Vallen en weer opstaan. Je bent zo sterk, dus doorgaan. Jij redt je wel, ouwe Heks. Misschien helpt een beetje seks…. om er weer tegenaan te gaan. Dat schijnt altijd goed aan te slaan. Bij heksen dan. In de patriarchale godsdiensten is het nog steeds uitermate zondig. Vooral voor het huwelijk. Of als je er als vrouw van geniet…..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Heks, jij redt je wel. Jij bent zo sterk, je redt je al jaren,’ roept mijn gesprekspartner. Hij heeft net een hele tijd over zichzelf zitten oreren en hij gaat daar na deze uitspraak nog een schepje bovenop doen. Mijn protest verdwijnt in lawaaierige grappig bedoelde wollige weerleggingen. Hij wil nu eenmaal geloven, dat ik mijn hopeloze leventje prima voor elkaar heb. Hij hoort niets van wat ik zeg.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Doodmoe ben ik na ons jubileumconcert. Ik lig eindeloos onderuit, afgewisseld met uitlaatrondes van mijn viervoetige vriend VikThor. Ik besluit toch weer eens iets simpels te gaan koken, na anderhalve maand Thais en Toko. En maaltijden overslaan.

Ja, ik red me wel. Ik heb tegenwoordig meer hulp. Genoeg uren thuiszorg. Daarnaast een allerliefste jongedame, die me met administratieve kutklusjes helpt. En kutklusjes van opruimerige aard. En tot slot een goede vriend, die zich in mijn ingewikkelde financiële situatie heeft vastgebeten. Hij brengt de onderste steen boven, langzamerhand krijg ik weer een beetje zicht op mijn financiën. Nog geen grip.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Daar liggen nog een paar hinderlijke foute narcistische leeuwen en beren op de weg. Heks gaat niet over lijken, dus ik moet geduld hebben. Me niet gek laten maken. Rustig wachten tot het tij keert. Met mijn goede vriend als buffer tussen Heks en haar kwelduivels.

Ik ben in elk geval niet meer in paniek. Bang gemaakt door mijn plaaggeesten, bestookt met verkeerde informatie. Eindelijk staat er iemand achter me. En voor me.

Ik heb dus eindelijk na dertig jaar tobben meer hulp gekregen. Niet van mijn familie. Niet van mijn vrienden, op eentje na dan. Voornamelijk van instanties. En nog is het afzien in slechte periodes. En die periodes volgen elkaar voortdurend op.

Ik kan er dan ook totaal niet tegen als mensen dingen roepen als, ‘Heks, jij redt je wel. Jij bent zo sterk, Bladiebla.’ Lekker makkelijk om te zeggen! Ben je er mooi van af.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Je hoeft niets voor me te doen, ik begrijp heel goed, dat elk huisje zijn eigen kruisje heeft, bovendien kun je in mijn geval wel aan de gang blijven natuurlijk, ik blijf maar ziek, al meer dan dertig jaar, maar zeg niet zulke dingen. Het strookt niet met mijn werkelijkheid. Want de uren thuiszorg en andere hulp ten spijt blijft mijn leven een landerig bestaan. Ik kom tot niets. Er zit kop noch staart aan.

De realiteit is, dat ik nauwelijks iets voor elkaar krijg. Alles wat ik onderneem resulteert in dagenlang geen pap kunnen zeggen. ‘Je hebt het goed vol gehouden,’ zegt Hopla na een middag op een fantasy festivalletje.

Het is waar, ik sta nog overeind. Sterker nog, ik stuiter nog uren door mijn huis na thuiskomst. Pas tegen de ochtend lukt het me om in slaap te vallen. Om de volgende dag hartstikke ziek wakker te worden. Ik heb het goed volgehouden, jazeker, tot ik omviel.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Na het jubileumconcert flikker ik voor mijn deur met fiets en al om. Ik heb het bijna gered om heelhuids thuis te komen, maar op het laatste moment gaat het toch nog mis. De medewerkster van het hotel aan de overkant schrikt zich een hoedje. Ze staat heerlijk een sigaretje te roken in de steeg. ‘Help, Heks, wat doe je nu?’

Ook die nacht stuiter ik tot een uur of 5 door het huis. Kapot. Misselijk van moeheid. Maar slapen lukt niet. Mijn hele lijf stampt. Stil liggen is al geen optie.

Afgelopen nacht het ik ook een sluiternacht. Mijn bezoek met zijn eindeloze verhalen, waar ik geen speld tussen krijg, terwijl hij elk verhaal minstens twee of drie keer achter elkaar vertelt, ook de verhalen, die ik al twintig keer eerder gehoord heb….

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zijn in mijn beleving zeer onaangename opmerkingen over mijn situatie….. ongetwijfeld goed bedoeld zeg ik maar alvast bij voorbaat. Om jullie de wind uit de zeilen te nemen. Elke kloterige opmerking over mijn leven is altijd goed bedoeld naar het schijnt….. Dit alles helpt niet bepaald mee om mijn lichaam en geest tot rust te brengen.

Ik doe leuke dingen. Het fantasy festival. Het concert. Nu weer een kerstkrans maken bij Hopla. Zo gezellig. Ik geniet hier allemaal intens van!

Dezelfde avond lig ik levenloos op bed televisie te kijken. Met 1 oog open. Met kleren en al. Pas tegen vijf uur ’s morgens heb ik genoeg energie om de hond uit te laten.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De dag erna kan ik niet bewegen. Mijn armen zijn helemaal naar de klote. Overal spierpijn. Schouders vastgevroren aan mijn romp. Hoe kreeg ik het vroeger voor elkaar om vijftig van die dingen op een dag te maken? Een uurtje met een snoeischaar in de weer resulteert tegenwoordig in extreme pijnen, wakker liggen, dagenlang bijtrekken…….

Ga dus niet zeggen van ‘Heks, jij redt je wel. Jij doet dat al jaren. Bladiebla….’ Want je weet er niks van. Het eindeloze uitzitten van hopeloze dagen vol pijn en ongemak. De offers, die ik moet brengen om een keer gewoon iets te doen. De eenzaamheid. Vooral dat laatste. Het gevoel er zo ontzettend in mijn eentje voor te staan.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zonder liefhebbende familie. Zonder geliefde. Met een hele kleine achterban. De mensen, die ik met enige regelmaat zie, ik bedoel dan wekelijks of maandelijks, zijn thuiszorgmedewerkers of fysiotherapeuten. Of mijn homeopaat of acupuncturist…..

Een handvol trouwe vrienden zie ik goddank ook nog met enige regelmaat. Die houden me in de lucht! Vooral mijn oude vriend, die me met mijn financiën helpt.

Dan zijn er nog de mensen, voor wie ik voor mijn gevoel een projectje ben geworden. Even eens in de zoveel maanden vijf minuutjes bij Heks langs….. Niet eens lang genoeg om de jas uit te trekken. Ook weer goed bedoeld. Toch maken zulke bezoekjes me heel verdrietig.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Heks moet het in zo’n geval niet in haar kop halen, om te zeggen hoe de zaken er echt voor staan. Dat wordt niet gewaardeerd.

‘Jij redt je wel Heks. Jij bent altijd zo positief. Jij bent sterk. Ook al flikker je met fiets en al om, je staat toch weer op. Je zit je eenzaamheid uit. Je laat je beledigen door vrienden, die je situatie bagataliseren, om ervan af te zijn en maakt er een grap van. Ja, jouw leven is top.’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Gelukkig zijn de metingen bij mijn acupuncturist sinds de operatie aan mijn mond van afgelopen zomer veel beter. Volgens mij bestaat er een verband. Stiekem hoop ik dat ik van die verbeterde metingen ook iets ga merken op termijn. In de vorm van energie. Want van alle mankementen is het gebrek aan energie het ergste.

Pijn kan ik mee leven. Een hotseflotsig lijf ook. Maar zonder energie kom ik tot niets. Kom ik nergens. En laat dat gebrek aan energie nu een hoofdkenmerk van ME zijn………. De chronische vermoeidheidsziekte. De vage onbegrepen kwaal van een zootje uitgeputte medemensen.

Ja, ik red me wel. Samen met een klein legertje hulpverleners en een paar dierbaren. Het is een moeizame bevalling, dat wel. Maar ik blijf de grenzen van wat wel mogelijk is opzoeken. Ik ga ook weer nieuwe uitdagingen zoeken. Zoals de vervolgopleiding van de Heksenschool! Dan blijft het een beetje leuk.

Dit is gewoon een leven. Een leven van iemand met een chronische ziekte. Iemand, die ook iemand is. Ook al maakt zo’n ziekte je een soort niemand. Als je niet uitkijkt! Gewoon een leven. Mijn amoebe-leventje.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Guilty pleasures: Heks kijkt naar Utopia. Oh, oh, wat is het geweldig leuk op dit moment. Relaties exploderen of komen op scherp te staan. Wat een enge mensen zitten er toch in. Het programma biedt bepaald geen dwarsdoorsnede van de maatschappij door zijn hoge gehalte aan narcisten. Ook de oppervlakkige, ondergetatoeerde, op uiterlijk gerichte medemens is oververtegenwoordigd. En ach, die arme veganist. Overgeleverd aan een kudde kannibalen……..

Tralala Utopia. Het meest irritante en strontvervelende televisieprogramma van de hele wereld. Soms probeer ik te kijken, maar ik houd het zelden lang vol. Tot op heden. Sinds ik echter een gesprekspartner heb gevonden met als quilty pleasure het kijken naar dit programma, vind ik het opeens een stuk leuker om naar dit circus te kijken.

‘Ik verbaas me er steeds weer over dat zelfs intelligente mensen, zoals Hiske en toch ook die Gerrit, alleen maar bezig zijn met het liefdesleven van iedereen. Hoeveel narcisten tel jij nu met je narcistenscanner? Jessie natuurlijk, die Merel wordt ook steeds duidelijke. Nog meer?’ schrijft hij vanmorgen.

Pipo de Clown

Heks is niet genoeg thuis in het programma om iedereen langs de narcistenmeetlat te leggen. Gerrit is een flamboyante narcist. Overduidelijk. Kleurrijke egocentrische en gevaarlijke typjes waar niet mee te leven valt. Zegt het ene, doet iets geheel anders. Liegt en bedriegt, maar gelooft er zelf in. Als het hem uit komt.

Die Jessie is een Thin Skinned exemplaar. En Merel is door de omgang met een rasnarcist zelf die trekjes aan het kweken. Een ellendig bijverschijnsel van de ultieme overgave aan een narcist.

verft Jessie zijn haar?

Dunne huid narcisten zijn van een geheel andere orde. Ook erg onbetrouwbaar en achterbaks. Ook zij missen een kern in de vorm van een hart vol liefde. Hun liefde is reactief. Berekenend. En beperkt. Na een overdosis affectie van een ander warmen ze soms een beetje op. Aan de buitenkant. Maar hun reptielenhart blijft vol venijn.

Het zijn onzekere rakkers. Of rukkers. Want seksualiteit is een beladen gebied voor deze angstige lege hulzen. Presteren op het moment suprême is er vaak niet bij. Hun onzekerheid maakt hen zeker niet betrouwbaarder dan de flamboyante narcist. Denk aan onzekere honden. Die zijn verantwoordelijk voor de meeste bijtincidenten.

Merel in de narcistenkweekvijver

Heks geniet enorm van de geweldige scene met Gerrit en Shelley afgelopen weekend. Een onwaarschijnlijk stel. Een lelijke botte kerel met een prachtmeid. Die hij bij voortduring belazert. Helaas is ze gevoelig voor de narcistische medemens. Ze heeft wellicht een vader of moeder met deze stoornis. En dan ben je stekeblind voor die vorm van gekte.

Als Gerrit betrapt wordt op een grensoverschrijdend bericht aan een andere dame is hij vooral pissed off, dat hij er bij gelapt is. Hij ligt op dat moment net zich enorm aan te stellen op zijn bed, omdat het zijn verjaardag is en hij dat niet wil vieren.

De inteligente Hiske

Hierdoor zijn alle ogen al op hem gericht. Echt enorm genieten voor dit aan aandacht verslaafde kleutertje luister. Zijn liefje is bezig om van alles voor hem op touw te zetten. Een gezellig feestmaal. Ballonnen en slingers. Ze likt aan zijn oor, terwijl ze lispelt hoe ze haar best voor hem zal doen vandaag.

Ze stelt alles in het werk om hem weer in een goed humeur te krijgen. Gerrit zwelgt hier tevreden in met een ongelukkig smoelwerk. Zijn kinnebak steekt kluchtig een meter in de lucht. Jeetje, wat heeft die vent toch een grove harses.

Net als Gerrit het helemaal gemaakt heeft met zijn dramatische verjaardagsact krijgt Shelly de beruchte mail van 1 van Gerrits vriendinnetjes. ‘You are special, hartje hartje…. ‘Staat er onder een foto van de betreffende dame en onze volwassen baby. Met de armen om elkaar heengeslagen. De tekst is geschreven door Gerrit. En dat had hij echt niet moeten doen…….

Jessie

Heks vindt het allemaal nogal meevallen, die tekst, maar Shelly gaat direct op tilt. Het is de druppel. De zoveelste!!!! De reeds lang ter water gelaten kruik is definitief aan diggelen. De koek is opeens helemaal op.

Ze rukt de slingers van het plafond en verscheurt de foto’s van hen beiden. Gooit alles naar zijn kop. Loopt een dag en een nacht stampend over het terrein…..

En Gerrit? Hij schreeuwt, huilt, heft zijn armen in de lucht, beklaagt zich over hoe stom hij is, huilt nog harder…….

Een minuutje of vijf, tien. Laat zich gebroken troosten door die maffe Hiske…….

Gerrit

En dan gaat hij op bed liggen om zich te beraden. Een nieuw plan de campagne moet worden gemaakt. Is het nog haalbare kaart om die meid weer binnen te vissen bijvoorbeeld? Zal ze opnieuw in zijn leugenachtige leuterkoek trappen?

Hij wrijft als een wraakzuchtige Wicky de Viking langs zijn relatief kleine neusje. Broedt menig eitje uit, daar alleen op zijn bed. Op zijn verjaardag. Eenzaam en zielig. ‘Oh, wat sneu voor Gerrit. Moet je op je verjaardag stiekem gaan douchen en iedereen ontlopen. Echt heel zielig hoor….’ vinden zijn mede-Utopianen.

Opvallend aan het programma vind ik ook, dat de titel de lading totaal niet dekt. De meeste mensen vechten elkaar voornamelijk de tent uit. Met puntige getatoeëerde ellebogen. Men gunt elkaar doorgaans het licht in de ogen niet. Het hoge gehalte narcisten is uiteraard zand in de machine van elk idealistisch initiatief.

‘Lach me gek om die veganist, wat een kwibus. En dan die bodybuilster! De voorgevel van Utopia! Die vrouw, die het begrip hout voor de deur een geheel nieuwe dimensie geeft!’ ‘Ach ja, die arme veganist. Geheel onbegrepen in de wereld der kannibalen,’ antwoordt mijn vriend.

De veganist is eigenlijk de enige in dit getatoeëerde huishouden, die er echt idealen op na houdt. Maar dan weer op een rigide manier van heb ik jou daar. Bovendien is de man dermate passief agressief, dat er eigenlijk geen zinnig woord mee te wisselen valt. Heks kijkt met open mond hoe hij zich door het ene na het andere conflict haspelt. Zonder ook maar te horen wat de tegenpartij te melden heeft.

‘Jullie interesseren me niet,’ roept hij gefrustreerd, als hij hierop wordt aangesproken, ‘Ik ben hier voor mijn idealen…’

Gezellig!

Adriaan met zijn knuffel

Heks persoonlijk griezelt het meest van Jessie. Brrrrr. En daarna met stip die gare Gerrit. Maar daar moet ik ook erg om lachen. Hij heeft iets van een onwillige clown. Zelfs zijn uiterlijk leent zich hier uitstekend voor. Een rode neus er op en een paar flapschoenen er onder en klaar is Kees.

Gelukkig heeft Merel een verstandige moeder. Zonder ophouden stuurt ze haar dochter brieven om de relatie met Jessie te ondermijnen. Moet hij haar dochter maar geen dikzak noemen. De slissende slang van dit paradijs is bepaald niet wijs.

Een man met een hart van steen heb je nooit alleen, Shelley!

 

 

Heks kijkt naar de Tour. De hele middag kabbelt het voort op de buis. Dan: Spanning en sensatie. Het peloton breekt in tweeën. Waaiers wapperen je om de oren. Weer winst voor Jumbo Visma. En hun kopman doet goede zaken……. Wat een geweldige ploeg. Wat is toch hun geheim? Ik zal het je verklappen: Ze gunnen elkaar wat!

Vanmiddag kijk ik naar de Tour. Een lange rit met waarschijnlijk een massasprint aan het eind. Groenewegen zit nog steeds vooraan. Heerlijk.

Tussendoor wordt er flink geluld. Geouwehoerd. Geklessebest. Door stoere kerels. Wie zegt er dat wij dames lang van stof zijn? Wie durft te beweren dat heren efficiënt converseren?

Eindeloos staat Herman van der Sande te oreren met alweer een oud renner. Rob Harmeling in dit geval. Beiden geven hun mening over deze geweldig leuke Tour. Er worden allemaal oude koeien van stal gehaald. En uit de sloot. Toen was het snoeiheet, toen viel er eentje dood. Toen won die en die, toen hebben we het verkloot. Precies hier. Op dezelfde berg. Of de vorige. Of de volgende.

‘Je hoeft niet te drummen en te duwen in de bochten,’ roept van der Sande over het komende stuk van vandaag. Heks houdt toch zo van het wielerjargon. Het sleuren en stoempen. ‘Ze hebben die kopgroep aan een draadje,’ vervolgt Herman. ‘Ja, de klassementsrenners hebben geluk…..’ antwoordt zijn gesprekspartner, ‘Dit was vroeger de kookpot van Frankrijk. Dit jaar is het helemaal niet te warm hier….’

Ik vind het wel jammer, dat het niet bloedheet is in die beruchte kookpot. Ik zie die wielergasten graag sterven, toch overleven, er weer bovenop komen en voortleven. Terwijl ze gewoon doorstoempen. Geparkeerd staan door de hongerklop om dan toch met twee vingers in de neus die etappe te pakken…..

Extreme omstandigheden willen dan nog wel eens helpen……

Heks ligt al dagen stiekempjes gestrekt. Het valt niemand op, want het is geen geweldig weer. Het valt sowieso altijd geen hond op, als ik in de lappenmand ben. Behalve dan mijn eigen hondje. Die ligt te balen aan het voeteneind van m’n bed. Hij vindt zo’n dodelijk vermoeide heks maar niks.

Ik slaap uren achter elkaar. Val ’s avonds in slaap voordat ik heb gegeten. Al een paar dagen. Dus heb ik vandaag de warme hap alvast om vier uur ’s middags achter de kiezen gepropt. Beter vroeg dan nooit.

Oh, wat heb ik lekker gekookt. Zal ik mijn receptje geven? Van glutenvrije, lactosevrije, sojavrije calamaris met veganistische citroen/knoflookmayonaise?  Supersimpel en heel lekker! Vooral voor de televisie tijdens ‘De Avondetappe’.

Zet twee schaaltjes klaar. In de ene doe je een mengsel van 1 deel boekweitmeel en 2 delen kikkererwtenmeel, flinke snuf zout, cajunkruiden en mediterrane kruiden er door mengen. In de andere schaal kluts je twee eitjes. Eventueel nog wat van de kruiden er door mengen.

Op het vuur een hoge smalle pan met een flinke laag olie. De calamaris moet echt koppie onder gaan. Verwarmen tot 180 graden. Steek een stokje in de olie. Als de olie om het stokje bruist kan de calamaris er in.

Haal de inktvisringen door  het meelmengsel en vervolgens door het eiermengsel. Hop in de olie. Drie minuten geduld AUB en laten uitlekken op keukenpapier.

De saus maak ik van een flinke hand rauwe cashewnoten met het sap en de rasp van een uit de kluiten gewassen citroen. Vier eetlepels olijfolie erdoor. Teentje knoflook. Halve theelepel zout. In de keukenmachine fijn pureren tot een romige rijke saus.

Serveren met een leuk groentegarnituurtje. Of zoals Heks als bijgerecht bij een pastamaaltijd. Of gewoon zo voor de buis met een glutenvrij biertje er naast en de Tour op de achtergrond.

In de Tour is nu van alles aan de hand. Er zijn opeens 2 pelotons ontstaan. En een kopgroep. ‘Wat een ongelofelijk blunder. Pinot gaat nu zelf op kop rijden, ja hij zal wel moeten. Complete paniek natuurlijk. Iedereen laat hem lekker rijden. Ik hoop dat Groenewegen in die groep zit….’

Heks volgt niet helemaal wat er gebeurt. ‘Wat een blunder zeg,’ hoor ik steeds. Waar is Groenewegen? ‘Ze willen Pinot niet terug laten komen. En Fûgelsang….. Dan is Groenewegen ook kansloos…….’

Wat een leuke Tour hebben we dit jaar. Geen gecontroleerd gekut met oorwurm Froome.  Nee, er gebeurt van alles. De Nederlanders doen het geweldig. Eerlijk zal het nooit worden, de wielersport.

In het ene team hebben ze bijvoorbeeld allemaal op maat gemaakte peperdure aerodynamische stuurtjes. Het scheelt je minuten tijd per uur. Andere teams hebben niet zulke stuurtjes. Te duur.

Oh, krijg nou wat, allemaal waaiers. Niet best. Een slagveld……

‘Groenewegen heeft niet de benen om het kolletje te verteren,’ roept de verslaggever. Hij is voor vandaag dus gezien. Spanning en sensatie. Wat een leuke Tour! ‘ Een zwarte dag voor Pinot.T’is koers hè?’ schreeuwt de commentator opgewonden, ‘Ja. T’is koers……!’

Wout van Aert wint de sprint. In zijn eerste ronde van Frankrijk. Een super leuke Belg in dienst van Jumbo Visma. Een veldrijder! Wat een verrassing! En onze eigenste Kruiswijk slaat een slag in het klassement.

 

 

Leaving Neverland. Tot mijn verbazing is de documentaire nu al te zien op televisie. De inhoud verbaast me niks, maar ik ben dan ook nooit een fan geweest van Michael Jackson. En ik weet intussen uit ervaring, dat predators met het grootste gemak liegen alsof het gedrukt staat. Ook ben ik me bewust van de werking van het kinderbrein. Alles nemen ze aan voor zoete koek. Sla hen verrot en ze geven zichzelf de schuld! Menig ouder heeft hier al een slaatje uit geslagen. Letterlijk. Hulde aan de maker van de documentaire. Hij heeft een indringende vorm gevonden om in elk geval een fractie van de slachtoffers van de pedofiele’King of Pop’ een stem te geven.

Als piepklein kind dagdroomde ik dat ik ging logeren bij de koningin. Met enige regelmaat. De prinsjes en prinsessen vonden het reuze gezellig als ik kwam. We sliepen met z’n allen in een enorm stapelbed. Het reikte tot in de hemel. Heks sliep als Benjamin in het onderste bed.

Voordat ik ging slapen keken de prinsesjes over de rand van hun slaapplek om naar me te lachen en te zwaaien. Me te vertellen hoe blij ze waren dat ik er weer was. Hoe ze me hadden gemist! Om me te vertellen hoe bijzonder en lief ik was.

De dromen zijn ongetwijfeld gevoed door een aantal koninklijke huwelijken in die tijd. Zowel prinses Beatrix als prinses Margriet traden met veel bombarie in het huwelijk. De kranten stonden er bol van. Op verjaardagen gaf men commentaar op het gebeuren. Bij ons in huis verschenen fotoboeken over de twee trouwerijen.

Met verontwaardigde aandacht voor de rookbommen in geval Beatrix/Claus. Schandalige praktijken van langharig tuig vond men dat.

Het is voor het eerst dat ik hierover spreek. Mijn kleuterfantasieën over een prinsessenbestaan. Het voelt nog steeds gênant, zelfs al kan ik intussen de noodzaak begrijpen om er zulke wauwse dromen op na te houden als klein kind.

Thuis werden er alsmaar baby’s geboren. Mijn plekje als Benjamin was opeens verdwenen. Opgeëist door de ‘tweede leg’ binnen het huwelijk van mijn ouders.

Ook was thuis niet veilig. Ik had toen al te maken met forse lijfstraffen binnen het gezin. Mijn vader kreeg de pik op me. Ik zat op de kleuterschool en herinner me dat nog heel goed. Een ‘pak slaag’ werd dat genoemd. We vonden dat overigens normaal allemaal. Niks vreemds aan.

Alsmede pesterijen binnen de familie. Een iets ouder nichtje, dat een klas boven me zat, trok bijvoorbeeld geholpen door haar buurjongetje de benen achterwaarts onder mijn lijf vandaan. Zodat ik plat op mijn gezicht viel. Heel grappig, behalve als het jouw snoet is.

Hoe hard ik ook vanuit de kleuterschool naar huis probeerde te rennen, ze haalden me altijd in. Ook hier heb ik nooit over gesproken. Kinderen zijn loyaal. Het getreiter sudderde door tot ver in de pubertijd.

En dan waren er nog de achteraf verdachte en grensoverschrijdende logeerpartijen bij een neefje. En oom. Mijn herinneringen daaraan zijn nogal onsamenhangend en verward, maar desalniettemin ontregelend genoeg gebleken op mijn verdere leven..

Kinderen hebben een magische belevingswereld. Alles is mogelijk in die wereld en gebeurtenissen worden nogal eens magisch geduid. Ik zou niet weten wat er zou zijn gebeurd als de koningin me destijds echt had uitgenodigd om te komen logeren.

Of mijn ouders het goed hadden gevonden bijvoorbeeld. Ik denk het wel. Mijn vader was zijn hele leven lang helemaal idolaat van onze toekomstige koningin Beatrix. En hij had doorgaans het laatste woord. Of in elk geval dan de beslissende stem.

Het moge duidelijk zijn, dat mij nooit iets dergelijks is overkomen. Niemand heeft in werkelijkheid gezegd, dat ik ook maar enigszins bijzonder was. Het was ook niet gangbaar om te zeggen hoe blij men met je was.

Ik mocht wel bij mensen logeren, zoals dat neefje bijvoorbeeld. Maar daar wilde ik uiteindelijk niet meer heen.

Mijn oudste zus is wel eens op die manier in de picture gekomen. Als twaalfjarige jongedame sloot ze vriendschap met een meisje uit Frankrijk. Op de camping in Spanje. Het kind was jaren jonger, maar stapeldol op mijn zus. We werden met zijn allen uitgenodigd op het eten bij de ouders. Die vroegen of mijn zus aansluitend op onze vakantie een maand bij hen in Frankrijk mocht komen logeren………

Zo kon het dus gebeuren dat mijn schier adolescente zuster op weg naar huis werd achtergelaten bij deze ons volstrekt wildvreemde mensen en hun zevenjarige extreem drukke dochtertje! Ze vertrouwden die mensen volkomen en terecht zou later blijken. We werden als vorsten onthaald overigens. De rode loper ging uit.

Moeders noemden we direct tante. En de vader werd onze nieuwe oom. Tante kon geweldig koken. Ze toverde een zevengangendiner op tafel alsof het niets was. Heks at die avond zoveel, dat ze er bijna misselijk van werd…….

Ik herinner me hoe gewoontjes ik me voelde, toen mijn zuster werd teruggebracht. Ze sprak vloeiend Frans intussen. Mijn bijdehante grote zus. Ze werd vervolgens jarenlang bedolven onder presentjes. Een prachtige zelfgebreide trui van Tante. Een schitterende gehaakte beddensprei-achtige omslagdoek van de oudste dochter, een Frans theeserviesje en ga zo maar door.

Heks kreeg echt ook wel eens iets. Bijvoorbeeld zo’n zelfgebreide trui, toen ik vele jaren later ook een keer mocht komen logeren. Maar de bijzondere status van mijn zus heb ik bij Oom en Tante nooit bereikt. Ik was zo’n gunkind. Gepokt en gemazeld vanuit mijn positie als tweede kind, tussenkind, afdraagkind, om te gunnen. Niets voor jezelf te vragen, dan kan het ook niet tegenvallen.

Maar stiekempjes had ik natuurlijk ook wel al die positieve aandacht gewild!

Tijdens de jaarlijkse bezoekjes van onze Franse familie waren we plotseling een modelgezin. Ons overvolle chaotische huis was spic en span. Mijn ouders waren enorm aardig voor elkaar en voor ons. We maakten allemaal leuke uitstapjes in eigen land. Er werd niet of nauwelijks onderling gebakkeleid door de kids. Lijfstraffen werden tijdelijk volledig afgeschaft.

Mijn zusters populariteit bij onze verse Franse familie was net in de periode, dat Heksje verslaafd was aan valium. Dat ik helemaal spaak liep in mijn jeugdige leventje.

Het tijdperk, dat ik opdraaide voor alles wat er mis was in ons gezin en dat was nogal wat.  Toen behandelaars van de Jelgesmakliniek, waar ik poliklinisch op veertienjarige leeftijd zat af te kicken van diezelfde valium, tegen mijn vader zeiden, dat hij hoognodig eens iets iets aan zichzelf moest doen.  Dat hij zijn dochter helemaal kapot aan het maken was op deze manier.

Ze zeiden dit niet vanuit het blinde niks, maar nadat ze ons gezin vanachter glas een aantal malen met een heel team grondig hadden zitten observeren.

Die heftige periode in mijn jeugd, dat mijn ouders besloten, dat ik dan maar uit huis moest worden geplaatst. ‘Met mij is niks mis. Dat onmogelijke kind is de reden, dat ons gezin zoveel problemen heeft. Als ze niet opknapt moet ze maar naar een kindertehuis!’ Twintig jaar na dato hoor ik van mijn lievelingsoom, dat dit destijds het ultieme antwoord van mijn vader was op het verzoek zichzelf eens onder goed de loep te nemen.

Door volkomen mijn mond te houden en binnenshuis zoveel mogelijk van de radar te verdwijnen kon ik deze deportatie voorkomen. Met een stevige hersenschudding, zogenaamd van de trap gevallen, verliet ik een paar jaar later op mijn negentiende uiteindelijk opgelucht mijn ouderlijk huis.

Ik kijk naar de documentaire ‘Leaving Neverland’. Over die rare pedofiele popstar en een paar van zijn slachtoffers. Heks is nooit een fan geweest van Michael Jackson. Ik hield me als kind bezig met klassieke muziek. Ik ben dus niet gehinderd door een enorme liefde voor de man en zijn muziek bij het bekijken van dit drama.

Zaterdagavond zit ik op een feestje bij de Wilde Boerenzoon. De documentaire komt ter sprake: Ik heb em dan nog niet gezien. Ik praat met twee mannen over dit onderwerp.

De ene man is geschokt door hetgeen hij heeft gezien. Hij kan het niet geloven. Heks denkt ook nog steeds dat het allemaal vooral raar is geweest, die logeerpartijen van kleine jongetjes met die Michael Jackson. Onverantwoord en grensoverschrijdend, gestoord en verstorend, maar zonder keiharde seks. Een derde gesprekspartner werkt zelf als kleuterleider en schiet direct in de verdediging betreffende zijn beroep.

‘Sinds de zaak Robber M. is mijn beroep opeens verdacht voor een man. Mensen vroegen er altijd al naar uit een soort nieuwsgierigheid, maar tegenwoordig zeggen ze rustig: Waarom ga je niet voor bejaarden zorgen?’ beklaagt hij zich.

Waarna hij voordoet hoe je tegenwoordig een kind op schoot moet houden zonder je allerlei beschuldigingen op de hals te halen. ‘Benen stevig tegen elkaar, zodat een kind niets in de buurt van je kruis per abuis kan aanraken. Daar moet je echt goed op letten…..’

Een vriend van Heks trad op als muzikale clown ten tijde van Oude Pekela. Hij verdiende daar een goeie boterham mee. Zijn beroep is voorgoed besmet geraakt door deze affaire. Na Oude Pekela kreeg hij de meest verschrikkelijke beschuldigingen naar zijn onschuldige kop. Van hele enge mensen vaak. Bovendien werd hij nauwelijks meer geboekt. Zijn dagen als muzikale clown waren opeens geteld……

Gisterenavond kijk ik dan eindelijk naar de gewraakte documentaire. Ik val af en toe in slaap, niet omdat het zo saai is, maar omdat ik de avond ervoor tot vier uur op het feestje bij ‘de Wilde’ ben blijven plakken.

Van Kras had ik al gehoord, dat het zeer aangrijpend is allemaal. En het is zo. Juist het feit, dat ze met zoveel liefde over hun predator praten maakt de documentatie extra schrijnend.  Een jongetje van zeven, dat zich bijzonder voelt door die kwibus. Maar wel bij de piemel wordt gevat. Nou ja, piemeltje. Hetgeen allerlei prettige fysieke gevoelens geeft, waar zo’n kind nog niet aan toe is.

Een volwassen vent, die stiekem trouwt met zijn tienjarige minnaar. Een kleine greep uit hetgeen verteld wordt.

Ouders, die hun zevenjarige kind achterlaten in het bed van een vijfendertig jarige kerel. Hoe ze daartoe worden overgehaald. Verleid…… Hoe ze blindelings vertrouwen op een wereldberoemde idioot. Hoe zijn rijkdom, roem en sterrendom hen totaal blind maakt voor zijn manipulaties……

Heks heeft natuurlijk niet veel nodig om overtuigd te raken. Want waarom zou je in godsnaam met zo’n verhaal op de proppen komen als het niet echt is gebeurd?

Bovendien zijn er intussen wel erg veel identieke verhalen in omloop over de superstar. En zijn er genoeg volwassen mensen, die hebben getuigd ontoelaatbare en grensoverschrijdende dingen te hebben gezien. Chauffeurs van de dader, huishoudelijk personeel. En ga zo maar door…….

Hele volksstammen willen het niet horen, willen er niets van weten. Michael Jackson is voor hen een heilige. Het is allemaal lulkoek, hij zou dat nooit doen. Hij houdt juist zoveel van kinderen……..

De man zelf is niet meer. ‘Rot maar in de hel,’ lispel ik nijdig, als ik de volgende morgen op sta. Van alles spookt er door mijn hoofd. Ik denk bijvoorbeeld aan een schoolgenoot van de lagere school. Hij had dezelfde naam als mijn foute oom notabene.

De moeder van het joch was op zeer jonge leeftijd gaan hemelen. Opeens was hij half wees. Een voor ons volstrekt abstract fenomeen, want wat betekent het als je moeder helemaal uit je leven verdwenen is? Als je aangewezen bent op je meestel afwezige rouwende vader?

Wij hadden gewoon allemaal een moeder. En op 1 jongetje na had ook de gehele school een vader. Het was in de tijd voor de seksuele revolutie, toen alle dames nog bij hun man bleven. Ook al sloeg hij hen hoogstpersoonlijk bont en blauw of deed hij aan de toegestane verkrachting binnen het huwelijk. Als ze hem niet ter wille was. Die goeie ouwe tijd, toen je nog je echtelijke verplichtingen had als vrouw.  Die je diende na te komen.

Onze razend populaire schoolmeester had zich over de jongen ontfermt. Hij kwam of zat bij de man thuis. Ook zat hij weleens bij ons in de klas, terwijl hij een jaar ouder was. En ook toen we een keer thuis bij de meester pannenkoeken gingen eten, was de jongen van de partij. Volstrekt thuis in dat huis.

Hij wees ons de weg en hielp de meester met bakken. Die twee hadden een vreemd pact, zoveel was me wel duidelijk. Het kind was helemaal vergroeid met die volwassen man. Hij baadde in zijn niet aflatende aandacht en liefde.

Ze hadden hun eigen onbegrijpelijke grapjes. Zaten samen in een leunstoel, de jongen op de leuning. Er bestond een jarenlange diepe vriendschap tussen hen. Die ongetrouwde beetje vreemde vogel van een schoolmeester en dit geschonden godverlaten kind…….

 

 

Vreemde vogels vind je overal. Je loopt de hoek om en komt er weer eentje tegen. Soms geven ze je een prachtige roos, maar er zijn ook gevederden, die hopla over je heen schijten. Volgens Chinezen brengt dat geluk. Ik ga dus vast een prachtige jaar tegemoet!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zaterdagmiddag spoed ik me naar de markt. Ik neem mijn hondje mee. Ik wil eventjes naar de Griek voor liflafjes. En naar de Marokkaan voor verse kruiden en prijswinnende haring. Thank God voor onze medelanders. Hoeven we niet aan de aardappelen met jus met de feestdagen.

Als ik de Mare op loop, knal ik bijna tegen een scootmobiel op. Mijn schele eksteroog valt op een gigantische bloem, die de achterkant van het voertuig opsiert. Gestoken op de plek, waar je normaliter krukken kunt plaatsen. ‘Wat een prachtige roos hebt u op uw voertuig zitten,’ roept Heks verrukt tegen de bestuurder van de mobiel. Een stevige Roma vrouw draait zich om. ‘Pakken,’ zegt ze streng.

Verbouwereerd kijk ik in twee schitterende gitzwarte ogen. Ze spuwen werkelijk vuur. Vreugdevuur. Iemand heeft die roos daar geplaatst vertelt ze me in rudimentair Nederlands. Zijzelf heeft ook geen idee wie. ‘Pakken,’ beëindigt ze haar verhaal.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Maar mevrouw, die roos is natuurlijk voor U, ik kan em onmogelijk aannemen,’ jeetje, wat gebruik ik veel woorden. Wat een bloemig taalgebruik. Ik hoor mezelf gewoonweg oreren, maar het helpt niet. Mijn gesprekspartner heeft niet veel woorden nodig.

‘Pakken.’

Zo krijg ik op de valreep van 2018 een prachtige roos cadeau van een echte toverkol. Ik bedank haar uitvoerig, maar daar heeft ze allemaal geen geduld voor. Met een zwaai van haar zwaar beringde hand neemt ze afscheid. De scootmobiel draait vliegensvlug de weg op. Ik versnel mijn pas om haar na te kijken.

Maar waar is ze nu gebleven? Ik speur tussen het winkelende publiek. Tuur de hele Lange Mare af. Zo’n mobiel zie je echt niet over het hoofd. Toch is de dame verdwenen. Opgegaan in rook lijkt wel. Geïmplodeerd met scootmobiel en al. Wonderbaarlijk toch weer.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik loop de markt op. ‘Wat zou het leuk zijn om de Wilde Boerenzoon tegen te komen,’ denk ik bij mezelf. Als ik alles heb gekocht wat ik nodig denk te hebben verlaat ik de warenmarkt. Op het Gangetje komt een reus me tegemoet. Met open armen. Het is de Wilde in persona. ‘Ik hoopte je al tegen te komen, Heks,’ galmt hij me tegemoet.

We spreken af in een koffiehuis. Heks laat snel eventjes haar hondje uit in het park en mijn vriend haalt zijn boodschappen. Een half uurtje later zitten we samen aan een tafeltje. Al snel zitten we uitgebreid te klessebessen.

Eerst met een dame erbij, die Heks net heeft leren kennen. Ze heeft op tweede kerstdag haar 14 jarige hondje laten inslapen. ‘Natuurlijk op een feestdag, dat is altijd zo. Het was volstrekt onverwacht. Maar ja, ze was natuurlijk wel stokoud voor een labrador/herder combinatie,’ verzucht de vrouw verdrietig.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Intussen kriebelt ze VikThor achter zijn oortjes. Hij gaat er helemaal voor liggen. ‘Dank je wel, dat ik me eventjes heb mogen vergrijpen aan je hondje,’ glimlacht ze bij het afscheid.

Nadat ze is vertrokken neemt een mij onbekende man haar plaats in aan het tafeltje voor het raam. Ik haal snel mijn in de hoek geparkeerde boodschappentas en dikke jas weg. ‘Niet nodig,’ wuift hij, maar ik heb alweer iemand lopen pleasen voor ik het in de gaten heb. Ik zet de spulletjes op de stoel naast me.

Terwijl ik met de Wilde zit te praten schuift er nog iemand aan bij de man aan de tafel naast ons. Een ouwe hipster met een lange baard. Ze gaan samen kranten zitten lezen. Af en toe bespreken ze wat ze tegen komen. Terwijl ook wij doorpraten bekruipt me een naar gevoel.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Uit de rug van de eerste man groeit een bult ergernis. Ik voel het geërgerd tegen me aanschurken. ‘Niks van aantrekken, Heks,’ zeg ik tegen mezelf. Misschien verbeeld ik het me overigens. Ik buig me voorover naar de Wilde. Het is rumoerig in het koffiehuis. Ik kan hem nauwelijks verstaan.

Plotseling schiet de kerel naast ons finaal uit zijn slof. Hij draait zich om met een woeste vuistbeweging. Slaat in de lucht pal naast me. Schreeuwt dat ik mijn stomme achterlijke kutbek moet houden. Brult nog wat zeer onaangename dingen in mijn richting. En als een duveltje verdwijnt hij weer in zijn dozige zelf. Draait zich weer om. Leest gewoon verder.

Alsof hij zich niet zojuist gigantisch heeft misdragen.

Ik zit te shaken van schrik. Al mijn zenuwbanen slaan op tilt. ‘Gaan we ons hier iets van aantrekken?’ zeg ik echter rustig tegen de Wilde, ‘Ik dacht het niet toch? Als hij rust en stilte wil gaat hij maar kranten lezen in de bibliotheek! Hier heb ik geen zin meer in. Ik heb vaak genoeg van dit soort miezerige mannetjes op mijn kloten gekregen!’

De hipster vriend van de idioot draait zich om. Hij begint een heel verhaal over lawaai en dat we misschien toch wel hard praten. Het lijkt me een redelijke kerel. ‘Het is hier uitermate rumoerig, beste man, ik kan mezelf bijna niet verstaan. Ik wil best rekening houden met iemand, die het vriendelijk vraagt. Uw vriend is uitermate onbeschoft.’

©Toverheks.com

Tot mijn verbazing geeft de man dat grif toe. Er ontstaat een gesprek tussen de Wilde en de man over dit soort lompe communicatie en hoe het beter kan. De sukkel naast hem zegt geen woord. Hij zit zogenaamd verdiept in zijn lectuur nadrukkelijk te zwijgen.

Geen excuus. De lul vindt het de normaalste zaak van de wereld om zo uit te halen naar een wildvreemde vrouw. Het is overigens bepaald niet de eerste keer dat ik zoiets meemaak. Is hij beledigd, dat ik hem niet zag staan, toen hij binnenkwam? Waren dat soms avances die hij maakte in eerste instantie? Wil hij wellicht aandacht?

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Wat gebeurde daar nu eigenlijk, ik heb nog nooit zoiets gezien, wat een agressie. En het was echt totaal op jou gericht. Bizar gewoonweg. En ik bleef volledig buiten schot, volgens mij vond hij mij zelfs wel aardig. Volstrekt gestoord. Gaat het weer een beetje? Jij vertelt wel vaker zulke verhalen, Heks, maar nu zag ik het met mijn eigen ogen. Wat een idioot. Ik zat helemaal te trillen na die uitval. Jij ook?’ vraagt De Boerenzoon achteraf bij het afscheid.

Ja, wat zullen we ervan zeggen? Heks heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht op narcistische randdebielen. Altijd gehad. Deze man lijkt sprekend op mijn ex. Zowel qua uiterlijk als qua gedrag. Een mooie man met een slecht karakter. De kunst is om het niet meer binnen te laten komen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Oudjaarsdag mediteer ik met de schedelheksjes voor de vrede. Precies om 1 uur ’s middags arriveer ik bij Maan. Zij organiseert dit elk jaar. ‘Overal over de wereld doen lichtwerkers mee aan deze meditatie. Om 13.00 lokale tijd. Het gaat als een golf de wereld rond,’ aldus mijn lieve heksenvriendin.

Zoals elk jaar worden we verwend met heerlijke mince pies en koekjes. Op de salontafel staat een prachtig veld vol kristallen. Draken, elfen, raven en heksenvingers….. en heel veel kristallen schedeltjes. Maan plaatst mijn meegebrachte kristallen vrienden in het veld. Even later begint ze met de geleide meditatie.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ze neemt ons mee de ruimte in. Op drakenruggen rijden we door het universum. We kijken naar die prachtige heksengolf van liefde en vrede, die de aarde omspoelt. Heks knikkebolt, zo ver weg zijn we. Na twee minuten is het alweer klaar. Een lichtflits. Een ademtocht.

‘Hoe lang zijn we bezig geweest, Maan?’ Nou toch zeker drie kwartier. Maar ja, buiten tijd en ruimte. Geen wonder dat je het besef daarvan een beetje kwijt raakt.

‘Lieve Heks, ik was zo blij met je laatste blog. Je bent al drie jaar aan het afgeven op alles en iedereen, maar het wordt tijd om los te laten! Doorzetten hoor, lieverd! Een prachtig jaar toegewenst. Komend jaar ga ik de maandelijkse schedelmeditaties weer oppakken.’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ja, het is tijd om los te laten. Alle onterechte agressie. Alle kledders voor mijn kop. Al die keren, dat ik boksbal ben geweest van machteloze mensen. Genoeg moois te beleven in de wereld. Ik hoef de deur maar uit te lopen en ik krijg al een schitterende roos van een levensechte heks bijvoorbeeld!

Het leven kietelt je onder de kin en slaat je om de oren. Het is maar de vraag wat je binnen laat komen. Rumi spoort ons aan om alles welkom te heten. En misschien is dat wel het hele eieren eten.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik heb teveel nee gezegd de laatste  jaren. Dit wil ik niet. Dat wil ik niet. NEE, NEE, NEE.

Is het niet eens tijd om JA te zeggen? Uit de grond van mijn hart. Tegen alles wat ik wel wil!

Oud en nieuw vier ik alleen. Steenvrouw kom even eten. Ik bel een uurtje met de Don. Rond tien uur lig ik languit te kijken naar Esio Trot. Een geweldig leuke film over echte liefde. Tussen lieve mensen. En vooral ook over geduld.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Rumi

De herberg

Dit mens-zijn is een soort herberg
Elke ochtend weer nieuw bezoek.

 

Een vreugde, een depressie, een benauwdheid,
een flits van inzicht komt
als een onverwachte gast.

 

Verwelkom ze; ontvang ze allemaal gastvrij
zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt
die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat.

 

Behandel dan toch elke gast met eerbied.
Misschien komt hij de boel ontruimen
om plaats te maken voor extase…….

 

De donkere gedachte, schaamte, het venijn,
ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns
en vraag ze om erbij te komen zitten.

 

Wees blij met iedereen die langskomt
de hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd
om jou als raadgever te dienen.

Help jezelf. Trek je de blaren aan je haren uit je eigenste moeras. Claim je persoonlijke amoebe-koninkrijkje. Regeer over je onderdanen alsof ze niet moe zijn en spierpijn hebben. En zoek een buddy, de Heilige Graal van dit verhaal!

Unknown-15

‘Help jezelf’, zegt de Boeddha. Heks weet het wel, maar toch probeert ze meer hulp van buitenaf te regelen om uit haar isolement te geraken. Want dat is hoe mijn leventje vaak voelt: Een celstraf, die je thuis uit mag zitten. Een zware ijzeren bal aan je voet of enkelband is niet nodig, want ons soort boefjes zijn niet vluchtgevaarlijk.

ME patiënten ervaren hun eigen lichaam al als enorm zware loden bal. Uit bed rollen is er helaas niet bij, want dat lamme looien lijf staat op brakke poten. Men zou deze lamlendige bevolkingsgroep zo kunnen inhuren als enkelbal. Ze laten zich uiteraard zonder protesteren, daarvoor ontbreekt de energie, met een zware ketting aan de eerste beste crimineel vastzetten.

Unknown-12

Dit alles op basis van vrijwilligheid natuurlijk. Anders kort je hen gewoon op hun uitkering….. Het scheelt de staat een enkelband en wij zijn uit ons isolement!

Kijk, ik ben best creatief in het verzinnen van oplossingen. ‘Alles in het leven is op basis van wederkerigheid,’ zegt de praktijkbegeleidster van de huisartsenpraktijk afgelopen week tegen me als we het hebben over het doorbreken van mijn isolement door middel van een buddy.

Daar begint het al. Bij ME patiënten ontbreekt nu juist de energie om van alles terug te doen als iemand iets voor je doet. Ik spreek uit ervaring. Een kerngezond medemens met een leuke inspirerende baan laat bijvoorbeeld je hond uit en je luistert vervolgens urenlang naar diens problemen. Met je beperkte energie. Waar je dan volledig op leeg loopt.

Van de regen in de drup.

Mensen weten me sowieso te vinden als ze over hun ellende willen praten. Dat is mijn hele leven al zo geweest en volgens diverse collega’s paranormaal genezer moet ik geld gaan vragen voor mijn inspanningen.

Die wederkerigheid is dus lastig in wat ik wil. Ik heb echt geen zin meer in eindeloos geneuzel over allerlei problemen, terwijl ik zelf mijn kop moet houden. Want over mijn amoebebestaan valt weinig te melden natuurlijk.

Ik probeer het wel eens, maar het wordt zelden op prijs gesteld.

We zijn dus op zoek naar een buddy, die er echt voor mij wil zijn. Iemand, die ook eens wat voor me wil doen. Regelmatig. Het duurt immers maar voort, die ziekte. Langdurig. Ik ga er immers niet aan dood……. Het blijkt in de praktijk nog niet zo gemakkelijk te zijn.

Unknown-13

De goedbedoelende vrijwilligerswerkwereld staat bol van dit soort initiatieven. Maar er is helaas niets te vinden, waar ik persoonlijk echt iets aan zou hebben. Behalve in Kennemerland. En daar kampt dit initiatief met een ernstig tekort aan vrijwilligers……

‘Je moet er ook wel naar kijken natuurlijk,’ vervolgt ze streng, als blijkt dat ik niet alle informatie persoonlijk tot op de bodem heb doorgespit. Wegens gebrek aan energie. Maar liefst twee andere mensen hebben dit echter wel voor me gedaan. De snelle kritiek op mijn vermeende luiheid is weer treffend.

Ik laat de begeleidster de uitkomsten van hun onderzoek zien, waaruit blijkt, dat er echt niks te vinden is, waar ik iets aan heb. Buiten iemand, die koffie bij je komt drinken….. Eens per week.

‘Wil je worden opgenomen?’ roept mijn gesprekspartner vertwijfeld, als ze hoort hoe somber ik ben geworden van het eenzaam koekeloeren vanuit mijn vat vol kwalen. ‘Heb je plannen om jezelf iets aan te doen?’

Nee, geenszins. Je leven niet volhouden is iets anders dan suïcidaal zijn. Ik wil absoluut niet overgeleverd worden aan die ellendige psychiaters met al hun nare pillen waar ik niet tegen kan. Bovendien: ME IS GEEN PSYCHIATRISCHE AANDOENING!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Je stopt een depressieve kankerpatiënt toch ook niet in een inrichting? Nee, die ga je behandelen. Met chemo en bestraling. Helaas bestaat er in onze hopeloze bananenrepubliek geen behandeling voor mijn kwaal. Wij moeten het eindeloos uitzitten. Alleen. Zonder hulp. Gebagatelliseerd tot op het bot. Door de medische wereld, maar ook door je directe omgeving.

‘We hebben allemaal wel eens wat,’ is het meest opbouwende, wat ik in die dertig jaar van mijn familie over dit onderwerp heb vernomen, bijvoorbeeld. En dat is ook zo. We hebben allemaal wel eens wat. Een aambei. Een steenpuist. Een schaamluis. Een genitale wrat…… Of ME.

‘Je bent zo boos, Heks, die woede helpt ook niet mee voor je ME…..’ hoor ik voor de zoveelste keer. Nu van de vrouw tegenover me. Deze dooddoener uit het medische circuit maakt me knettergek. Ik krijg suizende oren en een rode waas voor mijn ogen, zodra het gesprek die kant op gaat. Ongeacht wie er tegenover me zit.

Alleen verwacht je uit de medische wereld altijd dat ze hun huiswerk maken. Dat behandelaars zich verdiepen in de ziekte van de patiënt. Het is altijd zo stuitend schrijnend, dat men er niets vanaf weet. Dat er voortdurend met dit soort uitspraken wordt gestrooid……

1001004001464572

Ik verbijt mijn woede, want ik mag deze praktijkbegeleidster echt heel graag. ‘Als iemand kanker heeft,’ wil ik beginnen, maar ik weet uit ervaring dat je als je ME gaat vergelijken met kanker de rapen al snel gaar zijn in behandelland. Want hoe durf je een serieuze ziekte, waar ja aan dood kunt gaan te vergelijken met jouw zeurkwaal?

‘Als je hele erge honger hebt en je wordt kwaad omdat je niks te eten krijgt…… Niemand luistert. Men roept zelfs dat je het je verbeeldt……. Je wordt alleen maar bozer, omdat je niet wordt gehoord door al die volgevreten medemensen…… Ze geven je niks te eten, leveren alleen maar commentaar……’

‘Als je uitgehongerd bent en je bent daar woest over, omdat iedereen om je heen lekker zit te bunkeren, dan krijg je echt niet meer honger door die woede. Zo wordt ME ook niet erger, omdat je boos en gefrustreerd bent, omdat je niet wordt behandeld. Het wordt erger door de jaren heen, omdat je niet wordt geholpen!!!!!’

Als je honger hebt moet je eten en als je ziek bent moet je worden behandeld. Daar doet schelden niks aan af, noch voegt het iets toe. Het lucht hooguit op.

Unknown-16

Gelukkig heeft de begeleidster nog een ideetje. ‘Ik ken iemand met autisme, die zo’n veertig uur per week wordt begeleid. Ik heb geen idee hoe dat allemaal geregeld is, maar we zouden eens iets kunnen proberen via de WMO,’ via vrijwilligersorganisaties gaat het niet lukken blijkt nu opeens. Niet wat ik nodig heb althans.

‘Je moet dan wel een DSM Code hebben,’ Nou, dat lijkt me geen probleem. Ik heb thuiszorg op grond van een psychiatrische ziekte: In Nederland valt ME nog steeds onder die noemer. Belachelijk natuurlijk. Ik zie nooit een psychiater. Maar laat ik er dan nu eens gebruik van maken…

Maandag word mijn casus in het team gegooid. Ik zie er tegenop. Voor je het weet krijg je weer dat stempel van onwillige luibak. Terwijl je doodziek in je bed ligt. Gaan ze het over mijn woede hebben in plaats van over mijn ziekte en het gebrek aan behandeling.

Pappen en nathouden. Dat is wat ik doe. Al dertig jaar. In mijn eentje. Achter de geraniums.

Het zou zo fijn zijn als mensen eerst eens die film UNREST zouden kijken, voordat ze beginnen te roepen, dat ik moe word, omdat ik kwaad ben dat ik de vermoeidsheidsziekte heb. Huh? Ja! Een volstrekt foute benaming overigens van die ernstige invaliderende multi systeemziekte, die ik al drie decennia onder de leden heb.

Unknown-14

‘Help jezelf,’ zeg ik tegen mezelf. Ga er niet aan onderdoor. Stapje voor stapje. Richting je graf. Wees lief voor jezelf onderweg. ‘Je bent niet gek, Heks. Dit is ook bijna niet te doen, zoals jij vegeteert. Je hebt geen partner of kinderen, die onvoorwaardelijk van je houden. Je hebt vrienden, maar die hebben allemaal hun eigen leven. Die zie je maar zo eens te hooi en te gras…..’

‘Je kunt niet verwachten, dat je vrienden op die manier om je geven, Heks. Die zijn allemaal al voorzien in hun dagdagelijkse sociale behoefte,’ concludeert Blonde Buurman onlangs droog als ik me beklaag over mijn extreme eenzaamheid.

En hij heeft gelijk. Jarenlang heb ik voor anderen gezorgd, opdat ze voor mij zouden zorgen. Ik heb eindeloos om hen gegeven, opdat ze om mij zouden geven. Ik zie nu hoe idioot dat eigenlijk is. Alsof je hen op een idee wilt brengen. Gewoon vragen om hulp kwam dan weer niet in me op.

Heks moet wachten op de restjes. Tot iemand een keer tijd over heeft. Of aandacht. Zo zit het in mijn systeem. Ik doe dat zelf. Een hele oude gewoonte. Bij sommigen wacht ik al jaren. En het gaat nooit gebeuren……

Ik heb er een potje van gemaakt. En nu zit ik met de gebakken peren. Eenzame oudbakken peren. Ik heb geïnvesteerd in een wanproduct. Eindeloos geluisterd naar mensen, die echt nooit naar mij willen luisteren. Eindeloos gezorgd voor mensen, die dat never nooit voor mij willen doen.

Sowieso wil niemand dat voor mij doen. Er is zelfs geen vrijwilliger of buddy te vinden.

Heks is bang. Maandag word ik in het medische team besproken. Straks spuiten ze me plat en word ik afgevoerd. Om er vanaf te zijn. Omdat er geen behandeling is voor ME. Omdat je jaar in, jaar uit maar moet zien. Omdat ik er helemaal doorheen zit met mijn getob. Omdat ze dan toch iets willen doen en dan maar dit….. Het is per slot van rekening toch een psychiatrische aandoening?

Help jezelf, Heksje. Het is geen schande om je eenzaam te voelen. Zoveel mensen hebben er last van. Alleen kunnen die er gewoon iets aan doen. Lid worden van een paar leuke verenigingen bijvoorbeeld. Of om de haverklap mee met een groepsreis. Of tig keer per maand de sauna in….. Salsa dansen voor alleenstaanden in Hoofddorp. Er is genoeg te verzinnen als je er de puf voor hebt.

Ik moet op de millimeter maar weer een list verzinnen. Om mezelf weer boven de streep te krijgen. Dat ellendige denkbeeldige ijkpunt, waaronder het dweilen is. Met de kraan open. Die hellepoort naar het absolute nulpunt.

Eerst maar eens zorgen, dat ik dagdagelijks thuis kom in mezelf. Laat ik toch vooral weer proberen te mediteren. Dat lukt al weken voor geen meter. En dat is in elk geval iets, dat ik zelf kan doen. Desnoods liggend op mijn nieuwe knaloranje bank!

 

 

 

 

 

.

Soms is het maar goed, dat je iemand niet herkent. Krijgt ie nog een kans, die vrouw of vent. Had ik bijvoorbeeld herkent en verweten; Had ik het geweten, dat het hem was; Niet vergeten….. Dan had ik nooit zo’n leuk gesprek gehad. Over mijn favoriete onderwerp: Gods prachtige schepping. Ons heilige mamaatje…….. Moedertje Natuur!

Vorige week fiets ik ’s avonds op m’n gemakje de stad uit. Het is een beetje fris, maar nog steeds prima weer. Ik ga naar het Joppe met VikThor. Kan hij lekker zwemmen in de Zijl.  Sinds enige weken fiets ik een iets andere route. Ik kreeg steeds een lekke band op dezelfde plek. En laat dat nu net een plek zijn, waar je eigenlijk niet mag fietsen…..

We worden geacht om te rijden via een viaduct en daar heb ik dan nooit zin in. ‘Misschien is er wel een gekke buurtbewoner, die er minuscule spijkertjes strooit. Je hebt hele rare mensen en ik heb wel gekkere dingen meegemaakt……’ En inderdaad: Geen lekke band meer gehad sinds ik elders de weg oversteek. Nog steeds niet via dat viaduct natuurlijk……

Bij het hondenstrand staat een man met hond. Hij gooit dummies in het water en zijn Duitse staande draadhaar haalt ze weer op. Keer op keer. ‘Ah, je bent bij de Action geweest,’ grapt Heks, terwijl ze exact dezelfde dummie tevoorschijn tovert uit haar fietstas. Alleen is mijn exemplaar rood.

Ik ben em onderweg nog bijna kwijtgespeeld aan een eigenwijze Cocker Spaniël. Het beest pikt em af van VikThor en is niet van plan het ding nog terug te geven. Als zijn bazin er uiteindelijk dan maar achteraan gaat slaat hij snel de weg in naar huis. Hij werpt tot slot nog een narrige blik over zijn schouder. ‘Hoepel op. Dat ding is van mij. Eerlijk gestolen…’

 

‘Witte dummies zijn beter,’ begroet de man me, ‘Die kunnen honden goed zien in het water…’ Hopla. Direct de les gelezen. De man weet veel van jachttraining. We raken aan de praat.

Ondanks het stroeve begin krijgen we een alleraardigst gesprek. Heks luistert voornamelijk natuurlijk. Je zou het niet zeggen, als je me hier tekeer hoort gaan over van alles en nog wat, maar ik breng mijn dagen voornamelijk luisterend door. In stilte. Luisterend naar de stilte ook.

Er volgen allemaal verhalen over de locale natuur. Zoals over het weiland waar we op dat moment in staan en wat daar allemaal in broedt en woont. De dijk langs dat weiland. ‘Die heb ik zelf helemaal aangelegd in negentienhonderdzoveel. En nu wil Gemeente Leiden em weghalen. Te gek voor woorden. Het is een slapende dijk, geen overbodige luxe…..’

‘Als de dijk langs het Joppe het begeeft, of de Zijldijk, dan houdt deze dijk de hele Merenwijk droog!’ Hij vertelt vervolgens over een prachtig stuk oud land vol weidevogels aan de andere kant van de Zijl, dat onlangs helemaal is afgegraven.

‘De zo gewonnen kwalitatief geweldige grond is gebruikt om een smerige vuilnisbelt af te dekken. Zonde toch van die prachtige grond! En ook nog twee natuurgebieden naar de kloten. Want die belt zat ook helemaal vol braamstruiken met Hermelijnen en egeltjes. Ongelofelijk toch?’

Ja, weer zo’n beslissing door een idioot vanachter een bureau. ‘Op de golfbaan had ik een prachtige wal aangelegd , die vol zat met allerlei beestjes. Zelfs een Hermelijn. Het duurt jaren voordat je dat voor elkaar heb. Zo heb ik ook een paddenpoel aangelegd…..’ Heks spitst haar oren. Misschien iets voor mijn paddenpoelenbad?

‘Heeft zo’n ingehuurde uit de klei getrokken grondwerker ongevraagd de hele boel afgegraven met zijn machines. Moet ie eigenlijk eerst onderzoek doen of dat wel mag. Alle dieren dood.’

‘Je kunt er een enorme boete voor krijgen, ook nog. Ik was woest. Maar ja, hij is er niet bijgelapt. Te veel belangen op het spel. Bovendien is de gemiddelde beslissing van de overheid veel desastreuzer…… Kijk maar naar die vuilnisbelt.’

Gedurende het gesprek heb ik de man tegenover me herkent. Het mannetje beter gezegd, want hij is bepaald niet groot van gestalte. Het is de gekke molenaar! Ik heb al jaren een bloedhekel aan die kerel na een onverkwikkelijke ruzie twaalf jaar geleden. Hij dreigde toen mijn hond dood te schieten en maakte me werkelijk uit voor alles wat mooi en lelijk was. Op uiterst seksistische wijze.

Dus woorden als hoer, kankerwijf, vuile slet en ik schiet je overhoop en dergelijke kwamen er uit zijn grote malende mond. ‘Zeker een klap van zijn eigen molen gekregen,’ dacht ik toen nog.

Een poging dingen uit te praten liep vervolgens zo hoog op, dat ik de politie op zijn dak heb gestuurd. Ook heb ik geklaagd bij zijn werkgever wegens bedreiging. Jeetje. Is dit dezelfde vent?

In tussenliggende jaren ben ik nog maar één keer iemand tegen gekomen, die hem aardig vond. Hij kan zo bijzonder vertellen, hij weet zoveel…’ aldus die vrouw. De rest van de hier rondwandelde goegemeente heeft allemaal de pest aan hem. Of een slechte ervaring met hem. Of een hopeloze aanvaring…..

De maffe molenaar laat me intussen vreemde eendensoorten op zijn telefoon zien. ‘Kijk hoe mooi, die zitten hier ook. Goddank niet alleen maar Nijlganzen. Die schiet ik met enige regelmaat af. Ze verstoren de hele vogelstand in Nederland, sinds ze zijn ontsnapt uit Dierenpark Wassenaar. Ze vreten alles op en verdrijven de weidevogels.’

‘De dode dieren raak je aan de straatstenen niet kwijt, maar je kunt ze wel eten hoor. Ik schiet ook hazen. In mijn polder lopen er 850 en ik schiet er elk jaar 150. Zo houd ik een mooie stand.’

‘Daar vliegt zo’n Krakeend. Mooi beestje toch? Ze zijn niet zo groot en heel wendbaar. Je haalt ze er zo uit in de lucht….’ hij wijst omhoog naar een inderdaad heel beweeglijk beestje. Links en rechts begint hij nu vogels aan te wijzen. Wat is er veel te zien hier! Met zo’n man zou je eigenlijk een dag op stap moeten gaan.

Maar ja, voor je het weet scheldt hij zijn publiek wellicht uit. En Publikumsbeschimpfung is toch echt wel achterhaald nu. Terwijl ik zo naar de man sta te luisteren, me verbazend over de wereld van verschil tussen deze natuurlijke versie van de molenaar en de gekke versie, begint mijn gesprekspartner over zijn handeltje in wild.

‘Als je een haas wilt kopen of een lekker stuk reerug, dan kom je maar langs,’ enthousiasmeert hij me. Heks is sinds de perikelen met Hawk niet meer zo happig om bij Jan en Alleman langs te gaan. En al helemaal niet bij een waanzinnige molenaar. Toch zeg ik vaag toe te zijner tijd eens een haasje te komen verschalken.

‘Wie weet wat hij allemaal wil verschalken,’ grap ik tegen de Don, als ik hem later over mijn avonturen vertel. Die moet enorm lachen. ‘Ik heb nog wel een haasje voor je, hihihi,’ giert hij, ‘Kostelijk Heks. Hij vond je vast leuk.’ ‘Ik zag er niet uit, ik liep echt in mijn kloffie, dat sprak hem vast aan,’ Heks moet ook lachen. De woeste molenaar lijkt me geen man voor opgepoetste tante Betjes.

‘Jij ziet er altijd geweldig uit, Heks, zelfs in een jutezak. Je bent een prachtige vrouw, schat. Altijd al geweest. En ook nog lief! Dat maakt je zo geweldig,’ komt mijn oude vriend complimenteus uit de hoek.

Wonderlijk hoe mensen geheel anders kunnen zijn in een andere context. Had ik die molenaar herkent, dan had ik nooit zo’n leuk gesprek gehad met deze natuurman. De man van weinig woorden als het niet over natuur gaat. De man van vieze woorden als je er woorden mee krijgt. De man met een ongezouten mening over het hopeloze natuurbeheer in Nederland.

‘Willen ze die zeer nuttige en noodzakelijke dijk dus afgraven, omdat er mensen overheen lopen en die kijken dan naar binnen bij bewoners van de huizen er pal achter en dat vinden die bewoners dan vervelend‘ besluit de molenaar. ‘En die bewoners hebben blijkbaar iets in de melk te brokkelen…,’ denkt Heks er direct achteraan.

Het zijn namelijk dure huizen, het rijtje tegen de dijk. En geld is macht. Wie weet woont er wel een wethouder in. Dat zou ook heel goed kunnen.

‘In plaats dat ze nu die hopeloze impopulaire populieren omhakken. Daar is even sprake van geweest. Dat zou geweldig zijn, want ik heb last van die dingen als mijn molen draait. De wind komt er heel raar overheen vallen en daardoor knallen de wieken alle kanten op. Echt gevaarlijk zelfs….’

Zou op die manier zijn molen zijn afgebrand? Want dat is gebeurd. In het verleden. Ooit. Dolgedraaid en afgefikt. Door die verdraaide populieren? Ja, dat is inderdaad van de gekke. Hak maar om dat lawaaihout…….

 

‘Wat zou je doen als je twee piemels had?’ Geen idee. Het zou erg wennen zijn. Moeilijk gesprek vol pijn en droeve drek. Maar niet over deze zaken. Ik wilde jullie gewoon vermaken……

‘Heks, ik wil je mijn verontschuldigingen aanbieden voor ons laatste gesprek,’ een schorre stem kraakt me treurig tegemoet door de telefoon. Ik kan mijn gesprekspartner bijna niet verstaan. Ons laatste gesprek verliep inderdaad gek. En er werden dingen bij name genoemd, die je maar liever niet wilt weten. En anders zo snel mogelijk wilt vergeten.

Dingen die door de bodem van het bestaan zakken. Zaken zo zwaar als een dodenbaar. Een altaar voor geleden leed. En daar dan iemand op offeren. En vervolgens jezelf erbij.

‘Je bent zo lief, Heks, je bent echt een schat,’ luisteren naar iemand is wel het minste wat je kunt doen. Maar toch staan we vaak machteloos. Een oplossing zou zo prettig zijn. Maar iemand even optillen is het hoogst haalbare.

‘Ik weet dat mensen altijd hun ellende op jouw bord gooien, dat wil ik niet doen, ik wil je er niet mee belasten,’ klinkt het verder. Je belast me er niet mee, schat, ik houd van je. Heel veel. En al heel lang.

Vandaag praten we weer over al zijn verschrikkingen van de afgelopen paar jaar. Het gewicht van die dodenbaar. En nog is het niet klaar.

‘Wij dragen genetisch zoveel woede in ons mee, dus daar begin je al mee,’ Heks is er door schade en schande achter gekomen, dat dit met haarzelf het geval is en deze reisgenoot deelt die genetische woede met Heks.

We komen uit een vergelijkbare achtergrond. Boven zijn kinderhoofd hing hetzelfde zwaard van Damocles. De eerste klap was ook bij hem een daalder waard. En als er een ram over de dam was volgden er geheid meer!

Wij beiden hebben een bom in onszelf, die nooit ontploft. Daar zorgen we wel voor. Maar de zijne is in een kritische fase gekomen. Ik ruik lont. Iemand fungeert als trigger.

Geen medemens, maar een bak stront. Ik weet er alles van. Heb alle verhalen gehoord. Het is waar. Dat afschuwelijke afgrijselijke serpent van een medemens is echt vreselijk naar.

‘Een gemene heks is het, Heks. Een draak van een wijf……’

Wat is wijsheid? Die zorgvuldig onderdrukte woede de overhand laten krijgen en iets doms doen geenszins. Dat weet ik zeker. Wraak maakt altijd nieuwe onschuldige slachtoffers. Je geeft je pijn alleen maar door.

Maar verder begrijp ik het voor geen meter. Waarom krijgen sommigen het zo voor hun kiezen en wordt bij anderen alles in de schoot geworpen?

Gisterenavond zit ik een beetje te mijmeren. Over mijn pogingen om mijn vat vol woede aan te pakken. Die genetische opstapeling van nijd. Hoe ik er heel veel ongenoegen uit heb gegooid. Soms ook echt naar degenen bij wie het thuishoort.

Hoe ik de laatste tijd weer loop te zingen, omdat er weer ruimte komt. ‘Ik wil dat het hier eindigt, ik wil dat het klaar is met die woede,’ zeg ik tegen mijn homeopaat. ‘Heks, dat zou wel eens effect kunnen hebben op je hele clan. Je staat niet zo op jezelf als je altijd maar denkt. Alles is verbonden…..’

Ik mijmer over mijn recente aanbidder en zijn zelfmedicatie van gerstenat. Hoe jammer was dat! Maar ook hoe herkenbaar. Ik kom uit een geslacht waar een goeie borrel gedronken werd.

Op zondagmorgen na de kerk puilde het piepkleine voorkamertje van mijn oma uit van de bezoekers. De grote kolenkachel stond roodgloeiend paraat, terwijl er van alles in de ernaast geplaatste doofpot verdween…..

Dan kwam de jenever op tafel. En voor oma een advocaatje.

Oma maakte ook zelf bessenjenever. De overgebleven blauwe bessen gooide ze op het grindpad voor de kippen. Die liepen dan waggelend te kakelen……..

‘Ik drink ook veel, Heks,’ klinkt het in mijn oor. Ik weet het. Ik weet het van zoveel mensen. ‘Het lost niks op, je krijgt er een probleem bij,’ zei mijn moeder altijd. Een wijze raad, waar ze zelf niet al te goed naar heeft geluisterd. Dat komt vaker voor dan je denkt.

natuur-christenen1

We weten het allemaal wel, maar jezelf koesteren en veilig stellen is er vaak niet bij. Dat geldt niet langer voor mij. Ik ben er als de kippen bij. Maar niet die kippen van mijn grootmoeder: De tijden van gezuip zijn echt helemaal voorbij.

Als de schellen van je ogen vallen zie je de wereld voor wat ie is. Er is zoveel mis. Het is geen kattenpis.

Toch loop ik dagelijks vol verwondering door ‘Die Welt an Sich‘. Die wonderlijke schepping, waar we zo weinig van afweten. Zelfs onszelf zijn we doorgaans een raadsel.

Heeft het goddelijke ons werkelijk naar zijn beeld geschapen? Moet je eens naar de mens kijken! Dat belooft toch eigenlijk niet veel goeds…….

Misschien is de aarde wel de eerste door haar gebaarde wereld. Zijn er betere versies elders in de kosmos: De eerste pannenkoek mislukt immers altijd!

 

 

Goede voornemens en concrete doelen maken dat ik me veel beter ga voelen. Eventjes dan, want dan komt de klap. De man met de houten hamer staat woest zwaaiend in mijn kamer. Maar ja, ik ken dat ventje wel. Hakkerhak en koppensnel. Dezelfde bekende ouwe hap. Boeien……

Maandagmorgen om kwart over twaalf tref ik Saar in de hal van het zwembad. We gaan er tegenaan. Vorige week ontdekten we dat we allebei graag weer willen zwemmen. En nu gaan we dus te water. Afspreken met een maatje werkt motiverend. Als ik deze verplichting niet was aangegaan lag ik nu waarschijnlijk in bed te dweilen.

Het is zo lang geleden, dat ik hier nog eens ben geweest. Ik ben dan ook van alles vergeten mee te nemen. Zoals afwasmiddel om mijn zwembril te ontvetten. Ook heb ik maar een minimale hoeveelheid shampoo ingepakt. Maar ik heb wel weer een fles olie om in mijn lange haren te smeren, zodat ze niet helemaal uitgebeten raken door het chloorwater.

Tien minuten later liggen we in het instructiebad. Binnen een paar minuten heb ik een hele baan voor mezelf. Mooi zo. Traag kom ik op gang. De eerste tien banen doen altijd verrekte veel pijn. De rest ook vandaag. Omdat het weer de eerste keer is. Over een paar maanden ben ik eraan gewend.

Kwebbelend hangen we daarna een tijdje in het warme kikkerbad. Ik ontspan mijn lijf helemaal, in een poging de schade te beperken. Maar evenzogoed zal ik de komende nacht wakker liggen van de pijn.

‘Wat zijn we toch goed bezig,’ roepen we tegen elkaar. En het is waar. Heks en Saar doen dit toch maar.

Die middag bestel ik een badmuts. Een zilverkleurige. Ik kan er zo mee naar een discotheek. Als die nog bestaan, geen idee eigenlijk.

Nooit gedacht dat ik me tot zo’n kledingstuk zou bekeren, maar zelfs olie in je haar kan niet voorkomen dat je verandert in een vogelverschrikker, qua kapsel dan, na zo’n chloorbad.

’s Avonds kan ik  me niet meer bewegen. Als een kwarktaart zit ik in mijn stoel. Helemaal opgestijfd. ‘Wat heb ik toch?’ denk ik verstoord. Ik ben die hele zwempartij al vergeten. De ganse afgelopen middag voelde ik me geweldig door al die extreme doorbloeding, maar nu komt de klap. Van de zwempartij. Die ik intussen vergeten ben.

Het is een drukte van belang op mijn datingsite. Een hele ris bewonderaars staat klaar om gekeurd te worden. Ik bekijk ze eens goed. Mijn foto met piratenhoed scoort het hoogst. Die met jonge geitjes juist laag. Maar ook het type bewonderaar varieert enorm per foto.

Bij de geitjes staan allemaal reacties van goeiige heikneuters bijvoorbeeld. Met zelf ook een geitensik en op klompen. De piratenhoed trekt de meer vermetele karakters. Een paar dagen geleden zie er zelfs mijn eerste vriendje tussen staan! Nou, die durft!

De man waarvan mijn moeder altijd zei, dat hij voor me gemaakt was. En vice versa!

‘Hi knapperd, zit je stiekem vreemd te gaan en heb ik je betrapt?’ We blijken allebei weer vrijgezel te zijn. Het wordt hier wel enorm vrijgezellig zo met mijn neef en mijn ex.

Het afgelopen weekend heb ik in een impuls een afspraakje gemaakt met iemand uit de buurt. Maar zodra ik de man mijn 06 nummer geef begint hij een waar offensief met ellenlange app’jes. En de afspraak zegt hij af! Om vervolgens op volle sterkte door te appen. ‘Wanneer kun je? Ik kan dan en dan en dan…..’

Heks heeft er eigenlijk al geen zin meer in. Ik heb nog eens goed naar zijn foto’s gekeken en gelezen wat hij schreef….

We hebben werkelijk niets gemeen. Hij is behoorlijk saai, niet erg onderhoudend en ook niet fraai. En hoogzwanger. En hij vertelt me en passant, dat hij zichzelf altijd op nummer 1 zet, zelfs al heeft hij drie kinderen. Denkend dat dat een pluspunt is. Maar nee, Heks begrijpt daar niks van.

Nou ja, ik zet de melkboer nog op nummer 1 natuurlijk en dat slaat inderdaad nergens op. Maar  mijn beesten staan uiteraard met stip op die positie en als ik kinderen had zou ik dat zeker ook doen.

Vannacht lig ik wakker met een verschrikkelijk bonk-lijf. Gekke krampende pijnen trekken door spieren en gewrichten, alsof ze twijfelen waar ze zich willen nestelen. Een soort kiespijn, die ervoor kiest om niet alleen maar kiespijn te zijn, on the road…..

Ik val pas om vier uur in slaap. Als een gymschoen sta ik vanmorgen weer op. Ik mis mijn prikken en kom maar langzaam op gang. Tijdens de ochtendkoffie kijk eens eventjes naar mijn bewonderaars en contacten. Ik neem afscheid van de drinkebroer, ik zit er al een paar dagen tegenaan te hikken. Het is gewoon een heel bijzonder mens. Zo eerlijk als goud.

Het gaat me echt aan het hart, want we hebben zoveel gemeen! En we praten zo gemakkelijk! Allebei flamenco gedanst. En klassiek Indiaas. Allebei dol op koken. Allebei zingen we in allerlei koren. Allebei ……

Na dagen luisteren naar elkaars muziek en diepgaand en zeer persoonlijk uitwisselen trek ik de stekker er uit. Ik wens hem het allerbeste en een geliefde die wat water bij die sloot wijn kan doen betreffende zijn drinkgedrag. Maar Heks voelt niet veel voor een drinkgelag.

Mijn gesprekspartner hoopt nog steeds op een relatie met Heks, maar ik weet wel beter, Codependency werkt voor geen meter!