Heks gaat naar de dierenarts. Ze krijgt de schrik van haar leven! Slecht voorgevoel, echt foute boel…. ‘Zeg die dierenverzekering voor je hond toch op, het is pure oplichterij….’ adviseerde iemand me een tijd geleden dringend, toen ik drastisch moest bezuinigen. Het is een peperdure verzekering en mijn hond heeft nooit wat. Tot nu toe dan. Gelukkig luister ik zelden naar goedbedoeld advies. Ik heb mijn verzekering dus nog!

©Toverheks.com

©Toverheks.com, Net na de operatie…….

‘Je hondje loopt niet lekker, Heks,’ de vrouw van mijn acupuncturist en zijn dochter kijken me bezorgd aan. Het is een paar dagen voor kerst. Mijn allerlaatste behandeling waar dan ook van dit jaar.

Heks maakt zich niet al teveel zorgen. Waarschijnlijk heeft VikThor zich verstapt. Dat had mijn vorige blaffende vriend ook wel eens. Een paar dagen rust en het is weer over.

Vlak na kerst hinkepinkt mijn schatje alweer. Nu na een wandeling met de Don. Hij heeft lekker achter een balletje aangejaagd. Maar dat doet hij wel vaker. ‘Ga eventjes naar de dierenarts met hem,’ dringt Don Leo aan. Een uur later loopt mijn ventje weer prima. Ik geef hem de nodige rust. Voorlopig even geen balletjes. Niets meer aan de hand.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Maar als begin januari mijn hondje weer pijn aan zijn pootje lijkt die hebben zit ik een halve dag later bij de dierenarts. Ze onderzoekt hem grondig. ‘Het lijkt iets te zijn in het kniegewricht, misschien de kruisband of de meniscus. Ik kan zijn onder en bovenbeen niet onafhankelijk van elkaar bewegen, dus de kruisband lijkt me nog intact…’

‘Ik ben echter niet gespecialiseerd in orthopedie. Ik zal je een verwijzing geven voor fysiotherapie of een orthopeed als je wilt…..’ Met een pijnstiller/ontstekingsremmer sta ik weer buiten. Mijn hond heeft gigantisch veel pijn na het gekloot aan zijn achterpoot. Ik bel een fysiotherapeut.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een dag later komt ze bij me langs. Uitgebreid inspecteert ze VikThors rechterknie. ‘Het is de kruisband, kijk maar. Er zit veel te veel beweging in het gewricht. De band is beschadigd, opgerekt of gescheurd. Ik zou er zeker naar laten kijken door een specialist. Hij verrekt waarschijnlijk van de pijn…..’

Zo zit ik een week na het eerste bezoek aan de dierenarts bij een orthopeed in Rijswijk. Ik moet walgelijk vroeg op om er op tijd te kunnen zijn. Trillend van mijn dagelijkse ME kater rijd ik de stad uit. VikThor ligt naast me te balen. Hij heeft nog niet eens een lekker ontbijtje gehad. ‘Uw hond moet nuchter zijn…’ werd me verzocht.

Deze dierenarts heeft niet veel tijd nodig om zijn conclusies te trekken. ‘Kruisband is helemaal door. Kijk!’ Opgewekt wiggelt hij Viks onderbeen en bovenbeen onafhankelijk van elkaar heen en weer. Heks ziet het. Dat ziet er uitermate vreemd uit!

©Toverheks.com

©Toverheks.com, Rode oogjes van de drugs……..

Wauw! Heb ik dat ook eens gezien in mijn meutige amoebe-leventje. Heel bijzonder blijkt: ‘Ik heb dat nog nooit gezien,’ moppert mijn eigen fysiotherapeut met honderd jaar ervaring later tegen me.

VikThor kan direct blijven. Nog dezelfde middag gaat hij onder het mes. ‘Kruisbandproblematiek bij honden is iets geheel anders dan bij mensen. Het komt niet door trauma, zoals bij ons, maar het is een ziekte. De band raakt aangetast en na enige tijd breekt hij bij de minste geringste inspanning af. Er is niets aan te doen. Gewoon enorme pech!’

‘Bij 1 op de 3 honden met dit probleem breekt ook de kruisband van de andere knie op zeker moment af. Daarnaast ontstaat er artrose bij deze dieren. Jouw hond gaat daar flink last van krijgen, dat geef ik je op een briefje. Waarschijnlijk heeft hij al artrose in deze knie ontwikkeld. Dat gaat razendsnel bij honden. Binnen een paar dagen of weken….’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Gelukkig kun je nog veel bereiken met voeding en supplementen. En met een juist gewicht. De grote vijand in geval van artrose is overgewicht. Iets dat bijna alle honden hebben tegenwoordig. Maar die van jou niet! Complimenten hoor, hij ziet er echt geweldig uit!

Het is niet het enige compliment, dat ik over mijn geweldige hondje zal krijgen de komende dagen. Hij laat alles toe, Een infuus inbrengen? Geen probleem. Heks ziet voordat ze de deur uitgaat hoe een uitermate agressief exemplaar wordt binnengebracht, vastgebonden op een brancard. Grommend en grauwend. Aan zulke monsters hebben ze hier hun handen vol……

Zo rijd Heks dan in haar eentje naar huis. Ik kruip een paar uur in bed. Mijn beestje zal pas tegen 3 uur onder het mes gaan, ik mag hem pas vanavond ophalen.

Om even over drieën gaat de telefoon. ‘VikThor is weer bijgekomen, de operatie is zeer geslaagd, u mag uw hondje over anderhalf/twee uur komen halen……’ De hond voor hem kwam niet opdagen, dus toen hebben ze mijn ventje maar te grazen genomen. De ingreep is al achter de rug. Wat een opluchting!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik spreek af om na de spits te gaan rijden. Het scheelt ongeveer een uur reistijd. In plaats van vijf kwartier slechts twintig minuten. Zo kan ik nog eventjes verder slapen en dat is hard nodig……

’s Avonds haal ik een heel zielig hondje op bij de kliniek. Zijn kaalgeschoren beurse pootje helemaal opgetrokken hinkt hij verdwaasd naast me naar de auto. Ik til hem er voorzichtig in. Rijd behoedzaam weer terug naar Leiden. Parkeer voor de deur….

Mijn buurman tilt hem voor me naar boven. Ik zal dit nog oneindig vaak zelf moeten doen. VikThor mag voorlopig geen trappen lopen. Dat gaat nog wat worden. Heks maakt zich hevig zorgen. Hoe krijg ik het allemaal voor elkaar?

Een zielig hoopje hond in de grote bench in de woonkamer. Met een lampenkap op zijn kop. Gelukkig heb ik voldoende pijnmedicatie meegekregen. En een middeltje om mijn ADHDer rustig te houden. Absoluut noodzakelijk. Want Vik geeft zich niet zomaar gewonnen.

Dat zal de komende dagen blijken. Ik moet mijn kleine held tegen zichzelf beschermen. Een enorme rotklus. Als een politieagent bewaak ik al zijn bewegingen. Een gevangenbewaarder ben ik. En nog een hele strenge ook………

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Van de wal in de sloot. Heks maakt een klapper, maar houdt zich groot. Halfzijdig bont en blauw incasseer ik nog een domper. De dag begon zo vrolijk en nu ben ik weer somber. Heksje huilt, Heksje lacht. Dat laatste echter niet vandaag.

Opgewekt smeer ik een make upje op mijn grijnzende smoelwerk. Ik heb zowaar een nachtje 7 uur achter elkaar geslapen. Een unicum! Buiten stampende koppijn heb ik er een geweldig goed humeur aan over gehouden. Zo goed, dat ik me echt leuk aankleed en een kwast over mijn bleke toet trek. Zo.

Koffie er in. Pijnstillertjes er in. Beesjes eten geven. En nu prikken halen bij de huisarts. Opgewekt klim ik op mijn fiets. Mijn hondje braaf dravend naast me haast ik me naar de doktsterspost.

Onderweg vind ik een regenjas. Hij ligt gewoon op straat te dweilen. Het is precies zo’n jas, die ik al een tijdje ambieer. Flinterdun maar wel waterdicht. Alleen de legergroene kleur vind ik nogal saai. ‘Ik had liever een knalgeel exemplaar gevonden,’ kijk ik dit gegeven paard in de bek.

De doktersassistente jast vakkundig drie prikken in mijn lijf. Eentje in mijn schouder, eentje in mijn bovenbeen en de laatste in mijn bil. Bij elke prik spring ik eventjes tegen het plafond. Mijn zenuwstelsel staat al weken op tilt. Vandaar.

Intussen kletsen we opgewekt over het voordeel van een goeie legging boven zo’n kutpanty. ‘Dit zwarte exemplaar is ongeëvenaard sterk. Het lijkt wel een broek!’ prijs ik de mijne aan, niet wetende, dat deze ijzersterke legging binnen een kwartier zwaar op de proef zal worden gesteld.

Bij de balie regelen we nog de nodige recepten. LDN bijvoorbeeld. Moet ik zelf betalen. Kost me zo weer 120 euro. En de citrusinjecties. Moet ik zelf betalen. Kost me zo weer 75 euro. En de medicinale cannabis. Moet ik zelf betalen. Kost me ook weer honderden euro’s.

Krijg ik eigenlijk nog wel eens wat vergoed? Nou, af en toe. Ibuprofen bijvoorbeeld.

Dan nu snel naar huis. Onderweg even het hondje uitlaten. Ik lijn mijn dier aan en stap op mijn fietsje. Net als ik lekker op stoom ben kom ik een oude vriendin tegen met haar hond. Die loopt los. Even goed opletten, dat hij niet voor mijn fiets langs naar mijn hondje toe rent. Ik kijk en groet en val op mijn snoet. Met een grote klap lig ik op mijn linkerzij.

Wat gebeurde daar nu?

De gevonden jas viel op de grond en mijn wiel gleed weg over die gladde nattigheid…… ‘Het kwam door je jas,’ roept een hevig geschrokken vriendin. Ze voelt zich een beetje schuldig merk ik, want de jas ontglipte me net toen ze me vrolijk groette.  Een ongeluk zit altijd in een klein hoekje.

Heks is helemaal gek van de pijn. Mijn hele linkerkant schreeuwt het uit. Een diep gebrul stapelt zich op in mijn borst. Maar ik moet ook echt naar huis nu, want ik heb een afspraak.

‘Laat me maar.’ wimpel ik de geboden hulp af, terwijl ik mezelf bij elkaar hark. Ik wil niet gaan brullen nu. Of keihard huilen. Houterig hijs ik mijn pijnlijf weer op die klotefiets. Ik gooi mijn hondje onderweg nog een park in. Terwijl hij drolletjes draait brul ik het uit. Een ellendig geluid worstelt zich omhoog vanuit deze venijnige binnenbrand. Tranen druppen mijn make up richting kin. Die moeite had ik me dus ook kunnen besparen.

Ik verman me en fiets het laatste stuk naar huis. Vraag me niet hoe. Het regent pijpenstelen intussen, dus mijn tranen vallen niemand op. Thuisgekomen neem ik de schade op. Blauwe linkerelleboog, paarse linkerheup en een zwarte linkerknie met schaafplek. Bovenkant linkervoet is ook flink geraakt alsmede gek genoeg mijn rechteronderarm…. De superieure legging is nog heel.

Ik druppel jodium op de wond en knip een grote pleister op maat. Dan gaat de bel. Rozenhart komt me helpen met van alles en nog wat.

Geschrokken geeft ze me een glas water. Het duurt zeker een kwartier voor ik weer aanspreekbaar ben. Wat een verdriet om zoiets stoms als van mijn fiets vallen. Het is alweer de zoveelste keer dit jaar. ‘Ik wil dat toch wel melden bij die man, die met die scootmobiel bezig is. Want het is echt niet normaal om zo vaak van je fiets te vallen….’ zegt Rozenhart.

We ontdekken, dat we belangrijke post over de aanvraag van de scootermobiel, zoals de man van de gemeente dit voertuig consequent noemt, hebben gemist. Hij heeft zeker een maand geleden al een uitgebreide brief hierover gestuurd. Die is ons compleet ontgaan. Ik vond al dat het zo idioot lang duurde allemaal.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dan gaan we aan de slag met vragenlijsten van de psycholoog. Daar staat iets alarmerends in. Namelijk dat ik in een ongecontracteerd traject ben beland. Hoe kan dat nu? ‘Je hebt toch alleen de gecontracteerde praktijken voor me uitgezocht?’ vraag ik aan Rozenhart. Ik heb haar namelijk op het hart gedrukt, dat ik uitsluitend met deze praktijken in zee wil gaan. Ik betaal al genoeg zelf.

‘Maar sommige niet gecontracteerde praktijken worden toch vergoed,’ riep ze toen als antwoord. ‘Ja, dat zeggen ze misschien, maar ik weet uit jarenlange ervaring, dat dit toch problemen kan opleveren. Dus ik wil alleen met gecontracteerde hulpverleners in zee. Ik wil niet voor rare verrassingen komen te staan…..’

En wat blijkt? Rozenhart heeft een ongecontracteerde club opgeduikeld. ‘Maar ze hebben alleen geen contract met Menzis en CZ,’ probeert ze me gerust te stellen. Heks is er niet gerust op. Ik google Nationale Nederlanden en CZ en vind direct een alarmerend bericht. CZ is een soort overkoepelende zorg-inkoopclub van diverse verzekeraars. Waaronder Nationale Nederlanden. Mijn behandeling word dus niet vergoed.

Rozenhart gaat bellen met de psychologen-praktijk. Die bevestigen dat ik een deel zelf zal moeten betalen. Slechts 10%. Een behoorlijk bedrag als je in aanmerking neemt, dat ik voor een langdurig traject ben aangemeld en ik minstens 1 keer per week een sessie zal krijgen en dat misschien jarenlang…..

Mijn hart vult zich met wanhoop. Na een jaar zoeken en overal weggestuurd worden ben ik nu eindelijk binnen bij de verkeerde club. Doordat iemand weer eens een keertje niet naar me heeft geluisterd. Want ik heb luid en duidelijk gezegd, dat ik niet wilde, dat er ook maar gekeken zou worden naar ongecontracteerde praktijken. Ik had nota bene een waslijst met alle door mijn verzekering gecontracteerde hulpverleners opgezocht.

‘Ik zoek het verder voor je uit,’ zei Rozenhart toen. En zie hoe dat heeft uitgepakt. Heks zit weer met de gebakken peren. Ik kan weer wekelijks gaan lopen dokken.

Wat mankeert mensen toch, dat ze niet naar me luisteren?

‘Sorry Heks,’ zegt Rozenhart. Ze voelt zich vreselijk over deze ontwikkeling. Dat is duidelijk te zien. Heks is er eventjes klaar mee. Straks heb ik een afspraak met de psychologe. Wat moet ik daar nu allemaal mee aan? Gewoon maar weer diep in de buidel tasten en dit ook maar weer gedeeltelijk zelf betalen? Mijn hoofd is helemaal murw van al dit gedoe.

Bont en blauw doe ik Rozenhart uitgeleide. Dan kruip ik in bed. Mijn hulp is intussen gearriveerd en ik kan even niet tegen het geluid van de stofzuiger. Ik wil het liefst mijn kop er af zagen. Ik ben al opgestaan vanmorgen met barstende koppijn. En nu ben ik ook nog bont en blauw. En helemaal door elkaar geschud door die klapper. Wiebelig en huilerig……. Mijn goede humeur is verdwenen als sneeuw voor de zon.

Waarom? Kan er nu nooit eens iets gewoon goed gaan?

 

 

Handhaven is voor de braven. Handhaver, je zal het maar zijn. Heks in de bres voor handhavers! Handhaven is een rotklus, maar iemand moet het doen. Ja, lekker is dat. De schoorsteen moet roken. Een mens moet toch wat……

Twee oktober 2019. Heks ligt in bed uit te puffen van helemaal niets. In mijn koelkast staat genoeg hutspot met klapstuk voor een weeshuis. Vanavond komt Trui eten. Daarna gaan we even de stad in. Morgen heb ik niemand uitgenodigd. Dat wordt weken hutspot eten……

Vanmorgen om half tien gaat de telefoon. Ik lig rillend en bezweet te slapen. Rare dromen bevolken mijn frontale kwab. Rinkelende vissen trekken me naar de oppervlakte. Overal in huis hoor ik nu telefoons te keer gaan. Ook mijn debiele telefoon meldt zich nu. Hij ligt gelukkig binnen handbereik. De beller is anoniem. ‘Krijg de klere,’ mopper ik. Vervolgens draai ik me nog eens lekker om.

Vijf minuten later begint de anonieme fanaat me opnieuw te bellen. In mijn slaperige brein ontspringt intussen een het idee, dat dit wel eens de politie zou kunnen zijn. Heks heeft gisteravond haar auto op de Langegracht geparkeerd, omdat het godsonmogelijk is om vanaf vanmiddag 13.00 hier de wijk nog uit te komen met je bolide.

‘Dat je hier mag parkeren,’ dacht ik nog. Zo vlakbij de kermis en het feestgedruis. Maar een ordemannetje in een knalgele jas geeft geen krimp, als hij me op mijn gemak ziet inparkeren. Ook trekt hij geen sprintje achter me aan, als ik met mijn hondje naar huis wandel.

Ook zie ik nergens een bord of gekleurd lint om me het parkeren te verbieden. ‘Vergunninghoudersplek’ staat er levensgroot op een verkeersbord te lezen. En dat ben ik toevallig, zo’n vergunninghouder…..

‘Uw auto staat op een plek, waar de ambulance moet komen te staan….’ een agente staat me vriendelijk te woord. Of ik em maar even weg wil halen. Helaas voel ik me hartstikke ziek momenteel. Ik heb zeker een uur nodig om mezelf genoeg op te kalefateren om dat stuk naar het politiebureau te lopen. ‘Ik haal em voor 12 uur weg….’

Nou, dat is eigenlijk niet snel genoeg. De hele stad staat al weken op zijn kop in het kader van dit volksfeest. En waar vroeger de aftrap kwam met de taptoe aan het begin van de avond, tegenwoordig gaat het circus al om 13.00 ’s middags van start.

Toch gaat de agente akkoord. Ik heb nu eenmaal niks verkeerd gedaan. Ik mag daar gewoon staan. Tegen 11 uur haal ik mijn wagentje weg. Ik ben maar net uit de kreukels. ‘Niet meer hier neer zetten, hoor,’ glimt een mannetje in een gele jas tegen Heks.

Hij is op een holletje naar me toe komen rennen, zodra hij me zag instappen. Ik reageer met een paar grappen en grollen. ‘Ik dacht, dan staat mijn autootje in elk geval veilig zo in het zicht van een paar handhavers!’ De man grijnst van oor naar oor, vervolgt dan trots ‘We hebben vanmorgen al een fietsendief te pakken gehad. Die stond met een ijzeren staaf sloten open te breken……’

Dan rijd ik de binnenstad uit. Eerst maar eventjes naar het Leidse Hout. Voor het feest los barst.

Gisteren had ik het ook al aan de stok met handhavende mannetjes. Of beter gezegd: Een paar mij wildvreemde dames kregen het aan de wapenstok met een paar handhavers.

Heks kwam zoals gewoonlijk op het nippertje aan bij de kerk, waar ik met mijn koor repeteer. Een auto sukkelde nietsvermoedend tegen het verkeer in op me toe door de straat, op enige afstand woest achtervolgd door een paar handhavers. Gewiekst reden ze de wagen klem. Precies zoals ze dat een jaar geleden bij Heks deden.

‘Ik zou die bon aanvechten,’ raad ik de nieuwe slachtoffers van ongelofelijk onduidelijke verkeersborden in deze straat aan, als ik hen passeer. De dames staan stomverbaasd naast hun auto te dazen. Perplex dat ze klem zijn gereden. Zich totaal niet bewust dat ze iets verkeerd hebben gedaan….

Heks heeft vorig jaar met succes precies dezelfde overtreding aangevochten. En ze kreeg gelijk van de rechter. Ik moest evenzogoed toch nog 50 euro betalen. Heel vreemd. Belachelijk ook.

En niemand heeft intussen de moeite genomen om de situatie ter plekke recht te zetten. Het bord verboden in te rijden is nog steeds niet zichtbaar vanaf de voorrangsweg als je aan komt rijden. Wat wel in zicht staat is een bord max 30 kilometer, dat ze zijn vergeten weg te halen.

Dat bord is van toepassing op de oude situatie, Tot twee jaar geleden mocht je namelijk wel deze straat vanaf deze kant in rijden. Verwarrend tot op het bot.

Het is natuurlijk prijs schieten voor de handhavers. Zij posteren zich tegenover de straat en gaan als een gestoorde achter iedere nietsvermoedende burger aan, die het waagt er aan deze kant in te rijden. Als een stelletje dollemannen in hun handhaaf autootje. Ja, zo kom je wel aan je quotum bonnetjes uitschrijven……

‘Mevrouw, wij beloven beter te handhaven in uw straat,’ zegt een bobo van het Leidse handhaaf-team onlangs tegen me aan de telefoon, ‘Maar belooft u me dan om eens een positief verhaal over onze dienst te vertellen op het eerstvolgende verjaardagsfeest…..’ De man heeft ongetwijfeld humor. Een leuk verhaal vertellen over handhavers, hoe komt hij er bij?

Ze slingeren je altijd op de bon om iets onnozels en de grote jongens kunnen gewoon hun goddelijke gang gaan. Ofwel: Ze staan mensen op te wachten, die nietsvermoedend een straat in rijden, waar het verbodsbord bijvoorbeeld achter een boom is verdwenen om hen genadeloos een vette prent te geven, dat geintje vorig jaar was aanvankelijk 150 euro…..

Anderzijds staan bij Heks in de steeg bijvoorbeeld altijd auto’s midden op straat geparkeerd en geen haan die er naar kraait. ‘Wij nemen echt geen bosjes bloemen aan van de winkel op de hoek,’ weerlegt de bobo aan de telefoon mijn insinuaties geuit in een recent mailtje.

Heks schiet in de lach. ‘Ik wilde jullie een beetje prikkelen, meneer, want het is toch vreemd, dat hier soms vier, vijf auto’s en zelfs bussen midden op straat staan geparkeerd. En niemand krijgt ooit een bon…..’

‘Maar als ik eens in de twee jaar mijn vakantiepullen sta in te laden, krijg ik van jullie mannetjes te horen, dat ik vooral op moet schieten vanwege hulpdiensten. Die moeten er langs kunnen. Ik heb een kabouterautootje. Dat ook nog.’

Ja, er zit geen rechtvaardigheid in. Het is waarschijnlijk echt toeval, dat hier voor de deur zelden bonnen worden uitgedeeld. Omdat je hier niet mag staan controleren ze dat ook niet. Het klinkt tegenstrijdig.

Maar op parkeerplekken aan de andere kant van de straat worden juist veel bonnen uit geschreven, omdat mensen onterecht op vergunninghoudersplaatsen staan. ‘Vorig jaar hebben we zus en zoveel bekeuringen uitgedeeld in uw straat….’ roept de bobo opgewekt. De man is echt grappig.

Het zal je vak ook maar zijn. Het is net zoiets al beulsfamilies in de middeleeuwen. Iemand moet het doen. En je moet het ook goed doen, het is een vak apart. Iemands kop er af hakken met een botte bijl was bijvoorbeeld not done. Dan werd je zonder pardon uit het beulsgilde gesodemieterd.

Het beulsvak bleef binnen de familie. Het werd doorgegeven van vader op zoon. Ik geloof niet dat er vrouwelijke beulen waren. Beulen stelden ook eer in hun werk. Het onthoofden moest in 1 klap gebeuren. Precies op de goede plek van de nek met een haarscherpe bijl!

Ook verzonnen zij niet wie er moet worden onthoofd, dat deed de rechtgevende macht. Of een potentaat uit de heerende klasse.

‘Wij gaan niet over verkeersborden,’ zegt de handhaver gisteren tegen Heks in de stromende regen. De twee beteuterde bekeurde dames staan erbij als verzopen katjes. ‘Vind u het niet gek, dat er nog nooit iets aan de situatie ter plekke gedaan is, terwijl ik anderhaf jaar geleden al gelijk heb gekregen van de rechter over deze kwestie?’

De man gaat al niet over verkeersborden….. Ook is zijn hoofd niet bedoeld om zelf na te denken. En wat zou je een gouden locatie om bonnen te schrijven op de schop gooien? Een avondje posten als er weer zo’n enorm koor rijke pensionada’s repeteert in die kerk of als er een buslading hippe ouwe taarten in de school om de hoek naar de poweryoga gaan werpt genoeg vruchten af. Dus: Houden zo!

 

Bekommeren om Komkommertijd en bommetjes de gracht in: Het is bloedheet in Nederland, de mussen vallen van het dak! Jonge meeuwen ook, die lopen ontheemd door de buurt. Hun ouders vallen Vikthor aan. Ze zien hem als de boosdoener. Vanuit de lucht lijkt hij blijkbaar op een uit de kluiten gewassen zeemeeuw……..

Oh, wat is het warm afgelopen week. De hele dag blijf ik binnen met ramen en deuren potdicht. Alleen een rondje naar een park met VikThor drijft me even de straat op. Meneer de Koekenpeer zit lekker in de fietskar, want mijn schaduwroutes zijn niet meer koel genoeg met dit weer.

Bovendien is er dan altijd wel ergens een stukje kokend asfalt waar je beslist overheen moet. Een stomend stoepje of stovend bruggetje bijvoorbeeld. Of een gebraden zebrapad. En dat is echt geen optie natuurlijk.

In ons favoriete parkje aan de Singel laat ik mijn ventje lekker zwemmen. Met veel bombarie springt hij het ene bommetje na het andere. Tot groot vermaak van voorbijvarende bootjes en langsfietsende stadsgenoten.

’s Avonds gaan we met kar en al de stad uit, richting Valkenburgermeertje. Deze volgelopen zandput is dermate diep, dat blauwalg er zelden vat op heeft. VikThor kan heerlijk zwemmen met zijn soortgenoten. Vervolgens peddelen we nog eventjes op en neer door de polder naar Wassenaar.

Als je mijn worstel-blogjes leest denk je wellicht, dat ik dagdagelijks als een chagrijnige spinnijdige mega-bitch door het leven ga. Het is inderdaad zo, dat ik volledig uit mijn please-jasje ben gebarsten. Maar niet meer het iedereen bij voortduring naar de zin willen maken is iets geheel anders dan in een absoluut kreng veranderen. Daar begin ik nu ook achter te komen.

Want wie schetst mijn verbazing? Ik loop nog steeds voornamelijk rond met een glimlach om de lippen. Niet om iemand anders speciaal een plezier te doen, maar omdat het zoveel prettiger voelt dan rondlopen met een streep in je gezicht.

Ook heb ik nog immer heel veel leuke ontmoetingen met mij volstrekt wildvreemde mensen. Zijn die mensen allemaal nog steeds mijn partner. Zoals in de tijd, dat ik me liet inspireren door de woorden van mijn leermeester Thay: ‘Als je liefde en begrip kunt genereren is iedereen je partner.’

Ik loop van het strand naar mijn auto aan het eind van mijn date vorige week zondag. Die vage date met de man, die vijf uur louter over zichzelf en vorige dates heeft lopen klessebessen. Voor me uit loopt een groepje kinderen met een forse beperking richting hun woongroep hier in de duinen.

Een uit de kluiten gewassen volwassen jongen blijft staan. Met zijn armen onder zijn oksels getrokken, zijn handen paniekerig wapperend voor hem, als een angstige dinosaurus.  ‘Een hond, een hond,’ roept hij opgewonden. VikThor komt eventjes bij hem kijken, nieuwsgierig naar al dat leven in de brouwerij.

‘Hij doet niks hoor,’ Heks klakt met haar tong en mijn hondje staat al naast me. ‘Kijk, hij kan een high five,’ we demonstreren een paar kunstjes voor het joch. Zijn handen wapperen nog harder, hij vindt het fantastisch. ‘Hoe heet het hondje?’ wil hij vervolgens weten.

‘Ik ga VikThor tekenen, morgen,’ schreeuwt hij enthousiast, ‘Morgen ga ik VikThor tekenen!!!! Dag VikThor, ik ga je morgen tekenen!!!!’ ‘We zijn heel benieuwd!’ roep ik terug. Ik ben echt benieuwd. Wat zou hij tekenen? Wat heeft hij gezien? Hoe heeft hij gezien, wat hij heeft gezien?

Met een zacht hart stap ik in de auto.

Bij het Valkenburgermeertje zit een vrouw in een stoeltje. Het godshemeltjebloedheet. Heks is zomaar met hond en kar de stad uit gefietst, zonder iets te drinken mee te nemen. Ook mijn portemonnaie ligt thuis. Ik heb hier onderweg al uitgebreid van zitten balen.

De dame heeft twee piepkleine schattige oude stinkhondjes. Ze begint plots tegen me te praten. Over hoe ze vijfendertig kilo is aangekomen in een paar maanden tijd. ‘Medicijnen. Antipsychotica….. Ik pas nauwelijks meer in dit klapstoeltje……’

Hoezo moe?

Een heel verhaal volgt. Lichamelijk ziek zijn is echt ruk. Vooral als je zoiets vaags mankeert als Heks. Maar een kop, die op hol slaat is pas echt verschrikkelijk. Dat herinner ik me nog goed van een oude vriend van me. Hij heeft zichzelf en zijn kop niet overleefd.

Heks luistert met een hart vol mededogen naar deze schat van een vrouw. Wat een zwaar leven.

‘Wil je wat drinken? Een Fantaatje?’ roept ze opeens opgewekt. Haar gezicht breekt open in een stralende lach. ‘Je komt als geroepen, ik ben juist vergeten om water mee te nemen. Dank je wel!!!’

Elke dag sprokkel ik wel zulke gesprekjes bij elkaar. Zeer regelmatig lach ik me een ongeluk met en om mijn medemensen. Of ik raak vertederd door deze of gene.

Waarom schrijf ik daar niet vaker over? Het hoeft toch niet altijd over worstelingen, slechte mensen en onvermogen te gaan? Inderdaad! We kunnen uitgebreid over het mooie weer schrijven en het feit, dat de natuur naar de klote gaat door de klimaatverandering, volkomen negeren.

De Braziliaanse president Bolsonaro is bezig om in razendsnel tempo het oerwoud in zijn land te kappen. Het restantje longen van moedertje aarde. Dat lijkt die man nu een goed idee. Meuh.

Ik doe echt mijn best om opwekkende verhaaltjes te produceren. Maar het is toch ook geen doen om alleen maar overal een mooi verhaal van te maken?

 

 

Wat is er toch zo fascinerend aan een inktzwart karakter in een tropische verpakking? Nou ja, tropisch, een ijskoningin dan. Heks ligt duidelijk teveel voor pampus, dat ik naar dit soort ellende ga zitten kijken. Of sterkt het zien van dit soort narigheid me in mijn voornemen tot loslaten en vergeven?

Tara Lambert

Afgelopen week kijkt Heks weer eens naar Dr Phil, blote bil. Er gaat inderdaad een vrouw met haar billen bloot in zijn programma. Het is een voormalig model. Nou ja, model. ‘Ze heeft wel eens foto’s laten maken door een professionele fotograaf,’ beweert haar slachtoffer laconiek.

Dit vermeende model blijkt wel over meer dingen te liegen. In feite liegt ze alles aan elkaar. Meesterlijk speelt ze mensen, dieren, dingen, ouders en hun kids, zelfs oude schoolvriendinnen, de hele teringzooise bende, tegen elkaar uit. Ze draait er haar gemanicuurde handje niet voor om.

De waarheid gebiedt te zeggen dat de vrouw beeldschoon is. Keihard. Snoeibikkelkeihard. Een kille blik in een schitterend gezicht. Ook nu ze door de stress een kilo of veertig zwaarder is geworden is het een toppertje. Qua uiterlijk dan.

Ze heeft Phil dan ook zo in de pocket. Hij doet nog wel pogingen heel streng te kijken en door te vragen. Maar als hij aan het eind van een notabene tweedaagse show, waarin hij gebiologeerd als een hitsig konijntje in een koplamp, naar haar gelieg heeft zitten luisteren, haar vertrouwelijk toefluistert dat zij geen moordenaar is, breekt mijn klomp. De man is volledig in haar val getrapt.

Nu is Phil zelf natuurlijk ook een rare. Allerlei verhalen doen over de man de ronde. En niet allemaal even lovend. Hij is beschuldigd van seksueel overschrijdend gedrag, van het uitoefenen van zijn beroep zonder vergunning en ga zo maar door.

Heks heeft sterk de indruk, dat de man toch een aantal verdacht narcistische trekken heeft. Ook valt het me op, dat die bevolkingsgroep er altijd zo goed van af komt bij hem. Ze krijgen zonder uitzondering een traject aangeboden. Hun slachtoffers kunnen over het algemeen op minder begrip rekenen. Die moeten zelf hun hulp maar regelen……

Ik heb wel eens gezien hoe Dr Phil een vrouw op haar nummer zette, omdat ze geheel in de overgave was gegaan bij haar narcistische echtgenoot. Het arme mens had al een hele waslijst vernederingen en lichamelijk/ geestelijk geweld achter de rug. Ze was systematisch mishandeld en leeggehaald door haar foute vent. Ze kon wel een oppeppertje gebruiken……

Maar nee. ‘Hoe heb je het zover kunnen laten komen?’ was de tendens van Phils antwoord op haar hulpvraag, ‘Regel maar een straatverbod.’

Het moordlustige model is een lellebel. Althans, dat beweert haar slachtoffer en vermeend aartsvijandin. ‘Ze loopt in uitermate ongepaste outfits rond te paraderen. Komt rustig op een kinderpartijtje in niets verhullende kleding. Ik wil dat niet voor mijn dochters….’ zegt haar slachtoffer op een gegeven moment gekweld.

Rivale met echtgenoot

Heks zit gebiologeerd  te kijken. Schaamteloze slechtigheid fascineert me. Wat gebeurt er in iemands hoofd, waardoor die persoon denkt dat het maar geoorloofd is om een medemens om zeep te helpen? De moeder van je stiefkinderen? De ex van je man?

‘We waren vroeger inderdaad hartsvriendinnen, ja, ik ben bij de bevallingen van haar jongste kinderen geweest…’ beaamt de beeldschone ijskoningin Phils vraag. ‘Nou, vriendinnen. Ja, was hadden vaak contact,’ zegt het slachtoffer. Ze had al enige tijd in de gaten, dat de nieuwe partner van haar man in werkelijkheid een sekreet is. ‘Ik had haar door.’ En dat is haar duur komen te staan.

De zoveelste onwaarschijnlijke geschiedenis, waar een narcist aan ten grondslag ligt. Heks probeert te begrijpen, waarom de vrouw dacht gerechtigd te zijn ons haar tegenstandster te elimineren. ‘Ze moet weg, monddood, giebeldegiebel, stop haar maar in zo’n houtversnipperaar. Hahahahahaha, kun je nagaan hoezeer ik haar haat, ‘ giechelt ze, ‘Nee, zonder gekheid, ze moet in elk geval zwaar gehandicapt raken.’

Via een oude schoolvriendin heeft ze een hitman geregeld. De vriendin heeft al een keer op haar verzoek het slachtoffer telefonisch bedreigd. Niet misselijk bedreigen, nee, het echte werk. ‘Je eindigt hersendood aan de beademing, bitch,’ en dergelijke.

Met de foute schoolvriendin

Maar als ze vervolgens het verzoek krijgt om op zoek te gaan naar een beroepsmoordenaar, wordt het deze handlangster toch ook te gortig. Ze gaat naar de politie.

De zogenaamd ingehuurde hitman is dan ook een undercover politieagent. Ze spreken af in een auto pal voor een winkelcentrum. De schoolvriendin, de agent en het nietsvermoedende model.

Laatstgenoemde laat het aan de schutter over om te bedenken hoe hij haar rivaal van het leven gaat beroven. Als het maar gebeurt. ‘Ik weet niet. Wat denk jij?’

BETERE TIJDEN! DE BESTE VRIENDINNEN?

‘Dus gewoon naar haar toelopen en recht in haar gezicht schieten? En haar man dan? Als hij thuis is, wat moet ik daarmee?’ ‘Oh, schiet ook maar dood. Maakt mij niet uit,’ antwoordt het model opgewekt. Ze heeft er wel voor gezorgd, dat haar stiefkinderen die bewuste dag veilig bij haar zijn. Ook goed voor haar alibi.

‘De jongere kinderen van het slachtoffer zouden gewoon thuis zijn geweest. Ze wilde haar stiefkinderen voor zichzelf, maar de halfzusjes en broertjes konden haar niks schelen….’

Betrapt en opgepakt!

Heks vindt online een brief van de stiefkinderen aan de rechtbank. Ze blijken al jaren te zijn gegaslight door het malafide model. Echt intriest natuurlijk.

Maar goed. Ellende, ellende. Iedereen zand in de ogen gestrooid. Jarenlang grijpt geen mens in. De vader van de kinderen gelooft zonder uitzondering zijn nieuwe echtgenote. Ten koste van zijn kinderen. Het gekke wijf kan gewoon haar goddelijke gang gaan.

Met een vlak gezicht en kille blik weerlegt het model elke aantijging. Ze was echt niet van plan om haar rivaal de dood in te jagen. Zelfs het feit, dat ze een aanbetaling heeft gedaan bij een hitman probeert ze te verdraaien. ‘Het was zo’n laag bedrag. Je denkt toch serieus niet, dat iemand voor zo’n schijntje een ander koud maakt?’

Het is eigenlijk hilarisch. Alles draait ze om. En dan komt er toch aan het eind een halfslachtige spijtbetuiging. Een vreemde vorm van excuus. Uit haar mond. Maar het bericht bereikt haar kille ogen niet.

De dans ontsprongen

Phil is in zijn nopjes met haar spijtbetuiging. Hij heeft hij dagenlang naar toe gewerkt. Waarom ontgaat me werkelijk. ‘Je bent geen moordenaar,’ klopt hij op haar knie.

Afgunst en jaloezie. De ander niks gunnen. Controle willen hebben over alles en iedereen. Ongegeneerde haat. Menen over andermans leven te kunnen wikken en beschikken.

Heksje, het loont toch echt de moeite om mensen te vergeven. Wandel geen haatpaden. Zoek steeds het gulden midden. Kijk uit voor rare tantes. Jaloerse troela’s. Wrattenpadden. Met kille onverschillige koude koppies.

Helaas heeft Heks in haar bescheiden leventje nogal eens last gehad van kwade zusters. Geniepige jaloerse tante Betjes. Pootje-lichtende mega mutsen.

‘Godin, godin, neem deze vriendin, geef haar haar zin, of onzin. Maar laat mij er buiten!….’

Zin en onzin. Zin in het leven, zin van het leven. Leven, leven.

Leven en laten leven, Heks.

Leven geven, leven nemen, menen anderen.

Iemand heeft gemeend mij monddood te kunnen maken. Iemand heeft gemeend, mijn leven te ongestraft te mogen controleren. Iemand heeft me in de hoek gedrukt, tegen de muur gezet. Uitgeleverd. Iemand heeft werkelijk alles uit de kast gehaald om Heks haar autonomie te ontnemen, haar klein te krijgen…..

Heks begrijpt best, dat je helemaal klaar bent met bepaalde mensen in je leven. Ik begrijp dat geweldig bijzonder goed. Maar iemand kwetsen, kapot maken, iets aandoen of zomaar slecht behandelen…… Oog om oog….. Zelfs als het echt etterbuilen zijn, zoals in mijn geval……

Onbegrijpelijk. Gelukkig maar.

Het beeldschone model kijkt koeltjes in de camera. Het spijt haar verschrikkelijk. Ze heeft nooit de intentie gehad om iemand te vermoorden. Ja, ze ging na het geven van de opdracht tot moord lekker shoppen in het winkelcentrum, waarvoor ze hadden afgesproken.

Maar eigenlijk wilde ze de moord hiermee toen juist verhinderen. Hoe dan wel is niet duidelijk. De draderige leugens verkleven in haar mond voordat ze ze er goed en wel uitgewerkt krijgt….

Morgen gaat ze de gevangenis is. Slechts vijf jaar in plaats van de zeven waarvoor ze veroordeeld is. Door een vormfout.

Apart toch weer. Rechtvaardigheid voor iemand uit wiens mond louter leugens komen. Wiens garnalenhersentjes louter plannetjes produceren langs de parabool van haar haat.

Het model geniet van alle aandacht tijdens het proces. Als de eerste beste fashionista paradeert ze door de rechtszaal…..

 

 

Eartha Kitt heeft pit. Voor tien zo te zien. Ze is al geruime tijd niet meer onder ons, maar nog steeds weet ze mensen te raken met haar ZIJN. Haar wezenlijke wezen. ‘I fall in love with myself and I want someone to share it with me!’

Afgelopen weekend stuurt de Don me een leuk filmpje van een interview met Eartha Kitt, waar ik helemaal vrolijk van word. De vrouw komt me vaag bekend voor. En alhoewel ik weinig van Eartha weet bevalt alles aan haar me. Haar naam. Haar eigenwijze uitspraken. Haar felle kattenkopje.

‘I want to be evil, I wanna be bad‘ zingt ze als jong meisje opgewekt in de camera. Lang, lang geleden. ‘Wat een lekker recalcitrant type,’ denkt Heks blij. En al snel ben ik verdiept in haar biografie. Ik snor haar fanclub op. Bekijk filmpjes op YouTube. Grasduin door oude foto’s……..

En alles wat ik ontdek maakt me gelukkig. Hoe ze bijvoorbeeld in de jaren zestig tijdens een ontvangst op het Witte Huis de boel op zijn kop zet met uitspraken, waarin ze hoogstpersoonlijk de oorlog in Vietnam veroordeelt.

Ze kan daarna overigens wel inpakken met haar handel. De CIA zit haar direct op de hielen. De FBI hijgt in haar nek. Vanaf dat moment wordt ze nergens meer voor uitgenodigd. Laat staan, dat ze werk aangeboden krijgt…… Ze verhuist dus maar naar Londen…….

Ik kijk naar haar pittige gezicht. Ze lijkt inderdaad wel wat op een kat. Volgens velen was ze de beste Catwoman ooit, want ja: Daar ken ik haar van! Ze heeft die rol gespeeld in de Batmanfilms van de jaren zestig.

Nu Heks weer aan het daten is (althans: Ik doe pogingen daartoe…), kan ze wel een opsteker gebruiken! Want vrolijk word je er niet van. Het gedoe met mannen. Ik zou ook kunnen zeggen het goede met de andere sekse. En in veel opzichten gaat dat ook op. Is het voor mannen ook bijzonder veel gedoe met die vrouwen.

‘Ik weet dat veel mannen erg oversekst op jullie dames reageren, maar vrouwen kunnen er ook wat van, hoor,’ schrijft een aardige baardige man me op Tinder. Hij is niet moeders mooiste en moet het naar eigen zeggen hebben van zijn goede verhaal. Maar het gros van de vrouwen reageert daar dan weer volstrekt platvloers op. Beweert hij.

Iets dat veel andere kerels op dit medium dan weer helemaal niet erg zouden vinden, dunkt me. De getrouwde schuinsmarcheerders. De gebonden scheve schaatsers. Die denken dan dat alle dames zo in elkaar steken. Als ze al denken. Het is niet bepaald de bloem der natie, die hier opereert.

Alhoewel: Mijn allereerste vriendje ben ik alweer tegen gekomen. Net als vorig jaar op Paiq. En dat is absoluut een bloem, een tropische verrassing. Maar ook hij heeft nog geen leuke dame aan zijn bloemige haak geslagen het afgelopen jaar. Ondanks zijn bijzonder gezonde geestelijke, lichamelijke en financiële staat.

Het is dus niet zo gemakkelijk allemaal op de relatiemarkt. Waar we elkaar keuren als waren we een stuk vee. Waar verliefdheid ver te zoeken is, laat staan liefde. En ik kan mijn gebrek aan succes in deze natuurlijk wijten aan mijn matige fysiek, maar ook als ik zo gezond was als een vis zou het moeilijk zijn……

Terwijl ik naar Eartha luister, ik heb intussen de uitgebreide versie van het betreffende interview opgezocht, realiseer ik me dat ik altijd compromissen heb gesloten. Al heel jong liet ik niet het achterste van mijn tong zien. Was er een deel van me daardoor niet beschikbaar. Hield ik mijn ware wezen succesvol verborgen.

Behalve misschien in de wittebroodsweken van mijn eerste echte relatie. Die zoete gelukkige periode met mijn jeugdliefde. Die zalige tijd voordat de realiteit ons sneaky inhaalde en keihard tegen de vlakte sloeg. Heks kreeg een oplawaai van het leven, die ze jarenlang niet te boven kwam.

En Eartha? Ik denk dat ze door schade en schande wijs is geworden. Ik spit in haar verleden en zie, dat ze op jonge leeftijd allemaal spannende affaires had met beroemde mannen. Waaronder volgens sommigen Orson Welles, die haar ‘the most exciting woman in the world’ noemt.

Maar ze trouwt met een degelijke aan pijnstillers verslaafde Vietnam veteraan. Misschien wilde ze een normaal leven? Of was dit een poging om haar onbekende blanke vader toch een plek in haar leven te geven. Een afwezige vader en een junk zijn toch zeker te weten een match in wat ze bij je oproepen?

‘Misbruikte mensen kenmerken zich allemaal door hun trots,’ zegt mijn homeopaat onlangs tegen me. En trots is ze, deze Eartha. Kom bij haar niet aan met lulverhalen. Geen slappehapperdepap voor deze dame. ‘Why? Why?’ zegt ze verontwaardigd in de camera als het om compromis in de liefde gaat.

Om dan heel zacht te vervolgen ‘I am in love with myself and I want someone to share it with me. I want someone to share me with me …..’

Ik denk dat ik dat maar op Tinder ga zetten.

 

Synchroniciteit: Heremetijd! Groene zijden soepjurk als acausaal, verbindend beginsel? Het is een feit! Heks beleeft heerlijke avonturen op de vierkante millimeter. Het kan echt niet beter!

Op de eerste dag in Plumvillage loopt Heks maar zo’n beetje rond te dazen. Nog behoorlijk in de kreukels en half gaar van de reis luister ik naar de eerste lezing. Vervolgens sjok ik opgewekt mee met de wandelmeditatie.

Langzaam bewegen we over het terrein. Een grote groep net gearriveerde retraitanten. Ik kijk eens een beetje om me heen. Honderden gezichten. Een prachtige jonge vrouw valt me direct op. Ze heeft rood haar en rode schoenen. Donkerrode Mocassins.

‘Prachtige schoenen zeg. Kijk nou,’ zoem ik inwendig. Ik observeer de vrouw op mijn gemak vanuit mijn slaperige ooghoek: Ze komt me zo bekend voor! ‘Zij is zoals ik, een heksje, ik zie het, ik zie het,’ zingt het in mijn hoofd.

Even later is ze weer tussen die honderden onbekenden verdwenen. We zijn klaar met wandelen. Het is tijd voor de lunch.

Diezelfde avond maak ik kennis met mijn familie. De roodharige jongedame zit er ook in. Wat een toeval. We hebben direct een klik.

Halverwege de retraite omhelzen we elkaar voor het een of ander. Er wordt behoorlijk wat afgeknuffeld daar in Plum. Vooral in onze onvolprezen familie. Mijn nieuwe zuster draagt een knalgroen jack.

‘Wat staat die kleur groen je goed. Je zou eigenlijk een lange zijden jurk in die teint moeten hebben,’ flap ik er spontaan uit. ‘Ik heb precies zo’n zijden jurk in de kast hangen,’ denk ik er achteraan. Maar ja. Daar heb ik nu niks aan.

De laatste avond van de retraite worden we vermaakt door de monniken en nonnetjes. Ze treden voor ons op samen met een aantal leken. We zitten op het Boeddhaveld, terwijl de avond valt. Overal branden lampionnen en kaarsjes. Het podium is schitterend versierd. Een gigantische lotus vervaardigd uit bamboe vormt het ‘achterdoek’…….

Heks zit met haar eigen Mahakatyayana familie. We leunen tegen elkaar aan en doen lekker klef. Het is onze allerlaatste avond. We gaan elkaar enorm missen. Nu kan het nog…….

Halverwege het programma haakt het grootste deel van de familie af. Ze gaan naar bed. Morgen moet iedereen aan de bak. Autorijden of eindeloos met de bus. De treinen staken helaas. Sommigen van ons zijn al een dag eerder vertrokken om hun vliegtuig te halen……

Heks en haar roodharige vriendin Meermin blijven echter wachten op de hartsoetra. Die wordt driestemmig uitgevoerd is ons beloofd. Dat willen we niet missen!

Het duurt en duurt. Ik ben doodmoe intussen. Maar vervelen doe ik me niet: Het ene geweldige optreden na het andere volgt. Net als ik op het punt sta om toch weg te gaan is het dan eindelijk zover. We worden getrakteerd op een prachtige vertolking van de hartsoetra!

Meermin en Heks zitten in lotushouding naast elkaar te luisteren. We laten we het helemaal binnenkomen. Vooral de zeker vijf minuten durende doodse stilte na afloop. Zit je daar met honderden mensen en niemand geeft een kik. Dat geeft pas een kick!

Op weg naar ons eigen klooster in mijn kanariepiet kletsen we een beetje. We zijn kapot moe en het is al behoorlijk laat. Voor deze plek dan. ‘Oh, maar ik ben met mezelf getrouwd,’ roep ik enthousiast naar aanleiding van ons onderwerp. Dat ik nu volledig kwijt ben.

‘Ik ook, ik ook,’ lacht mijn vriendin, ‘Kijk maar, ik heb ook een trouwring.’ Ze duwt haar  vinger onder mijn neus. Een prachtige gouden stersaffier schittert me tegemoet. ‘Ik ook, ik ook,’ schreeuwt Heks helemaal wakker nu. Ik laat mijn trouwring zien. Een veelkleurige edelopaal! Ongelofelijk. Ze is echt net zoals ik. Dat had ik toch maar goed gezien die eerste keer!

Afgelopen zaterdag zoekt Meermin me op. Ze is een aantal dagen in Nederland. ‘Mijn hotel is in Hugh, is dat ver bij jou vandaan?’ Nee, Den Haag ligt tegen Leiden aan!

Zo haal ik mijn roodharige zielzuster van het station. We rijden naar het hondenstand in Noordwijk met mijn hondje. Het is heerlijk weer. We wandelen en zwemmen. Drinken thee en kletsen. Gaan ergens lekker lunchen!

‘Weet je nog, dat ik het over een groene zijden jurk had, die je zo geweldig zou staan?’ Ze kan het zich herinneren. We hebben het vandaag ook al over synchroniciteit gehad. Een begrip, dat ons beiden na aan het hart ligt. ‘Ik dacht toen bij mezelf: Ik heb thuis zo’n jurk. En later realiseerde ik me, dat je naar Nederland zou komen. Een prachtige gelegenheid om eens te kijken of die jurk je past……’

Heks tovert een pakje tevoorschijn met daarin de bewuste dreamdress. ‘Het is een ongelofelijk romantisch geval. Dus je moet echt eerlijk zijn, hoor. Als je het niks vindt: Gewoon zeggen.’

‘Ook heb ik em gerepareerd. Hij is dan wel gloednieuw, de stof is zo delicaat, dat er wat stiksels los hadden gelaten……..’ Ik geef niet graag iets, dat kapot is.

‘Ja, ik zal eerlijk zijn,’ begint Meermin. Dan slaakt ze een kreet. ‘Oh, wat een prachtige jurk!’ Snel past ze em over haar zwempak heen. Heks maakt de schouderbandjes op maat. Die moeten behoorlijk worden ingekort, want ze zijn afgesteld op mijn apenarmen. Maar verder past ie perfect! De jurk zit als gegoten. Hoera!

Mijn vriendin danst over het strand in haar zeemeerminnenjurk. Ze ziet er fantastisch uit.

Heks moet inwendig gniffelen. Als ik in Plumvillage toen niet spontaan vanuit het blinde niks over een groene zijden jurk was begonnen was dit allemaal niet gebeurd. Wat is het leven toch grappig als je last krijgt van synchroniciteit!

Niet dat het altijd zo mooi uitwerkt. Sommige mensen hebben een broertje dood aan dit fenomeen. Zelfs al dansen ze plots op magische wijze om elkaar heen, begeleid door hemelse klanken, dan doen ze toch snel hun ogen en oren dicht. Of erger nog, hun hart.

Dus dit verschijnsel op zich is niet zaligmakend. Dat heb ik door schade en schande nu eindelijk wel geleerd. Sommige mensen zijn ziende blind en horen met dove oren.

Maar wat heerlijk als het wel gewoon stroomt en is. Als de wonderen de wereld niet uit zijn. Als de werkelijkheid er eentje is van warme boventonen. En frisse onderstromen. Als meer meerminnen via die verse stromen je leven binnen zwemmen. Als, als…….

Ja dat!

Zichtbaar zijn of onzichtbaar. Dat is de vraag vandaag. Doe ik mijn magische Harry Pottermantel aan? Geen idee natuurlijk of het me leuk zal staan. Je veld inkrimpen of uitbreiden? Het is zo oud als de weg naar Kralingen. Het is van alle tijden…….

‘Heks, ik zag je vanmorgen door de eetzaal glijden: Je was min of meer onzichtbaar. Hoe doe je dat?’ Mijn Joodse familielid de dharmateacher kijkt me verwachtingsvol aan. Haar ogen twinkelen. Ze heeft haar vesica piscis bepaald niet in haar achterhoofd zitten.

‘Ik trek mijn veld in,’ mijn antwoord is simpel, ‘In de ochtend voel ik me altijd super belabberd. Dus dan ben ik liever onzichtbaar.’ We grijnzen naar elkaar. ‘Volgens mij weet jij ook heel goed hoe je je veld moet uitbreiden,’ grapt ze vrolijk terug.

Het is zo. Als ik goeie zin heb vult mijn veld met het grootste gemak een voetbalstadion. Mijn veld is geenszins anders daarin dan jouw veld. Of het veld van Sinterklaas.

Daarom is de ene Klaas de andere niet. Niet iedereen is bedreven in het manipuleren van zijn energetische veld. Een grijze muis met een mijter is niet genoeg voor een geslaagde intocht.

Oh jee. Nu ben ik over Sinterklaas begonnen. Een heikel onderwerp. Snel vergeten maar weer.

Andere familieleden zijn om ons heen komen staan. Dit vinden ze toch wel een interessant praatje. ‘Het werkt een beetje zoals die onzichtbaarheidsmantel van Harry Potter,’ ginnegap ik opgewekt. Dat gaat erin als koek. En het is niet eens gelogen!

‘Ik zal je uitleggen hoe je altijd beeldschoon kunt zijn als je er zin in hebt,’ zegt Heks jaren geleden tegen een logerend nichtje. Ze is overigens al een plaatje. Maar enorm onzeker helaas.

Het meisje is reuze benieuwd, maar het antwoord valt haar dan weer tegen. Heks heeft het over velden en de Godin in je laten dansen. Het beste schoonheidsmiddeltje dat er bestaat!

‘Jij bent gewoon mooi als je er zin in hebt,’ de foute Algerijn is het ook opgevallen. Dit wanproduct van mijn liefdesleven heeft me dan toch een prachtig compliment gegeven! Want het is zo. Ik kan eruit zien als een ouwe gymschoen en tien minuten later oog ik als een model met mijn veranderde veld.

De Don kan het ook heel goed. Het aanbrengen van lagen parfum en het uitdijen van zijn energieveld gaan hand in hand. Een mooi pak erbij om het af te maken. Zijden stropdas als focuspunt……

Als wij samen op stap gaan hebben we dan ook veel bekijks. Vorige zomer liepen we langs de artiestenuitgang van de Schouwburg. Een medewerker kwam naar buiten en viel bijna flauw van verbazing op het plaveisel.

‘Ik heb toch echt veel voorbij zien komen, echt wel. En ik ben dus wat gewend. En om die artiesten met hun enorme ego kijk je bepaald niet heen. Dus. Maar wat heb ik nu aan mijn fiets hangen? Wat is dit? De koning en de koningin van Sheba soms? Nog nooit zoiets gezien hier in de straat…….’

Ik fiets dagelijks langs hetzelfde punt, maar met ingetrokken veld. De man herkent me dus niet eens.

‘Ik herkende je niet, Heks,’ hoor ik dan ook regelmatig als ik incognito mijn hond uitlaat, ‘Zeker omdat je geen hoed ophebt…’ of iets dergelijks volgt er dan. ‘Ja, dat zal het zijn,’ laat ik iedereen in de waan: Ik heb gewoon mijn veld verkleind……

Kletspraat over velden is maar aan weinigen besteed. Aan mijn familielid uit Jeruzalem bijvoorbeeld. Van wie ik vermoed, dat zij dat kunstje ook prima kan……..

Pech onderweg is niet voor watjes zeg. Heks koopt op de valreep een knalgeel fluorescerend jasje en dat is maar goed ook. Mijn voornemen nu eens op tijd om Parijs heen te zijn gaat op in rook. Ik kom dan wel voor hete vuren te staan, maar ik heb de soep heus heter gegeten. Uiteindelijk is het leven een groot avontuur. En: Vandaag loopt alles goed af!

Een paar dagen voordat ik naar Plumvillage vertrek haal ik de Don van het station. Strak in het pak stapt hij bij me in de auto. De koffer met nog meer pakken en hoeden gooien we achterin. In Huize Heks hangen ook nog eens een maatpak en een colbertje klaar. Hij komt deze maand wel door!

De volgende dagen ga ik door met het voorbereiden van mijn reisje. Afgewisseld met kletskous-sessies met mijn oude vriend. Zijn aanwezigheid werkt twee kanten op. Enerzijds houdt het me rustig, zodat ik mezelf niet voorbij hol. Anderzijds leidt het me geweldig af, waardoor sommige items uiteindelijk niet in mijn bagage terecht komen…..

Ergens onderweg naar mijn tassen neergelegd en vervolgens vergeten. Zo vergeet ik mijn toetsenbord, oplaadsnoer van mijn iPod-achtige apparaatje, bodylotion en zonnebrandproducten. Nou ja. Wat kan het schelen? Uiteindelijk zit ik evenzogoed met een gigantische berg teringzooi in mijn autootje.

Twee dagen voor vertrek breng ik VikThor naar zijn logeeradres. Hij wordt met open armen ontvangen door de hyperactieve zoon des huizes. Eindelijk iemand met meer energie dan mijn hondje! Wat zal mijn ventje het geweldig hebben hier!

 

De avond voor vertrek stouwen we mijn kanariepiet alvast vol. De Don sjouwt alles naar beneden en ik prop alles vakkundig in mijn bolide. Ik gooi knalgele dekens over mijn spulletjes en parkeer mijn karretje in een steeg om de hoek. Zodoende hoef ik de volgende morgen alleen maar een kop straffe koffie naar binnen te gieten en mijn tas met belangrijke paperassen in te laden.

Zo vertrek ik dan op een voor mij ongebruikelijk vroeg tijdstip. Het zonnetje schijnt. Ik zit werkelijk voor tienen op de snelweg! Om direct bij Rotterdam in een geweldig verkeersinfarct terecht te komen. Er is een vrachtwagen met spijkers omgevallen in de bocht op de ring. Hierdoor hebben tweehonderdachtenzestig auto’s een leuke lekke band gekregen. Het verkeer staat vast van hier tot Tokio.

Goeie hemel. Op het allerlaatste moment besluit ik dan toch maar over Barendrecht te rijden. Ik ben niet de enige met dit gezegende idee, dus ook hier sta ik uren vast. In de stromende regen en storm. Want het is ongelofelijk ellendig weer geworden intussen. Met grote moeite houd ik me staande tussen al het vrachtverkeer.

Via Zeeland kom ik alsnog in België terecht. En vandaaruit uiteindelijk in Noord-Frankrijk. Daar zie ik plotseling dat ik nodig moet gaan tanken, net op het moment dat ik langs een slecht aangegeven in het struweel verborgen tankstation kom. Helaas moet ik wel eerst vier banen oversteken en dat lukt niet meer. Volgende station dan maar……

Plotseling houdt mijn karretje ermee op. Precies waar de weg zich splitst. De rechterbanen gaan naar Calais en de linkerbanen naar Parijs. Heks staat stil op de kleine strook tussen deze voortrazende verkeersaders. Wat nu? Is mijn tank gewoon leeg of is er toch iets anders aan de hand? Ik bel met de ANWB.

‘U moet wachten op de franse verkeerspolitie. Zo is de wet, we kunnen eventjes niets voor u doen. U moet dit en dat nummer bellen en uw positie doorgeven, die staat op die paaltjes langs de weg, kijk maar goed, bladiebla….’

Heks zit intussen badend in het zweet in haar kleine voiture door stapels bagage heen te gluren of ze zo’n verrekt paaltje ziet. Maar nee. Precies op dit kruispunt der wegen zijn die dingen dun gezaaid. Ik zal eropuit moeten……..

Ik trek mijn net aangeschafte lichtgevende gele vestje aan en wurm me voorzichtig uit de auto.

Met gevaar voor eigen leven ga ik op zoek naar zo’n verdraaid paaltje. Goeie hemeltje, wat rijden ze hier hard. Links en rechts suizen enorme vrachtwagens voorbij. Na zo’n vijfhonderd meter ontwaar ik een paaltje in het struikgewas aan de overkant. Ik tuur me suf en stamp de nummers in mijn kop. Nu weer terug schuifelen…..Heks is blij als ze weer in haar autootje zit.

Een klein half uur later komen er franse mannetjes met een grote auto vol wegversperringsmateriaal. Snel zetten ze de rechterbaan af. Binnen een minuut staat er een gigantisch file. ‘Voor mij,’ glim ik tevreden. Zorg ik ook eens een keertje voor oponthoud.

Wat een opluchting.

Ik begroet mijn redders enthousiast. Ik prijs hun onverschrokken heldendaden hier ter plekke. ‘Ach,’ wuiven ze mijn complimenten verlegen van de baan, ‘We zijn het gewend…..’ Ze krijgen plezier in het geval, vooral als er allemaal mannen uit de stapvoets voorbijrijdende auto’s gaan hangen. ‘Bonjour,’ schreeuwen die naar een opgelucht lachende Heks met haar cowboyhoed en dito laarzen.

Mijn spijkerjurkje valt enorm in de smaak van dit onverwachte publiek. Mijn redders staan trots te lachen naar hun concurrenten. Opgewekt instrueren ze me over wat nu komen gaat. ‘Je wordt weggesleept. We mogen geen benzine in je tank gooien. Het is bij de wet verboden. Bovendien kan het ook iets anders zijn. Hopelijk. Anders moet je die sleepwagen zelf betalen…..’

 

Ze grijnzen me opgewekt tegemoet. O jee. Nou ja, ik ben allang blij dat het allemaal meevalt. Ik heb doodsangsten uitgestaan het afgelopen uur.

Even later arriveert de sleepwagen. De wieldop wordt van mijn achterwiel gelicht en in  no time staat mijn kanariepiet op zijn enorme grote broer te kwetteren. Heks zit al voorin de gigantische cabine van de wagen. Ik ben intussen in een prima humeur. Ik heb de grootste file veroorzaakt, die je je maar kunt voorstellen. En zelf rijden we vrolijk voor de meute uit.

Met een rotvaart jakkert de chauffeur door het franse platteland, tot hij in een stadje een schier onmogelijk manoeuvre uithaalt. Achteruit steekt hij zijn gevaarte door een poort. Plotseling staan we op het binnenplaatsje van een rommelig garagebedrijf met sleepwagen en al. De eigenaar van dit zootje ongeregeld gaat helemaal glimmen als hij Heks in het vizier krijgt. Ik heb een fan!

Even later duwen ze mijn karretje de garage in. Een leger mannetjes stort zich op de motorkap. Heks staat in het aangrenzende kantoor met haar nieuwe aanbidder. We kijken door de ruit naar de kluwen monteurs, terwijl hij met de ANWB belt.

Een besmeurde monteur komt binnen stuiven met de diagnose. De baas ratelt vervolgens in het frans tegen de man van de ANWB. Smijtend met terminologie, die ik niet ken.

Intussen knipoogt hij olijk naar me. Of heeft hij een vuiltje in zijn oog? Hij knippert en knijpt er op los. Dan geeft hij me de hoorn. ‘Het is uw benzineleiding. Het slangetje is losgeschoten. Geen wonder dat u opeens stil stond….’ toetert de man van de alarmcentrale in mijn oor, ‘Ze zetten er een nieuw slangetje op en dan kunt u weer verder rijden.’

De man met het vuiltje in zijn oog kijkt me stralend aan. ‘Ik heb er ook nog maar 10 liter benzine ingegooid,’ vertrouwt hij me toe. Dat begrijp ik. ‘Wat krijgt u van me?’ Ik kijk in mijn portemonnaie en geef hem vijftig euro. ‘Welnee,’ roept de man verontwaardigd, ‘Dat is echt veel te veel. Kijk,’ hij wijst naar een tientje dat ernaast ligt. Dat is ruim voldoende……

Voor de hele meute van de door mezelf  veroorzaakte enorme file uit tuf ik naar Parijs. Daar kom ik alsnog in een nieuw verkeersinfarct terecht, met een slakkengangetjes worstel ik me over die verduivelde Boulevard Périphérique. Hier heeft mijn vader wel eens een band staan verwisselen op een brug zonder fatsoenlijke vluchtstrook. Zo koel als een kikker. Het kan dus wel degelijk erger……

Na Parijs knal ik door tot Vierzon. Daar weet ik een lief hotelletje vlak bij de snelweg. Om kwart voor 11 ’s avonds bel ik aan. De deur zit al op slot, iedereen slaapt. Behalve de beeldschone zoon van de eigenaresse. Slaperig doet hij de deur open. Hij checkt me in en een half uur later lig ik ook op 1 oor. Eten doen we morgen wel weer. Nu eerst maar eens schandalig lekker slapen.