlijk. Mijn ideeën staan ver af van wat tegenwoordig gangbaar is op seksueel gebied.

FREYR

Zeer groot geschapen FREYR

Slutshaming is mijn deel geweest, omdat ik open en eerlijk over mijn eigen lijf heb willen beschikken. Ik ben ook gepakt, besprongen en genaaid door figuren, die deze houding stomweg niet pikten. Mannen zowel als vrouwen. Letterlijk en figuurlijk.

Erg gelukkig ben ik niet geweest in de liefde. Foute kerels lopen als een rode draad door mijn bestaan. Zelfs de goede kerels gedroegen zich bij Heks regelmatig abominabel. En fijne seks is ook alweer zo lang geleden.

Heilige geilige seks. Ik heb het wel degenlijk meegemaakt! Goddank. Ik weet hoe het voelt. Voor minder doe ik het gewoon niet.

Dus sexy Vanaheim knalde enorm naar binnen bij me. De Godin Freya en haar lekkere broer. In Vanaheim ben je als vrouw nooit een hoer. Welnee, hier zijn wij geilige dames nog priesteressen. En we geven levenslessen. Sekslessen ook.

FREYR

FREYR

Seksualiteit is een heilig gebeuren. En een feestje. Geen zonde, waarvoor je linea recta naar de hel gaat. Geen enkele reden om de kat in het donker te knijpen in Vanaheim. Nee, seksualiteit mag hier zijn, volledig vrij zijn.

Maar het begon allemaal niet zo gemakkelijk. Bij mijn eerste bezoek zag ik Freyr en Freya. En direct werd een diep verdriet in me aangeraakt. Onwaardig om hier te komen, in dit land van vruchtbaarheid. Van lekkere gezellige seks. Twee thema’s in mijn leven, waarop ik enorm onderuit ben gegaan. 

Pas een paar dagen later lukt het me om terug te gaan.

FREYR

FREYR

Ik ontmoet Freyer. Oh, wat ben ik verliefd op hem. Hij voelt zo heerlijk! Heks gloeit ervan:

‘Vanmiddag kwam Freyr. Ik was al gewaarschuwd. Lonkende mannen overal op straat. Een wildvreemde aanbidder, onlangs, gewoon in een parkje. Gebronst en bronstig. Met een leuke hond.

Veilige Freyr. Geilige Freyr. Krijg ik weer een vrijer? Net nu ik uitbehandeld ben? Je zult het altijd zien!

Freyr komt op bezoek in mijn boomhutje met puntmuts. Hij past er niet in. Ik zit zachtjes te trommelen. Rustig en regelmatig wandelt geluid over vel. In mijn hart, in de boom, in Vanaheim. Freyr groot en overweldigend en aanwezig. Zeer aanwezig. Boomhut barst bijna uit voegen. Mijn drum hapert en klopt. Slaat slag over. Op hol. Probeer ritme te vinden, gaat alle kanten op.

Dan lopen we door velden. Ik zie ons gaan, terwijl de drum vertelt hoe en wat. Door bossen zwerven we nu. Op weg naar een heilige plek. 

FREYR

FREYR

Freyr aan mijn zijde. Hij neemt behapbare proporties aan. Ik voel zijn veld in me doordringen. Mijn hersenspinsels ’Mag dat allemaal wel? Stoor ik niemand voor het hoofd? Strookt dit met mijn strenge ethische principes?’ komt me op hilariteit alom te staan. Heel Vanaheim lacht. Schudt van de pret. Een God in je bed. Ja, daar moet je bij de gemiddelde Christen niet mee aankomen. Blijk ik toch nog naweeën te hebben van mijn Calvinistische opvoeding….

Vlak voordat ik voor het eerst naar Vanaheim afreis, begeeft de thermostaat van mijn waterbed het. Dagenlang lig ik in een ijskoud en vochtig bed te creperen, voordat ik doorheb wat er loos is. Dan arriveert de nieuwe thermostaat. Ik zet em extra hoog, ondanks het mooie weer. Zo binnen, zo buiten, zo boven, zo onder: Mijn bed is niet meer koud en kil. En ik mag voelen wat ik wil.

Yggdrasill

Yggdrasill

De laatste dagen in Vanaheim leer ik de andere kant van Freya kennen. Haar broer, haar keerzijde, haar tegenpool. Langzaam komt vertrouwen terug in tegendeel, in geheel; Dit bestaat niet zonder dat…. 

Vanaheim daalt in mijn innerlijk landschap. Doordrenkt mijn gebied met haar energie. In het landschap van mijn hart verrijst een eenvoudige vruchtbaarheidstempel en een fallische poort.  

‘Freyr zag 1 van zijn dochters terugkeren….’ schrijft mijn juf me, naar aanleiding van mijn avonturen. Ja, zo voelde het. Thuiskomen bij de Godin. Bij haar grote broer ook vooral. Heerlijk, heerlijk.

Freyr is in mijn hart komen wonen. Ik voel regelmatig hoe zijn goud gemarmerde armen om me heen worden geslagen. Zijn zoete adem stokt in mijn hals. Vredig. Veilig. En toch niet saai. Never. Nooit.

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Mijn manen wapperend

paardengedraaf

Door velden

bossen

 

Draven gestaag

 

Eenhoorn?

Check!

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Ik zit in boomhut

boomhoed

Heksendekselse

droomhut

 

Tommelderommel

Roffelt de trommel

de rommel

de oude zooi

 

Wijd weg

 

Trommelt tot leven

iets nieuws

 

Even

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Herinneringen

Herinnerdingen

 

Tempel en altaar

Ik was daar

 

Godin op troon

Heel gewoon

 

Vlegelvriend en heiligdom

Ik maalde er om

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Heilige Freyr

Veilige, geilige

stellige, steevaste,

vrijende vrijer

 

Je zegt geen nee

tegen een God.

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Groene vrouw

Godin

Levensstroom

Huis en haard

in heiligdom

 

Rusten

 

Keer weer

Keer weer

 

Intussen:

Al vele malen weergekeerd

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Groen neemt me mee naar de kust en

 

Daar is diep

daar is diep

 

Dan door de velden

loop ik naar huis

 

Velden en velen

Schelden en schelen

 

Mijn scheve blik

Net naast de werkelijkheid

Daar waar jij woont

In takken van bomen

 

Waar waant de wereld zich

een weg…..

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Zo neem ik afscheid bij manenschijn,

bij avondrood en ochtenddauw

 

Telkens opnieuw

Telkens opnieuw

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanahei

 

Vanaheim

hou van jou….