The Autistic Gardener gaat in de weer met heilige geometrie. ‘Hahaha, hihihi,’ lachen alle tuinkabouters, elfjes, trollen en deva’s. Ze lachen hem niet uit. Neen! Zij kunnen zijn roze kapsel zeer waarderen. Alsmede hetgeen hij aanricht in de diverse tuinrampgebieden! Heks is ook blij met iemand zoals hij. Anders zijn als kracht en inspiratie. Dat wil ik ook voor mij!

 

Vanmorgen zie ik een tuinprogramma op televisie. The Autistic Gardener. Een man met knetterroze haar gaat een gezin helpen om iets te maken van de 280 vierkante meter wildernis achter hun huis. Hij lacht zijn gehavende gebit bloot, terwijl hij ons toespreekt in de camera. ‘Ik ben een autist. Dat maakt me een zeer bijzondere tuinarchitect. Ik zie concepten en patronen en daar krijg ik inspiratie door. Maar deze keer….’

Vertwijfeld kijkt hij om zich heen. Hij staat in een akelige voorstad zonder kraak of smaak. ‘Het is geen stad, het is geen platteland. Het is gewoon niks. Ik heb nog geen enkel idee. Dat zal me wat worden,’ moppert de enorme tuinkabouter met prinsessenhaar.

C_3v6IAXkAEdg_q

Even later belt hij aan bij de familie in kwestie. Een alleraardigst stel op leeftijd, twee volwassen dochters en nakomertje met syndroom van Down. Door het intensieve karakter van de opvoeding van laatstgenoemde is de tuin in het verdomhoekje geraakt. Een langgerekte verdomhoek van 7 bij 40 meter. Daar kun je op zich wel iets mee natuurlijk.

Maar hoe lang de tuinman ook door de tuin baggert, een idee krijgen is er niet bij. ‘Hier kan ik echt helemaal niets mee. Er gaat niks borrelen. Ik krijg geen ingeving…..’ pruttelt hij opstandig. Even later zien we hem elders door een prachtige geometrisch aangelegde tuin wandelen. Hier krijgt hij wel inspiratie van!

Nu is Heks ook dol op geometrie. Ik begrijp zijn enthousiasme. ‘Dit is wat deze mensen nodig hebben! Orde in de chaos!’ Hij is er uit. Snel maakt hij een aantal prachtige schetsen. Het echtpaar staat er van te kijken. Maar begrijpen doen ze het niet. ‘Ik vertrouw hem,’ zegt de vrouw, ‘Maar wat gaat het worden?’

Even later zit de tuinarchitect met de vrouw op een bankje in het struweel. ‘Ken je deze getallenreeks?    1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, 144, ……..? Het is de Fibonacci-reeks. Kijk, steeds tel je de twee vorige getallen bij elkaar op…..’

‘En als je de getallen plaatst in een raster krijg je een spiraal. Deze getallenreeks vindt je overal in de natuur terug. Bijvoorbeeld in deze bloem,’ beargumenteert hij zijn keuze om de tuin vol spiralen en cirkels te proppen, ‘Op die manier creëert de natuur orde in de chaos….. En zo wil ik orde in jullie chaos brengen…..’

De vrouw is gefascineerd door zijn verhaal. ‘Fantastisch,’ zie je haar denken. Ook al heeft ze nog steeds geen idee waar het allemaal naartoe gaat.

De rest van het programma wordt gevuld met het leeghalen, omvormen en weer vullen van de tuin. Een dreamteam rukt aan om dit te bewerkstelligen. De autistische tuinman kun je dat beter niet laten doen.

 

‘Het is een chaoot. Met enige regelmaat moet ik hem terugfluiten. Maar hij heeft de meest krankzinnige ideeën. Zo origineel. Iedereen is altijd helemaal verguld met zijn ontwerpen,’ lacht de opperhovenier.

Heks doet de telvisie uit. Ik moet met mijn hondje naar buiten. De rest van het verhaal geloof ik wel. Maar wat een grappige man is dat, die Alan Gardner met zijn roze haar. Zo gek als een cent, een supergave vent! Met enorm veel talent!

Autisme nu eens niet weggezet als iets waar je vanaf moet. Nee, juist niet. Doe het hem maar eens na, zo’n tuin ontwerpen. Heks raakt geïnspireerd door deze prettige benadering van de niet alledaagse mens.

Naar aanleiding van dit programma besluit me nu eindelijk eens te verdiepen in ADD. Al jaren vermoed ik dat ik hier een tik van heb meegekregen, maar omdat ik al zoveel mankeer heb ik me er nog nooit mee bezig gehouden. Er is overigens ook niet veel aan te doen. Het is nauwelijks onderzocht, omdat het voornamelijk vrouwen treft. Net als ME en Fibromyalgie.

‘Ik zou me maar eens laten nakijken,’ zei mijn oudste zus ooit, ‘Wij zitten hier in het gezin allemaal aan de Ritalin. Echt een enorme verbetering…..’

Ook andere familieleden hebben intussen de diagnose ADD of ADHD gekregen. Het is in 75% van de gevallen erfelijk. Tja. Het zal wel.

Heks is absoluut een HSPtje. En nu lees ik dat de combinatie HSP en ADD heel vaak voorkomt. Ik kijk eens naar de lijst kenmerken van ADD. Het lijkt wel een beschrijving van Heks. Een nachtuil met een hoofd vol dromen, komt altijd overal te laat en is een absolute chaoot.

Maar ook het gegeven van superfocus indien nodig ken ik. Een groot deel van de kenmerken zijn zonder meer op mij van toepassing.

  

Maar ik kom ook een vorm van natuurlijke medicatie tegen. En ik ontdek bovendien, dat die medicatie zo werkzaam is, dat het wordt vergoed door sommige zorgverzekeraars. Waaronder de mijne.

Met een georganiseerd hoofd overal op tijd komen. Een beetje nachtrust in de nacht, wakker zijn overdag en een opgeruimd huis. Saaie klusjes vol enthousiasme volbrengen. Een leeg ZEN hoofd de hele dag door…… Dit is mijn voorland!

Ik denk aan de tuinarchitect, die zijn autisme als een gave beschouwd. De man met roze haar, die zijn gave te gelde maakt. Enthousiast omarmt hij iedereen op zijn pad. De mensen staan er soms raar van te kijken, want ze verwachten het niet. ‘Ik kan menselijke emoties niet goed lezen,’ lacht de man. Het zal hem intussen een zorg zijn. Hij omhelst gewoon een ieder die zijn pad kruist!

Iedereen is blij met zijn talent. Zijn vermogen om precies in de roos een tuin te ontwerpen, die bij zijn opdrachtgevers past. Hij klunst misschien op andere gebieden. Maar in zijn vak floreert hij!

‘Zo hoop ik ook nog eens iets bij te dragen,’ denkt Heks bij zichzelf. Ik zou ook graag mensen enorm blij maken en van mijn nood een deugd maken. Vooralsnog komt er niet al teveel uit. Moet ik het voornamelijk van mijn decoratieve kwaliteiten hebben.

Ik zou mijn haar weer eens pimpelpaars kunnen verven. Dat is al zeker weer vijftien jaar geleden……

 

Knibbel knabbel kneusje. Wie kreukelt er door heksenhuisje? Het is die kol, die toverkol. Piepend als een muisje. Schuddebuikend van de pret ook. Om een zeperd in een domme soap. Een lachend levend lijk! Hihihi, hahaha. Ik stond erbij en ik keek ernaar.

Knibbel knabbel kneusje. Wie kreukelt er door heksenhuisje? Het is die kol, die toverkol. Piepend als een muisje.

Oh, oh, wat is mijn favoriete soap weer grappig momenteel. Sinds kort volg ik em weer met enige regelmaat. De intriges binnen deze omhooggevallen familieclan zijn weer onwaarschijnlijk, maar dat is het echte leven ook. Smullend zit ik ernaar te kijken onder het genot van een kopje koffie en een ontbijtje.

‘Hahaha’, lacht Heks als iemand een vaderschapstest vindt in de tas van zijn zwangere vrouw. ‘Hihihi,’ giebel ik als ik in een volgende scène de vader van het slachtoffer zie beweren, dat hij een goede vader is. Ondanks dat hij zijn piemel in de vrouw van zijn zoontje heeft gestoken.

Hij zegt tegen een foute doch zeer loyale werknemer/vriend zeer veel van zijn zoon te houden. ‘Ik zou hem nooit pijn willen doen!’ Huh? Zijn vrouw verleiden valt daar blijkbaar niet onder. Nee. ‘Het feit dat je het daarbij laat duidt op jouw sublieme vaderlijke eigenschapen…. ,’slijmt zijn foute vriend. Nou ja. Niet te volgen…. Toe maar!

‘Misschien vindt hij zichzelf wel zo’n geweldig goede vader, met zulk topzaad, dat hij zich de aangewezen persoon voelt om zijn schoondochter te bezwangeren…..,’ gniffel ik hikkend om andermans fictieve ellende.

O jeetje. Nu moet ik helaas prikken halen en ik wil ze deze keer niet missen. Midden in de escalatie van een wekenlang zorgvuldig opgebouwd drama. Maar ja, prikken zijn belangrijker, want ik heb een gigantisch snothoofd.

De snotterigheden zijn zich al dagen aan het verzamelen in de diverse holtes in mijn verkouden hoofd. Om zich uiteindelijk pijnlijk vast te zetten in mijn voorhoofd. Dit in combinatie met de gereactiveerde whiplashnek van de laatste tijd verandert mijn hele heksenkop in spergebied.

Snel spring ik op de fiets. Ik zet em op de hoogste stand en snor de straat uit met een jakkerend hondje naast me. ‘Kom op, kleine smurf, we moeten ons haasten. De vrouw heeft er te lang over gedaan om uit de kreukels te komen…..’

Gelukkig mag ik er nog in bij de doktersassistenten. Ze zijn namelijk best streng. Soms heb ik me de tandjes gehaast om vervolgens onverrichterzake weer weg te gaan, omdat ik een paar minuten te laat ben.

Maar vandaag heb ik geluk. Binnen een paar minuten zijn er een paar injecties bij me naar binnen gejast. B12 in mijn kikkerbil en een enorme wesp heeft een heel gemeen bijtend goedje in mijn schouder geprikt. Citrus! Daarbij verbleekt de eveneens ellendige B12 spierprik.

Toch laat ik me twee keer per week zonder morren te grazen nemen. Beide injecties hebben hun nut ruimschoots bewezen. Zonder de B12 zat ik chronisch met mijn vingers in fictieve stopcontacten te prakken. En zonder de citrus waren mijn snotverloren voorhoofdsholtes nu zwaar ontstoken……

Pompediepom. Wat is dat toch raar. Je kunt je doodziek en zwaar beroerd voelen en toch een goed humeur hebben. Het zal wel zoiets zijn als mensen met alles wat hun hartje begeert, die steen en been klagen. Maar dan andersom.

Ik fiets de hele Singel rond. Mooi, dan heeft dat mormel alvast een goeie ronde gehad. Nu gauw naar huis en weer mijn bedje in. Jeetje, wat ben ik belabberd. Goedgehumeurd, maar tevens halfdood. Een lachend levend lijk!

Eenmaal thuis staat mijn hulp op de stoep. VikThor springt een gat in de lucht: Hij is stapelgek op mijn nieuwe thuiszorg! En dat is wederzijds.

‘Ik doe vandaag niets,’ waarschuw ik haar maar direct, ‘Ik ben zo gammel als een ouwe geit met lubberige fruituiers en uitgezakte kaaskuiten.’ Dan zie ik plotseling dat de deur van de vriezer op een kiertje staat. Huh? O jee! Nu moet ik toch aan de bak, want de hele koelkast staat onbedoeld te ontdooien.

Uren later kan ik dan eindelijk nog eens naar die soap kijken. Naar die hopeloze steenrijke narcistische vader. Naar de dochter van een andere narcist, getrouwd met de zoon van narcist nummerje 1. Gepakt door diezelfde narcist nr 1.

Heks moet er erg om lachen, echt tot tranen toe, maar alleen maar omdat het allemaal nep is. In het echt is het niet zo grappig. De vergaande vrijheden, die narcistische idioten zich permitteren. En de gestoorde verhalen, die ze ophangen om het achteraf ook nog te rechtvaardigen. Want zij zitten nooit fout. Welnee.

Je neukt de vrouw van je zoon, maar bent toch een goede vader. Heks snapt de redenering niet, maar ik heb al vaak vergelijkbare lulverhalen aangehoord in het werkelijke waarachtige leven. Nog onwaarschijnlijker zelfs. Want er wordt wat afgerommeld in de wereld. En niet alleen door narcisten.

Heks kent mensen, die door iedereen ongeveer als heilige worden gezien, maar die intussen stiekem de kat in het donker knijpen. Hun eigen partner belazeren alsof het niets is. Om zich beter te voelen vertellen ze het dan aan Heks. Ook al heb ik een bloedhekel aan die verhalen. Ook al heb ik zwaar de pest aan liegen, bedriegen, vreemd gaan en dergelijke.

Heks vertelt het echter niet verder. Misschien moet ik dat maar eens gaan doen, dan is het vast zo afgelopen met die idioterie!

Heks is helaas nooit als heilige gezien. Ik sta te boek als lellebel. Omdat ik een vrije vrouw ben, die beschikt over haar eigen seksualiteit. In een patriarchaat. Uitermate verdacht dus….

Dat ik niet met getrouwde of anderszins gebonden partners wens te verkeren is nog nooit iemand opgevallen. Maar als de kwijl langs de kin van zulke ontrouwe getrouwde types druipt als ze met me staan te praten heb ik het toch gedaan! Als sloerie ende slettenbak.

Vanmiddag zit ik in bed het laatste deel van de soap te kijken. Naar de narcistische karakters, die borg staan voor het succes van de serie. Want laten we wel wezen: Het zijn hopeloze en gevaarlijke mensen, die psychopaten en narcisten.

Heel voorspelbaar in hun vernietigende gang door het leven, in die zin dus best vrij saai. Maar met hun volstrekt gestoorde gedrag en idiote uitspraken volmaakt geschikt voor een goeie soap!

Denk maar aan Trump, die zou zo kunnen meespelen! Misschien een leuke carrièreswitch in de nabije toekomst. Iedereen blij. Hij kan zich schaamteloos oranje laten grimeren, zijn lippen laten opspuiten tot ongekende hoogten en elke dag een andere pruik op.

Hij kan straffeloos zijn geliefde nepnieuws verkondigen. Alleen tegenspeelsters betasten  is er niet meer bij sinds MeToo. zelfs niet voor mannen met geld en macht. Dat is dan toch jammer voor hem. Misschien een dealbreaker bij deze verder overigens perfecte baan.

En wij? Wij lachen ons dood!

Waarom lachen we om andermans leed?

Van Dijk wil leedvermaak geen negatieve emotie noemen. ‘Wij noemen het juist een positieve emotie in die zin dat leedvermaak ons psychologische voordelen oplevert. Op de een of andere manier is het goed voor onszelf – omdat het bijvoorbeeld ons rechtvaardigheidsgevoel bevredigt of ons zelfbeeld opschroeft.’

Zesennegentig jaar en geen gemaar. Mijn nieuwe vriend heeft meer energie dan ik. Hij was dan ook op zijn vierentachtigste nog wereldkampioen tennis. Ongelofelijk toch? Heks heeft heerlijke middag in het onvolprezen Leidse Hout met een zeer speciale ontmoeting!

© toverheks.com

© toverheks.com

Afgelopen zaterdag ben ik de hele middag met VikThor op stap. Eerst gaan we naar de fysiotherapeut. Vakkundig haalt ze me uit de knoop. Mooi. Dat scheelt. Daarna gaan we naar het Bosje van Bosman. Ik heb afgesproken met een beeldschone Poolse en haar gigantische blaffende herplaatser.

VikThor en zijn nieuwe vriendin hebben vorige week als een keertje geweldig leuk lopen dollen samen. ‘Ze heeft nog NOOIT met een andere hond gespeeld,’ riep haar baasje bijna in tranen om vervolgens het tafereeltje op te nemen met haar mobiele telefoon.

Wat erg, een hond die nooit speelt! Nou ja, wat is nooit. ‘We hebben haar twee maanden geleden uit het asiel gehaald, ze schijnt al heel vaak te zijn geplaatst en weer terug te zijn gebracht,’ vertellen de baasjes me even later. Mijn Poolse vriendin heeft haar gigantische stuk van een vriend meegebracht. Een vriendelijke reus.

Terwijl ze hem aan me voorstelt vliegt hun hond een oude dikke sukkel van een labrador aan. De baasjes storten zich op hun hopeloze asielhond. Een woest gevecht volgt, waarbij de labrador uiteindelijk weet te ontsnappen. Het stomme beest gaat er piepend vandoor. Het gebeurt in een fractie van een seconde.

‘Klotehond,’ schreeuwt de bazin van het slachtoffer tegen de aanvallende partij. Snel rent ze achter haar hond aan. Die zit met bloedende oortjes een stuk verderop heel lief en angstig te kijken. Wat een schatje is het!

Oh, oh. Wat een heftige toestanden vanuit het blinde niets. Vanuit de onzichtbare voorgeschiedenis van deze asielhond. Alle dieren gaan aan de lijn. Heks schrijft het telefoonnummer van haar nieuwe vrienden met een lippenstift op een papiertje voor het baasje van de gebeten hond. Vrijwel onleesbaar.

© toverheks.com

© toverheks.com

‘Ach, het valt wel mee allemaal,’ verzucht de vrouw na grondige inspectie van de bloederige oortjes. Mooi zo. Heks gaat er maar eens vandoor. Het is heerlijk weer. Ik ga naar het Leidse Hout.

Daar sla ik nog een paar uur stuk. Ja echt. VikThor speelt met allerlei hondjes en ik zit met de baasjes in het zonnetjes op een bank. In de loop van de middag stoeit mijn varkentje met een jonge Dalmatiër. Zij baas staat verderop te kijken. Langzaam schuifelt hij naar me toe.

‘Het is niet mijn eigen hond, hoor, ik laat hem uit voor een Russische dame,’ met twinkelende ogen kijkt hij me aan, ‘Twee keer per week!’ Het is vast een knappe dame, die Russin, aan zijn olijke blauwe kijkers te zien! ‘Ik leerde haar kennen vier jaar geleden hier in het Theehuis. Daar zat ze met haar dochtertje……’

‘Ja, ik laat ook nog twee keer per week een boxer uit!’ ‘Vast ook van een leuke mevrouw,’ denkt Heks grinnikend. ‘Kunt u mij op de wachtlijst zetten?’ grap ik terug. Nou ja, ik ben semi serieus, want zo’n hondstrouwe hulp bij het uitlaten zou echt enorm welkom zijn!

En niet eentje die er per keer 15 euro voor wil hebben, zoals laatst een alleraardigste dame. ‘Ik kan zelf geen hond houden, daarom zorg ik graag voor de honden van anderen,’ maakte ze me blij me een dooie mus.

‘Ik neem er geen honden meer bij, hoor, ik moet een beetje rustiger aan gaan doen zo langzamerhand. Volgende week word ik 96.’ Ik kijk de man glazig aan. Wat zegt hij nu? Zesennegentig? ‘U maakt een grapje,’ Heks is er snel uit. Ik word in het ootje genomen, bij de hakige heksenneus. Hij neemt me ertussen, deze man van hooguit zeventig!

© toverheks.com

© toverheks.com

Maar nee. Mijn nieuwe vriend is echt stokoud. ‘Ik heb altijd getennist. Dat doe ik nog, hoor. Met een man van 86, eentje van 84 en nog een laatste van 88. Ze hebben allemaal op hoog niveau gespeeld. Ik ook. Op mijn vierentachtigste was ik nog wereldkampioen!’ Hij ziet mijn verbijsterde blik, ‘In mijn leeftijdscategorie. Moest ik helemaal voor naar Innsbruck…..’

Ik geloof de man intussen wel. Deze bijna honderdjarige. Zou hij wel eens uit het raam klimmen? Ik heb net een boek van Fiederelsje geleend met die titel. Toen dacht ik nog: ‘Wat een onwaarschijnlijk idee. De meeste zeventigjarigen die ik ken krijgen dat niet eens voor elkaar…..’

VikThor heeft op een kwaaie avond hele stukken uit het boek gescheurd. Hij had blijkbaar behoefte aan wat leesvoer. En drie dagen later ontmoet ik dit vieve kereltje. Synchroniciteit ten top!

Nadat mijn nieuwe vriend zich heeft voorgesteld pakt hij een mondharmonica uit zijn jaszak. ‘Ik ga iets voor je spelen, Heks.’ Enthousiast riedelt hij een potpourri van bekende deuntjes. Te beginnen met ‘Ach Margrietje, de rozen zullen bloeien’. Heks staat ontroerd te luisteren. Wat een bijzondere man. Ik ben nog dagen daarna blij door deze ontmoeting.

© toverheks.com

© toverheks.com

Een halve week later tref ik hem alweer. ‘Ha Heks,’ zwaait hij enthousiast uit de verte. Al snel zijn we weer in een geweldig gesprek gewikkeld. ‘Een paar jaar geleden had ik een leuke vriendin. We gingen regelmatig gezellig uit eten. Verder niks hoor! Ze was twintig jaar jonger, dat wel. Op een dag ging ze iets mankeren, heb haar nooit meer gezien. Nou ja, in haar kist. Op de begrafenis.’

Gevolgd door ‘Zing je in een koor? Wat leuk! Zingen is goed, ik zal eens iets voor je zingen! Vroeger moest ik altijd met mijn vader mee naar de katholieke kerk. Ik kom uit Noordwijkerhout, dat is heel paaps. En weet je wat nu zo gek is? Die liedjes ken ik nog steeds van buiten. In het Latijn. Haha, hoor maar…’

Uit volle borst zingt hij een stuk van een mis. Heks kent het niet. ‘Ik kom uit een Calvinistisch nest,’ vertel ik hem. Ik ken het hele psalmen en gezangenboek uit mijn kop. Ik heb nu eenmaal een vreemd geheugen voor teksten op rijm en liedjes. Ik zing vaak dingen, die ik nooit bewust geleerd heb, maar stomweg ergens heb opgepikt.

‘Volgende week ben ik jarig. Kom dan ook gezellig naar het Theehuis hier in het Hout. Ik zit daar met een man of tien. Dan ga je gewoon aan het tafeltje ernaast zitten en dan krijg je lekker een taartje van me.’ Heks moet lachen. Hij wil vast opscheppen bij zijn oude tennismakkers met zijn nieuwe vriendin.

‘Ik heb in elk geval een cadeautje voor hem, Fiederelsje,’ roep ik later tegen mijn vriendin door de telefoon. Ik heb net de leergierige actie van mijn hondje opgebiecht. ‘Ik weet niet of hij dat boek kent, maar het lijkt me echt een passend geschenk. Uit het raam klimmen als honderdjarige? Appeltje eitje voor deze man!’

© toverheks.com

© toverheks.com

 

 

 

Kerst met de Don. Wolken parfum, prachtige pakken, elegante jurkjes en heerlijke wijn: We hebben het fijn! Maar na een kleine week vol vermaak verrekt Heks van de pijn. ‘Geen probleem, hoor,’ zegt de Don, ‘Zet me maar weer op de trein!’

Een dag voor kerst haal ik De don van het station. Van top tot teen in het pak gestoken staat hij me op te wachten. Een wolk parfum zweemt me tegemoet, terwijl ik hem in mijn armen sluit. Snel gooien we zijn bagage in de auto. Ik zet hem af voor de deur en doe nog vlug een paar boodschappen.

Al dagen sleep ik in etappes lekkere dingetjes mijn huis in. Mondjesmaat. Gedoseerd. Precies genoeg voor een mini kerst. Een bos rode tulpen en twee amaryllissen maken het feest compleet.

toverheks.com

Charmeur…….. toverheks.com

Ik weet het, het staat niet in verhouding met wat ik voorheen allemaal overhoop haalde in dit jaargetijde. Heks is al lang blij dat haar huisje opgeruimd is. En dat er wat te bikken is.

Een uurtje later trekken we een fles wijn open. De Don lurkt aan een biologisch Belgisch biertje. ‘Heerlijk, Heks,’ verzucht hij, ‘Dat gaat er in als Gods woord in een ouderling….’ Hij heeft er dan ook alweer een wereldreis op zitten. Helemaal vanuit Groningen naar Leiden…..

Vijf nachten logeert mijn vriend bij me. We gaan samen naar de kerstnachtmis. We dineren met Steenvrouw op eerste kerstdag. We slapen uit en kijken eindeloos naar Absolutely Fabulous…….. Hikkend van de lach!

Om de beurt laten we de hond uit. We eten de restjes en houden ons koest……’Don, het is genoeg geweest, ik kan geen pap meer zeggen,’ biecht ik donderdagmiddag op, als ik hem naar zijn zus breng. Hij gaat nog wat familie en vrienden bezoeken.

‘We hebben het heerlijk gehad, maar ik zit zo slecht in mijn vel. Ik merk het aan mijn korte lontje…… ik moet hoognodig een paar dagen crashen. Bewegingsloos in bed liggen. Stom naar de televisie staren……..’

toverheks.com

Casual….. zonder stropdas! toverheks.com

‘Heks, je hoeft het me niet uit te leggen. Ik begrijp precies wat je bedoelt,’ mijn oude vriend heeft ook een hopeloos lijf. Om in te wonen dan, niet om naar te kijken. In zijn prachtige Frans Molenaarjasje oogt hij uitermate fris en fruitig.

Hij logeert  vervolgens een paar nachten bij familie en vrienden. Af en toe waait hij binnen om van kostuum te wisselen. Of voor een praatje.

Op oudjaarsdag breng ik hem weer naar de trein. Na een paar nachten feesten met een goeie vriendin is hij bijzonder brak. Evenzogoed zit hij strak in het pak. ‘Ga je het redden? Dat hele end naar het hoge noorden?’ Mijn vriend ziet nogal bleek om de neus.

‘Maak je maar geen zorgen, Heksje, ga maar lekker mediteren. Ik red me wel. Vooral nu ik weet dat je een lekker cadeautje in mijn tas hebt gestopt….. Ik kom de avond wel door!’

We omhelzen elkaar stevig. Wie weet hoe lang het weer duurt voordat we elkaar weer zien. ‘Sorry dat ik halverwege de week moest afhaken….’ prevel ik. ‘Hou op Heks, doe niet zo gek. We hebben het heerlijk gehad. Echt geweldig.’

Even later ben ik op weg naar Den Haag. Enigszins daas van het gehaast. Tegen de tijd dat ik weer thuis ben is mijn vriend alweer in Groningen. Het was een heerlijke week. Ook al ben ik ondanks ons relaxte tempo finaal uitgeteld!

Veelbewogen dag met louter tegenslag, maar ook veel mooie momenten. Emotioneel afscheid van geliefde tante. Het regent pijpenstelen, dat geeft de stemming aardig weer. Maar er is meer. Hoogtepunten zelfs!!! Heks ziet haar familie weer!

Sergei Polunin

Donderdagavond zie ik een documentaire over de danser Sergei Polunin. De balletdanser waar de zwaartekracht geen vat op lijkt te hebben. Vooral niet al hij cocaïne heeft gebruikt……

Hoe zijn hele familie kromlag om zijn studie te kunnen betalen. Zijn vader in Portugal, zijn grootmoeder in Griekenland. Zijn moeder bleef bij haar kind als zijn persoonlijke toegewijde verzorgster.

Hoe hij zijn motivatie haalde uit het voornemen om middels succes in de danswereld zijn familie weer te herenigen. En de neergang vanaf het moment, dat zijn ouders toch echt gaan scheiden…….

De familie is uiteengeslagen door de gebeurtenissen, terwijl dat juist niet de bedoeling was! En hoewel ze elkaar al jaren niet hebben gezien is de definitieve breuk tussen de ouders een enorme dreun voor de jongen. Vanaf dat moment komt hij in de problemen. Zijn drive is weg. Veelzeggend.

Zo zie je maar weer hoe belangrijk je familie is. En hoe ontregelend het kan zijn als die basis wegvalt.

Dan valt het beeld weg, storing bij Ziggo. Gelukkig maar, want ik moet gaan slapen. Morgen moet ik vroeg op. We gaan mijn tante Mar begraven. Heel plotseling is ze ertussenuit geknepen

Het regent pijpenstelen op de dag dat mijn tante naar haar laatste rustplaats wordt gebracht. Heks fietst door de gietende regen naar de dokter voor haar prikken. Dat red ik nog precies, gek eigenlijk. Ik dacht dat het niet zou lukken eerder deze week, toen ik de rouwkaart eens grondig bestudeerde.

Als ik weer naar huis wil gaan breekt mijn fietssleutel af in het slot. K.U.T. Wat nu? Het is de elektrische ebike van mijn moeder. Loodzwaar. En ik heb maar 1 sleutel. Waarvan de helft nu in het slot bivakkeert.

Paniekerig probeer ik de sleutel eruit te schudden, maar ja, schudden met een fiets van 300 kilo op zijn kant is natuurlijk niets voor een MEpatiënt. Ik vraag me af of er überhaupt mensen zijn die er bij een dergelijk sportief hoogstandje zonder kleerscheuren van af zouden komen. Heks voelt haar gewrichten piepen en kraken. Hier en daar valt er eentje uit de kom.

Dan komt de assistente op me af met een mes. Ze heeft me zien tobben en komt me te hulp. Strijdvaardig heft ze de vervaarlijke brievenopener, want dat is het, in de lucht om vervolgens het slot te lijf te gaan. Vakkundig wipt ze het restant sleutel uit zijn gevangenis. Dat is alvast iets. En iets is beter dan niets…..

Ik loop dus maar weer naar huis. Mijn hoofd tolt van de zich plotseling opstapelende problemen. Ik moet ten eerste een sleutel laten maken, maar ik ben hartstikke blut. Gelukkig kan ik poffen in de natuurwinkel. Voldoende voor een nieuw exemplaar en een paar liter benzine. Mijn tank is ook leeg……

Maar eerst ga ik naar de begrafenis van mijn tante, Heks is met deze vrouw en haar dierbaren opgegroeid. Ze woonde maar een paar huizenblokken bij ons vandaan, deze opgewekte rebbelende lakonieke dame met haar grote drukke gezin.

Ik moet nu echt opschieten. Als ik er de sokken niet in zet ben ik te laat. Snel schiet ik iets netjes aan en spurt naar mijn auto.

Dan begint er een martelgang om in Voorschoten te geraken. Hemelsbreed helemaal niet zo ver van Leiden, maar de stad is opgebroken, alsmede vol verdwaalde Duitse toeristen en trage lesauto’s. Mensen blijven stilstaan voor groene stoplichten of gewoon midden op straat. Invoegen is ook heel problematisch opeens. Heks vloekt tussen haar tanden. De minuten tikken genadeloos voorbij.

Sergei Polunin

Voorschoten is onlangs volledig op de schop gegaan, hetgeen de doorstroming van het verkeer in dit lintdorp niet ten goede komt. Zacht uitgedrukt. Ook is het marktdag. De Voorstraat, waar ik meestal parkeer, is vergeven van de kraampjes en winkelende mensen.

Het parkeerterrein erachter is volgebouwd met tenten vanwege een festivalletje. Mijn god, hier ook al? Het is een plaag dit soort activiteiten.

Alle omringende parkeerterreinen zijn zonder uitzondering stampvol. Heks rijdt intussen paniekerig van hot naar her, want het wordt steeds later. Wanhopig schiet ik een woonwijk in. En daar vind ik dan eindelijk de zo begeerde parkeerplek. Hoera!

‘Ik haat dit stomme dorp,’ ligt dan al in mijn mond bestorven. Ik ken dit oord natuurlijk goed, ik ben er opgegroeid. Sputterend sprint ik naar de kerk. Onderweg probeer ik mijn stemming om te gooien. Zo kan ik toch niet Gods huis betreden? Vloekend en scheldend?

Nu ben ik extra vroeg opgestaan om op tijd te komen. De condoleance heb ik overgeslagen, want het wordt toch al een hele lange dag. Maar de dienst wil ik toch echt bijwonen. Ik schuif twee minuten te laat naar binnen. Wat gek. Iedereen zit al. De kist staat er al. De dominee staat volop te preken……

Een vreemde gang van zaken. Maar ik ben allang blij dat ik binnen ben. Het is altijd een hele bevalling om ’s morgens ergens acte de présence te geven. Ik kom dan uit de prehistorie zetten, dit gaat bovendien gepaard met stevige spierpijn en heftige griepverschijnselen. En vandaag ben ik ook nog door het lot tegengewerkt.

Het koor gaat zingen. Prachtig! Ik heb niet al teveel gemist gelukkig. Denk ik op dat moment nog. Maar als we even later gezamenlijk een lied gaan zingen, zie ik dat de dienst al bijna voorbij is. Huh? Ik ben maar liefst een uur te laat gekomen. Hoe is dat nu mogelijk?

Bij Heks is alles mogelijk. Mijn hoofd is een leuk aangeklede vergiet. Met een hoedje erop om mijn gedachten bij elkaar te houden. En zelfs dan kan het me nog gebeuren dat ik de plank helemaal mis sla. Zoals vandaag.

Gisterenavond heb ik nog even goed gekeken op de rouwkaart. Zo laat dit en dan dat. En tot slot zus en zo. Duidelijk. Behalve dat ik mijn bril niet ophad en het behoorlijk schemerig was in mijn woonkamer. Ik heb het dan ook niet goed gezien, tijden door elkaar geklutst en dan krijg je dit!

Op dat moment vind ik het niet zo erg. Het wordt toch al een lange dag en nu is ie gelijk iets korter. ‘Je hebt wel wat gemist hoor,’ hoor ik echter later. Mijn oom heeft prachtig gesproken. Een persoonlijk In Memoriam. Heel bijzonder.

De kerk is afgeladen vol. Wat een rijk leven! En dat hoor ik steeds terug deze dag. Mijn vrolijke kwebbel van een tante had gewoon een enorm netwerk van mensen om zich heen. Met haar 87 jaren stond ze nog midden in het leven. Ze zal enorm gemist worden.

Heks krijgt een overdosis familie te verstouwen, niet mijn sterkste punt. Toch sla ik me dapper door alle gesprekken heen. Hoe het met me gaat? Daar lul ik me dan uit. In werkelijkheid heb ik geen idee. Wat heb ik nu voor’n leven? Ik ben de risee van de familie. Althans, zo ervaar ik het vaak.

Vandaag kom ik echter allemaal lieve neven en nichten tegen en ooms en tantes en een zuster, die echt enorm blij zijn om me te zien. Een fijne ervaring.

Ons eigen gezin is helemaal uit elkaar gevallen. Of ik ben eruit gevallen. Uit het nest geduveld. Een beetje geduwd misschien? Ik heb me nog een hele tijd aan de rand vastgeklampt. Heb me terug naar binnen geprobeerd te wurmen. Iets dat het bij vogels meestal goed doet.

En uiteindelijk losgelaten. Noodgedwongen. Wegens vergaand verkrampte spieren. Wat moet je ervan zeggen? Het gebeurt. Zulke dingen. Best vaak zelfs. Het is mij gebeurd.

Ik kijk naar die grote drukke familie. Luidruchtige mensen. Wat een lawaai toch altijd! Saai is het in elk geval nooit bij ons…… Mensen proosten op het rijke leven van mijn tante. Heks luistert naar alle ontroerende verhalen rondom haar dood.

Lachsalvo’s schieten links en rechts uit groepjes omhoog. Ja, lachen kunnen ze als de beste, die familieleden van Heks. Het is één van de mooie erfenissen van mijn voorouders. Naast een vat vol woede is er ook een groot potentieel aan humor doorgegeven.

Dit is de familie van vaderskant, maar de clan van mijn moeder is nog veel erger. Hun humor is bijkans dodelijk. Vraag maar aan mijn exen.

Sergei Polunin

Na een paar uur ben ik helemaal gaar. Om me heen eten mensen taartjes, soep en broodjes. Ik heb ook trek gekregen. Het is dan ook al vier uur intussen. Heks gaat naar huis.

Daar wacht me nog de ondankbare taak om een nieuwe sleutel te laten namaken van dat afgebroken exemplaar. Met de nieuwe sleutel op zak wandel ik weer met VikThor naar de dokter. Het giet bakken van de hemel. Later lees ik dat er op één dag net zoveel regen valt in Leiden en omgeving als normaal gesproken in een maand. Arme tante. Ze treft het niet haar eerste nacht buiten.

Ik stop de sleutel in het slot, maar nee. Hij past niet. Potverdorie.

Weer schelden natuurlijk, want ik ben intussen doodmoe. En helemaal doorweekt. Toch ga ik mijn auto halen. Dus weer lopen naar huis….. Met mijn halvezolige oververmoeide lijf. Ik durf die fiets daar niet de hele nacht te laten staan.

Tierend rijd ik vervolgens met mijn kanariepiet door de stad. Ik moet enorm omrijden, vanwege de idiote onlogische rijrichtingen in de binnenstad. Vik kijkt me verbaasd aan. Wat heeft de Vrouw toch?

Met een enorme kreun til ik die loodzware fiets in mijn achterklep. Ik heb het eerder gedaan, dus het kan. daar houd ik me aan vast.

Daarna rijd ik stapvoets naar huis. Af en toe moet ik stoppen om de achterklep weer omlaag te doen, want ik heb geen stuk touw bij me. Helemaal afgedraaid zit ik wat later in mijn stoel.

Ik bel de Don. Geduldig luistert hij naar mijn verslag van deze rampendag. Het duurt uren voordat ik weer een beetje mens ben. Dan ga ik eten. Eindelijk. Om vervolgens nog uren wakker te liggen. teveel prikkels, indrukken en emoties. Daar ben ik dan weer eventjes zoet mee.

Later lees ik een raar berichtje op de familie app. Zitten ze me nu te dissen? Ja, het is zo. Of niet? Of toch wel? Mijn god. Het houdt ook nooit op.

 

 

Een ouwe kop valt niet te vermijden met het stijgen der jaren. Geeft niks, gewoon niet in de spiegel kijken voor de lunch. En vreemde vogel verstopt zich in afwachting van een lekker maaltje: Een vage vis of stoned garnaaltje…..

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM, Vooral niet voor de lunch in de spiegel kijken…….

‘Mag ik er nog in?’ De assistente knikt vriendelijk. Heks is laat vandaag. Ik ben doodziek opgestaan en het duurde iets langer dan normaal om er weer wat van te maken. Het houdt nog niet echt over….

‘Ik kan maar niet in de tweede versnelling komen,’ verontschuldig ik me nog maar eens. Maar het is nergens voor nodig. De assistente is in een redelijk goed humeur. Er is wel ergernis, maar dat heeft niks met Heks te maken.

‘Het is zo warm in ons hok met dit prachtige weer. En omdat ze de gevel aan het schilderen zijn kunnen we ook niet alles open zetten, zoals gewoonlijk. Zo’n herrie! En dan dat stof!’

Snel rammelt ze de inhoud van de ampullen in de injectiespuiten. Citrus en B12. Het geprik is er een beetje bij ingeschoten de laatste paar weken, door allerlei vakantieroosters.

Heks floreert niet bij dit soort veranderingen. De helft van de tijd vergeet ik de afspraken en de andere helft van de afspraken zijn opeen op een tijdstip dat ik echt niet kan.

Met name B12 tekort geeft veel extra problemen. Zo vuren mijn zenuwbanen constant loze signalen door mijn lijf. Ik lijk onder stroom te staan. De uiteinden in mijn handen bonken pijnlijk tegen mijn vingertoppen. Prikkelingen jassen door mijn benen naar mijn voetzolen. Een afschuwelijk gevoel.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM, Stijl haar en een ouwe kop gaan samen hoor ik vanmorgen! Niet best voor Heks. Misschien moet ik toch maar een permanentje nemen, ik krijg er wel de leeftijd voor……

‘Wat word je haar lang, Heks,’ de doktersassistente veegt mijn paardenstaart uit mijn hals en mikt de prik in een vlezig stukje. Zelf heeft ze een korte krullebol. Iets waar Heks altijd jaloers op is. ‘Als kind wilde ik altijd een bos krullen,’ beken ik, ‘Maar om dat lang te krijgen, dan ben je wel eventjes bezig……’

We lachen vrolijk. ‘Joh, het staat me voor geen meter, lang haar. Ik krijg er een ongelofelijk ouwe kop van,’ giebelt ze, ‘Soms strijk ik het wel eens, met een stijltang. Dan is het inderdaad een stuk langer. Maar ja. Geen gezicht!’

‘Haha, nou ik hoef niet eens mijn haar te krullen of strijken om een ouwe kop te zien. ’s Morgens in de spiegel kijken volstaat!’ grap ik terug. Het is waar. Ik wacht meestal een halve dag voordag ik me daaraan waag.

Grinnikend fiets ik naar een park. Ik ga VikThor te water laten. Ik gooi zijn kip in de gracht, maar na 1 bommetje houdt hij het voor gezien. Geobsedeerd staat hij bij het riet te snuffelen. Een zekere opwinding maakt zich van hem meester. Er zit daar iets, maar wat?

Een rat?

Hij duwt zijn neus in het struweel en springt weer terug. En nog eens. En nog eens.

Plotseling zie ik een beest zitten. Van een afstandje zou het alles kunnen zijn. Een haas of konijn. Een verdwaalde kat. Alleen geen rat. Dat niet.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Het is een jonge zeemeeuw. Pientere kraaloogjes kijken me aan. Hij beweegt zich niet. Geeft geen krimp ten opzichte van mijn hondje. Die mag er overigens niet bij van mij. ‘Er is iets met dat dier,’ Heks heeft er een buurvrouw bijgehaald. Het is toch niet normaal dat hij zo stil blijft zitten?

Later bel ik de dierenambulance /vogelopvang. De dame aan de andere kant van de lijn moet lachen. ‘Hij zit op zijn moeder te wachten, die is op zoek naar voedsel. Hij heeft geleerd om zich te verstoppen……’

‘Nou, hij kan beter een ander plekje zoeken, het stikt in dat park van de honden. Het is een officieel uitrengebied!’

Ja, weet zo’n zeemeeuw veel. Dat kunnen we hem toch echt niet aan het verstand gaan peuteren. ‘Ik laat hem dan maar gewoon zitten. Op hoop van zegen.’ Het zit me niet helemaal lekker.

‘Ach, die vogel kan ook heel goed zwemmen. Dus als het hem te gortig wordt kan hij altijd nog de gracht in huppen. Hij zit toch pal aan het water?’

Ja, het dier zit in het riet. Niemand die hem ziet. Zonder zijn moeder redt hij het niet. Maar als hij te water gaat overleeft hij het wel. En hij heeft ook nog een hele scherpe snavel…..

‘Goed neusje heb je toch, VikThor,’ prijs ik mijn hondje. Je kunt je nog zo goed verstoppen: Mijn monster vindt je!

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Kamperen zonder ontberen? Dan moet je Steenvrouw meenemen. Gepokt en gemazeld in survival schudt zij mijn tent uit haar mouw alsof het een werptent betreft….. Geen wegwerptent natuurlijk. Daar doen wij niet aan. Wij zijn pro duurzaam. Lang leve oude krakkemikkige tuinstoelen! Je buik kan lekker uithangen en ze bovendienen wonderbaarlijke doelen!

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Vorige week zaterdagmorgen breng ik VikThor naar de oppas. Mijn kereltje gaat uit logeren! En Heks gaat kramperen. Ik zie er als een berg tegen op.

Ik ga met Steenvrouw naar het Wereld Muziek Concours in Kerkrade. Haar zoon speelt in Kunst & Genoegen uit Leiden; Zij gaan hun wereldtitel verdedigen!!!

Om twaalf uur belt mijn gespierde beeldhouwende vriendin aan. In mijn hal staat een enorme berg kampeerspullen. ‘Ik help je sjouwen, Heks. En ik zet je tent op. En ik wil ook graag rijden. Dus je kunt het rustig aan doen. Echt! Doen hoor!’ Streng kijkt ze me aan. Ze kent haar pappenheimer.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Zodoende sjouwt mijn vriendin alles de auto in. Daarna haalt ze haar eigen spullen op, terwijl ik nog eventjes naar de fysiotherapeute ga. ‘Tape me maar helemaal in, want ik crepeer van de pijn en ga toch lekker kamperen….’

Mijn behandelaar moet lachen. Vakkundig haalt ze armen en benen uit de knoop. Heks gilt het uit van de pret. Maar niet heus. Tot slot plakt ze me onder de kleurige stukken tape. Hoe het werkt weet niemand, maar op de één of andere manier helpt dit geknutsel tegen de pijn.

Even later rijd ik met Steenvrouw de stad uit. Mijn vriendin zit aan het stuur. We hebben Leiden nog niet achter ons gelaten of het begint te hozen van de regen. Ha. Lekker is dat.  Maar tegen de tijd dat we in Limburg arriveren is het droog. We draaien het erf van de minicamping op en de zon breekt door!

‘Geen rode auto te zien,’ gniffelt mijn maatje opgelucht. Een voormalige liefdespartner van mijn reisgenoot gaat ook naar de wereldkampioenschappen fanfare kijken. Samen met de voormalige beste vriendin! We willen onder geen beding naast hen op de camping staan! Gelukkig zijn ze in geen velden of wegen te bekennen.

De boerin troont ons mee naar ons plekje. ‘Hier kunnen jullie staan! Is het geen mooie plaats?’ vervolgt ze twijfelend als ze het gezicht van Steenvrouw ziet betrekken. Die staat wel erg bedenkelijk te kijken opeens. Maar niet naar de beoogde kampeerplek!

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

De blik van mijn vriendin is gevangen door een overjarige aftandse tuinstoel. Bezorgd informeert ze naar de bewoners van de bijbehorende caravan. En oh, wat een schrik!!! Het zijn de schimmige spoken uit het verleden. Neergestreken naast onze bijna kampeerplek.

‘Ik ken die stoel. Ik heb precies dezelfde. Overgehouden uit de boedeldeling met X,’ verklaart ze later haar ingeving om eens verder te informeren. Want laten we wel wezen. Limburg is vergeven van de boerencampings. De kans dat je pal naast je ex komt te staan is nihil te noemen. Zelfs als je naar hetzelfde evenement gaat!

Voorzichtig legt Steenvrouw de situatie uit aan de boerin. ‘O jeetje, dat kan niet hoor! Moe je aan het zuurstof? Wat een toestand! Gerrrrrr!!!!!!!’ Haar man geeft acte de présence, ‘Sleep onze caravan maar weg, dan kunnen ze op die plek staan. Och jeetje, wat een ellende…..’

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Doortastend banjert ze voor ons uit over het glooiende terrein. We kunnen gelukkig terecht aan de andere kant van de camping, pal voor de voortent van een seizoensklant, die dit weekend niet is komen opdagen. ‘Jullie mogen de koelkast in onze caravan gebruiken. Ik vin het toch zo erg voor je, gaat het wel? Moet je echt niet aan het zuurstof?’

Heks krijgt visioenen van een grote tank van dit goedje ergens in de paardenstal. Waar vast klanten even kunnen bijtanken als het leven even tegenvalt…..

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

De boer loopt intussen heen en weer te rennen met verlengsnoeren teneinde de koekast in de belendende caravan aan de praat te krijgen. Maar elke keer zijn de snoeren net ietsjes te kort. Of er zit ergens sluiting op. We beginnen ons bezwaard te voelen. Hij weet echter van geen ophouden. Opgeven is geen optie in Limburg! Na een klein uur zwoegen slaat het koelkastje aan.

Wij zitten lekker een glaasje wijn te drinken in de zon. Maar ook wij moeten nog aan de bak natuurlijk!

wmc2 - 2

Een uurtje later zijn we helemaal geïnstalleerd. Mijn vriendin zet de tenten op en ik hou me bezig met de maaltijd. ‘We moeten morgen vroeg op hoor, Heks. Laten we lekker op tijd gaan slapen….’

Om tien uur liggen we al op 1 oor. Nadat we nog even lesbisch over het terrein hebben gehuppeld. ‘Ik kon het niet laten, schat,’ grinnik ik ondeugend als we de schokgolf volgend op ons gedrag waarnemen, ‘Ik wil gewoon dat bepaalde mensen zich afvragen of we in dezelfde tent slapen…..’

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Maar om daar achter te komen moet je over een flinke heg koekeloeren.

Achter een andere heg staat een kudde paarden. Zacht briesen ze zo’n beetje voor zich uit. Af en toe hoor je subtiel gehinnik. Ik lig op mijn ene oor en grinnik. Wat is het toch leuk, die prachtige dieren zo dichtbij.

Als we drie minuten in onze slaapzak liggen begint het te regenen. In het westen van het land is het noodweer horen we later. De voetbalwedstrijd van het EK vrouwen in Rotterdam is afgelast. Wij hebben nergens last van.

Een ietsiepietsie regen ’s nachts. Ritmisch getik om bij weg te dromen……..

Minicamping de Krekelberg is niet alleen een prachtige plek om je tentje op te zetten, de ontvangst is uitermate hartelijk. En als je ex per ongeluk naast je beoogde kampeerplek opduikt wordt je extra in de watten gelegd!!!!! Heel bijzonder!

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

 

 

 

 

 

‘Juh, kehjut tsien? He’k wat fan je an dan?’ Heks stijfgescholden door Leidse Moslima met een debiel in heur hoofddoek: ‘Pleurttop juh! Teer op! Tief lekka je graf in, achteleke toverlijer met je leipe bezemsteel. Ga maar lekker op je plaat in rontonde om de kerktoruh! Met die zinksnijer in je smoel! Gestoorde dakschijter!’ En hier dan weer om lachen met Don Leo. Hij is eindelijk op bezoek in Huize Heks!

‘Hoorde je me ruzie maken hier voor de deur?’ Verwachtingsvol kijk ik de Don aan. Hij komt net fris gewassen en geschoren de badkamer uit. Aan de achterkant van mijn huis. Het incident is hem dan ook ontgaan. Jammer. Het was weer een geweldig staaltje van krijg nou wat!

Een piepjonge moslima  fietst als een ongeleid projectiel door de steeg. De oorzaak van haar zwabbergang is de mobiel, die ze in haar hoofddoek heeft geklemd. Vol overgave zit ze er in te blaten. De rest van de wereld ontgaat haar. Ze mist mij en mijn hond op een haar na. Verbluft kijk ik hoe ze na deze gevaarlijke manoeuvre gewoon door blijft kletsen.

Het intermenselijk verkeer laat haar koud. Op die ene idioot aan de andere kant van de lijn na dan.

Ik vang haar blik, terwijl ze verwoed probeert controle te krijgen over haar fiets. ‘JUH, KEH JUH UT SIEN?’ blèrt ze in plat Leids. ‘Ja,’ antwoordt Heks droog, ‘Ik zag je bijna over mijn hond fietsen met die debiel aan je oor.’  Nou, ik kan een hijs voor m’n treiter krijgen. Moord en brand schreeuwend fietst deze perfect geïntegreerde allochtone schone de straat uit.

Nou ja, schone………  Zolang ze haar klep houdt dan. Zodra die muil open gaat ga je over je zuiger van wat er aan asociaal taalgebruik uit komt……

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

De Don moet erg lachen om het gebeurde. ‘Hahaha, Heks, geweldige tekst vanuit die hoofddoek. Wat is de werkelijkheid toch absurd. Als je dit verhaal zou verzinnen gelooft niemand het!’

Al dagen vermaken Heks en de Don zich prima met vrijwel niets. We hebben genoeg aan elkaars gezelschap. We hebben altijd maar een half woord nodig. We moeten lachen om dezelfde grappen. We hebben ongeveer hetzelfde energieniveau of gebrek aan energieniveau……

Vorige week woensdag haal ik de Don van het station. Na een bijzonder vlotte treinreis staat mijn oude vriend dan eindelijk weer eens in levende lijve voor mijn neus. Hoera!

Een grote grijze gleufhoed prijkt op zijn hoofd. En ondanks de tropische temperaturen die dag draagt mijn makker natuurlijk een driedelig pak. Met stropdas. En overjas!

Snel gooi ik zijn bagage in mijn auto en even later zitten we heerlijk op mijn balkonnetje bij te kletsen. Urenlang. Aan het eind van de middag lopen we de stad in met het hondje. In een park laten we mijn monster zwemmen en spelen. Op een terrasje klinken we op ons weerzien na al die jaren.

Don’s vorige bezoekjes dateren alweer van jaren her. En de laatste paar keer hadden we slechts een verloren uurtje om samen stuk te slaan. En ondanks het feit dat we elkaar al die tijd minstens een keer per week uitgebreid spreken wil je toch wel weer eens tegenover elkaar zitten. Wij wel in elk geval! En dat doen we dan ook: Deze keer hebben we alle tijd.

Pas om een uurtje of tien ’s avonds zijn we weer in Huize Heks. We moeten nog eten! Heks gooit snel wat lamskoteletjes in haar grillpan. De Romaanse sla gril ik ook. De Don doet even een tukje. Hij heeft er een hele lange dag opzitten!

Midden in de nacht zitten we eindelijk te smikkelen aan de keukentafel. ‘Een heerlijke souper!’ glimmen we tevreden naar elkaar. Ha! Dit is pas de eerste dag van een nu al legendarische logeerpartij.

‘Mijn zangmaatje Anna heeft me gisterenavond flink doorgezaagd over je slaapplek,’ vertel ik de Don nadat ik zijn bed heb opgemaakt, ‘Ik moest haar ervan overtuigen dat je in de logeerkamer slaapt, dit tot groot vermaak van de sopranen!’  Hikkend van de lach geven we elkaar een nachtzoen. Oh, oh, die Anna. Zo heerlijk ouderwets en degelijk. En: Ze houdt me goed in de gaten!

 

I have arrived, I am home: Na woeste reis door kletsnat Frankrijk komt Heks eindelijk aan in Plumvillage. Tot grote verrassing van mijn non-vriendin…….

 
Na een woeste heenreis van hot naar haar door overstroomd Frankrijk, kom ik donderdagavond dan eindelijk aan in Plumvillage. Om exact zes uur, precies op tijd voor het avondeten. Ik ga op zoek naar mijn vriendin, de Nederlandse non. Ik wil bij haar in de Nederlandse ‘familie’. ‘Er is dit jaar geen Hollandse groep. We zijn verdeeld over andere families. Zuster Lan heeft wel een groep: met mensen van over de hele wereld,’ vertelt een oude bekende me bij het begroeten. 

Omdat ik mezelf nog niet heb aangemeld, op een enkel mailtje na, besluit ik mezelf in te delen bij mijn geliefde zuster. Al snel ben ik er achter waar ze uithangt. 

‘Nou ja,’ roept ze blij verrast, ‘Kijk nu toch eens!’ We vliegen elkaar om de hals. ‘Je stond helemaal niet op de lijst’ stralend staat ze me te bekijken. Het is alweer twee jaar geleden, dat we elkaar voor het laatst zagen…..

  
Even later word ik voorgesteld aan mijn retraite-familie. We eten gezamenlijk. Daarna ga ik op zoek naar een goede plek voor mijn tent. De eerste optie keur ik af. Ik ga niet weer drie weken in de volle zo’n staan. Ver van het toiletgebouw. Stel dat we weer een hittegolf krijgen zoals twee jaar terug. Toen al mijn medicatie dagelijks werd gekookt……

Ik vind een plek tegenover een faciliteitengebouw. Onder de bomen, nabij de hut, die ik wil gebruiken als tijdelijk atelier. En bovendien pal naast een pad waar ik met de auto kan komen. Dus geen gedoe met kruiwagens vol bagage over hobbelig terrein, hulp vragen enzovoort. Kortom ideaal. Het veld is bestemd voor stafleden alsmede single women staat expliciet geschreven op een bord. ‘Hier achter is nog een veld, maar dat is zo doorweekt, daar zou ik niet gaan staan,’ adviseert een staflid me. 

  
Net als ik mijn spullen uit de auto heb gegooid komt er een ander staflid zich tegen me aan bemoeien. Het kan niet, eigenlijk dan, want er is gisteren iets besloten, min of meer, bladiebla. Ik ken het fenomeen, het geëmmer over dit soort futiliteiten, waar ik altijd tegenaan loop zodra ik hier ben. 

De een vindt dit, de ander dat. Iedereen wil dat je luistert natuurlijk. Heks wordt altijd verkeerd ingeschat. Niemand gelooft op het eerste gezicht dat ik een hopeloos lijf heb……

‘Ik heb van zeker zes anderen gehoord dat ik hier kan staan. Het is ideaal voor me. Vlak bij de toiletten. In de schaduw. Mijn spullen liggen er al, dus ik ga hier gewoon staan,’ zeg ik vriendelijk. Ze trekt een zuur gezicht en na vier dagen doet ze dat nog steeds als ze me tegenkomt. Het zei zo. Ik ga me niet meer verdedigen. 

Mijn kampeerplek is fantastisch, het is me en zuur gezicht waard. 

I have arrived , I am home.

Die nacht lig ik op mijn riante veldbed te creperen van de pijn, dat dan weer wel natuurlijk. Mijn god. Wat heeft mijn lijf een klap gehad van de voorbereidingen en de rampenreis. Maar ik ben er. Halleluja. Amen. 

    

Horen bij een koor, dat is lekker hoor! Zingen bij een koor ook. Toegezongen worden door een koor? Het summum!

zingen, koor, koorzang, liedje

Dinsdagavond hark ik mezelf bij elkaar om naar koor te gaan. Mijn stem is weer min of meer terug van weggeweest. Over een paar weken hebben we weer een concert. Heks moet nog flink oefenen. Als ik de straat uit rij bedenk ik me, dat ik iets belangrijks thuis heb laten staan. Snel ren ik nog een keertje in en uit mijn huis…

Met een tas vol koekjes arriveer ik ter plekke. Vanavond gaat Heks trakteren. Ik parkeer de koeken bij de conciërge en spoed me de zaal in. Mijn zangmaatje zit al op haar plek. Ik ben een beetje aan de late kant.

Voor ik het weet sta ik met mijn armen in de lucht te zwaaien: Inzingen! We rekken en strekken. Langzamerhand vloeit het laatste restje spanning uit mijn lijf. Vlak voordat ik de deur uit ga krijg ik een berichtje dat me van slag doet geraken. Mijn hoofd rommelt en tolt nadat ik in een impuls een reactie heb gestuurd. Nooit een goed idee natuurlijk.

‘Heks, je bent nu eenmaal niet volmaakt. Je doet je best, maar soms bak je er geen zak van. Je wilt vanuit liefde en compassie leven, maar sommige mensen zou je het liefst flink door elkaar rammelen. Geheel verdiend overigens, maar toch….’

Intussen zingen we hele gevoelige kerstliedjes. A capella. Het luistert nauw. We moeten subtiel aan de bak. Er wordt zo hard gewerkt, dat het pauze is voordat ik het in de gaten heb. De voorzitter neemt het woord. ‘Er staan schalen met lekkere koekjes, maar ik weet niet van wie….’ hij kijkt ons aan. Heks steekt haar hand op: Schuldig!

lang zal ze leven, jarige, verjaardag, blije jarige

Het volgende moment begint de pianist op de vleugel te beuken. ‘Lang zal ze leven!’ brult het koor uit één keel. Lachende gezichten kijken me aan. Heks slurpt het gebeuren naar binnen. Wat is dit toch leuk! Ik hoor ergens bij!

In de pauze zit ik met mijn zangvriendinnen te kwetteren. Ik krijg zoenen en handen en vriendelijke woorden en wensen toegevoegd. Heerlijk! Intussen weten ze ook hoe oud ik echt ben, nadat ik ze heb wijsgemaakt dat ik 39 ben geworden…..

De rest van de avond zing ik als een sijsje. Blij, dat ik weer een beetje ben opgeknapt. De eindeloze huilbuien zijn opgehouden. De stofwolken in mijn hoofd trekken langzaam op. Het komt wel weer goed met dit heksje. Ik maak weer plannetjes:

Vanavond ga ik mediteren met mijn medeheksen. Komend weekend krijg ik buitenlands bezoek. En volgende week ga ik zelf de hort op.

pianist, dirigent, vleugel, muziek piano, dirigeren