Zaterdag fiets ik aan het begin van de avond de stad uit. VikThor draaft naast de fiets. Hij is jarig geweest afgelopen week. Vier jaar zijn voorbij gevlogen. Mijn ventje is volwassen. Hij loopt als een kieviet op zijn bionische poot. Het gaat goed met hem. We zijn onderweg naar het Valkenburgermeertje. Mijn waterrat gaat lekker zwemmen!
Eenmaal de stad uit koelt het een paar graden af. Het is net te doen in mijn knalrode 90s jurkje met schoudervullingen en bolerojasje met cowboyflappen. Gelukkig heb ik een jas in mijn tas. Zo’n synthetisch plofmodel. Opvouwbaar, praktisch en warm.
Ik heb ook mijn portemonnaie bij me. Ik ben van plan iets te gaan eten op een foodtruckterras. Beetje genieten van het leven. Afgelopen week op het strand gedineerd. Om VikThors verjaardag te vieren. Hij kreeg ook iets lekkers.
De ergste Coronatoestanden zijn voorbij. De besmettingsgraad is aanmerkelijk teruggelopen. Iedereen heeft weer als een gek zijn oude leventje opgepakt. Mijn leventje was nauwelijks veranderd door de lock down. Ik zit nog steeds het hele weekend in mijn eentje te koekeloeren. Toch ben ik blij, dat het ergste gevaar geweken is.
Voor veel mensen is Corona echt helemaal voorbij. Of ze geloven er niet in. Het is een hoax. Zo word ik een maand terug bijna omhelst door een oude bekende. Ik ben totaal overrompeld. We zoenen elkaar normaal gesproken nooit!
‘Zullen we even een paar BOA’s gek maken voor 800 euro?’ roept ze, terwijl ze met wijd uitgespreide armen op me af rent. Ik snap aanvankelijk niet wat ze bedoelt. Glazig roep ik ‘Nee, ik heb een auto-immuunziekte, niet doen!’ Net op tijd. Anderhalve meter van me af stopt ze.
‘Doe je bij de jaarlijkse griep ook zo moeilijk?’ vraagt ze streng. Ik voel een heel verhaal aankomen over de onzinnigheid van deze pandemie-hoax. Snel maak ik me uit de voeten.
En ja, bij de jaarlijkse griep ben ik ook als de dood. Ook daar word ik erg ziek van. En langdurig ook vooral. Ik ben maanden uit de roulatie na een ouderwetse griepaanval. Zo’n virus, waar ik de voorgangers van voorbij heb zien komen. Waardoor ik toch een zekere weerstand heb opgebouwd tegen de nieuwe variant.
Dat kan ik van Corona niet zeggen. Ik vrees, dat mijn systeem daar een hele dobber aan zal hebben.
‘Het is weg,’ fluistert iemand me onlangs samenzweerderig toe. Ik kijk niet begrijpend. ‘Het is weg,’ en als ik nog niet snap wat er bedoeld wordt, ‘De Corona. Het is weg.’
Ja. Voor nu. Let op mijn woorden, binnenkort terug van weggeweest. Als ik zo naar de overvolle ‘Haarlemmerstraat een kilometer koopplezier’ kijk.
Maar ik ga wel met veel meer plezier over straat nu de zaken er beter voor staan. Ik mijd drukke plekken nog steeds als de pest. Maar ik raak niet meer in paniek van al die hardlopers. Die zijn overigens niet meer zo talrijk in het straatbeeld aanwezig als tijdens de crisis. Goddank.
Bij het Valkenburgermeertje gooi ik eindeloos balletjes het water in voor mijn ADHD hondje. Hij rent, zwemt, sprint, apporteert……Ook speelt hij met andere hondjes. Een Berner Sennen van 6 maanden. En een Labrador van dezelfde leeftijd.
Ik raak aan de praat met een leuke dame met twee kleine hondjes. De kleinste windhond, die ik ooit gezien heb. Een Italiaans model. Meer voor de sier, dan voor de sport. Vroeger had ze een Heidewachtel. ‘Ook een geweldige ADHDer, net als jouw hondje….’ verzucht ze vol heimwee.
De man met de labrador is doorgelopen. Zijn hond is het water in gesprongen en zit nu achter een stel meerkoeten aan. Hij is al een flink stuk uit de kant geraakt. ‘Hij is em kwijt,’ zeggen de dame en ik tegen elkaar. We kennen het verschijnsel. Je hond raakt in een andere modus en je bereikt hem niet meer met je stem…..
Even later staat iedereen ingespannen te kijken naar de dolgedraaide labrador. Hij is intussen bijna halverwege het idioot diepe meer terecht gekomen. Hij gaat maar door met zwemmen, maar je ziet lichte paniek bij het dier. De man loopt gewoon verder! Alsof zijn hond niet in de problemen is geraakt!
‘Vast zijn eerste hond,’ denk ik bij mezelf, ‘Hij leest zijn dier nog niet…’
‘Ik ga die man helpen, straks verzuipt dat beest nog…’ Heks springt op haar elektrische fiets. Ik scheur langs het water naar de man toe. Zonodig kan ik in een vloek en een zucht aan de andere kant van het meer geraken. Mocht het dier daar terecht komen. Voorlopig zwemt hij rondjes in het midden van het meer.
‘Kan ik u helpen?’ De man is blij, dat iemand hem wil helpen. Maar waarmee? Hij ziet er uit alsof hij geen idee heeft wat hij zou kunnen doen. ‘Als ik u was sprong ik in het water en zwom zo snel mogelijk naar mijn hond. Al kan hij u maar horen…. Hij is in paniek en als hij moe wordt kan hij zo verdrinken….’ Het dier is pas een half jaar oud. Een zwemmende baby.
Nog voor ik ben uitgesproken trekt de man zijn shirt en schoenen uit. Hij drukt zijn telefoon in mijn hand. Of ik er even op wil letten. Dan springt hij het water in en begint richting zijn hond te zwemmen. Dat beest is intussen een kolere end weg geraakt. Vol spanning kijken alle andere hondenbezitters toe.
Als hij zijn hond uiteindelijk bereikt gaat het dier expres de andere kant op zwemmen. De teringlijer. Vast midden in zijn eerste puberperiode….. De man krijgt het nu moeilijk. Hij heeft geen riem bij zich, die ligt voor me op de grond. Hij kan zijn hond dus niet aanlijnen en dwingen om met hem mee terug te zwemmen. Ik zie hem worstelen om zelf boven te blijven.
Misschien had ik er zelf in moeten springen, sta ik te dubben. Heks is altijd een uitstekend langeafstandzwemster geweest……
Uiteindelijk begint de man alleen terug te zwemmen. De hond komt gelukkig een tiental meters achter hem aan. Zwemt weer even de andere kant op. Komt toch weer naar zijn baasje toe…. Het duurt een hele tijd in mijn beleving, maar dan komt eerst het baasje aan wal. En pas later zijn hond, die er direct weer vandoor gaat. De ellendige puber.
Arme man. Kletsnat en ijskoud en erg geschrokken zo te zien. Goddank krijgt hij de hond even later te pakken. Die gaat voorlopig aan de lijn. ‘Dank u wel voor uw hulp,’ stamelt hij, terwijl hij zijn droge shirt over zijn natte bast stroopt. Hij is gelukkig met de auto, want het is nu echt best fris geworden. Een bries vanuit zee jaagt kippenvel op mijn armen.
‘Ik was even bang dat ik het zelf niet zou redden,’ prevelt de man. Hij is van slag. Misschien niet zo’n goede zwemmer. Oh, wat voelt hij zich ellendig. Misschien ook in zijn hemd staan met al die getuigen van dit drama. Letterlijk en figuurlijk.
Pas veel later, eenmaal veilig thuis, dringt de ernst van de situatie tot me door. ‘Goed, dat je zo’n radar hebt voor dit soort zaken, Heks,’ prevel ik voor me uit, ‘Dat je direct in actie bent gekomen. Niet alleen hebt staan kijken en commentaar hebt staan leveren, zoals de rest van de toeschouwers……’
‘Je hebt die man geholpen om zijn hond te redden. Dat heeft hij toch maar voor elkaar gebokst. De tragische held! Het had wel eens heel ellendig kunnen aflopen allemaal…’
En die zotte hond? Hopelijk is hij ook flink geschrokken. Laat hij het de volgende keer uit zijn kop. Maar ik reken er niet op. Het baasje zal een volgende keer veel eerder moeten ingrijpen, als hij weer achter vogels aan gaat jagen. Anticiperen. Het gedrag van zijn klierige pubertje lezen. Daar heb ik meer vertrouwen in…….
Hoi Heks, wat een vreselijke ervaring. Zowel hond als de man hadden het loodje kunnen leggen. Mensen konen om bij het redden van dieren. Bijvoorbeeld als ze ineens op de rem gaan staan voor overstekende eendjes of zoals in jouw verhaal. Verder zou ik iedereen op zijn bek willen slaan die protesteert tegen de 1,5 m social distancing, opgezweept door dansleraar Willem Engel die ooit biochemie studeerde. Ik blijf liever leven door de maatregelen van het OMT. Daarom blijf waakzaam. Groet. Fred.
Verstuurd vanaf mijn iPhone
>
LikeGeliked door 1 persoon