Zomertje! Genieten! Keihard fietsen! Hitte! Herinneringen! Jeugdsentiment! Heks zit bij te komen van haar vorm van vakantie vieren. Uitgeput lijf, spierpijn….. Maar humeur geweldig goed.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Oh, wat is het toch warm de laatste tijd. Heks fietst de afgelopen week elke avond met haar hondje naar het Valkenburgermeertje. Mijn monster puffend in de fietskar en ik zwoegend op mijn moeders hoogbejaarde Batavus met trapondersteuning. 

Eerst gooi ik hem een paar keer in de koele gracht. Nou ja, ik gooi een balletje in het water en hij springt een bommetje. Er zit geen seconde tussen: Alsof hij met een touwtje vast zit aan die bal……

Daarna moet hij verplicht in de kar. Zin of geen zin. Ik fiets vaak helemaal naar Wassenaar. Het laatste stuk rent Vikthor door de polder. Springt sloot in, sloot uit. We zoeken een rustig plekje aan het water aan de andere kant van het meer. Lekker in de schaduw.

Ver weg van de smeulende, naar zonnebrand riekende mensenmassa op het strand bij de parkeerplaats. Zo ver mogelijk bij hun pathetische pogingen om te barbecuen vandaan. 

Uren zitten we daar in de pufhitte, mijn trouwe viervoeter en ik.

Dan peddel ik rustig terug naar de stad. Hondje weer in de kar, want in de stad is het nog steeds bloedheet. Mijn huis lijkt wel een sauna, ondanks het feit dat alles potdicht zit overdag. Tot 2 keer toe zet ik VikThor ’s nachts nog een keer onder een lauwe douche, omdat hij toch weer behoorlijk verhit is geraakt. 

Pffff. Zomertje.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik snak naar onweer. ‘Thor kom nu eens op met je hamer,’ verzucht ik dagelijks tegen mijn nieuwe goddelijke vriend. Maar de dondergod laat me kletsen en smeken. Soms zie ik in de verte iets flitsen. Soms rommelt het wat aan de horizon. Maar geen verfrissende stortbui. Geen ontlading. Het smoort en mokt.

Zaterdag eet ik met mijn oude lief van honderd jaar geleden. ‘Nee, veertig Heks, op de kop af.’ Dat vieren we. Oude koeien uit modderige sloten. Nostalgie naar de tijd van onschuld. Toen we nog niet wisten wie we zelf waren, maar wel met elkaar verbonden waren tot op het bot.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Vol vertrouwen. Het volwassen leven lonkend. De eerste stapjes. En gelijk al struikelen.

Wat ben ik op mijn plaat gegaan uiteindelijk. De put in getuimeld. Jaren op de bodem doorgebracht, maar geen hond, die het door had. Ikzelf incluis. De rest van mijn wezen rende voor mezelf uit. Als een kip zonder kop.

Om ingehaald te worden, want zo gaat het altijd. Je kunt je niet losmaken van je schaduw. Je heksenschaduw. Die valt altijd over je heen. 

Genadeloos en keihard.

©Toverheks.com

GEBROKEN VENUS   ©Toverheks.com

Dagenlang breng ik in gedachten verzonken na dit diner. Sinds de EMDR van het afgelopen half jaar komen dit soort ontmoetingen soms enorm binnen. Deuren en ramen, ja, hele kamertjes klappen open in mijn geheugenpaleis. Een ongenadige blik op mijn voormalige ik. 

Een oester zie ik. Gesloten. Potdicht. Een hele lange adem toen al. De vogel van vertrouwen, die loyale schat, gevlogen. Een eenzame oester, dat wel. Met een prachtig pareltje er in.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dan gaat het dit weekend toch onweren. Zo heerlijk, ik zet ramen en deuren open. De boskat gilt van ellende, hij houdt niet van onweer. Ook katten hebben soms jeugdtrauma’s! Maar als hij lekker tegen me aan mag kruipen, gaat het wel weer.

Langzaam trekt de hitte uit mijn huis. Ik hoef niet meer elke avond met de fietskar me een ongeluk te fietsen om mijn monster uit te laten. Goddank. Heks is kapot moe. Mijn lijf doet extreem veel pijnt al die inspanning. Ik las een rustpauze in. Ik neem een kleine break. Ik lig lekker voor Pampus!

Rustig zit ik op mijn balkonnetje te tikken op mijn laptop. Ik maak tekeningetjes op mijn tablet. Omgeven door de hangende tuinen van Babylon op mijn balkon: Overal bloemen. Een bij zoemt rondom mijn hoofd. Alsof ikzelf een grote bloem ben. Ze probeert in mijn ogen te kijken met haar grote facetogen! Echt waar, ik ben ervan overtuigd……

 

Kattenkopje krabbelt kinderhoofdjes! Heel zachtjes met harige poezenvoetjes….. Om even later lekker menselijk rond te stampen met een panter in de armen. Poezennieuws of kattenleed? Voor jou een vraag, voor mij een weet….

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Vrijdagnacht sluip ik door de buurt op kousenvoetjes. Eerst loop ik gewoon rond te stampen op regenlaarzen. Voor me uit huppelt een vrolijk hondje door de steeg. De zwarte panter tijgert gezellig achter me aan. Ik pas mijn tempo aan hem aan. Verbind me met zijn energie. ‘Mijn oude kat Koe leerde me lang geleden om door het huis lopen als kat,’ mijmer ik, ‘Degelijke ouderwetse shapeshifting…..’

‘Leuk vond ik dat! En zo onverwacht apart. Je ziet de wereld vanuit een geheel ander perspectief. Ook kijken katten totaal anders, ze nemen volstrekt anders waar…….’

Ik denk er aan en voel mijn voeten veranderen in harige sluipvoetjes. Pluizige pantoffeltjes. Zachtjes zweef ik over de klinkertjes. Ha leuk! De panter vindt het ook leuk. Enthousiast begint hij voor mijn kattenvoetjes heen en weer te kruisen. Begint zich enorm uit te sloven. Rent de ruïne van de Vrouwenkerk op. VikThor sprint er uitgelaten achter aan.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Daar zitten ze dan, mijn gekke huisdieren. Bovenop de kerkmuur. Langzaam kom ik weer in mensenland. Als Ferguut eindelijk naar beneden komt grijp ik hem listig in zijn kladden. ‘Kom, poezenbeest, we gaan naar huis. Ik heb nog een lekker hapje voor je klaar staan. Een stukje haring gaat er wel in, toch?’

Met de ‘Zwarte Klauw’ in mijn armen stamp ik de laatste meters door een steegje naar huis op mijn royale mensenvoeten.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zo. We zijn weer binnen.

Ik geef de panter zijn eten. Snuitje begint direct te schreeuwen, dat ze ook wat wil. Mijn zielige zieke katje is aan de beterende hand. Sinds ik er elke dag een half tartaartje tegen aan gooi is ze enorm opgeknapt. De dagelijkse pil tegen de misselijkheid is overbodig geworden. Ze is van 2.2 kilo naar 2.8 kilo gegroeid…….. Van vel over been naar een bescheiden vetlaagje…..

Hoera!

Ik pak een kwart tartaartje uit de koelkast en roer er wat Ipakitine door. Een fosfaatbinder. Opgeduikeld via internet. Werkt perfect! Nog wat Isogel erbij, een natuurlijk product op basis van Ispaghula, goed voor de darmwerking. Snuitje staat al luidkeels te miauwen. Begerig rukt ze de stukken tartaar uit mijn vingers. 

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Tartaar als geheim wapen. Koe heb ik ooit door zijn nierfalen heengekeken met meloen. Daar was hij stapelgek op. Zo gek, dat ik geen meloen kon laten slingeren in de keuken, of hij viel em aan. Vond ik geheid een volstrekt aangevreten exemplaar ergens onder een kast terug.

De dierenarts had hem na een weekje infuus en medicatie opgegeven. ‘Neem hem maar mee naar huis, ik kan niets meer voor hem doen.’ Maar Koekebeest heeft door het inzetten van meloen nog ruim vier jaar geleefd na zijn bijna fatale nierfalen!

Later zit ik met alle katten en mijn blafbeest om me heen lekker in bed televisie te kijken. De zwarte vlijt zich naast mijn hoofdkussen. Snuitje parkeert zichzelf op haar vaste stek op mijn schoot. De boskat gaat op veilige afstand naar de panter liggen staren. Die is overigens totaal niet onder de indruk. Rooie Aafje knerpt dat ze ook op schoot wil. Ze vindt een plekje aan mijn andere kant.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Lapje zit verstopt achter de klamboe mee te genieten. De Puntneus kruipt tegen zijn vader de boskat aan….

Lichtgewicht Pippi ligt tegenwoordig boven mijn hoofd op een kussen te slapen. Net als Koe vroeger. Die lag het liefst tegen mijn kruin geplakt te pitten. Alleen woog hij ruim negen kilo, een zwaargewicht dus. Hij kon zich maar net door een kattenluik wurmen. En dan hield ik hem strak in het voer. Toen Heks een keer een paar maanden op reis was, gaf de oppas hem zoveel te eten als hij maar wilde.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De eerste avond, dat Heks weer thuis was, zat Koe straalverliefd naar me te kijken met een wel heel klein hoofd. In vergelijking met zijn lijf dan. Zijn koppie zat als een rozenknopje op een enorme berg kat. Hij woog opeens dik twaalf kilo! Net zoveel als een middelgrote hond…….

De panter gaat ook wat beter na een jaar ellende met de Bengaalse kat van de buren. Het ondier heb ik al in geen tijden hier in de straat gezien. Misschien overreden? Ook heb ik de indruk, dat Ferguut een ander territorium heeft gekozen. Door schade en schande wijs geworden. Vooral schade.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

De nacht valt me hard in mijn hart. De nacht valt. In mijn hart klauwt het kruid van mijn woede naar alles wat beweegt. Dan komen de schapen, ik hoef ze niet te tellen en toch kan ik slapen!


In mijn hart groeit Berenklauw. Als kool: Als onkruid. Een prachtige plant, maar niet in deze zachte omgeving. En in deze groten getale! Ik ben de grip op dit verschijnsel al lang kwijt. Verwoed gaf ik die zaadjes water en nu heb ik spijt. Ik raak die ellendige blaarplant nooit meer kwijt!

Elke nacht ga ik naar mijn innerlijk landschap. Het gebeurt vanzelf, ik hoef er niets voor te doen. Het ligt aan de omgeving, het grote pruimenhart, waar ik mijn tenten heb opgeslagen. 

We krijgen instructie van de Abdes over Touching The Earth. Een prachtig ritueel om je met je voorouders te verbinden. Heks heeft geen zin om zich met haar voorouders te verbinden. Die halve zolige set zuipschuiten. Die narcistische clan vol familiegeheimen en grensoverschrijdend gedrag. Die hebzuchtige agressieve inhalige teringlijers. Die fibromyalgische genen. Nee.


Op het moment, dat ik geacht wordt liefde te sturen tijdens het aanraken van de aarde steek ik mijn tong uit in mijn kussen. Het is op. Ik voel geen liefde meer voor mijn clan. Het zit nog wel ergens, maar overwoekerd door die verrekte Berenklauw. 

Dus ik val in slaap. In de verte hoor ik hoe belangrijk het is om bladiebla…. Het zal wel. Ik ga onder geen beding zoals andere jaren tranen met tuiten huilend me met dat stelletje nietsnutten verbinden. Af en toe drijf ik naar de oppervlakte. Om dan weer heel diep weg te zakken. Tegen het einde kom ik weer bij. Jeetje, wat heb ik lekker liggen slapen.

‘Krijg maar de PiP, voorouders. Ik ben er klaar mee….’


’s Nachts kan ik niet slapen. De Berenklauw houdt me uit mijn slaap. De voorouders staan boos om mijn tentje. Opeens hoor ik in mijn hoofd de woorden van de Abdes. ‘Zelfs al heb je niets met je voorouders en kunnen ze je echt gestolen woorden, dan nog ben jij wel een product van hun genen. Al jouw geweldige eigenschappen heb je ook van je voorouders gekregen. Het feit dat je er bent heb je stomweg aan hen te danken…..’ Vrij vertaald.

Opeens dringt het tot me door, dat ik toch ook een heleboel geweldige en lieve voorouders moet hebben gehad. Anders was er nooit zo’n lief getalenteerd Heksje uit voortgekomen. Mijn voorouders moeten hebben gebulkt van het talent. En er moeten toch echt een paar geweldiger lekkere stukken tussen gezeten hebben. Met ellenlange benen en grote Heksenneuzen! En oh wonder: Ik voel me plotseling verbonden met die voorouders.


‘Wij sturen die liefde naar je clan wel, Heksje,’ lispelen ze in mijn slaperige oortjes. Ik zit opeens rechtop in bed. Het is waar. Ik voel opeens de liefde naar mijn dierbaren weer stromen. Wonderbaarlijk! Ik hoef het niet allemaal alleen te doen. Er zijn meer zwarte schapen in deze kudde! En ze houden van Heks.

Dan gebeurt er nog iets magisch in mijn innerlijk landschap. Er loopt plotseling een enorme kudde schapen. Met Jezus als herder. ‘Natuurlijk ben ik de herder, Heks. Dat is nu eenmaal mijn pakkie an. Kijk, Boeddha leert je dat je beter geen koeien kunt houden, want dan moet je er maar achteraan rennen….. Schapen hoeden vindt hij vast ook niks. Dat is meer iets voor mij!’ 


De schapen hebben bekende gezichten. Het zijn Sangha-schapen! Ik herken de koppies van mijn tijdelijke familie hier uit Plum. Opgewekt lopen ze te grazen. En wie schets mijn verbazing? Ze vreten de Berenklauw weg. Al die hoog opgeschoten producten van mijn woede. Op hun gemakje knabbelen ze het vurige blad aan gort. ‘Ha Hebehbehbehbehks,’ mekkeren ze enthousiast, als ze me ontwaren. Een wonder!


Zo gebeurt er van alles in de stilte van mijn hart. ’s Nachts. Als iedereen slaapt. Mijn woede wordt geëlimineerd. Nu is het zaak om niet opnieuw mijn woedezaadjes water te geven. Ook lukt het me weer om van mensen te houden, die het misschien niet verdienen. Maar ja. Wie verdient dat eigenlijk wel? Het is maar goed, dat God een god van liefde is. En dat ik het niet voor het zeggen heb in de wereld. 

‘God houdt van iedereen Heks,’ vertel ik mezelf nog maar eens een keer. Ook van psychopaten zoals Hitler en Saddam Houssein. Van machteloze ouders en geslagen kinderen. Van de hoed en de rand.

Heks leert haar nieuwe familie kennen. Wat zijn ze aardig! Het is even wennen. Uit alle windstreken hierheen geblazen. Ook wat kaaskoppen komen hier grazen. In deze grazige weiden. En de weide van Heks? Vol berenklauw helaas.

©Toverheks.com

Waves of one sea……. ©Toverheks.com


Pas na een dag meld ik me bij mijn familie. De eerste avond zit het er gewoon niet in. En de volgende ochtend is er alweer van alles te doen. Wazig kreukel ik over het terrein. De dag gaat voorbij in een blur. Maar ’s avonds maak ik kennis met zo’n 19 vrouwen en 1 man. Mijn tijdelijke familie! Ze komen uit alle windstreken. En uit Nederland. Een windstreek van jewelste natuurlijk. Je waait compleet uit je hemd als je niet uitkijkt. Sommigen van ons zijn helemaal hierheen geblazen……

‘Goh, wat is er met die enorme Nederlandse families gebeurd, die hier vroeger verspreid over de diverse Hamlets bivakkeerden?’ Voor mij een vraag en voor hen een weet. Maar het valt me op. ‘Er zijn tegenwoordig veel retraites met monastics in Holland,’ zegt mijn non vriendin. Dat verklaart een hoop. Maar niet alles. Ik mis echt hardcore OI members!

Pas op de terugweg naar huis valt er een kwartje. Een volgeling van Thay heeft zich afgescheiden. Hij is uitgetreden en getrouwd intussen. Allemaal heel begrijpelijk als je verliefd wordt op een Hollandse schone. ‘Hij beweert verder te zijn dan Thay,’ vertelt mijn reisgenote me, ‘Ik ben verschillende keren naar een dharmatalk van hem geweest en ik heb het hem zelf horen zeggen. Hij geeft ook keiharde antwoorden op heel gewone levensvragen. Echt snoeihard. Daarbij husselt hij de ultieme dimensie en de relatieve dimensie door elkaar……’

‘He getsie,’ Heks griezelt bij het idee. Een spiritueel narcist. Je vindt ze toch ook bij alle geloofsovertuigingen, zelfs bij Boeddhistische filosofie. Gevaarlijke mensen. En die mafkees woont in ons kikkerland. Hij geeft les aan ons kikkers. En we kwaken hem vrolijk na!

Dus sommigen zijn een ander pad ingeslagen. Anderen zijn nu echt te oud om nog zo’n hele retraite aan te gaan. En weer anderen hebben er de middelen niet voor. Het zal ongetwijfeld ook schelen dat Thay geen les meer geeft. Hoewel de retraite weer zeer goed bezocht is. Misschien is Thich Nhat Hanh niet meer in in Nederland. Nu je om je oren wordt geslagen met hippe peperdure cursussen in Mindfuckness….. Nu mindfulness een populair middel is geworden om je doel te bereiken. In plaats van een manier van leven. Wie zal het zeggen? Voor mij staat Thay nog steeds met stip op 1.

Een internationale familie. Wat leuk! Heks is dol op mensen uit verre streken. Hun andere levens. Hun andere mores. Wat dat betreft kun je hier je lol op. Mensen van allerlei pluimage zie je hier rondlopen. Mannen en vrouwen en alles wat er tussenin zit. Het maakt ook niet uit of je op mannen of op vrouwen valt. Het is allemaal OK. Zolang je er maar geen gehoor aan geeft hier…..

©Toverheks.com

Het is hier toch zo mooi!!!! ©Toverheks.com


‘Ik vind het wel gek, dat homoseksuele monniken en nonnen gewoon op hun eigen Hamlet mogen blijven. Dan word je toch constant in verleiding gebracht?’ grap ik tegen mijn reisgenoot op de terugweg. Ze knikt instemmend. Zij is van de vrouwenliefde en heeft zich hier al meermalen over verbaasd.

Heks vindt het wel lekker rustig zo tussen de nonnetjes en de dames. Ik heb goed sjans van een paar heerlijke potten, maar ja, het beklijft niet. Zo rustig. Echt fijn.

Ik kijk naar mijn nieuwe familie. Wat een fijne mensen. Ik ben verguld. Van mijn eigen familie moet ik het al jaren niet hebben. Dat is nu eindelijk eens goed tot me doorgedrongen. Mijn pogingen om erbij te horen zijn genadeloos afgestraft. Het is dat ze een zwart schaap nodig hebben, anders waren ze waarschijnlijk zelfs mijn naam vergeten. Maar hier hoor ik bij! Al is het maar voor een paar weken…..

Ter plekke neem ik me voor om eindelijk eens bij mensen te gaan horen. Mijn bloedverwanten en oude vrienden lenen zich er helaas niet voor, maar dat wil niet zeggen dat het niet kan. Ik heb gewoon op het verkeerde paard gegokt. Meermalen. Het is een soort gewoonte geworden om mijn best te doen voor hopeloze gevallen. Om bergen energie te stoppen in mensen, die me niet eens zien staan. Hoe dom kun je zijn?

‘Zuster, kom je op lazyday op de koffie? Ik heb heerlijke chocolade bij me en ook een praktisch presentje!’ In de familie zitten met mijn vriendin de non staat garant voor een geweldige tijd. Het is zo heerlijk en speciaal. Dat vinden we hier allemaal!

©Toverheks.com

Zingende zwaan….. ©Toverheks.com

I have arrived, I am home! Maar here and now zit ik gelijk met gebakken peren, die me niet in de kouwe kleren gaan zitten. Traditioneel krijg je een flinke crisis als je hier een tijdje bent. Dat is algemeen bekend. Heks zit er direct middenin. Ik heb mijn dieptepunt alweer achter de rug. Ik kan dan ook eigenlijk best weer naar huis terug!


Na twee dagen sturen met mijn Tens-apparaat op de hoogste stand in een bloedheet wagentje ben ik helemaal dol in mijn bol. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen, bezoekjes aan de fysiotherapeut, cortisonen-injecties en pijnstillers is mijn lijf een slagveld aan kwalen. Maar uiteindelijk ben ik er dan toch echt. Ik rijd het parkeerterrein op. I have arrived!
Maar o jeetje, wat een tegenvaller! Ik raak direct slaags met de dames op het kantoor. En ook bij de medewerksters van de registratie kom ik geen stap verder. En ik moet verder! Ik moet als den donder mijn tent opzetten, voordat ik verander in een weke doch pijnlijke kwarktaart…..

‘U hebt zich niet opgegeven,’ krijg ik beschuldigend naar mijn dodelijk vermoeide hoofd. Alsof het een doodzonde is! Voor mensen met een tent is altijd plek! Dat weet iedereen! Ook mijn pogingen om dan in elk geval een kampeerplekje te bemachtigen, waar ik met mijn auto kan komen worden genadeloos afgestraft. Ik moet warempel met een kruiwagen twee kilometer over bobbelig terrein gaan lopen sleuren met mijn teringbende. ‘Je vraagt maar of iemand je wil helpen,’ bitst de betreffende non.

Nou ja zeg. Ze kent me! Een jaar of wat geleden zat ze bij me in de familie. Ik heb een hele middag Boeddhistische geëngageerde kunst met haar gemaakt indertijd. Het was zo’n schatje! Ik weet dat westerlingen er allemaal hetzelfde uitzien voor Vietnamezen, maar dit gaat wel erg ver!


Ik word van het kastje naar de muur gestuurd en weer terug. Ik moet me eerst inschrijven. Nee, ik moet toch eerst naar het kantoor. ‘Ga naar de registratiehal,’ bitsen ze daar. Om vandaaruit opnieuw naar het kantoor te worden gestuurd. Dit gaat zeker een uur zo door.

Intussen komt er stoom uit mijn oren. Ik ben zo wanhopig, dat ik op het punt sta om in mijn auto te stappen en gewoon weer naar huis te rijden. Steek die retraite maar in je dinges. Ik ben er klaar mee!

Een vrijwilligster bij de registratie gaat diep naar me luisteren. Helemaal volgens de regels der kunst. Ze kijkt me oprecht meedogend aan, terwijl ik mijn ellende eruit braak. ‘Drie en een halve maand ben ik bezig geweest om in die auto te komen. Elke dag iets gedaan. Gekkenwerk natuurlijk. Bladiebla, pech onderweg….’ bries ik verontwaardigd.

‘Je ziet niets aan me, maar ik ben zwaar gehandicapt,’ roep ik verhit. Ik zie eruit of ik een paard kan doodslaan intussen. Niet bepaald gehandicapt. De vrouw kijkt meewarig. Ze bedoeld het ongetwijfeld goed, maar het werkt evenzogoed averechts op mijn verhitte zenuwen. Toch ben ik enigszins bedaard, als ze me onverrichterzake naar het kantoor terugstuurt.

Ik ga nog 1 poging doen en anders is het einde verhaal. Ik ga onder geen beding met kruiwagens vol bagage over een heuvel vol pruimenbomen sjokken teneinde mijn tent pal in de volle zon te zetten. Ik moet een schaduwrijk plekje hebben dicht bij de meditatiehal en het sanitair. En ik weet precies zo’n plekje. En daar staat nog niemand!

‘Dat gedeelte is voor de staf,’ zegt iemand streng. ‘Het ligt helemaal aan de buitenrand,’ pareer ik. ‘Maar het is daar wel noble silence,’ krijg ik als weerwoord. ‘Dat vind ik juist lekker,’ probeer ik weer.

Als ik uiteindelijk mijn spullen naar de betreffende plek wil brengen is de boel afgezet. Er mogen geen auto’s rijden op het pad. Ze verzinnen hier ook altijd weer wat. Nee, ik moet dus toch met kruiwagens aan de slag. Als ik me opnieuw op het kantoor meldt trekt  de non, die me dwarszit een strenge streep door haar gezicht. “NEE.’ Geen praten aan.


‘Ik ga naar huis,’ besluit ik ter plekke. Zijn ze nu helemaal gek geworden hier?

Dan staat een kleine Française op vanachter haar computer. Een vrijwilligster hier uit de regio. Een vrouw met flair. Een actrice hoor ik later….. Ze heeft het hele verhaal meegekregen. ‘Kom,’ wenkt ze. Om vervolgens alle regels met voeten te treden vanuit een soort natuurlijk gezag. Eindelijk iemand, die zich mijn probleem aantrekt. Ze haalt de wegversperring weg en laat me met auto en al naar achter rijden.

Daar gooi ik voor haar verbijsterde ogen al mijn bagage met een grote zwaai uit mijn karretje. Als een gigantische woeste amazone. Binnen vijf minuten ligt er een geweldige berg troep op de bosgrond. Verwilderd sta ik ertussen te wankelen.

Een paar uur later is het leed geleden. Mijn tent staat. Met veldbed en al. Ik heb iets eetbaars binnen gekregen. Een flinke wasbeurt onder de invalidendouche heeft ook wonderen gedaan. Een goeie hap pijnstillers erin en ik kan naar bed.

Mijn vriendin de Nederlandse non heeft intussen ook al gehoord dat ik ben gearriveerd. ‘Er staat een hele boze nederlandse vrouw in de office,’  vertellen de nonnetjes haar, ‘Ze heeft een heeeeeeeeeeeeeeeeeeel kort rokje aan!’  (Tot aan mijn knieën). ‘Dat draag je toch zeker niet op een retraite! En een grote hoed op haar hoofd.’


‘Is ze heel erg lang?’ vraag mijn vriendin verheugd. Ook voor haar is het een verrassing, dat ik hier weer opduik. En als het antwoord bevestigend is: ‘Stop haar maar in mijn familie!’

‘Haha, Heks. Wat een verhaal over je spijkerjurk. Mensen lopen hier echt gewoon in korte broek enzo. Zolang je het maar niet in de meditatiehal doet. Ik heb het voor je opgenomen, hoor. Dat is Heks, die ken je toch wel, heb ik gezegd. Ze loopt altijd in van die hele lange gewaden. Waar hebben jullie het over? Ze heeft twee dagen in een bloedhete auto gezeten. Vandaar dat jurkje.’

‘En er is vast een reden, waarom ze zich niet heeft aangemeld. Dat doet ze sowieso alttijd pas op het laatste moment, omdat het altijd onzeker is of het haar wel lukt om hier te komen.’ En dat is inderdaad zo. Ik ben het thuis in alle hectiek stomweg vergeten. En het hotel onderweg had geen WIFI.

’s Avonds lig ik tevreden in mijn tent. Het leed is geleden. Ik heb het overleefd. Ik heb het bijgelegd met de nonnen in de office. Stil lig ik te luisteren of ik mijn vriend Uil soms hoor. Ik ben volledig in mijn hart merk ik. ‘Deze plek is een groot hart,’ doezel ik verder. Met af en toe een dwarse non. Nou ja, je ziet ook niks aan Heks. Dat blijft me opbreken bij tijd en wijle.

Maar het is ook fijn. Als mensen je de godganse dag met een deerniswekkend gezicht bij voorbaat lopen te helpen is ook niet alles. Vraag maar aan mijn vriendin Kras. Zo is het altijd wat.


 

Pech onderweg is niet voor watjes zeg. Heks koopt op de valreep een knalgeel fluorescerend jasje en dat is maar goed ook. Mijn voornemen nu eens op tijd om Parijs heen te zijn gaat op in rook. Ik kom dan wel voor hete vuren te staan, maar ik heb de soep heus heter gegeten. Uiteindelijk is het leven een groot avontuur. En: Vandaag loopt alles goed af!

Een paar dagen voordat ik naar Plumvillage vertrek haal ik de Don van het station. Strak in het pak stapt hij bij me in de auto. De koffer met nog meer pakken en hoeden gooien we achterin. In Huize Heks hangen ook nog eens een maatpak en een colbertje klaar. Hij komt deze maand wel door!

De volgende dagen ga ik door met het voorbereiden van mijn reisje. Afgewisseld met kletskous-sessies met mijn oude vriend. Zijn aanwezigheid werkt twee kanten op. Enerzijds houdt het me rustig, zodat ik mezelf niet voorbij hol. Anderzijds leidt het me geweldig af, waardoor sommige items uiteindelijk niet in mijn bagage terecht komen…..

Ergens onderweg naar mijn tassen neergelegd en vervolgens vergeten. Zo vergeet ik mijn toetsenbord, oplaadsnoer van mijn iPod-achtige apparaatje, bodylotion en zonnebrandproducten. Nou ja. Wat kan het schelen? Uiteindelijk zit ik evenzogoed met een gigantische berg teringzooi in mijn autootje.

Twee dagen voor vertrek breng ik VikThor naar zijn logeeradres. Hij wordt met open armen ontvangen door de hyperactieve zoon des huizes. Eindelijk iemand met meer energie dan mijn hondje! Wat zal mijn ventje het geweldig hebben hier!

 

De avond voor vertrek stouwen we mijn kanariepiet alvast vol. De Don sjouwt alles naar beneden en ik prop alles vakkundig in mijn bolide. Ik gooi knalgele dekens over mijn spulletjes en parkeer mijn karretje in een steeg om de hoek. Zodoende hoef ik de volgende morgen alleen maar een kop straffe koffie naar binnen te gieten en mijn tas met belangrijke paperassen in te laden.

Zo vertrek ik dan op een voor mij ongebruikelijk vroeg tijdstip. Het zonnetje schijnt. Ik zit werkelijk voor tienen op de snelweg! Om direct bij Rotterdam in een geweldig verkeersinfarct terecht te komen. Er is een vrachtwagen met spijkers omgevallen in de bocht op de ring. Hierdoor hebben tweehonderdachtenzestig auto’s een leuke lekke band gekregen. Het verkeer staat vast van hier tot Tokio.

Goeie hemel. Op het allerlaatste moment besluit ik dan toch maar over Barendrecht te rijden. Ik ben niet de enige met dit gezegende idee, dus ook hier sta ik uren vast. In de stromende regen en storm. Want het is ongelofelijk ellendig weer geworden intussen. Met grote moeite houd ik me staande tussen al het vrachtverkeer.

Via Zeeland kom ik alsnog in België terecht. En vandaaruit uiteindelijk in Noord-Frankrijk. Daar zie ik plotseling dat ik nodig moet gaan tanken, net op het moment dat ik langs een slecht aangegeven in het struweel verborgen tankstation kom. Helaas moet ik wel eerst vier banen oversteken en dat lukt niet meer. Volgende station dan maar……

Plotseling houdt mijn karretje ermee op. Precies waar de weg zich splitst. De rechterbanen gaan naar Calais en de linkerbanen naar Parijs. Heks staat stil op de kleine strook tussen deze voortrazende verkeersaders. Wat nu? Is mijn tank gewoon leeg of is er toch iets anders aan de hand? Ik bel met de ANWB.

‘U moet wachten op de franse verkeerspolitie. Zo is de wet, we kunnen eventjes niets voor u doen. U moet dit en dat nummer bellen en uw positie doorgeven, die staat op die paaltjes langs de weg, kijk maar goed, bladiebla….’

Heks zit intussen badend in het zweet in haar kleine voiture door stapels bagage heen te gluren of ze zo’n verrekt paaltje ziet. Maar nee. Precies op dit kruispunt der wegen zijn die dingen dun gezaaid. Ik zal eropuit moeten……..

Ik trek mijn net aangeschafte lichtgevende gele vestje aan en wurm me voorzichtig uit de auto.

Met gevaar voor eigen leven ga ik op zoek naar zo’n verdraaid paaltje. Goeie hemeltje, wat rijden ze hier hard. Links en rechts suizen enorme vrachtwagens voorbij. Na zo’n vijfhonderd meter ontwaar ik een paaltje in het struikgewas aan de overkant. Ik tuur me suf en stamp de nummers in mijn kop. Nu weer terug schuifelen…..Heks is blij als ze weer in haar autootje zit.

Een klein half uur later komen er franse mannetjes met een grote auto vol wegversperringsmateriaal. Snel zetten ze de rechterbaan af. Binnen een minuut staat er een gigantisch file. ‘Voor mij,’ glim ik tevreden. Zorg ik ook eens een keertje voor oponthoud.

Wat een opluchting.

Ik begroet mijn redders enthousiast. Ik prijs hun onverschrokken heldendaden hier ter plekke. ‘Ach,’ wuiven ze mijn complimenten verlegen van de baan, ‘We zijn het gewend…..’ Ze krijgen plezier in het geval, vooral als er allemaal mannen uit de stapvoets voorbijrijdende auto’s gaan hangen. ‘Bonjour,’ schreeuwen die naar een opgelucht lachende Heks met haar cowboyhoed en dito laarzen.

Mijn spijkerjurkje valt enorm in de smaak van dit onverwachte publiek. Mijn redders staan trots te lachen naar hun concurrenten. Opgewekt instrueren ze me over wat nu komen gaat. ‘Je wordt weggesleept. We mogen geen benzine in je tank gooien. Het is bij de wet verboden. Bovendien kan het ook iets anders zijn. Hopelijk. Anders moet je die sleepwagen zelf betalen…..’

 

Ze grijnzen me opgewekt tegemoet. O jee. Nou ja, ik ben allang blij dat het allemaal meevalt. Ik heb doodsangsten uitgestaan het afgelopen uur.

Even later arriveert de sleepwagen. De wieldop wordt van mijn achterwiel gelicht en in  no time staat mijn kanariepiet op zijn enorme grote broer te kwetteren. Heks zit al voorin de gigantische cabine van de wagen. Ik ben intussen in een prima humeur. Ik heb de grootste file veroorzaakt, die je je maar kunt voorstellen. En zelf rijden we vrolijk voor de meute uit.

Met een rotvaart jakkert de chauffeur door het franse platteland, tot hij in een stadje een schier onmogelijk manoeuvre uithaalt. Achteruit steekt hij zijn gevaarte door een poort. Plotseling staan we op het binnenplaatsje van een rommelig garagebedrijf met sleepwagen en al. De eigenaar van dit zootje ongeregeld gaat helemaal glimmen als hij Heks in het vizier krijgt. Ik heb een fan!

Even later duwen ze mijn karretje de garage in. Een leger mannetjes stort zich op de motorkap. Heks staat in het aangrenzende kantoor met haar nieuwe aanbidder. We kijken door de ruit naar de kluwen monteurs, terwijl hij met de ANWB belt.

Een besmeurde monteur komt binnen stuiven met de diagnose. De baas ratelt vervolgens in het frans tegen de man van de ANWB. Smijtend met terminologie, die ik niet ken.

Intussen knipoogt hij olijk naar me. Of heeft hij een vuiltje in zijn oog? Hij knippert en knijpt er op los. Dan geeft hij me de hoorn. ‘Het is uw benzineleiding. Het slangetje is losgeschoten. Geen wonder dat u opeens stil stond….’ toetert de man van de alarmcentrale in mijn oor, ‘Ze zetten er een nieuw slangetje op en dan kunt u weer verder rijden.’

De man met het vuiltje in zijn oog kijkt me stralend aan. ‘Ik heb er ook nog maar 10 liter benzine ingegooid,’ vertrouwt hij me toe. Dat begrijp ik. ‘Wat krijgt u van me?’ Ik kijk in mijn portemonnaie en geef hem vijftig euro. ‘Welnee,’ roept de man verontwaardigd, ‘Dat is echt veel te veel. Kijk,’ hij wijst naar een tientje dat ernaast ligt. Dat is ruim voldoende……

Voor de hele meute van de door mezelf  veroorzaakte enorme file uit tuf ik naar Parijs. Daar kom ik alsnog in een nieuw verkeersinfarct terecht, met een slakkengangetjes worstel ik me over die verduivelde Boulevard Périphérique. Hier heeft mijn vader wel eens een band staan verwisselen op een brug zonder fatsoenlijke vluchtstrook. Zo koel als een kikker. Het kan dus wel degelijk erger……

Na Parijs knal ik door tot Vierzon. Daar weet ik een lief hotelletje vlak bij de snelweg. Om kwart voor 11 ’s avonds bel ik aan. De deur zit al op slot, iedereen slaapt. Behalve de beeldschone zoon van de eigenaresse. Slaperig doet hij de deur open. Hij checkt me in en een half uur later lig ik ook op 1 oor. Eten doen we morgen wel weer. Nu eerst maar eens schandalig lekker slapen.

 

 

 

 

 

Kamperen zonder ontberen? Dan moet je Steenvrouw meenemen. Gepokt en gemazeld in survival schudt zij mijn tent uit haar mouw alsof het een werptent betreft….. Geen wegwerptent natuurlijk. Daar doen wij niet aan. Wij zijn pro duurzaam. Lang leve oude krakkemikkige tuinstoelen! Je buik kan lekker uithangen en ze bovendienen wonderbaarlijke doelen!

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Vorige week zaterdagmorgen breng ik VikThor naar de oppas. Mijn kereltje gaat uit logeren! En Heks gaat kramperen. Ik zie er als een berg tegen op.

Ik ga met Steenvrouw naar het Wereld Muziek Concours in Kerkrade. Haar zoon speelt in Kunst & Genoegen uit Leiden; Zij gaan hun wereldtitel verdedigen!!!

Om twaalf uur belt mijn gespierde beeldhouwende vriendin aan. In mijn hal staat een enorme berg kampeerspullen. ‘Ik help je sjouwen, Heks. En ik zet je tent op. En ik wil ook graag rijden. Dus je kunt het rustig aan doen. Echt! Doen hoor!’ Streng kijkt ze me aan. Ze kent haar pappenheimer.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Zodoende sjouwt mijn vriendin alles de auto in. Daarna haalt ze haar eigen spullen op, terwijl ik nog eventjes naar de fysiotherapeute ga. ‘Tape me maar helemaal in, want ik crepeer van de pijn en ga toch lekker kamperen….’

Mijn behandelaar moet lachen. Vakkundig haalt ze armen en benen uit de knoop. Heks gilt het uit van de pret. Maar niet heus. Tot slot plakt ze me onder de kleurige stukken tape. Hoe het werkt weet niemand, maar op de één of andere manier helpt dit geknutsel tegen de pijn.

Even later rijd ik met Steenvrouw de stad uit. Mijn vriendin zit aan het stuur. We hebben Leiden nog niet achter ons gelaten of het begint te hozen van de regen. Ha. Lekker is dat.  Maar tegen de tijd dat we in Limburg arriveren is het droog. We draaien het erf van de minicamping op en de zon breekt door!

‘Geen rode auto te zien,’ gniffelt mijn maatje opgelucht. Een voormalige liefdespartner van mijn reisgenoot gaat ook naar de wereldkampioenschappen fanfare kijken. Samen met de voormalige beste vriendin! We willen onder geen beding naast hen op de camping staan! Gelukkig zijn ze in geen velden of wegen te bekennen.

De boerin troont ons mee naar ons plekje. ‘Hier kunnen jullie staan! Is het geen mooie plaats?’ vervolgt ze twijfelend als ze het gezicht van Steenvrouw ziet betrekken. Die staat wel erg bedenkelijk te kijken opeens. Maar niet naar de beoogde kampeerplek!

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

De blik van mijn vriendin is gevangen door een overjarige aftandse tuinstoel. Bezorgd informeert ze naar de bewoners van de bijbehorende caravan. En oh, wat een schrik!!! Het zijn de schimmige spoken uit het verleden. Neergestreken naast onze bijna kampeerplek.

‘Ik ken die stoel. Ik heb precies dezelfde. Overgehouden uit de boedeldeling met X,’ verklaart ze later haar ingeving om eens verder te informeren. Want laten we wel wezen. Limburg is vergeven van de boerencampings. De kans dat je pal naast je ex komt te staan is nihil te noemen. Zelfs als je naar hetzelfde evenement gaat!

Voorzichtig legt Steenvrouw de situatie uit aan de boerin. ‘O jeetje, dat kan niet hoor! Moe je aan het zuurstof? Wat een toestand! Gerrrrrr!!!!!!!’ Haar man geeft acte de présence, ‘Sleep onze caravan maar weg, dan kunnen ze op die plek staan. Och jeetje, wat een ellende…..’

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Doortastend banjert ze voor ons uit over het glooiende terrein. We kunnen gelukkig terecht aan de andere kant van de camping, pal voor de voortent van een seizoensklant, die dit weekend niet is komen opdagen. ‘Jullie mogen de koelkast in onze caravan gebruiken. Ik vin het toch zo erg voor je, gaat het wel? Moet je echt niet aan het zuurstof?’

Heks krijgt visioenen van een grote tank van dit goedje ergens in de paardenstal. Waar vast klanten even kunnen bijtanken als het leven even tegenvalt…..

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

De boer loopt intussen heen en weer te rennen met verlengsnoeren teneinde de koekast in de belendende caravan aan de praat te krijgen. Maar elke keer zijn de snoeren net ietsjes te kort. Of er zit ergens sluiting op. We beginnen ons bezwaard te voelen. Hij weet echter van geen ophouden. Opgeven is geen optie in Limburg! Na een klein uur zwoegen slaat het koelkastje aan.

Wij zitten lekker een glaasje wijn te drinken in de zon. Maar ook wij moeten nog aan de bak natuurlijk!

wmc2 - 2

Een uurtje later zijn we helemaal geïnstalleerd. Mijn vriendin zet de tenten op en ik hou me bezig met de maaltijd. ‘We moeten morgen vroeg op hoor, Heks. Laten we lekker op tijd gaan slapen….’

Om tien uur liggen we al op 1 oor. Nadat we nog even lesbisch over het terrein hebben gehuppeld. ‘Ik kon het niet laten, schat,’ grinnik ik ondeugend als we de schokgolf volgend op ons gedrag waarnemen, ‘Ik wil gewoon dat bepaalde mensen zich afvragen of we in dezelfde tent slapen…..’

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Maar om daar achter te komen moet je over een flinke heg koekeloeren.

Achter een andere heg staat een kudde paarden. Zacht briesen ze zo’n beetje voor zich uit. Af en toe hoor je subtiel gehinnik. Ik lig op mijn ene oor en grinnik. Wat is het toch leuk, die prachtige dieren zo dichtbij.

Als we drie minuten in onze slaapzak liggen begint het te regenen. In het westen van het land is het noodweer horen we later. De voetbalwedstrijd van het EK vrouwen in Rotterdam is afgelast. Wij hebben nergens last van.

Een ietsiepietsie regen ’s nachts. Ritmisch getik om bij weg te dromen……..

Minicamping de Krekelberg is niet alleen een prachtige plek om je tentje op te zetten, de ontvangst is uitermate hartelijk. En als je ex per ongeluk naast je beoogde kampeerplek opduikt wordt je extra in de watten gelegd!!!!! Heel bijzonder!

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

 

 

 

 

 

Ergernissen en muizenissen. Diepe inzichten en luchtige lachsessies tijdens mijn verblijf in het klooster in Biezenmortel. ‘Better light a candle than complain about the darkness……’ aldus zuster Orchidee.

Het is al weer ruim een week terug, mijn retraite in Biezenmortel. Ik was net lekker een beetje aan het schrijven geslagen over mijn ervaringen aldaar, toen de gebeurtenissen hier in Leiden al mijn aandacht begonnen op te eisen. Vandaag pak ik de draad weer op. Die heerlijke draad. Mijn verbinding met Zuster Orchidee, Lower Hamlet en mijn leermeester Thich Nhat Hanh.

De eerste ochtend verslapen we ons grandioos. Zowel Kras als Heks liggen dwars door de ochtendmeditatie, de aandachtige gymnastiek alsmede het ontbijt heen te ronken. Het is al bijna 9 uur als we wakker schrikken. We hebben nog net tijd om eventjes te douchen, maar een ontbijtje zit er niet meer in.

Verwoed ga ik op zoek naar een kop koffie. Ik ben nog helemaal niet echt wakker. Overal vrolijke uitgeslapen mensen. Kras en Heks lopen er lekker tussendoor te duffen. Om half tien begint de dharmatalk. Ik installeer me op één van de matjes. Zuster Orchidee komt gezellig naast me zitten. Oh, wat een feest. Ik plak snel een hartje in haar schrift. En een vrolijke kikker.

Wat doe je zoal tijdens zo’n retraite? Moet je de hele dag doodstil op een matje zitten? En mag je helemaal niet praten?

Tussen het avondprogramma en het ontbijt wordt inderdaad niet gesproken. Heerlijk! Pas als je je morgenmaal achter de kiezen hebt mag je je mond weer gebruiken voor het gesproken woord. Voor sommigen nauwelijks vol te houden natuurlijk. Soms praat iemand zich een slag in de rondte zonder het zelf in de gaten te hebben. Heks incluis. Maar door de bank genomen is het inderdaad behoorlijk stil.

Maar na het ontbijt echter ontstaat er plotseling een gekwetter van jewelste. Overal kakelende boeddhistische kippen en een incidentele  mindful kukelende haan. Dan luidt iemand de bel. En terstond is het weer stil. Iedereen haalt opgelucht adem. Wat een rust.

Na de dharmatalk gaan we wandelen. Lekker langzaam lopen we over het terrein van het klooster. Over dikke pollen mos schuifelen we door het bos. We sukkelen langs de appelbomen. Doen nog een beetje gymnastiek…….

Op de terugweg pak ik de hand van zuster Orchidee en Kras. Oh, wat ben ik blij dat ik hier ben. Ik kom helemaal bij. ‘Ik wilde het bijna opgeven,’ zegt iemand in de loop van het weekend, ‘Maar hier raak ik weer helemaal geïnspireerd. Mijn vertrouwen in de mensheid komt terug.’ Heks herkent dit. Ook ik had behoorlijk last van geschonden vertrouwen……..

‘Iemand zei eens tegen me, toen ik klaagde dat ik dat lied  over ‘The island within myself’ , met al die kwinkelerende vogeltjes en fris klaterende watervallen, maar niks vond: “Ja, vind je het gek, jij ziet alleen maar die ene dooie boom!” ‘ vertelt een ander. We moeten allemaal lachen. Maar het is waar. Ook Heks is geneigd om eindeloos zout te leggen op lang overleden slijmerige slakken. Maar de rest van mijn sprankelend innerlijk landschap ontgaat me vaak.

In de middag is er Deep Relaxation in de meditatiekapel. Ik haal mijn yogamatten uit de auto. Tezamen met een paar mediatiematjes moet dit genoeg zijn voor onze brakke lijven om op te ontspannen. Kras heeft geen idee wat haar te wachten staat. Kreunend vlijt ze zich op haar matje.

‘Jeetje Heks, wat een eye-opener. Dat ik kan ontspannen ondanks al die pijn. Op een gegeven moment viel ik zelfs in slaap. Ongelofelijk. Het is voor mij echt een nieuwe ervaring om zo in mijn lijf te zijn ondanks alle pijn. Geweldig!’ roept mijn vriendin na afloop.

Dan is het alweer tijd voor het Dharmadelen in onze tijdelijke familie. ‘Je darmen delen,’ gniffelen we tegen elkaar. We verzamelen ons in de lounge en vormen een ruime kring rondom zuster Orchidee. ‘Zijn er mensen, voor wie het nieuw is om op deze manier te delen?’ Jazeker. Die zijn er.

‘Alles wat hier wordt gezegd blijft onder ons. Het is ook niet de bedoeling om iemand achteraf op datgene wat is besproken aan te spreken. Het is echt heel belangrijk dat iedereen zich volledig veilig voelt in de groep…..’ Heks hoort het niet voor het eerst, maar dit soort informatie kun je niet vaak genoeg horen!

‘Als je het woord wilt nemen maak je een kleine buiging en de rest van de groep buigt terug,’ we buigen voorbeeldig naar elkaar, ‘ Je mag zo lang spreken als je wilt. We proberen echt heel goed te luisteren, Deep Listening noemt Thay dat,’ besluit zuster Orchidee haar uitleg. Supersimpel zo op het eerste gezicht, maar in de praktijk valt dat nog wel eens tegen. Daar weet Heks intussen alles van!

Die avond is er nog een programmaonderdeel. We gaan aan de slag met de vijf aandachtsoefeningen. Heks zit intussen enigszins scheel te kijken van vermoeidheid, maar toch houd ik het allemaal vol. Stomweg omdat het zo leuk is. Slapen doe ik wel weer als ik thuis ben.

DSC06642

Maar slapen doe ik daar gelukkig ook. ’s Avonds om tien uur liggen we al op 1 oor. Heks valt vrij snel in slaap en ik ronk vrolijk verder tot de volgende ochtend. Wat een meevaller. De eerste nacht heb ik midden in de nacht van thuis meegebrachte soep zitten eten, omdat ik zo’n rammelende  maag had dat ik er niet van kon slapen……

Ja, honger heb ik eigenlijk het hele weekend in het klooster. Het blijkt dat het rekening houden met mijn dieet een wassen neus is. Ik kan eigenlijk alleen de sla eten. Het glutenvrije brood bevat melk. Beleg binnen mijn dieet is er ook niet. Alleen een ei bij het ontbijt. En Tahin. Maar dat moet je wel ergens op kunnen smeren natuurlijk.

Zo sprokkel ik het hele weekend mijn kostje maar zo’n beetje bij elkaar. Echt lekker is het allemaal niet. Gelukkig heb ik wat voedsel van huis meegenomen. Normaal gesproken kan ik vrij gemakkelijk een paar dagen zonder eten, maar niet na een week buikgriep.

Ja, de maaltijden zijn wederom een bron van frustratie. Zoals altijd tijdens de retraites……We moeten in de rij staan, op zich niet erg. Alleen kan ik niet lang staan. En al helemaal niet met van alles in mijn handen, zoals een bord en bestek. Als je dan ook nog eens rammelt van de honger en niets van je gading vindt en anderen allemaal lekkers op hun bord ziet laden: Meuh.

Als ik dan eindelijk iets eetbaars op mijn bord heb moet ik achter een stoel bij een tafel gaan staan en wachten tot er achter elke stoel iemand staat. Dan pas mogen we gaan zitten…… Niemand verwacht dit van mijn maatje Kras, maar als ik een keertje eerder wil gaan zitten, omdat ik bijna omval, krijg ik de wind van voren van een paar mij volstrekt wildvreemde dames!

Ik blijf dan maar braaf staan. Uitleggen dat dit voor mij een hele toer is is nog vermoeiender.

In de loop van het weekend vertik ik het echter om nog in de rij te staan. Ik floep direct naar de dieettafel voor een bord kale sla. Ik kruip en sluip door de rijen wachtende mensen heen om een paar lepels Tahin te bemachtigen. Ik pak gewoon lekker asociaal 2 eieren bij het ontbijt. Ik ga mijn eigen meegebrachte brood roosteren in de keuken…….

Ach, wat zit ik weer te zemelen over niks. Mopperen en schelden helpt nergens tegen. ‘Better light a candle than complain about darkness,’  schreef zuster Orchidee lang geleden tijdens mijn allereerste retraite in Plumvillage voor Heks op een papiertje. ‘Dat inzicht heeft mijn leven veranderd, Heks.’ Het hangt nog steeds pontificaal in mijn werkkamer. Ik moet er echt eens vaker naar kijken…….

Ja. Ook dat is oefening. En oefening baart uiteindelijk kunst. Als het goed is. Levenskunst……

,

Een goed begin is het halve werk. Zet dat maar op mijn zerk. Gelukkig overleef ik de heenreis naar Biezenmortel! Aftrap van een heerlijke Boeddhistische retraite in de traditie van Thich Nhat Hanh.

Donderdagmiddag rijd ik naar Brabant. Heks gaat in retraite! Ik ben van plan op tijd te vertrekken. Daarom neem ik een ruime marge, zodat ik alles rustig kan doen. Hond wegbrengen, alles klaarzetten voor katten, spullen bij elkaar rapen en inpakken…… Iets later dan gepland ben ik dan eindelijk op weg: Als het goed is kom ik ruim een uur te vroeg aan.

Mijn auto zit vol warme kleren, dekbedden en voedsel. Op het laatste moment knikker ik nog een pak brood, rijstwafels en ontbijtgraan in mijn tas. En een bak aardbeien en blauwe bessen. Er is dan wel een dieetkok aanwezig en ik heb uitgebreid ingevuld wat ik allemaal niet mag consumeren, maar ik vertrouw het zaakje niet. Door schade en schande wijs geworden zeg maar.

Het is druk op de weg. Het zonnetje piept tevoorschijn. Het verkeer valt volledig stil. Stapvoets gaat het richting Utrecht. We sjokken en masse om dit hopeloze knooppunt heen op weg naar het volgende struikelblok: Den Bosch…..

Mensen doen weer de raarste dingen tijdens dit oponthoud. Een man zwalkt van de ene rijbaan naar de andere. Geen richting aangeven. Niet kijken. Hij schiet als een ongeleid projectiel vanaf de rechterbaan voorlangs, talmt eventjes pal voor mijn snufferd en lanceert zijn bolide vervolgens naar de baan links van me. Heks heeft nauwelijks de tijd om vol op de rem te gaan staan: De man heeft niets door. Achter me schrikken ze zich ook dood.

images-2

Hij heeft zich toch vergist realiseert hij zich al snel, want mijn baan gaat sneller. Geïrriteerd kijkt hij op van zijn bezigheid, terwijl ik hem voorbij tuf: Hij zit fanatiek te smsen, terwijl hij tegelijkertijd gewoon aan het rijden is! In een hectische file! Geen wonder, dat hij bijna op mijn auto zat!

Als ik langszij kom wijs ik op mijn voorhoofd. Draai een rondje naast mijn oor: ‘Kierewiet!’.  De kerel komt achter me aan en doet zijn raampje open. Nijdig kijkt hij me aan: Wat of ik heb?

‘Meneer, U rijdt me zojuist bijna aan en heeft het niet eens in de gaten. Het is dat ik vol op mijn rem ben gaan staan, tot ontzetting van het achteropkomende verkeer. En mezelf: Ik heb al een whiplash door net zo’n ‘oplettende weggebruiker’, maar niet heus, als u. En dan zie ik dat u gewoon zit te smsen tijdens het rijden in een file! Dat moet u toch niet doen!’

‘U heeft me zojuist bijna de doodschrik bezorgd, houdt op met smsen in de auto! Zo vallen er nog doden en dat is echt niet denkbeeldig.’ ‘Sukkel,’ denk ik erachteraan, ‘Ongelofelijk asociaals stuk vreten.’ Een vriendin van me is een paar jaar geleden platgewalst door achteropkomend verkeer. Ze heeft het niet overleefd. De man kijkt perplex. Hij een gevaar op de weg? Hij heeft echt geen idee waar ik het over heb, de stumperd.

Nou ja, dat begint weer lekker. Enigszins oververhit en met anderhalf uur vertraging kom ik aan in Biezenmortel. Ik ben net te laat voor het eerste programmaonderdeel: Gezamenlijke zitmeditatie. Ik koekeloer om de hoek van de deur van de meditatiehal en besluit op de gang te wachten. In stilte. Ademend. I have arrived, I am home……

Een kwartiertje later schuif ik de zaal in. Ik ben niet de enige, die vast heeft gezeten in het verkeer. Uren later daagt er nog iemand op uit Haarlem. Zij heeft het veel erger te verduren gehad, omdat ze een uurtje later dan Heks was vertrokken……..

Op het podium zit mijn vriendin de non. Haar gezicht splijt in een stralende lach als ze me ziet. Ook Kras is al gearriveerd. Ze is met de trein gekomen, op de scootmobiel, een hele onderneming. Vanmorgen heb ik haar bagage opgehaald. ‘Anders moet je zo sjouwen , geef je spullen maar aan mij mee.’

Een faliekante communicatiestoornis. Als ik haar bagage in de auto wil zetten blijkt het slechts om een zak beddengoed en handdoeken te gaan. ‘Joh, ik neem gewoon niet veel mee. Haha, echt, je hoeft verder niets in je auto te stoppen, alles gaat gewoon mee op de scootmobiel. Ja, mijn fototoestel ook. Misschien wil ik onderweg wel wat plaatjes schieten….’

Daar sta je dan met je goede bedoelingen. Het zal een terugkerend onderwerp worden dit weekend. Wat doe je voor de ander en waarom? En is het nodig? ‘Thich Nhat Hanh heeft het in één van zijn boeken over het aanbieden van Doerian in dit kader,’ weet Kras te melden. Alhoewel ze pas een week met Boeddhisme bezig is heeft ze zich het onderwerp al aardig eigen gemaakt……

‘Lekker, Doerian, mmmmmm…’ Heks houdt heel veel van dit stinkende rottige goedje. Een ware delicatesse! Thay vindt het niet lekker, hij houdt er zelfs helemaal niet van. Soms komen er mensen naar hem toe om zo’n bijzondere vrucht met hem te delen. Goedbedoeld natuurlijk. ‘Maar ze hebben niet goed naar me gekeken, naar wat ik nodig heb,’ aldus onze leraar.

‘Ik krijg heel veel Doerian aangeboden, Heks, ook hier,’ Kras noemt voorbeelden op van allerlei dingen die mensen met de beste bedoelingen ongevraagd voor haar lopen te doen. Of haar zomaar uit handen proberen te nemen.

Grappig. Dat heb ik nu nooit. Of zelden. Of in elk geval beduidend minder. Ik krijg slechts met enige regelmaat allerlei aanbevelingen van vage edoch peperdure wetenschappelijke niet bewezen behandelingen tegen stress, die ik nodig moet gaan volgen. Zodat ik mijn klachten niet in stand houd. Huh? Tja. Kots en braak zullen we maar zeggen.

Nog voor we ons op onze kamer hebben geïnstalleerd krijgt Kras een éénpersoonskamer aangeboden. Zomaar. Omdat ze er zo gehandicapt uitziet.

‘Ik wil het niet hebben,’ roep ik direct. Ik moet er niet aan deken om met een wildvreemde op de kamer te liggen. Met al mijn hulpmiddelen, de medicinale cannabis, het hopeloze slapen, de pijn in mijn donder en noem maar op. Kras en Heks zijn wat dat betreft aan elkaar gewaagd. Bovendien ben ik sowieso graag samen met mijn vriendin. ‘Lekker egoïstisch, Heks,’ plaagt mijn maatje, ‘Je denkt ook alleen maar aan jezelf…’

Niemand die mij overigens een éénpersoonskamer aanbiedt. ‘Jij roept iets heel anders op bij je medemensen, Heks. Met al je hoedjes en je wilde outfits. Als ze jou zien dan denken ze waarschijnlijk: Dat wijf krijgen we wel!’ Kras zit hartelijk te lachen, ‘Ik heb ooit zo’n geliefde gehad. Ook gehandicapt overigens, maar ondanks dat ontlokte ze precies dezelfde reactie aan haar omgeving als jij!’

Na de eerste introductie worden we ingedeeld bij onze tijdelijke ‘familie’. Ik zit bij Zuster Orchidee, mijn favoriete geliefde nonvriendin, in de groep. Kras moet helaas ergens anders heen. Eigenlijk. Maar er wordt direct een mouw aan gepast als we gaan protesteren. ‘Kom maar gezellig bij ons, het wordt wel een hele grote familie, maar het is helemaal ok.’

Oh, wat is het fijn om hier te zijn. Ik kom allemaal oude bekenden tegen, sommigen heb ik al jaren niet meer gezien. Maar het overgrote deel der deelnemers zijn helemaal nieuw voor mij. Wat is de Nederlandse Sangha toch actief. Thay heeft behoorlijk wat volgelingen in ons kikkerlandje. Zijn boodschap van verdraagzaamheid, openheid en interzijn slaat aan bij ons handelsvolkje. Antigif tegen onze Calvinistische volksaard!

Samen met Kras haal ik mijn spullen uit de auto. ‘Ideaal zo’n scootmobiel,’ verzucht ik als  ze met haar kar afgeladen naast me snort. Mijn kussen, dekbed, extra deken, truien, vest, koeltasje, voedselvoorraad en toilettas kunnen allemaal in één keer mee. Ik hoef alleen maar mijn koffertje op wielen achter me aan te rollen.

‘Jeetje, Heks, nu pas begrijp ik waarom je speciaal naar me toe kwam vanmorgen om mijn bagage op te halen. Jij sjouwt gewoon je halve huisraad mee! Best lief eigenlijk dat je aan me hebt gedacht.’

 

Uiteindelijk blijken veel van de meegebrachte spulletjes goed van pas te komen. Heks heeft niet geheel voor de kat zijn viool lopen zeulen…….

Plum Village

Stichting Leven in Aandacht

Unknown-126

 

 

 

 

Help, ik loop leeg! Opladers opladen!!!!!! De draak steken op een krasse scootmobiel!!!!! En een vliegende non vangt altijd wat: Wat dan? Een gestrande Heks natuurlijk!

Enige tijd geleden krijg ik een mailtje van de Stichting ‘Leven in Aandacht’ over een aanstaande retraite. Alle Nederlandse nonnen en monniken komen vanuit Plumvillage hierheen om ons een paar dagen te stichten. Ook mijn geliefde nonvriendin. Heerlijk! Wat heb ik zin om erheen te gaan. Helaas ben ik hartstikke blut. Ik zit constant te hannessen met allerhande medische rekeningen.

Ook wil ik het liefst alleen op een kamer, maar de eenpersoonskamers zijn al vergeven. Een andere optie is om de accommodatie te delen met een vriendin, die begrip heeft voor mijn halvezolige levensstijl. Ik doe wat halfslachtige pogingen om iemand te enthousiasmeren. En het lukt! Kras heeft belangstelling!

Dan krijgt Heks het druk op haar manier. Met de Matthäus. Met mijn ADHD-hond uitlaten. Van de fiets vallen en mezelf weer oplappen. Oh, wat ben ik toch moe! Echt. Vreselijk uitgenast. Verder gaat het redelijk. De gewrichten grotendeels binnen de perken en de verkrampingen redelijk onder controle……. Beetje viraal hier en daar, maar ik ben erger gewend!

Vorige week begeeft de oplader van mijn E-bike het. ‘Plof’ hoor ik. Een elektrisch geladen onweersluchtje volgt op de voet. Het onding is dood. Waarschijnlijk een zekering, maar het geval is zodanig gefabriceerd, dat het onmogelijk te repareren is. Een wegwerpoplader……. De nieuwe kost me bijna 100 euro!

Dan bezwijkt de oplader van mijn telefoon ook nog eens, nadat mijn hulp het snoertje raar heeft opgerold. Het snoer van mijn tablet heeft het gelukkig wel overleefd. Die lag ook in een piepklein drolletje gedraaid in de kast.

Vervolgens houdt de oplader van mijn elektrische vouwfiets er gewoon me op. Het is al de derde oplader, die het begeeft bij deze onverwoestbare en onderhoudsarme Beixo. En inderdaad: Je hebt nooit een nieuwe ketting nodig! Maar wel om het jaar een nieuwe oplader! Ik weet niet wat ergerlijker is…….

-385

Ik loop dus leeg op het leeglopen. De ernst van de situatie dringt tot me door. De kosmische boodschap is duidelijk! Mijn persoonlijke innerlijke oplader is stuk. Ja. Alsof ik dat niet weet…..

Zaterdagochtend gaat de bel. Mopperig loop ik door het huis en naar het keukenraam. Nijdig kijk ik naar buiten. Welke gek belt me wakker? Wie haalt het in zijn hoofd om me van mijn broodnodige slaap te beroven? Grrrr.

Kras staat voor de deur met haar knaloranje scootmobiel. Haar twee brakken vrolijk joelend aan de lijn. Snel ren ik naar beneden en help mijn vriendin om de hele karavaan naar binnen te loodsen. Ha, gezellig. Dit is echt lekker wakker worden!

Ik zet een pot koffie en smeer een paar rijstwafels. Even later zitten we vrolijk te lachen. We rollen van het ene onderwerp in het andere en steken overal heerlijk de draak mee. Hoe we weer op het onderwerp Plumvillage komen weet ik niet, maar plotseling besluit ik om te kijken of we nog terecht kunnen bij de retraite.

‘Ik heb eigenlijk een zangdag en je mag maar twee repetities missen. Goddank heb ik nog nooit verstek laten gaan, dus volgens mij kom ik er wel mee weg als ik die dag verstek laat gaan…..’ Heks is blij, dat ze onlangs met haar kapotte knie toch de discipline heeft kunnen opbrengen om te gaan repeteren diezelfde middag. ‘Dit is je beloning voor het feit dat je toen hebt doorgezet,’ grijnst Kras. Ja, we zijn blij!

Je kunt nog steeds het formulier invullen, dus er is waarschijnlijk nog plek! ‘Jeetje Kras, dat had ik nooit verwacht. Meestal zit die retraite zo vol!’ We gaan ons opgeven!

Een dag later heeft Kras alle benodigde informatie opgevraagd: We kunnen terecht!!!!! Nog dezelfde dag betaalt ze voor ons beiden, zodat onze inschrijving definitief is. Hoera! Mooi zo, Mijn vakantiegeld is nog niet gestort, dus ik zit nog eventjes te sappelen. Maar dit tripje kan me niet meer ontgaan.

‘Zo heerlijk, ik heb toch zo’n zin om saampjes een kamer te delen. En nu zul je ook mijn vriendin de non ontmoeten. En nog veel meer hele leuke mensen…. Er komen ook wel spirituele shoppers op af hoor. Of mensen met een ernstige vorm van Goeroeisme.’

‘Ik heb wel eens iemand meegemaakt, die daar last van had. Zieke mensen waren dom volgens hem. Irritant ook. Ze deden beslist iets verkeerd, want ziekte en gebrek moet je gewoon weg mediteren….. Tijdens de bijeenkomsten werden we om de oren geslagen met dit soort idiote ideeën door die gek zonder gebrek. Vervolgens werd ons de oren gewassen met het feit dat we nog steeds niet genezen waren……’

‘Er zijn nogal wat mensen met een aandoening, die baat hebben bij mediteren. De mediatieoorden zitten er vol mee. Zo ook de Sangha’s in de traditie van Thich Nath Hanh. Wekelijks zat die persoon daar dan die gebrekkigen te beledigen. Ik heb er uiteindelijk iets van gezegd, maar ik geloof niet dat het is overgekomen…..’

Toen de zelfbenoemde goeroe zelf iets ernstigs ging mankeren dacht ik dat zijn ideeën omtrent ziekte en hoe je dat zelf veroorzaakt wel zouden veranderen, maar nee. Nog steeds kwam er allerlei nonsens uit die mond. Wel op een een liefdevolle manier uitgesproken. Slijmerig bijkans. Je zou je bijna vergissen en denken dat het goed bedoelt is als je ernaar luistert. Of erger: Het serieus nemen! ‘

‘Zelfs toen mijn hond in zijn been beet, hetgeen die persoon geheel aan zichzelf te danken had nadat ie al mijn waarschuwingen in de wind had geslagen….., zelfs toen beweerde hij die beet gewoon eventjes weg te gaan mediteren!’ Bizar ja. Heks moet hartelijk lachen nu ze er aan de terugdenkt, hoewel ik het toen echt verschrikkelijk vond……

‘Ik was allang blij, want hij had ook naar de politie kunnen gaan na dat incident. En ook al waarschuw je iemand vijfentwintigduizend keer en probeer je je hond met man en macht bij zo’n grenzeloze persoon weg te houden, toch ben jij fout als het mis gaat! Zelfs als die gestoorde mafkees onverwacht min of meer bovenop je intussen in een hoekje gedreven grommende hond springt……’

‘Ik heb verstand van honden zeggen ze dan altijd. Ik twijfel in zo’n geval of iemand überhaupt verstand heeft…… Hopeloos.’

‘Hahahaha,’ Kris zit te hikken van de lach bij al die gekke verhalen. Ze ziet het voor zich! Plotseling kijkt ze me echter verbijsterd aan, ‘Ik denk dat ik die persoon ook ken. Mijn geliefde en ik hebben hem regelmatig meegemaakt, want hij werkte ooit voor een voormalig behandelaar van mijn vrouw, toen ze nog leefde. Hij kon ons nooit uitstaan, omdat we ons niet aan zijn talloze rigide regeltjes hielden……’ Ze begint een reeks hilarische anekdotes te vertellen waar we bijna in blijven.

Ach, lachen is toch zo lekker. Zelfs al is het om iemands gekke irritante fratsen. Raar gedrag kom je overal tegen tenslotte. Gelukkig ben ikzelf zo normaal! 😉 Mensen maken nu eenmaal niet altijd de meest denderende keuzes, zacht uitgedrukt. Soms zijn ze zeer overtuigd van de juistheid hun zaak, terwijl ze er mijlenver naast zitten. Je kunt er dus maar beter om lachen!

Heks heeft echter een hele goede keuze gemaakt dit weekend. Mijn hele lijf is blij met dit besluit. Alle kapotte opladers ten spijt ga ik eerst mezelf maar eens lekker opladen. En iets doen aan mijn moeite met mediteren. Al enige tijd breng ik het nauwelijks op om te zitten……

‘Misschien moeten we zelf maar een meditatiegroep opzetten als we terug zijn: Meditatie voor kneusjes met honden. We beginnen gewoon klein, met z’n tweetjes,’ verzucht ik tegen Kras als we de details nog even doorspreken aan de telefoon. Ja, wie weet. Al jaren ben ik van plan om een wandelmeditatiegroepje te beginnen. Misschien is de tijd rijp!