I have arrived, I am home: Na woeste reis door kletsnat Frankrijk komt Heks eindelijk aan in Plumvillage. Tot grote verrassing van mijn non-vriendin…….

 
Na een woeste heenreis van hot naar haar door overstroomd Frankrijk, kom ik donderdagavond dan eindelijk aan in Plumvillage. Om exact zes uur, precies op tijd voor het avondeten. Ik ga op zoek naar mijn vriendin, de Nederlandse non. Ik wil bij haar in de Nederlandse ‘familie’. ‘Er is dit jaar geen Hollandse groep. We zijn verdeeld over andere families. Zuster Lan heeft wel een groep: met mensen van over de hele wereld,’ vertelt een oude bekende me bij het begroeten. 

Omdat ik mezelf nog niet heb aangemeld, op een enkel mailtje na, besluit ik mezelf in te delen bij mijn geliefde zuster. Al snel ben ik er achter waar ze uithangt. 

‘Nou ja,’ roept ze blij verrast, ‘Kijk nu toch eens!’ We vliegen elkaar om de hals. ‘Je stond helemaal niet op de lijst’ stralend staat ze me te bekijken. Het is alweer twee jaar geleden, dat we elkaar voor het laatst zagen…..

  
Even later word ik voorgesteld aan mijn retraite-familie. We eten gezamenlijk. Daarna ga ik op zoek naar een goede plek voor mijn tent. De eerste optie keur ik af. Ik ga niet weer drie weken in de volle zo’n staan. Ver van het toiletgebouw. Stel dat we weer een hittegolf krijgen zoals twee jaar terug. Toen al mijn medicatie dagelijks werd gekookt……

Ik vind een plek tegenover een faciliteitengebouw. Onder de bomen, nabij de hut, die ik wil gebruiken als tijdelijk atelier. En bovendien pal naast een pad waar ik met de auto kan komen. Dus geen gedoe met kruiwagens vol bagage over hobbelig terrein, hulp vragen enzovoort. Kortom ideaal. Het veld is bestemd voor stafleden alsmede single women staat expliciet geschreven op een bord. ‘Hier achter is nog een veld, maar dat is zo doorweekt, daar zou ik niet gaan staan,’ adviseert een staflid me. 

  
Net als ik mijn spullen uit de auto heb gegooid komt er een ander staflid zich tegen me aan bemoeien. Het kan niet, eigenlijk dan, want er is gisteren iets besloten, min of meer, bladiebla. Ik ken het fenomeen, het geëmmer over dit soort futiliteiten, waar ik altijd tegenaan loop zodra ik hier ben. 

De een vindt dit, de ander dat. Iedereen wil dat je luistert natuurlijk. Heks wordt altijd verkeerd ingeschat. Niemand gelooft op het eerste gezicht dat ik een hopeloos lijf heb……

‘Ik heb van zeker zes anderen gehoord dat ik hier kan staan. Het is ideaal voor me. Vlak bij de toiletten. In de schaduw. Mijn spullen liggen er al, dus ik ga hier gewoon staan,’ zeg ik vriendelijk. Ze trekt een zuur gezicht en na vier dagen doet ze dat nog steeds als ze me tegenkomt. Het zei zo. Ik ga me niet meer verdedigen. 

Mijn kampeerplek is fantastisch, het is me en zuur gezicht waard. 

I have arrived , I am home.

Die nacht lig ik op mijn riante veldbed te creperen van de pijn, dat dan weer wel natuurlijk. Mijn god. Wat heeft mijn lijf een klap gehad van de voorbereidingen en de rampenreis. Maar ik ben er. Halleluja. Amen.