Magie, hihihi. Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet. Heks rent rammelend rinkelend rond. Met 1 zwarte kat en tweemaal hond. Elfjes, godjes, boombombasten, watergodin. In spin, de bocht gaat in!!!

‘Wat hoor ik nu?’ zegt mijn huisarts gisteren, als ik mijn jas uittrek. Verrukt staart ze vervolgens naar mijn pols. Daar komt dat geluid vandaan. Duizend kleine elfjes dansen daar in zilveren tonen.

Op de bevrijdingsbraderie staat elk jaar mijn Afghaanse stenenman. Een heel lekker stuk van een vent met veel humor, die goed over de randen van de middenwereld kan kijken. Ik kom al zo lang bij hem. Hij heeft altijd iets bijzonders voor me. Zo ook deze keer. 

Een paar enorme zilveren kralen, een paar prachtige stukken stokoude ruwe koraal,  een ring met een opaal ter vervanging van mijn ‘trouwring’. (Ben met mezelf getrouwd bijna 15 jaar geleden en vorig jaar verloor ik de opaal uit mijn ring).  En nog wat kleine zilveren dingetjes.

En ook: Een bedelarmband met enorme bedels. Ze rinkelen vrolijk om mijn pols bij elke stap. Elke beweging. Vannacht tijdens mijn laatste hondenronde rinkel ik voor mijn dierbare brongodin bij de rioolput voor de Schouwburg.

Ik rinkel voor de Prunus, die haar roze pracht op mijn knalgele autootje heeft gedeponeerd. Steeds als ik weg rijd vliegt er een roze sluier van liefde achter me aan door de lucht! 

Ik rinkel langs mijn vriend de Plataan. Op zijn laagste tak zit Pleingodje te schreeuwen van verrukking bij het horen van dit magische geluid. Over het pleintje achter het hof gaat het. 

Ik rinkel voor de tweeslachtige slakken met hun woeste nachtelijke orgieën. Ik rinkel voor de kronkelwilg en de kleine bomen met de grote bladeren. Ik rinkel voor de laatbloeiende ribes.

Dan loop ik richting Boerhaave museum. Daar staat mijn andere boomvriend, volgens mij een elsachtige. Zijn bladeren glimmen me tegemoet. ‘Rinkeldekinkel,’ groet ik hem terug. Deze halfwassen boom. ‘Wat word je toch groot,’ zijn kruin bijna boven het belendende pand uit. 

Dan rinkel ik richting Vrouwenkerkplein. Maanlicht strijkt over de restanten van de oude Onze Lieve Vrouwenkerk uit de 14e eeuw. Waar later de Pelgrim Fathers hun veilige haven vonden, voordat ze naar Amerika vertrokken. 

Mijn hondjes springen op de ruïne en rennen over de muurresten naar boven. De bomen rondom het plein, de zes respectabele zusters, zes oude knotplatanen, schudden hun wijze kruin. Daar is ze weer met haar hondjes. En die zwarte kat is er ook weer bij. 

‘Zij heeft ‘les six frères’ bezocht,’  fluisteren ze voor de zoveelste keer opgewonden onder elkaar. En het is waar. Ik ben ooit een berg op geklommen om een enorme eeuwenoude boom te bezoeken. Met zes enorme stammen. 

Ja, bomen zijn enorme kletskousen. Ze vangen alles op in hun bevroren wandelgangen. ‘Jullie hebben gelijk,’ sis ik terug naar de zusters. Ik rinkel nog eens extra met mijn armband. Dat vinden ze leuk. 

Nog 1 steegje door en ik ben thuis. Met mijn nieuwe praktische ratel. Want: altijd bij de hand. Letterlijk. En hij ziet er nog leuk uit ook! 1 bedeltje is echt heel bijzonder. Het is het paard van Troye. Je kunt een openmaken. Dan zie je de verstopte manschappen er in zitten!

Niet veel later poets ik mijn tanden. Moe, moe, moe. Oh, zo moe.

‘Jij kunt wat ik ook kan, Heks,’ hoor ik opnieuw de stem van de paragnost in mijn hoofd, ‘Maar jij kunt daarbij ook genezen. Met je handen. Dat moet je weer gaan doen…… En laat al die mensen, die steeds met hun problemen bij je komen, daar maar voor betalen.’

Mijn gouden handjes. Weer laten wapperen. ‘Maar, maar, pruttelpruttel,’ Heks heeft geen zak zin om weer een praktijk voor paranormaal genezen te openen. Zo’n gedoe. Vooral de boekhouding. Mij niet gezien. Mijn belastingaangifte is al zo onoverzichtelijk.

Ook heb ik het geld helemaal niet nodig.

Voor een goed doel dan? Mensen behandelen op afstand, werkt vaak beter ook nog…. En hen dan een bedrag laten storten naar een doel naar keuze? Naar mijn keuze?

Ik realiseer me opeens, dat ik wel eens enorm op kan knappen, als ik weer midden in die grote stroom van liefdevolle energie ga staan.

De tekens aan de wand. Uitspringende lantarenpalen all over de place als ik langs rijd in mijn scootmobiel. Vooral hier in de straat. Voor mijn buitendeur is het wekenlang aardedonker. De lamp in het trappenhuis springt ook al kapot. Ik doe op de tast mijn voordeur open.

Net als vroeger. Lang, lang geleden. Voordat ik mijn energie ging kanaliseren.

Een nieuwe fase in de verbinding met mijn ziel. Met mijn nieuwe trouwring voor mijn innerlijk huwelijk. De heilige eed aan mezelf hernieuwd.

Mijn therapeut, die in tranen uitbarst tijdens een sessie. Die ik overigens aan haar heb moeten betalen…. Maar toch. Zelfs zij kwam met haar problemen bij mij.

Een paar weken geleden heb ik een nachtmerrie over mijn voormalige therapeut. Heel indringend. Haar gejammer en gehuil. Wat wilde die droom me vertellen?

Tekens aan de wand. Op mijn pad. In mijn dromen. Rond mijn hand.

Komende zaterdag bezoek ik zo’n goed doel. Ze doen fantastisch werk in Afrika en ik sponsor een kind bij hen. Schijtchristelijk, dat wel. Dus niet echt een club om mijn ‘toverkunstjes’ openlijk te vertonen. Maar geld doneren kan natuurlijk altijd.

Wat maakt het uit, waar de genezende energie in mijn handen vandaan komt? Waar ik mijn informatie vandaan haal? Hoe de bron wordt genoemd? Of de Godin soms ook een man is bij tijd en wijle? Een vruchtbaarheidsgod bijvoorbeeld? Met een goddelijke piemel?

Mij persoonlijk kan het niks schelen. Alleen maar leuk al die uitingen van het goddelijke. Vooral ook die vruchtbaarheidsgod……. ‘Onderzoek alle dingen en behoud het goede.’ De misogyne evangelist Paulus zei het al.

‘Gewoon weer je praktijkje openen, laat mensen maar betalen als ze met hun zootje bij je komen. Meer spirituele mensen zoals jijzelf om je heen en laat al die zuigers maar de tering krijgen. Nooit niks meer uitleggen. Jezelf nooit meer verdedigen. Of jij je informatie nu krijgt van God, Jezus, een elfje, een kabouter of een TROL! Het interesseert niemand ene reet. Als ze die informatie maar krijgen….. Gewoon mensen helpen, maar niet meer voor niks. Komt het allemaal goed met jou!’’

‘Een Hungry Ghost kan niet teveel liefde en aandacht tegelijk verstouwen. Hun keelgat is zo groot als een naald. Daar moet je rekening mee houden, Heks,’ zeg ik tegen mezelf, ‘Niet dezelfde fouten maken als in het verleden…..’ Vanavond houdt Heks een ‘Bardo ritueel’ met mijn Maudgalyayana Family voor mijn overleden vriendin ‘zuster Orchidee’. Het is een prachtige avond. Ontroerend en troostend.

Zondag zit ik lekker te knippen en te plakken. Ik heb een lange brief geschreven aan het kind, dat ik sinds kort sponsor. ‘Schrijf over herkenbare dingen, zoals de kerk, of je kinderen. Of je dieren, je hobby’s…… stuur foto’s mee, daar zijn de kids gek op.’

‘Schrijf niet over je grote huis of auto. Ga niet vragen, wat het kind graag cadeau wil hebben. Schrijf geen adresgegevens op de brief, want in verkeerde handen kan dat veel ellende opleveren…’ staat er in de brief van de organisatie.

Dus Heks schrijft over haar hondjes en mijn kerk. Over onze gemeenschappelijke hobby: Zingen. Ik stop de brief in een grote envelop, stop er een schriftje bij in de vorm van een kat, gooi er wat confetti en wat leuke kaartjes bij.

Tot slot versier ik de envelop met plaatjes en foto’s. Zoals ik eigenlijk altijd doe met de post, die ik verstuur. Menigeen heeft ooit zo’n volgeplakt magisch epistel van me ontvangen.

’s Nachts kan ik niet slapen. Het voelt niet goed om dit epistel zo op de post te gooien, maar ik kan er de vinger niet op leggen. Overkill. Dat is het woord, dat in me opkomt. Ik ken dat meisje niet en zij kent mij al helemaal niet.

Voor haar ben ik een vreemde oude vrouw, die uit het blinde niks haar gaat lopen sponsoren. Ik ga die brief niet op de bus doen in elk geval. Morgen maar eens met Rozenhart overleggen. Die heeft altijd een heldere kijk op dingen.

Vandaag lees ik de brief aan mijn steun en toeverlaat Rozenhart voor. ‘Het is wel een erg lange brief, Heks, met heel veel informatie. Het meisje zou daardoor het idee kunnen krijgen, dat ze minstens zo’n lang epistel terug moet gaan sturen. Ik zou de brief enorm inkorten. Een paar onderwerpen bespreken en het daarbij laten…’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Ook moet je je realiseren, dat haar sponsoren een gevoel van in de schuld staan creëert. Als daar dan nog zo’n brief overheen komt, wordt het misschien een beetje veel….’

‘Hungry Ghost!’ roep ik opeens. Rozenhart kijkt verbluft, in haar vriendelijk gezicht op het beeldscherm van mijn telefoon vliegen de wenkbrauwen omhoog. ‘Een Hungry Ghost?’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Mijn leermeester Thich Nhat Hanh heeft daar ooit les over gegeven. Hungry Ghosts zijn mensen met enorme honger, met een hele grote lege maag, maar een piepklein keelgat. Zo klein als een naald! Daar kan maar heel weinig doorheen. Je moet je liefde en aandacht enorm doseren, anders kunnen ze het niet opnemen. Het zijn vaak mensen, die het heel moeilijk hebben gehad als kind…. En dat geldt absoluut voor dit meisje……’

‘Dit is overigens iets, waarmee ik in het verleden regelmatig de mist in ben gegaan met mijn goede bedoelingen. Ik wil het deze keer goed doen. Je hebt gelijk. Ik ga de brief dramatisch inkorten. Ik stuur em per mail, dat behoedt me voor allerlei overkill op de envelop. Die mooie envelop bewaar ik wel voor later. Eventueel. Als we elkaar een beetje kennen.’

‘Ik wil dat ze zich prettig voelt bij de sponsoring. Ze hoeft geen lange brieven te schrijven. Of geweldig op school te presteren. Er hoeft niets voor terug te komen. Doseren, doseren, doseren.’

Ja, doseren. Daar ben ik niet zo goed in. Ik loop altijd te hard van stapel. Superenthousiast als ik ben van nature. Ik kom om in mijn eigen goede bedoelingen, maar schiet daarmee mijn doel dan voorbij. Ei ei. In het kader van we doen het allemaal eens een beetje anders, gaat ook in dit geval het roer om. Rombom.

Vanavond zit ik met mijn internationale Plumvillage Maudgalyayana Family online in een ZOOMsessie. Het is de 49e sterfdag van mijn vriendin de non. Zij was de facilitator van onze familie tijdens de laatste retraite. Zij heeft deze familie aaneen gesmeed…..

We gaan een Boeddhistisch overgangsritueel doen, Bardo, speciaal voor haar.

Ik zit voor mijn computer, maar heb geen link ontvangen. ‘Heks, waar blijf je? Zonder jou kunnen we niet beginnen!’ komt er een berichtje binnen via Messenger. Goddank krijg ik net op tijd toch een link toegestuurd. Even later zit ik tussen mijn dierbaren online. Zo fijn!

‘Kijk, lieve schatten, ik heb een rouwkaart gekregen van de zus van zuster Lan,’ Heks houdt de kaart voor haar camera. ‘Wat prachtig,’ roepen mijn familieleden, ‘Oh Heks, hoe ben je met haar in contact gekomen?’

Ik vertel snel het magische verhaal. Hoe de zus me via mijn toverheksenblog op het spoor kwam.

Even later beginnen we met het ritueel. Onze familieleden in Israël zijn allebei Dharmateachers. Zij begeleiden het geheel. Eerst gaan we een tijd in stilte met elkaar mediteren.

Daarna lezen we om de beurt teksten voor uit het boek ‘Chants of the Heart’. Een Nederlands familielid zingt de hartsutra. Die prachtige filosofische, diepzinnige tekst. In het Nederlands natuurlijk, speciaal voor zuster Lan. Heks leest ook een tekst voor. We mediteren weer een tijd…..

Daarna gaan we uitwisselen, wat zuster Lan voor ieder van ons heeft betekent. Heks kan eerst nauwelijks praten. Ik ben veranderd in een enorme snottebel. Ik veeg de ergste nattigheid van mijn gezicht en vertel dan aan mijn familieleden, hoe zuster Lan hier onlangs op bezoek kwam en wierookkegeltjes van de houder begon te meppen. Ze liggen in een deuk.

‘Ze heeft ook zitten spoken met het rouwkaartje, dat haar zus naar me toe had gestuurd. Een dag later lag het weer bij haar zus in de brievenbus! Terwijl mijn adres er op stond! Geintje!!!’ Uiteindelijk heeft haar zus het geheel toen maar in een tweede envelop gedaan en opnieuw opgestuurd. Deze keer kwam het aan.

‘Heks, zing dat liedje van ja zuster, nee zuster voor ons,’ roept een Nederlands familielid. Zij weet, dat ik dat vaak met zuster Lan in de auto zat te zingen. De rest kijkt verbaasd. Een liedje over zusters? ‘Niet met de deuren slaan, ja zuster, nee zuster,’ galm ik even later.

Zoals altijd word ik er vrolijk van. Zuster Lan zingt mee in mijn geestesoor. De Maudgalyayana Family zit enthousiast mee te bewegen, terwijl ik mijn lied van gebaren voorzie.

Dan is ons uurtje alweer voorbij. We zingen gezamenlijk het prachtige lied ‘No Coming, No Going. No After, No Before’ van Thich Nhat Hanh tot besluit. ‘I hold you close to me, I release you to be so free….’ Mijn keel knijpt dicht. Weer een tranenvloed, want hoewel ik blij ben voor mijn vriendin, ze is op een goede plek nu, doet het zoveel pijn, haar laten gaan…….’Because I am in you and you are in me…’

De rest van de avond ben ik aangeslagen. Rouwen is echt een heel proces. Soms verdwijnt de pijn naar de achtergrond. Dan opeens ligt je gevoelsleven bloot als een open wond. Rauwe rouw. De tijd heelt alle wonden lijkt dan nergens op te slaan.

Toch heeft dit gezamenlijk rouwen me erg goed gedaan. Al die levens, die door mijn geliefde vriendin zijn aangeraakt. Al die mensen, die van haar houden. Voor wie ze zoveel betekend heeft….

‘Heks, als ze weer gaat spoken, moet je het ons laten weten, hoor,’ roepen mijn familieleden bij het afscheid. ‘Als ze de boel hier weer door de kamer gaat smijten, zijn jullie de eersten, die het horen!’ grap ik terug.

Eindeloos zitten we nog naar elkaar te zwaaien. Kushandjes vliegen door de lucht. Naar de Verenigde Staten, naar Israël, naar de Achterhoek, naar Utrecht…… Dag, dag, dag, lieve schatten! Tot over twee maanden!!!!!

Mijn huis staat vol orchideeën, op mijn altaar staan koeienhoorns. Schat, je woont in mijn hart.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Hartsoetra
Het Inzicht dat Ons naar de Andere Oever brengt

Avalokiteśvara,
diepgaand mediterend
met het inzicht dat ons naar de andere oever brengt, ontdekte plotseling
dat alle vijf skandhas op gelijke wijze leeg zijn.
Door dit inzicht overwon hij al het lijden.

Bel 1x

Luister Śāriputra,
dit lichaam is leegte,
leegte is dit lichaam.
Dit lichaam is niet anders dan leegte.
Leegte is niet anders dan dit lichaam.
Dit geldt ook voor gevoelens, waarnemingen, mentale formaties en bewustzijn.

Bel 1x

Luister Śāriputra,
alle verschijnselen worden gekenmerkt door leegte; hun ware natuur is geen geboorte, geen dood, geen zijn, geen niet-zijn;
ze zijn rein, noch onrein,
en nemen toe noch af.

Daarom zijn lichaam, gevoelens, waarnemingen, mentale formaties en bewustzijn
leeg van een afzonderlijk zelf.

Ook de achttien werelden van verschijnselen:

de zes zintuigen, de zes zintuigobjecten en de zes bewustzijnen zijn leeg van een afzonderlijk zelf.

Ook de twaalf schakels van onderling afhankelijk ontstaan en hun einde
zijn leeg van een afzonderlijk zelf.

Lijden, de oorzaken van lijden,
het einde van lijden, het pad,
inzicht en realisatie
zijn leeg van een afzonderlijk zelf.
Wie dit kan zien hoeft niets meer te bereiken.

Bodhisattva’s die oefenen met het inzicht dat ons naar de andere oever brengt kennen geen belemmeringen in hun geest.
Vrij van belemmeringen kennen zij geen angst,
vernietigen zij alle verkeerde waarnemingen

en realiseren volmaakt Nirvāna.

Door de beoefening van het inzicht dat ons naar de andere oever brengt, kunnen alle Boeddha’s in het verleden, heden en de toekomst, authentieke en volmaakte verlichting bereiken.

Bel 1x

Weet daarom Śāriputra,
dat het inzicht dat ons naar de andere oever brengt een grootse mantra is,
de meest verhelderende mantra,
de hoogste mantra,
de ongeëvenaarde mantra,
de ware wijsheid die in staat is
aan alle vormen van lijden een einde te maken.

Laten we daarom het inzicht dat ons naar de andere oever brengt eren en deze mantra verkondigen:

“Gate, gate, pāragate, pārasaṃgate, bodhi svāhā!” “Gate, gate, pāragate, pārasaṃgate, bodhi svāhā!”

“Gate, gate, pāragate, pārasaṃgate, bodhi svāhā!” Bel 2x

Laatste versie Thich Nhat Hanh (2014) en br. Phap Xa 2015 (Nederlandse vertaling)

Maan, maan, maanzieke maan. Waar komt die blauwe Orb nou vandaan? is het Elf zelf? Mijn vriend de elf? Levend in een wereld, hier ver vandaan…. maar ook zo dichtbij. Heks is zo blij, ei, ei, ei! Vandaag is mijn hele humeur naar de maan!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Vanmorgen schrik ik wakker midden in een droom. Ik ren naar de voordeur, want ik ben ergens wakker van geworden. Pas als ik de deur open doe, realiseer ik me, dat de hondjes helemaal niet zijn aangeslagen. Huh?

Geen bel dus.

Ik strompel terug naar bed, want ik wil mijn droom weer oppakken. Ik zag een neef van me voorbijrijden en hij zwaaide naar me. Helemaal geen lievelingsneef ofzo. Ik denk echt nooit aan die man.

Nou ja zeg, herinner ik me een keer een droom, gaat het helemaal nergens over.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik gooi me nog een keertje op mijn linkerzij. En dan op mijn rechterzij. ‘Ga er maar uit, mythische vogel,’ zeg ik tegen mezelf, ‘Dit wordt niks meer.’

Ik ben in een goede bui. Het zonnetje schijnt. Ik ga maar eens stevig aan de koffie.

Wat koffie en pijnstilling verder is het tijd voor de hondjes. Mopperig sjouw ik mijn pup de trap af. Ze stikt van de energie en sjort aan de riem, dat het een lieve lust is. Mijn lijf vindt het geen lieve lust. Helemaal geen lust zelfs, maar een last. Een loden last verpakt in een schattig klein hondje.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

We gaan lekker met de scootmobiel. Ik ben afgelopen weekend achteruit tegen de deur van de berging aangereden, het onding zwaaide opeens open door de wind. De slakkenknop op de onvolprezen mobiel doet zijn naam geen eer aan. Het apparaat rijdt nog steeds vrij hard achteruit, ook als die knop ingedrukt is.

Zo kon ik niet op tijd stoppen en knalde vol op de openstaande deur. Krak. De kunststof behuizing van de motor was direct kapot. Goddank doet het apparaat het nog steeds…..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik doe de bergingsdeur open, althans, dat probeer ik. Het slot opent heel zwaar. En wat raar, mijn sleutel ziet er opeens zo vreemd uit! En ja hoor, nu is het slot van de berging ook nog eens kapot. Door de zo ontstane druk op de sleutel is deze verzwakt. Hij kan elk moment doormidden breken…..

Het slot is niet ontwricht door de slakkenknop. Nee, er heeft een onverlaat met een koevoet tussen de deur staan porrelen. Hetzelfde stuk ongeluk, dat het algemene begingshok onlangs van zijn deur heeft beroofd. Al weken staat die deur levensgevaarlijk los in de gang. Tot hij vorige week plotseling omver lazerde, bijna bovenop mijn pup. Freya kon nog net opzij springen.

Ze had de klap niet overleefd….

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Verschillende telefoontjes naar Portaal hebben geen effect. Dat er hier in het portiek, naast een pup, ook nog een kind woont, dat die deur op zijn kop kan krijgen, interesseert de woningbouwvereniging geen een bal.

‘Hang er maar een briefje aan,’ mispels een mispunt van een medewerker in de week voor kerst. Nadat ik voor de zoveelste keer over die deur heb gebeld. Ja, Heks woont in een junkenportiek. Lichten kapot, deuren kapot, overal stof en vuil….. Maar we betalen evenzogoed de hoofdprijs.

Even later scheur ik met de hondjes de deur uit. Maar ik ben ook weer direct uitgescheurd. De steeg staat vol vrachtwagens en een incidentele personenauto. Guido Weijers is bezig zijn oudejaarsconference op te nemen in de Schouwburg. En daar is een hele entourage bij betrokken. Mopperig sla ik af een steeg in. Omrijden, ik haat het.

Mopperdemoper. Meuhmeuh. Ja, het humeur daalt met rasse schreden. Er is weinig voor nodig merk ik. Zal wel door die vreselijk kerst komen. ‘Je zit echt teveel alleen, Heks. Je moet toch….’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ja, wat? Welke list kan ik nu weer eens verzinnen? Nog een pup er bij? Of een papagaai?

Dan ben ik via een omweggetje bijna bij het einde van de steeg aangeland. Daar staat een gozer midden op straat geparkeerd met zijn asobak. In de deur van de bijkeuken van het Griekse restaurant staat een kok in hemdsmouwen te oreren. Schort voor. Peuk aan zijn lip. ‘Mag ik er even langs?’

De heren kijken zeer verstoord. Ja, sta je lekker midden op straat geparkeerd komt er zo’n zeikwijf aan in een scootmobiel. ‘Je kan er toch wel langs,’ meesmuilt de kok. Die ik intussen al graag een klap wil verkopen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ja, ik kan er in principe langs. Als ik eerst mijn honden naar huis breng, want met een hond naast de scootmobiel ben ik sowieso te breed. Vervolgens moet ik ook het lef hebben om met gevaar voor eigen leven een rare afvoerputkuil in het wegdek te nemen. Met mijn wankele vervoersmiddel.

De pratende eikels laten me eerst gewoon staan. De man in de auto verdomd het gewoon om zijn auto een beetje aan de kant te zetten. Ik vraag het een paar keer vriendelijk. Pas als ik ga schreeuwen komt er schot in de zaak.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

En oh, wat vinden ze het weer overdreven, dat ik nijdig word. De man in de auto begint een verhaal over positieve kerstgedachten. Hem wil ik nu ook slaan. Wat mankeert die gasten? Waarom gaan ze niet gewoon een klein stukje opzij? Rot op met je kerstgedachten. Ik wil kerstDADEN zien. Maar daar hebben die onnozelaars nog nooit van gehoord.

Zo ben ik dus binnen een paar honderd meter volledig verchargijnd. Van een zoete aardappel gemuteerd in een azijnpisser. ‘Ga zitten,’ sis ik tegen mijn pup, onderweg naar een parkje. Dat gaat weer lekker zo, Heks. Ik besluit om op mijn gemak een rondje om de stad te gaan rijden. Niets zo goed voor je humeur als in het groen toeven.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

In het Werfpark kom ik Mattie tegen met zijn baasje, een heerlijke Surinaamse kapper annex kunstenaar. Hij heeft zijn knipsalon om de hoek van mijn huis. Van dit duo word ik altijd blij. Het baasje van Mattie is zo relaxed. Daar ontspant zelfs de grootste zenuwlijer weer van.

Zo rijd ik dan toch redelijk gemutst weer naar huis. Ik heb een afspraak met Rozenhart. We gaan weer aan de slag met kutklusjes.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Wat staat er op het lijstje?’ informeert ze, zodra we online zijn met elkaar. ‘We gaan niet veel doen vandaag, ik wil deze week alleen de hoogst noodzakelijke dingen aanpakken. Dus die kloterige Hema dierenverzekering gaan we wel een andere keer te lijf…..’

Ja, die kut Hema. Wat een hopeloze club. Heks heeft naast de basisverzekering voor haar dieren, ook nog wat aanvullende dierenverzekeringen bij hen afgesloten. En wat blijkt nu? Je mag bijvoorbeeld 750 euro per jaar declareren voor fysiotherapie, maar dat gaat dan wel af van het bedrag, 3000 euro per jaar, dat je op de basisverzekering mag declareren….

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dus je betaalt een fikse premie bij voor de kat zijn kut. Ik persoonlijk betaal 15 euro extra per maand voor die ongein. Ik heb godbetert twee aanvullende verzekeringen bij die gekken afgesloten!

Deze voorwaarden worden volstrekt onduidelijk gepresenteerd, als je het afsluit. Ze doen net alsof je 10 euro extra premie voor bijvoorbeeld fysiotherapie betaald om 750 euro per jaar meer te mogen declareren…. Maar ergens in de piepkleine lettertjes staat het wel degelijk. Die extra bedragen betaal je om fysiotherapie te mogen declareren, maar het gaat af van het bedrag, dat je dan op je basisverzekering mag declareren……

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik zie het al voor me, dat mijn zorgverzekering dat zou doen. ‘Ja, mevrouwtje, u mag wel accupunctuur declareren, maar dan moet u de huisarts zelf betalen.’

Nu heb ik natuurlijk een dramatisch jaar achter de rug met mijn viervoeter. Dus ik heb enorm veel kosten gemaakt. Ook voor fysiotherapie. Het totaalbedrag overstijgt die 3000 euro ruim….. Ik had dan ook echt gerekend op mijn aanvullende verzekering voor de vergoeding van de fysiotherapie-sessies…… Daarom verzeker je je dier. Voor dit soort toestanden. Als de kosten de pan uit rijzen! Niet voor een incidentele oorontsteking…..

Hema dierenverzekeringen is KUT. Ze zijn zo goed als onbereikbaar, telefoneren is onmogelijk bijvoorbeeld en ook schriftelijk is de communicatie mondjesmaat, er werken een stelletje randdebielen en ze zijn ook nog eens hartstikke corrupt.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik heb deze keer alles 2 keer in moeten dienen. Waarom is me een raadsel, maar ik heb tot twee keer toe een heel pakket papieren op de bus gedaan. Hun website is zo achterhaald en achenebbisj, dat deze niet werkt op een Mac.

Dan hebben ze aanvankelijk slechts de helft van het geld gestort, waar ik recht op heb, ook als je uit gaat van hun achterlijke praktijken met de aanvullende verzekeringen. Pas toen ik ging dreigen met een rechtszaak kwamen ze snel met de rest over de brug. Naar geld voor de fysiotherapie kan ik dus gevoeglijk fluiten.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Intussen heb ik het bedrijf erbij gelapt bij de Autoriteit Financiële Markten. Want ik betwijfel of dit allemaal maar mag. En inderdaad: Heks krijgt een heel epistel terug van deze instantie. Ze gaan er mee aan de slag. Mijn klacht wordt zowaar serieus opgepakt!

‘OK, geen HEMA vandaag,’ Rozenhart begrijpt, dat ik er eventjes klaar mee ben, ‘Zullen we dan nog eens naar je zanglessen kijken?’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Hier heeft Heks ook helemaal geen zin in vandaag. Ik heb nog 11 lesdagen en een aantal privélessen te goed bij mijn lerares. ‘Zoek jij dat nu eens uit, Heks, dan hoor ik het wel,’ zei ze tegen me, tijdens de laatste privéles.

Makkelijker gezegd, dan gedaan. Zeker met mijn beperkte energie. Het kost me uiteindelijk een paar dagen om alles op een rijtje te krijgen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Maar sinds ik dit grondig heb uitgezocht en haar mijn bevindingen heb geschreven, hoor ik helemaal niks meer van mijn juf. Enorm balen natuurlijk. ‘Misschien is er iets aan de hand. Misschien zit ze in lockdown in India. Misschien is ze zelf ziek geworden…’

Uiteindelijk bellen we alleen maar over de beschadigde scootmobiel met het bedrijf, van wie ik em in bruikleen heb. ‘Maakt u een paar foto’s, dan kunnen we de schade beoordelen….’ zegt de vriendelijke dame van het bedrijf.

Heks is te lamlendig om naar de berging te gaan, het ding naar buiten te rijden, foto’s te maken, die foto’s op de mail te zetten en alles met een toelichting op te sturen….

‘Ik doe dat donderdag wel, Rozenhart,’ verzucht ik, nadat ik de verbinding met het scootermobielbedrijf verbroken heb, ‘Ik ga nu eerst maar eens lekker naar buiten met de hondjes.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Aan het eind van de middag loop ik in een uitgestorven Leidse Hout. Er is echt niemand. De maan staat vol aan de hemel te schijnen en dat geeft het bos iets sprookjesachtigs. Ik zit een tijdje op mijn bankje en praat met de fluisteringen, de sissers en de fluisterdingen. Ik zing voor de waterdame en schenk haar een haar. Uit mijn tobberige hoofd.

Dan zoek ik de elfenpoort en vind hem, ja, ik vind hem terug! De grote elf pakt mijn hand en zo lopen we door het lichte donker. Ik knuffel mijn beuk. Dan wandel ik een andere werkelijkheid in en ontdek een magische boom! Een boom met twee takken, die elkaar omarmen. Door de zo ontstane ring kun je reizen. Ja, reizen…… andere werelden in.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik wandel en wandel. Krijg er geen genoeg van. Zit stil op een bankje en baadt in het maanlicht. ‘Wat ben je mooi, moeder maan. En zo rond. Zo licht. Zo blij maak je mij. Zo’n blij heksen-ei.

Vanavond bak ik een pizza. Na twee dagen geniepige buikpijn heb ik eindelijk weer trek. En wat smaakt mijn baksel me heerlijk! Zoete rauwe bonen. Had ik honger dan? Jazeker!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

 

Thor, Thor, bokkige Thor. Ik lief je en ik ga er voor. Eenzame Heks is perplex. De dondergod brult in mijn oor: ‘Pak je trom, ontsteek het licht!’ En weg zijn we! Zie zijn gezicht……lichtflits……. Loodzwaar ontladen…en dan? Vederlicht. Licht in mijn hoofd. Overal licht. Mijn zwaargewicht in licht gedicht.

‘Ik zit hier heel alleen kerstfeest te vieren,’ zingt het in mijn hoofd. Nou ja, waar komt dat nu weer vandaan? Mijn hersenpannetje kookt toch maar de raarste brouwseltje op. OK, het ruikt een beetje herfstig de afgelopen dagen. Mijn vingers zijn pimpelpaars van het bramen plukken. Maar om nu maar direct door te stomen naar de feestdagen?

Krankzinnig.

‘Zinnig, krankzinnig, zing es wat zinnigs….’ humt mijn hoofd vervolgens. Mijn opgewekte hoofd. Na dagenlangs slaags te zijn geweest met mezelf heb ik een diep inzicht gekregen. Ja, echt gekregen. En niet van mezelf.

‘Verwarring schept lijden,’ zegt mijn leermeester Thich Nhat Hanh altijd. En Heks was in de war. Ze zat haar mooie heksenhoofdje te breken op een oud, mysterieus en door mij niet op te lossen raadsel.

‘Het is niet jouw raadsel. Het gaat niet over jou. Het lijkt er op, dat dit of dat met die persoon aan de hand is geweest. Destijds. En daar kan jij niks aan doen. Dat probleem kon jij niet oplossen. Toen niet en nu niet….’

Oh, zo heerlijk om uit de knoop te geraken. Zo fijn om eenvoudig te zijn. De kreukels glad te strijken. Voor zo lang het duurt natuurlijk. Bij tobbertjes als Heks kun je niet teveel verwachten. Hoog sensitief en een geheugen als een olifant? Grenzenloos en veel te lang nooit eens gezond boos?

Nou, maak je borst maar nat.

Afgelopen week zit ik lekker onderuitgezakt in mijn stoel een hele stapel stripboeken door te lezen. De een na de ander. Chick Bill van Tibet. Mijn favoriete reeks. Die boekjes fungeren als troostvoer. Zodra ik me rot voel of ziekjes, pak ik de hele stapel uit de kast. Niets zo heerlijk als lachen om Kid Ordin, de antiheld van de serie.

Thor zit op de bank tegenover me. ‘We gaan op reis,’ verklaart hij ongevraagd, ‘Pak je trommel en doe alle lichten aan.’ Zo dus. Heks trekt haar wenkbrauwen op. Lichten aan? Ik wil juist graag weinig licht als ik astraal reis. En waarom trommelen? Vorige keer hoefde er toch ook geen trommel mee?

Thor is echter luid en duidelijk. Dus Heks doet alle lichten aan. Dan pak ik mijn drum. ‘Laat de ramen open staan,’ dus laat ik de ramen open. In de steeg zitten een stel gasten te klessebessen. Het gaat nergens over. Zachtjes begin ik te trommelen. Thor trekt me op zijn wagen. We gaan de lucht in. Vliegen rakelings langs de kerktoren. Hatsjekidee.

Mijn grote godenvriend gooit met zijn hamer. Lichtflitsen schieten om ons heen. Dan volgt de donder. ‘Nu jij,’ maant hij me. Ik heb geen hamer bij de hand. Maar wel een trommel! Mijn stok roffelt over het vel. Los vanuit de pols. Het rommelt en dondert. Thor en ik donderen om het hardst. Heks krijgt er lol in!

Keer op keer vliegt een flits licht door mijn zenuwbanen. Gevolgd door gerommel en geknal. Eindeloos spelen we dit spelletje. Dan tilt Thor me op en zet me op de wolkenvlakte. Samen dansen we in dit zich ontladende landschap.

Tot we moe zijn. Tot we naar zijn paleis gaan. Het huis van mijn goddelijke vriend. Daar rusten we uit.

Heks wist de tranen van haar wangen. Wat zo lollig begon heeft me diep aangegrepen. Intens diepe pijn is aangeraakt. Ik kijk met andere ogen naar deze dondergod. Eindelijk snap ik waarom hij wordt geassocieerd met herstellen van orde. Iets, dat je niet direct in verband brengt met zoiets ongeregelds als onweer.

Het is de ontlading, die de orde herstelt. Ontlading is nodig om tot een nieuw evenwicht te komen. Ik snuif de lucht op, vol negatieve ionen. Zo heerlijk. Zo fris.

‘Kom,’ zegt Thor, ‘we gaan er weer vandoor.’

En dan laat hij zich zien. In al zijn kracht en grootheid. Deze god van emoties. Heks moet zo verschrikkelijk huilen, ik kan niet meer stoppen. Vanuit diep, diep wellen de tranen op.

‘Zo laat ik je niet naar huis gaan,’ zegt Thor na een tijdje. Hij tilt me op en dompelt me in een frisse bron. Licht als een veertje kom ik weer boven. Oud zeer weggewassen, opgeladen, schoongespoeld.

Dan wiegt hij me in zijn gouden armen. En leert me over zijn godenwereld. Ik zie waarom ik dit beleef. Bij het afscheid krijg ik een geschenk.

In mijn landschap hangt nu een hangmat, zijn hangmat. Wiegend in een hoge boom. ‘Zo zal je vast beter slapen….’ Ja, ik hoop het.

De nachten er op slaap ik als een roos. Uitzonderlijk in mijn geval. Dat overkomt me een paar keer per jaar.

Wat ben ik de dondergod gaan waarderen. En wat kan ik nog veel van hem leren! Thor Thor, Thor. Ik lief je en ga er voor!

Zo neem ik afscheid van Vanaheim, zo neem ik afscheid van Vanaheim, bij maneschijn en ochtenddauw…..Nee, nee, ik wil geen afscheid nemen van mijn veilige vrijer. Mijn vrije Freyr! Zijn goud gemarmerde armen altijd om me heen!

FREYR

Groot Geschapen FREYR

Een astrale reis, die in mijn geheugen gegrift staat, is mijn reis naar Vanaheim. Of beter gezegd, mijn serie reisjes naar het land der Wanen. De oeroude vruchtbaarheidsgoden. Ik voel me er zo thuis! Ik ben vanouds zo verbonden met deze wereld! Ik heb de Grote Vruchtbare Barende Moeder al zovele levens gediend.

Ik heb er zelfs vaak herinneringen aan gehad in dit leven. Dwars door al het kwaadaardige Calvinistische geleuter over zondige seks van mijn christelijke opvoeding heen. Mijn ouders vielen overigens enorm mee. Die hielden wel van een gezond potje vrijen. Maar die vreselijke dubbele seksuele moraal van tegenwoordig heeft me vaak genekt.

Seksualiteit is voor mij altijd heilig geweest. Een manier om het goddelijke te vieren in je lijf.

Ja, ik ben helaas ook vaak volkomen verkeerd begrepen door geliefden en vrienden. De hele maatschappij eigenlijk. Mijn ideeën staan ver af van wat tegenwoordig gangbaar is op seksueel gebied.

FREYR

Zeer groot geschapen FREYR

Slutshaming is mijn deel geweest, omdat ik open en eerlijk over mijn eigen lijf heb willen beschikken. Ik ben ook gepakt, besprongen en genaaid door figuren, die deze houding stomweg niet pikten. Mannen zowel als vrouwen. Letterlijk en figuurlijk.

Erg gelukkig ben ik niet geweest in de liefde. Foute kerels lopen als een rode draad door mijn bestaan. Zelfs de goede kerels gedroegen zich bij Heks regelmatig abominabel. En fijne seks is ook alweer zo lang geleden.

Heilige geilige seks. Ik heb het wel degenlijk meegemaakt! Goddank. Ik weet hoe het voelt. Voor minder doe ik het gewoon niet.

Dus sexy Vanaheim knalde enorm naar binnen bij me. De Godin Freya en haar lekkere broer. In Vanaheim ben je als vrouw nooit een hoer. Welnee, hier zijn wij geilige dames nog priesteressen. En we geven levenslessen. Sekslessen ook.

FREYR

FREYR

Seksualiteit is een heilig gebeuren. En een feestje. Geen zonde, waarvoor je linea recta naar de hel gaat. Geen enkele reden om de kat in het donker te knijpen in Vanaheim. Nee, seksualiteit mag hier zijn, volledig vrij zijn.

Maar het begon allemaal niet zo gemakkelijk. Bij mijn eerste bezoek zag ik Freyr en Freya. En direct werd een diep verdriet in me aangeraakt. Onwaardig om hier te komen, in dit land van vruchtbaarheid. Van lekkere gezellige seks. Twee thema’s in mijn leven, waarop ik enorm onderuit ben gegaan. 

Pas een paar dagen later lukt het me om terug te gaan.

FREYR

FREYR

Ik ontmoet Freyer. Oh, wat ben ik verliefd op hem. Hij voelt zo heerlijk! Heks gloeit ervan:

‘Vanmiddag kwam Freyr. Ik was al gewaarschuwd. Lonkende mannen overal op straat. Een wildvreemde aanbidder, onlangs, gewoon in een parkje. Gebronst en bronstig. Met een leuke hond.

Veilige Freyr. Geilige Freyr. Krijg ik weer een vrijer? Net nu ik uitbehandeld ben? Je zult het altijd zien!

Freyr komt op bezoek in mijn boomhutje met puntmuts. Hij past er niet in. Ik zit zachtjes te trommelen. Rustig en regelmatig wandelt geluid over vel. In mijn hart, in de boom, in Vanaheim. Freyr groot en overweldigend en aanwezig. Zeer aanwezig. Boomhut barst bijna uit voegen. Mijn drum hapert en klopt. Slaat slag over. Op hol. Probeer ritme te vinden, gaat alle kanten op.

Dan lopen we door velden. Ik zie ons gaan, terwijl de drum vertelt hoe en wat. Door bossen zwerven we nu. Op weg naar een heilige plek. 

FREYR

FREYR

Freyr aan mijn zijde. Hij neemt behapbare proporties aan. Ik voel zijn veld in me doordringen. Mijn hersenspinsels ’Mag dat allemaal wel? Stoor ik niemand voor het hoofd? Strookt dit met mijn strenge ethische principes?’ komt me op hilariteit alom te staan. Heel Vanaheim lacht. Schudt van de pret. Een God in je bed. Ja, daar moet je bij de gemiddelde Christen niet mee aankomen. Blijk ik toch nog naweeën te hebben van mijn Calvinistische opvoeding….

Vlak voordat ik voor het eerst naar Vanaheim afreis, begeeft de thermostaat van mijn waterbed het. Dagenlang lig ik in een ijskoud en vochtig bed te creperen, voordat ik doorheb wat er loos is. Dan arriveert de nieuwe thermostaat. Ik zet em extra hoog, ondanks het mooie weer. Zo binnen, zo buiten, zo boven, zo onder: Mijn bed is niet meer koud en kil. En ik mag voelen wat ik wil.

Yggdrasill

Yggdrasill

De laatste dagen in Vanaheim leer ik de andere kant van Freya kennen. Haar broer, haar keerzijde, haar tegenpool. Langzaam komt vertrouwen terug in tegendeel, in geheel; Dit bestaat niet zonder dat…. 

Vanaheim daalt in mijn innerlijk landschap. Doordrenkt mijn gebied met haar energie. In het landschap van mijn hart verrijst een eenvoudige vruchtbaarheidstempel en een fallische poort.  

‘Freyr zag 1 van zijn dochters terugkeren….’ schrijft mijn juf me, naar aanleiding van mijn avonturen. Ja, zo voelde het. Thuiskomen bij de Godin. Bij haar grote broer ook vooral. Heerlijk, heerlijk.

Freyr is in mijn hart komen wonen. Ik voel regelmatig hoe zijn goud gemarmerde armen om me heen worden geslagen. Zijn zoete adem stokt in mijn hals. Vredig. Veilig. En toch niet saai. Never. Nooit.

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Mijn manen wapperend

paardengedraaf

Door velden

bossen

 

Draven gestaag

 

Eenhoorn?

Check!

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Ik zit in boomhut

boomhoed

Heksendekselse

droomhut

 

Tommelderommel

Roffelt de trommel

de rommel

de oude zooi

 

Wijd weg

 

Trommelt tot leven

iets nieuws

 

Even

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Herinneringen

Herinnerdingen

 

Tempel en altaar

Ik was daar

 

Godin op troon

Heel gewoon

 

Vlegelvriend en heiligdom

Ik maalde er om

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Heilige Freyr

Veilige, geilige

stellige, steevaste,

vrijende vrijer

 

Je zegt geen nee

tegen een God.

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Groene vrouw

Godin

Levensstroom

Huis en haard

in heiligdom

 

Rusten

 

Keer weer

Keer weer

 

Intussen:

Al vele malen weergekeerd

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Groen neemt me mee naar de kust en

 

Daar is diep

daar is diep

 

Dan door de velden

loop ik naar huis

 

Velden en velen

Schelden en schelen

 

Mijn scheve blik

Net naast de werkelijkheid

Daar waar jij woont

In takken van bomen

 

Waar waant de wereld zich

een weg…..

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

 

Zo neem ik afscheid bij manenschijn,

bij avondrood en ochtenddauw

 

Telkens opnieuw

Telkens opnieuw

 

Zo neem ik afscheid van Vanaheim

Zo neem ik afscheid van Vanahei

 

Vanaheim

hou van jou….

 

 

Wijs, grijs en op reis. Thor loeit in mijn oor. Donder en bliksemse reuzenslang. Heks is niet bang. Vandaag niet. Ik ben sowieso meestal banger voor mensen dan voor goden……

©Toverheks.com

VikThor ©Toverheks.com

Het is zo lang geleden, dat ik nog eens heb geschreven. Ik schrijf voor geen meter het afgelopen half jaar. Het kost me moeite om zo openbaar een persoonlijk verhaal te vertellen. En ook wil ik mijn medemens niet kwetsen. Niet dat ik ook maar ergens over lieg. Dat is aan mij niet besteed. Dat laat ik graag aan narcisten en psychopaten over. Die zijn daar echt oneindig veel beter in dan deze heks! 

En ze hebben er nooit last van. Gewetenloosheid heeft zo zijn voordelen.

Maar ja, de lol gaat er wel een beetje af zo.

Een hele foute ex van me zei altijd ‘Je suis une bactérie,’ daarbij verleidelijk glimlachend om zijn uitspraak af te zwakken. Te verdonkeremanen. Een sausje van vriendelijkheid over de naakte waarheid. De ellendige waarheid van een grote naaktslak.. En hij sprak de waarheid, de psychopathische slijmjurk. Voor 1 keertje dan.

Mijn foute ex is bepaald niet de enige bacterie.

Dus ik moet me er een beetje toe zetten om weer eens wat te schrijven. Ik heb wel geschreven. Hele verhalen over spannende toverheksreisjes naar andere werelden. Voor mijn medeheksjes. Helaas is de opleiding alweer voorbij. Een dagje hunebedden hoppen in Drente met alle toverkollen om het af te sluiten. Zo heerlijk……

Maar het reizen is niet helemaal voorbij. Vorige week zit de God Thor hier op de bank in de woonkamer. Eerst vond ik zijn hamer al midden op straat. Vervolgens werd ik er bij voortduring aan herinnerd hoe ik mijn hondje heb genoemd. En nu zit hij hier in mijn huis met zijn enorme lijf. Om me mee te nemen naar zijn wereld. Mee te sleuren beter gezegd……. 

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Reis met Thor……..

Thor grijpt me bij de keel, zijn hand rust in mijn nek, zacht edoch stevig reikt hij naar de achterkant van mijn hals. Strijkt langs de onderkant van mijn kaak naar voren. 

‘Focus je, Heks, focus je nu eens….’

Ik heb geen zak zin om me te focussen. Ik wil slapen, onderuit voor de televisie hangen. Bijkomen van een fietstocht door de polder met VikThor. Ik wil rust, het is bloedheet, godbetert. Ik wil rustig puffen met een paffertje.

Ik steek een jointje op, medicinale cannabis. Een poging mijn verknoopte spieren uit te nodigen om te ontspannen. Verweesde pezen doen genezen. De dag loslaten. Ontspannen, niet inspannen dus…..

Katten maken ruzie, ze gaan elkaar te lijf vanuit het blinde niks. Ik draai met mijn hoofd om het gevecht te volgen. ‘Au!’ Schiet de pijn in mijn nek. Thor legt zijn hand op de zere plek. Trekt zijn goddelijke hand langs mijn kaak naar mijn kin. 

‘Focus!!!!!!’

Nu wil ik wel focussen, maar het lukt me maar niet. Ik doe opnieuw een poging. 

Thor trekt me mee omhoog de lucht in. Over zwarte donderwolken vliegen we. Bliksemschichten schieten me links en recht om de oren. Fantastisch, Heks houdt van onweer.

Overdonderd probeer ik om me heen te kijken. Thor gooit zijn hamer in de lucht.  We razen als een gek voort op zijn goudgloeiende strijdwagen. Hij lacht en kijkt opzij. Ik voel zijn hand in mijn hand, ik hou me stevig vast.

‘Nou, jij bent ook niet snel bang te krijgen…..,’ grijnst hij opgetogen.

Dan landen we voor zijn paleis. Even bijkomen, even op adem komen. Hij trekt me een grote zaal in. ‘Blijf focussen, Heks,’ maant hij me streng. Maar ik ben nog steeds maar half in de reis gedoken. Mijn hoofd zit nog dwars. Mijn slaperige vermoeide hoofdje. Op mijn knaknek. Kraknek. Mijn dodelijk vermoeide hoofd op mijn gammele streknekje.

Plotseling staat er een gigantische bij voor me, de Grote Koninginnenbij. Ze is mega, echt enorm, Heks slaat steil achterover. Grote opwinding maakt zich van me meester, krijg nou wat! Ik heb wel duizend vragen voor haar, maar sta met mijn mond vol tanden. 

Dan luistert ze naar mijn woordeloos gebrabbel en vertelt, zoemend en snorrend. En nodigt me uit voor een dans, een driekwartsmaat. Zo walsen we in de rondte, ik raak de tijd kwijt. Wel denk ik aan een zekere voetdeskundige, die beweert, dat we op blote voeten moeten lopen vanwege het ritme, de driekwartsmaat in plaats van de door schoeisel afgedwongen hoempa, hoempa.  1 , 2, 1, 2………..

Het zou helend zijn, dat ritme. Het brengt je in het nu, in plaats van van A naar B. Het heeft een positief effect op het immuunsysteem, het specialisme van alle bijenvolkjes…….

Thor staat te schateren, ja, hij lacht me uit. ‘Zo, nu ben je gefocust,‘ hikt hij blij. De sneak. Hier was het hem om te doen.

Ik laat me niet kennen en blijf geconcentreerd op mijn bijenkoningin. Ik kijk naar haar prachtige gezicht. Een bij, maar ook een bloedmooie vrouw. In bijeengedaante. Haar fijne gezichtje met de grote ogen. Haar zuigsnoet. Ik moet echt enorm focussen om alle details waar te nemen. Ja, Thor heeft me BIJ de neus.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Hierna ben ik helemaal aangekomen in mijn reis. In Thor’s prachtige paleis. En we gaan direct weer op pad. ‘Ik wil je iets laten zien…’ zegt mijn reisgenoot.

Opnieuw vliegen we door donderwolken met zijn strijdwagen. Thor strooit lustig met bliksemschichten. Om me aan het lachen te maken. ‘Gekke Heks, jij bent voor de duvel niet bang…’

‘Niet op mijn huis bliksemen, hoor. En ook niet op mooie oude bomen…..’ verzucht ik, een kerktoren vind ik dan weer niet zo erg, gek genoeg…. die hebben bovendien allemaal een goeie bliksemafleiders tegenwoordig!

We vliegen linea recta naar Midgaard. Ik zie onze prachtige paradijselijke leeflaag liggen in de wereldboom. Ik zie de slang, Loki’s monsterlijke zoon Jormungandr, er omheen gedrapeerd. Jeetje, wat is hij groot. Eindeloos kronkelt zijn zijn machtige lijf om onze realiteit. 

Ik krijg ook de 3D versie te zien. Naast de platte pannenkoekvariant. Ik krijg inzichten aangereikt. De slang. Zoon van ‘De Listige’. Het paradijs. Waar ken ik het van?

Dan komen we bij de kop van het beest. Het hoofd van deze godenzoon, die de mensheid beschermt. De enorme angstaanjagende slangenkop. ‘Kom, we gaan naar binnen,’ suggereert Thor doodleuk. Via de lange trillende sistong lopen we naar boven, de opengesperde bek in. Giftanden als machtige zuilen, de tong trekt ons ertussendoor. 

Ik sta in een hal van vlees en denk aan de enorme slang, die ik ooit om mijn nek gedrapeerd kreeg, tijdens en trip door het oerwoud van Thailand. Zo zacht en warm, haar fluwelen vel. Haar glanzende reptielenkop alert. Hoe Slang me aankeek. Hoe fijn ik het vond, hoe bijzonder. 

‘Niks om je druk om te maken, je zit in de kop van de wereldslang,’ stel ik mezelf gerust. En Thor is bij me, de god met de hamer, dus wat kan me gebeuren. ‘Kijk dus maar eens goed rond,’ maan ik mezelf. 

©Toverheks.com

©Toverheks.com

We worden inderdaad niet opgegeten. Na een tijdje verlaten we middels de sissende tong Slang’s enorme muil. Zijn onderkaak ligt ontkoppeld van de bovenkaak op de grond geklapt , als de achterkant van een vrachtvliegtuig. 

‘Ze is niet bepaald bang,’ Slang constateert het droog. Maar ik ben wel degelijk onder de indruk. ‘Maar niet bepaald bang,’ beaamt Thor.

De wereldslang laat me zien, hoe onze laag door hem wordt beschermd. Al vanaf het vroegste begin, toen Midgaard nog paradijs was. Ik zie onze aardbol, ons heelal, onze werkelijkheid….. omgeven door Slang.

Aan alle goede dingen komt een eind, helaas. Ons bezoekje is afgelopen, we nemen afscheid. Opgetogen zit ik naast Thor in zijn strijdwagen. Links en rechts smijt hij zijn hamer door de lucht, hij heeft er zin in. Ik geniet van de ontlading. Heerlijk, heerlijk…. 

We komen terug in zijn paleis. Daar rust ik uit. 

Thor brengt me hoogstpersoonlijk terug naar mijn woonkamer, waar mijn lijf geduldig wacht. ‘Er vliegt al de hele tijd een Griffioen achter ons aan, heb je het gezien?’

Ja, ik heb het gezien. Griffioen hoort tot mijn vaste entourage sinds enige tijd. Mijn magic posse. Hartstikke leuk, toch? Soms vlieg ik op zijn rug van hot naar haar!

Maar als je met mij reist, kom je lekker in mijn wagen zitten, hoor Heks, ‘ zegt Thor enigszins knorrig. Ik moet er om lachen. God heeft ons naar zijn beeld geschapen, staat er in de bijbel. Ook in deze godenwereld hebben de goden herkenbare trekjes. Het is ook overal hetzelfde……

©Toverheks.com

Thor ©Toverheks.com

Met zo’n lockdown hoef je bij heksen niet aan te komen. Dit opstandige fladderende volkje hou je niet aan de grond genageld. Een beetje bezemsteel is al gauw anderhalve meter, dus waar hebben we het over? Heks gaat heerlijk op reis in eigen hart. Ik klim in bomen, zaag mijn eigen wortels door, spit en grasduin tussen gebladerte en in boomkruin…… Voel me thuis in den vreemde. Ontvang wilde wildvreemden in mijn heksenhuis.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De laatste maanden ben ik regelmatig lekker op reis. Een hele zwerm toverheksen vliegt dan over mijn heksenstulpje en als vanzelf sluit dit heksje zich bij hen aan. Op magnetische wijze tot hen aangetrokken. Als een trekvogel tot een vlucht soortgenoten. Op weg naar het zuiden, noorden, oosten, westen. Alle kanten van het wiel krijgen een beurt.

Maar vooral reis ik naar mijn centrum, het hart van mijn hart. Daar staat een enorme boom in de gouden vallei tussen boezems en kamers. Grotten en botten. Bronnen en zonnen. Bergen en kraters.

De wortels groeien dwars door mijn landschap, slaan zichzelf beschermend om de bodem van mijn bestaan. De kroon steekt ver de hemel in. Verder dan ik kan kijken. Bovenin zit een grote haan te kukelen. Onder de boom weven de drie Nornen ons levenslot. Mijn lot in hun handen. Een draadje verdriet, een draadje geluk. Van alles wat. Dan heb je ook wat. Anders weet je niet wat je hebt.

Wat niet weet, wat niet deert. Maar we willen nu eenmaal van de boom der kennis eten. Daar horen ook bittere hapjes bij. Of mondjesmaat zuur kieskauwen. Of ondervinden, dat je het nog nooit zo zout gegeten hebt! Naast de volle zoete vredige vruchten.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik zit trommelend in de kruin van de levensboom. Mijn benen bengelend langs een tak. Afgelopen week reis ik naar de Planeet Scheld. Althans, zo heb ik die plek vaak genoemd.

Muspelheim. Het land van de vuurreuzen, vertoont opmerkelijk veel overeenkomst met de plek, waar ik al jaren mijn scheldkanonades heen stuur. De plek, waar mijn vlammende verzet op prijs wordt gesteld. Waar vlijmscherp gescheld verrukkelijk smaakt op de vuurtongen van de reusachtige bewoners.

Wat wonderlijk weer, deze mij onbekende wereld, die zich opent. Visioenen van het begin van alles, de geboorte van Iets uit het gapende duizelingwekkende Niets. Uit vuur en stoom. Alchemie van het universum.

Het is intensief, deze heksentripjes. Vandaag ben ik toch zo moe. Mede ook door mijn onafgebroken fietstochten met VikThor naar het Valkenburgermeertje. Waar mijn hondje met zijn vrienden speelt. Waar ik eindeloos een dummy voor hem het water in lanceer.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik ben ernstig over mijn grens gegaan in mijn enthousiasme om van dit fijne jaargetijde te genieten.

Het heerlijke weer, de lange avonden, de geurige bloeiende lindebomen op de Rijndijk, wolken geluk, terwijl ik met een happy hondje dravend naast me loom naar huis peddel….. Heks kan er geen genoeg van krijgen.

Dinsdag lig ik gecrasht in bed. Belabberd, maar tevreden. Ik hoef niets meer, want Vik wordt straks opgehaald door een speciaal vriendinnetje van hem. Deze jongedame gaat met hem naar het strand!

En wie weet, reis ik vannacht nog een keer af naar die droomboom vol visioenen. Eerst een paar uur lekker plat. Zo is dat.

Dan later:

Midden in de nacht trommelwandel ik door zwartgeblakerd zand. Sinmara, Sinmara, je neemt me bij de hand. Water, aarde, lucht  mengt zich in dit vuur. Mijn ingewand slaat vlammen uit, de pijn voelt rauw en puur.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een reuzenvrouw legt kruidenwikkels rondom op mijn getergde buik. Er groeit een slang uit, ellenlang. Zo groot als een anaconda…….Ik schrik ervan.

Dan kronkelt slang de aarde in, de grond onder mijn voeten. Ik voel haar onder me bewegen, kruipen, sluipen, wroeten.

Onder mijn stuit rust Slang uit. De woede, die me vanbinnen verteerde gebundeld op haar plek. Niet gek.

Sinmara legt een sintel in mijn hand, daar in dit dromenland: Er groeit een reus uit. Wat een verrassing! Een heuse reuzenreus voor mij!

Mijn reuzenvriend gaat mee naar huis. Gloeiende beschermheer. Hij draagt mijn woede.

Ik voel me verlicht.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

Zonnige zondag met veel wind. Heks vindt een kind. In haar eentje. Ik draag eendje in Haar handen. Voorzichtig door een moddersloot. Blijft hij leven? Gaat hij dood? Ik zal jou geschenken geven, watergodin. Laat hem in leven…..

Zondag eind van de middag fietst Heks de stad uit. Haar kleine hondje draaft naast haar. Kletsnat van een lekker bad in de Singel. Er staat een fris windje. De zon schijnt stralend, maar toch weerhoudt dit verplaatsen van lucht mensen om massaal de natuur in te gaan.  Ook de doodlopers en wielerfreaks zijn op 1 hand te tellen. Heerlijk!

Het is zo rustig, dat ik mijn mondkapje aan de wilgen hang. Bij het Valkenburgermeertje laat ik mijn varkentje lekker zwemmen. Hij stort zich keer op keer met overgave het water in. Op zoek naar dat balletje. Dat geweldige fantastische balletje……

Na een tijdje heb ik wel zin om weer naar huis te gaan. De energie is minimaal. Ik moet dat hele end nog terug. Ik kijk mijn monster aan. Lok-oogjes. Verleidersblik. Speels smeken…. Liedje van verlangen. ‘Nog eventjes, Vrouw, nog even stukje de polder in……?!’

Ik kan zijn smeekbede niet weerstaan. Even later zijn we weer onderweg. Naar ons bankje. Midden op een groot stuk weiland. Links en rechts sloten, bossages, eilandjes, het meertje op de achtergrond…..

Het is geweldig rustig. Heks gaat lekker zitten tekenen. Ik heb mijn tablet bij me. Al snel ben ik verdiept in mijn werk.

Ik zit al een hele tijd rustig te tekenen, mijn hondje scharrelend om me heen, als er plotseling enorm tumult ontstaat op een twintigtal meters afstand. Een eend zit geweldig te krijsen. Ik kijk op. Vikthor ook. Een paar kleine eendjes scharrelen verschrikt door het hoge gras. De moeder luid snaterend op een afstandje…. Wat is er gebeurd?

Dan een uit de kluiten gewassen herder en een klein fel kuttenlikkertje. Ze storten zich -opnieuw- op de eendjes. Heks krijst nu ook. VikTHor zit inmiddels aangelijnd toe te kijken hoe zijn Vrouw achter de honden aanjaagt.

De eigenaresse is een grote ongeïnteresseerde griet. Gehuld in een massief huispak van Roy Donders. Haar honden terug roepen? Ho maar. ‘Houd je honden even bij je, er lopen hier allemaal kleine eendjes…’ alsof Heks Spaans spreekt.

Dan, terwijl ze passeert, alle ontredderde eendjes liggen intussen alweer in de sloot met moeders, ‘Daar zit er ook nog ergens eentje tussen de spoorrails.’

Paniekerig begin ik langs de rail van de oude stoomtrein te rennen. Op zoek naar dat kleintje. Een heel stuk verderop vind ik het schatje. Suffig zit hij tegen een rail aangedrukt. Op een veld, waar menig hond loopt rond te jakkeren op dit tijdstip. Hem laten zitten is geen optie.

Zo loop ik dan met mijn kleine schat naar de sloot. Ik zet het beestje tussen de andere eendjes. Opgelost!

Maar, oh jee.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De nog immer paniekerig moeder gaat er snel van door met de rest van het grut. Mijn kleintje belandt aan de overkant van de sloot in het riet. Aan de kant van een eilandje. Bibberend. Alleen.

Heks jaagt langs de sloot om te zorgen dat de moeders, ik zie meerdere vrouwtjeseenden nu, allemaal luid snaterend, langs het eenzame kleintje gaan zwemmen. Hopelijk sluit hij zich vanzelf weer aan.

Maar nee. Ze zwemmen hem zo voorbij. Het kleintje verroert zich niet. Kut.

Ik begin het nu toch benauwd te krijgen. Die kleine moet weg daar uit dat donkere stuk riet. Ik probeer met een lange stok het diertje naar me toe te harken. Lukt niet. Nog een langere stok, een boomstam eigenlijk….., werkt ook niet. Alle andere eenden zijn intussen foetsie. Zelfs geen kleintje meer te bekennen ook. Behalve mijn schatje.

Op een afstandje volgt VikThor mijn verrichtingen met grote belangstelling. Wat is ze toch allemaal aan het doen, de Vrouw? Waarom trekt ze in godsnaam haar broek uit?

Heks springt in haar onderbroek in de moddersloot. Hij is veel dieper dan ik dacht. Ik waad door de zachte blubber naar de overkant. De onderkant van mijn spijkerhemd en spinnentrui worden ook nat nu. Ik vis het eenzame eendje uit het riet. Behoedzaam waad ik terug. Stap met een paar pikzwarte benen weer op het droge. Met mijn schat voorzichtig tegen me aan.

Terwijl ik het eendje in een fietstas parkeer, poets ik mijn benen een beetje schoon. Ik kleed me weer aan. Jeetje, wat een actie. Maar wat nu? Ik heb beloofd dit beestje te redden. Ik overweeg al om hem mee naar huis te nemen. Naar 7 monsters van katten……

Ik haal het eendje weer tevoorschijn en houdt het een hele tijd in mijn zachte handen.  Subtiele energie stroomt rondom het diertje en omhult het met een veld van liefde en veiligheid. De rust keert weer in zijn kleine lijfje. Na een tijd kijkt het beestje me gis aan. Zijn snaveltje tikt tegen mijn hand.

Dan plotseling: De eend met kroost zit weer in de sloot, waar het allemaal begon! Met de andere kleintjes. Ik sluip met mijn schat dichterbij. Ik ga nog 1 keertje proberen om het dier bij zijn moeder terug te plaatsen. Daar is hij toch veel beter af, dan bij mij.

Ik zet hem in het water. Snel peddelt hij weer terug naar de oever. Richting Heks! De moeder blijft op afstand. Ze heeft hoegenaamd geen interesse voor de kleine en moet al helemaal niks hebben van mensen…..

Heks trekt zich terug van de sloot. Nu is het een kwestie van afwachten. Komt het nog goed met dit eendje en zijn familie? Of is hij verstoten? Of is het eigenlijk een jong van een hele andere moedereend?

De moeder vliegt op en voegt zich bij de andere kleintjes, die intussen en heel end verderop  ronddobberen. Mijn kleine vriend zie ik niet meer. Hij lijkt spoorloos verdwenen te zijn. Een hele tijd draal ik nog op de plaats, waar ik hem liet gaan. Hij laat zich niet meer zien……

‘Ha Heks, wat leuk, dat je voor mijn verjaardag belt,’ Blonde Buurman belt me die avond terug, nadat ik hem ’s middags in paniek heb gebeld met allemaal eendenvragen. Hij is expert op het gebied van vogels en met name ook eenden. De achtertuin van zijn ouderlijk huis zat altijd helemaal vol met die beestjes.

‘We hebben ook weleens een geredde zwaan in huis gehad,’ vertelt hij me op een goede dag, ‘Maar die werd wel erg groot. En hij vertrouwde mensen en honden en dat laatste is hem uiteindelijk fataal geworden….’

‘Oh, ben je jarig? Gefeliciteerd!’ Heks zingt direct een paar liedjes voor haar oude vriend. Wat een geluk, dat ik hem op zijn verjaardag bel. Niet dat ik er aan gedacht had. Heks ia heel slecht in verjaardagen. Ik kan alleen die van mezelf onthouden.. …..

Dan vertel ik hem over Bertje, het kleine eendje, dat misschien ergens in een sloot zit te verpieteren in zijn eentje. ‘Jeetje, Buurman, had ik hem net toch mee naar huis moeten nemen?’

‘Die moedereenden zorgen heel slecht voor hun kroost. Ze tellen echt niet of ze allemaal aanwezig zijn. Er worden er ook regelmatig een paar opgegeten door een grote snoek. Ze houdt het niet bij. De eendjes zelf moeten zorgen, dat ze in haar buurt blijven…..’

‘Ze sprokkelen ook al vanaf dag 1 hun eten bij elkaar. Dus hij kan wat dat betreft voor zichzelf zorgen. En wat ook nog wel eens gebeurt, is dat ze gewoon achter een andere moeder gaan aanzwemmen…..’

‘Wat die kleintjes ook doen, is onder water duiken als er gevaar is. Ze verstoppen zich in het riet en steken dan alleen hun snaveltje als een soort snorkeltje boven het water uit. Ze kunnen dat een hele tijd volhouden…..’

Heks begrijpt nu eindelijk, waar dat kleine eendje gebleven is, nadat ik hem de laatste keer in het water heb gezet. Daarom kon ik hem niet meer vinden….

©Toverheks.com

©Toverheks.com

’s Avonds draag ik de kleine in Haar handen. We waden door de nachtelijke sloot. Huiswaarts. Richting moeder, broertjes en zusjes. Op de hoek een Snoek. Hoofd groot en vervaarlijk. Een watergodin trekt aan mijn benen, waarom dit hapje laten gaan?

Omdat ik haar draag in Haar handen. Omdat ik het die kleine heb beloofd. Tegen het snoekenhoofd. Tegen de lange sliertige haren. Om mijn benen geslagen. Verstrikt. Vertraagd. Nauwelijks vooruit nu, de bocht om, we zijn er bijna…..

‘Ik zing voor je, ik breng je een geschenk. Morgen of overmorgen, maar zeker deze week. Een munt, een blinkende munt, laat mijn kleintje gaan. Een glanzende echte munt voor jou. KOMT ER AAN…’

Dan voel ik ontspanning. Verandering in de lucht. Mijn benen weer losgeraakt uit wuivende groene haren. Ik draag een eendje in Haar handen. Voorzichtig door een moddersloot. Blijft hij leven? Gaat hij dood? Ik zal jou geschenken geven, watergodin. Laat hem in leven…..

Heks ontwaakt met een kater in haar snater. IJzeren pin steekt binnenin een krater in haar tater. Maar de echte flater komt later. Het is geen gewone ouderwetse alcoholvrije ME kater…. Nee. Ik heb raar gedroomd. En: Voorouderaltaartje krijgt gezellig staartje.

‘Hoe laat hadden we ook alweer afgesproken? Er staan twee tijdstippen in mijn agenda, 11 uur en 12 uur….’ beantwoord ik de app van mijn homeopaat. Ze maakt me attent op de defecte lift in het gebouw, waar haar praktijk gevestigd is. Is dat bezwaarlijk? Nee, we komen die spekgladde houten wenteltrap wel op. Er weer af wordt moeilijker. Vooral voor VikThor.

We besluiten het te houden op half 12. Fijn. Hoef ik me niet zo te haasten. Ik ben niet vooruit te branden vandaag. Word wakker vanuit een rare kleverig trage droom, waarin ik bij voortduring kotsmisselijk ben. Met een wee gevoel in de maag strompel ik naar de keuken.

Ik voel me echt niet lekker. Bovenop de dagdagelijkse ME kater. Onwel. Onpasselijk. Waarover heb ik in godsnaam liggen dromen?

Ik kom er niet achter, maar heb een vaag vermoeden. Het zal mijn misselijkmakende familie wel zijn. Misschien moet ik er wat van die opgeblazen boeren uitlaten. Opboeren. Burpend zet ik koffie. O jee. Nu krijg ik ook nog de hik…….

Een luchtig begin van de dag in elk geval.

Ik hijs me in mijn kleren, maar ze vechten terug. Worstelend en stoempend werk ik me in een leuk jurkje. Op zich een goed teken, dat ik iets leuks aan trek, ook al vraagt aankleden veel van mijn schouders en ellebogen. Ik loop al weken in mijn praktische muizenpak. Grijs, grijs, grijs. En wijd. Vandaag ben ik echter een ranke aubergine.

Oh, nu moet ik toch nog opschieten. Mijn vage plan om op de fiets te gaan valt in duigen. Snel schiet ik een jas aan. Ook al aubergine van kleur. Nu nog een baret in hetzelfde palet en Heks is er klaar voor. Mijn kleine viervoetige vriend staat al naast me te springen. Hoera. We gaan op stap. Altijd heerlijk volgens mijn hondje.

Onderweg knikker ik mijn blafbeest nog eventjes een bos in. Vrolijk draait hij een drolletje. Uitgelaten scheurt hij door het vlammende struweel. Wat is het bos mooi. Al die kleuren. Herfst! Favoriet bij Heks!

Niet veel later klimmen we de massieve houten wenteltrap op naar de praktijk van mijn homeopaat. Ze staat ons al in de deuropening op te wachten. VikThor is door het dolle. Hij komt zo graag in deze prachtige oranje ruimte vol licht, lucht en liefde. Hij is dol op mijn behandelaar. Ik ook. Ik zoen haar op beide wangen.

We pakken elkaar even lekker beet. Het is al een hele tijd geleden, dat ze praktijk hield. Een sabbatical en een daaropvolgende periode met fysieke problemen hebben wat dat betreft roet in het eten gegooid. ‘Fijn, dat je er weer bent,’ zeggen we tegen elkaar. En ‘Wat ben je mooi roze,’ versus ‘Wat ben je mooi aubergine….’

Vervolgens kletsen we een hele tijd. Langzaam gaat dit over in de behandeling. Ik vertel de laatste ontwikkelingen in mijn persoonlijke proces en mijn homeopaat zoekt daar dan een passend middel bij. Om het proces te ondersteunen of te bespoedigen.

Ik vertel haar over de moeite, die ik heb met mijn eigen persoontje. ‘Ik heb mezelf echt wel eens leuker gevonden in het verleden. Zelfs als ik iets goeds voor iemand doe, iemand een hart onder de riem steek bijvoorbeeld, voel ik me vreselijk achteraf. Alsof ik door de mand kan vallen, alsof het niet waar is, terwijl het dat wel is, alsof……’ ik zoek naar de juiste woorden, maar vind ze niet.

Ik doe nog een poging, ‘Omdat het me niet meer lukt om eindeloos loyaal van bepaalde mensen te houden….. voel ik me schuldig of minstens slecht……. kan ik niet goed met mezelf door een deur….’

‘Die hekel aan jezelf en die zelfhaat,’ mijn therapeute schrijft intussen dingetjes op,’ het is eigenlijk wel bijzonder, dat je het zo goed kunt voelen. Iedereen heeft in mindere of meerdere mate last van zulke gevoelens, maar ze zijn meestal diep weggestopt….’

Heks weet het. Die weggestopte gevoelens zijn echter wel een vruchtbare voedingsbodem geweest van mijn walgelijke pleasegedrag. Open en bloot zorgen deze gevoelens misschien voor schaamte en nog meer zelfhaat, maar alles is beter dan tot in lengte van dagen je dagen doorbrengen als deurmat, voetveeg of in het beste geval rode loper.

Er gebeuren ook hele goede dingen. Ik vertel haar over de familieopstelling op de heksenschool, waar mijn casus werd behandeld. Hoe dat de boel aardig in beweging heeft gezet. Hoe ik eindelijk korte metten begin te maken met mijn volgens de paragnost Peter van der Hurk ‘achterlijke loyaliteit naar Jan en Alleman’.

‘Ik kreeg een hele leuke reactie op mijn blog. Nu krijg ik zelden reacties. En als iemand dan al eens reageert is het meestal in de trant van ‘Goed verhaal, grappig, leuk geschreven’ of iets dergelijks. Maar deze reactie was anders….’ Ik diep mijn telefoon op uit mijn tasje. Snel zoek ik het geschrevene op. ‘Luister…’

©Toverheks.com

‘Dankjewel heks voor je altijd prachtig geschreven verhalen over je worstelingen. Weer eens wat anders dan al die prietpraat van merendeels in een veilige omgeving afgestudeerde ‘deskundigen’ psychopathie. Ik lees je verhalen altijd met een brede grijns. Wraak! dank zij jou op mijn familie vol zieke of karakterloze idioten. Dankjewel!’

‘Zo leuk. Pas later viel het kwartje over dat woord wraak. Ik verwoord dingen ook voor haar, zij moet vergelijkbare ervaringen hebben….. ‘ ik zoek alweer de juiste woorden, ‘En mijn schrijfsels doen haar goed. Mijn ‘de draak steken’ met mijn rariteitenkabinet is tevens een soort zoete wraak op haar kwelgeesten…….’

‘Die blogjes schrijven kost me overigens al enige tijd de grootste moeite. Het voelt ook echt als een worsteling.’

‘Maar toch wil ik het doen. Ook al zijn het niet meer de overwegend gezellige opbeurende blogjes van voorheen. Mijn vrienden en familie lezen het allang niet meer….’ ik lach, Heks heeft liever een onbekend publiek, ‘Ik heb altijd gezegd, dat ik al blij ben als er 1 mens iets aan heeft……’

Maar het doet me vooral goed, dat ik deze dame flink aan het lachen maak. Lachen is het beste medicijn, dat er bestaat. Het helpt mij door de meest zwarte periodes heen. Al je spieren ontspannen als je lacht. Behalve je lachspieren. De maar doordenderende trein van het harde bestaan loopt even uit de rails…….

Het is een tijd van grote kosmische veranderingen volgens mijn behandelaar. Ik ben niet de enige, die met grote thema’s worstelt.

‘Ik ben bezig met het maken van een voorouderaltaar van kiezelsteentjes, van mijn toverjuf geleerd,’ vertel ik tot slot, ‘Ik denk, dat ik eerst een klap op die steentjes ga geven. Dat heb ik dan weer van een Duitse architect, die een pyramide heeft gebouwd op de Filipijnen. Ik was daar met hem voor een healingfestival….’

‘Om de pyramide lag een breed pad van grote kiezelstenen. De stratenmakers moesten van die architect op elke steen een klap geven met een hamer, om de stenen in de juiste trilling te brengen. Maar zodra de goede man niet keek, gaven de werklui daar de brui aan. Wat een flauwekul’ moeten ze hebben gedacht. De bouwkundige kon echter precies aanwijzen, waar ze met die steentjes in de fout waren gegaan…….’

En dan moesten ze er alsnog een klap op geven……

Ja, mijn voorouderaltaar. Ik ben bezig een plek vrij te maken hiervoor in mijn boekenkast. De steentjes liggen klaar in een grote schaal. ‘Je kunt dan zo’n steentje, dat een bepaalde voorouder representeert oppakken, eventjes koesteren of een beetje zachtheid geven. Je kunt zelfs met je hand over het veld bewegen en voelen waar de stagnatie zit. Of de kracht….’

Er is nog een oefening, die steeds voor mijn geestesoog zweeft de laatste tijd. ‘Touching the earth’ in de traditie van Thich Nhat Hanh. Ik heb em geleerd van Sister Chan Khong, die ijzersterke representante van onze Grote Moeder.

‘Stel je je ouders voor, niet zoals ze nu zijn of zoals ze geworden zijn, boos of bitter, teleurgesteld, gebroken….. Stel je je ouders voor zoals ze waren, toen ze jong waren. Nog maar net volwassen. Je moeder als een jong meisje met stralende ogen, vol idealen. Je vader als jonge man, fris en met zijn eigen idealen….’

Tegen die tijd stonden al haar leerlingen te snotteren. Heks incluis. ‘Touch the earth’, klonk dan haar zangerige stem, waarop de hele goegemeente op de knieën ging om met het voorhoofd onze Grote Moeder aan te raken. ‘Oh moeder, ik geef de aarde al uw woede en manipulaties….. Oh vader, ik geef de aarde uw slaag en vernedering…….’

Een geweldige oefening. Veel uitgebreider dan hierboven beschreven. Zo verbind je je ook met je geboortegrond ofwel de voorouders van je land en tot slot met je spirituele voorouders….. Volgens Sister Chan Khong ben je na drie weken dagelijks dit ritueel doen in no time van al je ellende met voorouders af……..

Aardewijsheid: Altaar, kleuren en symbolen.

 

 

 

 

Is de Wet van Murphy in werking als ik zondagnacht noodgedwongen de hulp van mijn beste vrienden inschakel? We schelden vaak op deze medemensen, vooral als ze ons op de bon slingeren, maar Heks is blij dat er politie is! Vooral in het holst van de nacht. Tijdens het spookuurtje. Als ik mijn huis niet in kan…….

Zondagmorgen vliegt Heks op haar ouwe trouwe bezemsteel naar de hoofdstad. Uit alle windstreken komen mijn zusters aangesneld. Sommigen met openbaar vervoer, anderen net als Heks op een eigen bezemsteel. Rond kwart voor tien is iedereen geland. Kwekkend en kwakend slaan we nog snel wat koffie naar binnen. Dan is het echt tijd: De Heksenschool begint weer.

Een hele dag werken we met het dodenwiel. We leren de godinnen van het westen kennen. Tijdens de uitgebreide lunch vliegen de magische verhalen je om de oren. De dag vliegt ook al voorbij. Om vijf uur tuf ik richting Leiden. De weg is hoegenaamd leeg. Alle stoplichten springen op groen. Binnen een goed uur heb ik zelfs mijn hondje opgehaald bij de oppas. Uitgekacheld zijg ik neer in mijn leunstoel.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Goeie genade. Heks is op. Het was al niet veel om te beginnen vanmorgen. Na een slechte week moesten alle zeilen worden bijgezet, om de opleidingsdag te volbrengen. En hoewel het heerlijk was om iedereen weer te zien, ben ik blij, dat ik in mijn stoel zit. Uitgeteld. Opgesoupeerd.

Om een uurtje of half vier ’s nachts schrik ik klam van het zweet wakker uit een vreemde droom. Ik lig aangekleed op bed. Televisie aan, lichten aan….. VikThor op het voeteneind. Alle katten om me heen of bovenop me. Heb ik al gegeten? Ik geloof het wel. En daarna in slaap gevallen voor de beeldbuis…….

Ik trek een jas aan, plant een parmantig hoedje op mijn duffe hoofd. Mijn nog slapende voeten glijden in een paar enorme regenlaarzen. ‘Drakenlaarzen, Heks. Goh, wat zijn ze mooi!’ aldus een medeheksje vandaag op de opleiding.

Even later sukkel ik door de steeg. Beetje raar tijdstip voor een uitlaatronde, maar niet uitzonderlijk in geval van Heks. Ik kom wel vaker energie te kort voor de avondronde. Hoe vaak val ik niet voor de televisie in slaap na het eten? Het gebeurt me dan ook regelmatig, dat ik op dit uur aan de wandel ben. Met enige regelmaat in pyjama……

Als ik bijna thuis ben, haal ik mijn sleutelbos tevoorschijn. Mijn oog valt op de voordeursleutel. Wat ziet het ding er vreemd uit, helemaal verbogen. Raar. Het slot van de voordeur gaat al tijden heel erg zwaar. Het lijkt wel of de deur is uitgezet door de hitte. Mijn lamme armen hebben hun handen vol om de deur open te maken tegenwoordig.

‘Ik moet voorzichtig te werk gaan met die kromme sleutel,’ denk ik nog. Dan breekt het onding af in het slot. Ik heb nog niet eens geprobeerd om em om te draaien…….

Daar sta ik dan midden in de nacht. Buitengesloten. Helaas heb ik de balkondeur dicht gedaan, dus een klimpartij via het schuurdak gaat zeker niks opleveren. Zal ik mijn buurman wakker bellen? Hij heeft een reservesleutel. Maar die kan toch niet in het slot worden gestopt. Daar zit immers dat afgebroken stuk…..

Mijn telefoon ligt binnen, mijn bezemsteel staat binnen…….

Goddank woont Heks midden in de stad vlakbij het politiebureau. Daar wandel ik dan ook maar heen. ‘Help,’ roep ik door de interkom, ‘Ik zit in een lastig pakket, ik liep de hond uit die laten…..’ De agent achter in het bureau zet grote ogen op. Hij trekt een gezicht naar zijn collega.

Heks kan dat allemaal niet zien natuurlijk. Ik sta op een doodstille gracht tegen een muur te praten voor een uitgestorven hermetisch gesloten politiebureau. Dan hoor ik helemaal niks meer. Vervolgens zie ik een kaal hoofdje achter in het pand over de balie gluren, of Heks en haar hondje daar echt staan. Ze worden toch niet in de maling genomen?

‘Loopt u maar naar uw huis, mijn collega’s komen er aan. Met een ladder. U weet echt zeker, dat uw keukenaam open staat?’

Heks holt op een sukkeldrafje naar huis. Intussen ben ik weer aardig wakker. Mijn duffe sprint jaagt de laatste slaap uit mijn ogen. Met bonkend hart, zweterig en verhit scheur ik mijn steeg in. Voor me uit rijdt een politiebusje. Ze rijden flink door, vandaar mijn gejakker.

Niet veel later ben ik omgeven door agenten. Uit het busje komt een solide ladder. De dienstkloppers schuiven het ding uit, tot het juiste formaat om mijn keukenraam te bereiken. Er komt een tweede politieauto bij. Politiemannen en een incidentele vrouw bevolken de steeg. Er wordt flink overlegd. ‘Heks, klim jij maar naar binnen…..’

Even kijk ik verbaasd op. Ik wil best die ladder opklimmen, maar ik ben er niet echt op gekleed, met mijn lange jurk en rubberlaarzen. Ook ben ik uitermate wiebelig van vermoeidheid. Ik had eigenlijk begrepen, dat een agent dat zou doen, dat klimmen op een gammele ladder. Want hoe stevig de ladder ook is van zichzelf, leunend tegen een vensterbank op vier meter hoogte is het toch een heel ander verhaal…….

En hoe komen ze eigenlijk bij mijn voornaam?

Maar de agent heet Heks, net als Heks. Het is ook een mannennaam namelijk, mijn rare en zeldzame voornaam. Wat toevallig toch weer. Eenvoudig doch complex. Heks is perplex van dit Yin/Yang effect binnen de queeste van haar nachtelijke buitensluiting.

Dus terwijl Heks perplex staat te kijken klimt Heks nummer 2 door haar keukenraam naar binnen. ‘Waar vind ik een reservesleutel?’ roept hij naar beneden. Ademloos kijkt Heks toe. Het is een ongelofelijk lekker ding.

‘De sleutelbos met een smiley er aan,’ roept zijn collega, nadat ze die informatie uit een zwaar afgeleide Heks heeft gekregen. Binnen een paar minuten staat de agent weer buiten met sleutelbos. ‘Ik heb de deur opgelaten, want die afgebroken sleutel zit er nog in. U moet morgen direct een slotenmaker laten komen…..’

Zo zit Heks om half vijf weer lekker in haar huis. God, wat ben ik blij. Gek ook, dat die sleutel precies op zo’n ongelukkig tijdstip afbreekt. Bizar als je bedenkt hoe vaak ik op de meest normale tijdstippen die deur gebruik…..

De volgende dag ga ik op zoek naar een slotenmaker. Ik vraag een offerte op, wil al afspreken met Beun de Haas en Co, als ik me bedenk, dat ik ooit vreselijk de mist in ben gegaan met een malafide slotenmaker, die ik had opgeduikeld in de Gouden Gids. Het is alweer eventjes geleden.

De man zette een nieuwe cilinder in het slot van mijn bergingsdeur. Toen ik later de deur open deed, viel hij op mijn hoofd. Bleek de man de scharnieren te hebben gemold, om de deur uit de sponning te kunnen lichten.

De klungel had geen enkel expertise met het repareren van sloten. Hij had echter wel een flink bedrag gerekend. Toen ik telefonisch verhaal ging halen, werd ik door zijn doorrookte medewerkster (zijn vrouw? ) bedreigd. Ik heb ook nooit kunnen achterhalen, waar het ‘bedrijf’ was gevestigd…….. (waarschijnlijk in het vervallen busje, waarin de man rond reed)

Ik bel de woningbouwvereniging. Ik heb uiteindelijk een duur onderhoudscontract met hen, waar ik nooit gebruik van maak. ‘Vervangen van cilinders in sloten valt niet onder het onderhoudspakket, maar we kunnen het wel voor u doen…’ Vooruit maar. Laat maar een mannetje komen. Ik vraag direct nog een paar reparaties aan bij de vrouw. Als ik de hoorn op de haak leg, gaat de bel.

‘Wat ongelofelijk snel,’ de slotenmaker staat al voor de deur. In no time heeft hij de cilinder vervangen. Op mijn verzoek kijkt hij het slot nog even na. ‘Het gaat zo zwaar, al een tijdje. En met de nieuwe cilinder voel ik eigenlijk geen verschil….’

‘Mevrouw Heks, u heeft geluk. Het hele slot is kapot. Ik zal er een geheel nieuw exemplaar in zetten en die rekening is uiteraard voor Portaal. U kunt hier namelijk niets aan doen. De sleutel is afgebroken, omdat het hele slot niet deugt! Het ding is oud en versleten. De deur sluit hierdoor niet meer goed…..’

Even later zit het gloednieuwe slot in de deur. De man vijlt net zo lang aan de diverse  onderdelen, tot het geheel moeiteloos sluit. Heks zit gezellig op de dekenkist te klessebessen met de man. Het is een hondenman met sterke verhalen. Ijzersterk…….

‘Mijn nichtje heeft zus en zo jachthonden. Een stuk of acht. Werd ze een keertje tijdens een wandeling aangerand, heeft ze die honden om die vent heen gezet. ‘Niet bewegen, meneer, want dan bent u er geweest,’ liet ze hem doodsbang achter in het bos met die honden. Kortom: De politie erbij gehaald en die vent opgepakt. Bleek hij al een heleboel dames te pakken te hebben gehad…..’

‘Stond een vent in te breken in mijn huis, politie gebeld….. Wilden niet komen, omdat de man nog niet binnen was. Gekkenhuis natuurlijk…… Ik heb een vrouw en kleine kinderen, wat denken ze wel? Later bleek het om een bende van zeker vijf man te gaan!

Heb ik tegen die agenten gezegd, ik ben die en die. Waren ze zo ter plekke. Ik heb namelijk een wapenvergunning, dus wapens in huis….. En dat kunnen ze zo in hun systeem zien, ik sta geregistreerd. Ik laat die inbrekers hier echt niet binnen komen, natuurlijk……. Dat weten zij ook wel, vandaar…..’

Wapens in huis. Brrrr.

Hoewel: Heks heeft een stuk metaal achter de voordeur staan. Hier kom je ook niet zo maar binnen. Ik heb ook eens iemand betrapt op inbreken in mijn huis. Heel creepy. Ik weet ook nog wie het geweest is. Een hele enge stalker, die zijn spooky oogje had laten vallen op die aardige barvrouw in de kroeg waar hij altijd kwam.

Na Heks heeft hij iemand gestalkt, die Heks niet geloofde indertijd. Deze zuipschuit vond mijn verhaal maar onzin. Hij ging onder 1 hoedje spelen met de naarling, alleen maar om Heks te pesten. Waarschijnlijk omdat ze weinig oog had voor de armzalige versierpogingen van deze ontaarde huisvader met vrouw en kind.

Die ongelovige reactie speelde de engerd als het ware in de kaart. Nou, dat heeft Zuipschuit geweten. Aanvankelijk was er niets aan de hand. Toen Heks echter haar baan aan de wilgen hing vanwege deze ontwikkelingen en van het toneel verdween, raakte de man geobsedeerd door deze handlanger.

Opeens stond de man bij hem in de straat te posten, liep hij hem in de supermarkt voor de voeten, probeerde hij ’s nachts bij hem in te breken…… Vervelend voor de drinkenbroer, maar ik was er van af…….