Het is zo warm, de mussen vallen van het dak. Heks zit binnen met de ramen en deuren dicht. Een grote ventilator verplaatst de lucht in mijn woonkamer van hot naar her. Ik zit te wachten tot het een beetje afkoelt buiten. Het is nu nog veel te heet om met mijn hond in zijn kar op stap te gaan.
Ik ben moe. Vannacht kon ik totaal niet slapen. Niet dat dat normaal gesproken een hobby van me is. Ik haat slapen. Eerst ben ik uren bezig om mezelf zo ver te krijgen, dat ik in bed lig met gepoetste tanden, terwijl ook alle beesten tevreden zijn. Hondje uitgelaten, katjes brokjes gehad, hondje nog wat lekkers, spelletjes doen met de bal….
Naar bed gaan is gewoon een enorme klus in mijn optiek. Zo ook opstaan. Mezelf uit bed slepen, richting keuken. Kopje koffie zetten, pijnstilletjes er in, langzaam uitdeuken….. Hondje uitlaten, katten verzorgen….. Na twee uurtjes heb ik bergen verzet voor mijn gevoel. Ik zou dan wel weer naar bed willen.
Maar ja, dat is weer zoveel werk.
‘Jeetje Heks, wat heb je in godsnaam uitgevreten met je lijf?’ Mijn fysiotherapeut schudt zijn hoofd, terwijl hij me weer uit de knoop haalt. Ik zie dat natuurlijk niet, ik kijk door een gat in de tafel naar zijn schoenen. ‘Wat een leuke exemplaren heb je aan vandaag…’ prijs ik deze man met schoenenfetisj. Ja, wat heb ik in godsnaam uitgespookt met dat leipe lijf van me?
‘Ik heb een dag gestrekt gelegen. Het zou ook door het warme weer kunnen komen, mijn lichaam reageert nu eenmaal extreem op alles. Ik hoor niet tot de categorie mensen, die opknapt van warm weer. Ook niet van koud weer overigens. Ik knap gewoon nergens van op.’
Mensen roepen al jaren tegen me ‘Binnenkort wordt het lekker weer, Heks, dan zal het beter gaan.’ Ik heb al vele zomers in bed doorgebracht, maar dat valt nu eenmaal niemand op.
Mensen staan er doorgaans niet bij stil hoe het is om altijd ziek te zijn. Behalve in de Corona tijd. Toen belde opeens een vriend van bijna een halve eeuw geleden me op om te vragen hoe het met me gaat.
‘Ik heb Corona gehad, ben wel drie weken ziek geweest! Stampende hoofdpijn. Echt niet normaal. Ziek zijn valt niet mee. Bladiebladiebla. Etcetera….’ Heks hoort zichzelf tegenover haar oude vriend haar eigen situatie bagatelliseren. Ik ben eraan gewend. Me dit en me dat. Het is niet anders.
Ja, wat moet je ook zeggen? Drie weken ziek zijn is natuurlijk ook wel absurd extreem lang. Voor een normaal mens. Maar ik ben al bijna vijfendertig jaar aan het harken. In mijn eentje. Zelden iemand, die vraagt of ik het nog wel volhoud allemaal. Wel krijg ik veel ongevraagd advies. Of iemand heeft zomaar een oplossing voor mijn situatie.
‘Ga lekker een tijdje op het platteland wonen, Heks,’ zegt iemand tegen me, nadat ik heb gedeeld, dat het me zwaar valt om midden in de stad te wonen met een auto-immuunziekte tijdens de lockdown. Al die hersenloze kerngezonde medemensen, die nergens op letten. De eenzaamheid. Pesterijen op de koop toe.
Probleem opgelost! Ja, ik ga een verhuiswagen huren en vertrek met al mijn beesten een paar maanden naar mijn buitenhuis in Tisniegauwgoe, maar twee uur rijden vanaf Leiden. Dat ik er zelf niet op gekomen ben.
Iemand zijn pijn gunnen, niet oplossen maar lui luisteren. Holding Space. Ik heb er al zo vaak over geschreven. Het gebeurt zo weinig.
‘Oh Heks, had mij maar gebeld toen je zo in de put zat tijdens de Corona crisis,’ roept iemand anders enthousiast, ‘Ik ben heel goed in peptalk!’ Ook iemand van de oplossingen. Toen mijn relatie uit ging adviseerde ze me om lesbisch te worden. Pakweg een halve week later.
Alsof de meiden van de damesliefde nooit ruzie maken. Alsof alles daar altijd maar koek en ei is. Maar vooral: Hoe word ik lesbisch? Of beter lesbischer….. Word je niet zo geboren? Zit het dan toch tussen je oren?
Denk nu niet, dat deze peptalkers domme onnadenkende mensen zijn. Je zou het wel denken, als je dit zo hoort, maar het is niet zo. Ze hebben menig opleiding, met name op het gebied van alternatieve therapietiedelie, in de zak zitten.
Het is gewoon heel moeilijk om het ‘uit te houden’ met iemand, die in de shit zit. Dat hoor ik een man van het Leger Des Heils een tijdje geleden zeggen in een televisieprogramma. Volgens hem is dat ‘uithouden met de ander’ waar het om draait in het leven. De legerman is een man van weinig woorden.
Hij is waarschijnlijk niet zo goed in peptalk. Maar hij snapt wel heel goed, waar het om gaat. ‘Ik heb die fout ook gemaakt, hoor,’ geeft hij ruiterlijk toe, ‘dat je het wel eventjes oplost voor iemand.’
De afgelopen week zie ik een oude aflevering van ‘de Stoel’. Vreemde snuiters en buitenbeentjes doen hun verhaal en delen hun wijsheden. Twee stokoude zussen zijn aan het woord. De ene is non en de ander is boerin. Ze trekken veel samen op.
Zegt de boerin stralend ‘Ik ben zo gelukkig, omdat ik mezelf vergeten ben. Iets voor een ander doen en mezelf vergeten. Dat is wat mij zo ontzettend gelukkig maakt.’
‘Hoe slechter de levensomstandigheden, hoe beter de resultaten van het werk – op voorwaarde dat je het werk voortdurend herinnert.
Herinner jezelf, altijd en overal.
bedenk dat je hier bent gekomen omdat je begrepen hebt dat het nodg is met jezelf te vechten – alleen met jezelf. Dank daarom iedereen die je daartoe de gelegenheid biedt.’
‘You forget to remember yourself when it is necessary; but when it is useless you remember yourself automatically. This is not our aim at all. One must accustom oneself to self-remembering consciously. You will not succeed unless you make the task of remembering yourself with your whole presence.’
–G.I. Gurdjieff
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.