Pasen was naadje. Overal dode kuikens in Huize Heks en ik moest ook nog op eieren lopen. Heks zit met open mond voor de televisie, het journaal notabene. Geen suf praatprogramma met die eindeloze stoet inderhaast opgetrommelde deskundigen…. Nee, het gewone journaal brengt al weer genoeg om je over op te winden. Ik wind me niet op. Ik laat het afglijden. Alle kritiek, aanvallen en commentaar op mijn persoontje. Alle bizarre taferelen op televisie. Heks keert terug naar de kern van de zaak. Haar innerlijk kuikentje. Die valt nog wel te redden….

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Heks zit met open mond voor de televisie.  ‘The story in the New York Times was a total fake, it’s a fake newspaper and they write fake stories………. ‘ de lelijke oude man met een geblondeerde zwabber op zijn kop murmelt er nog iets achteraan in de trant van, dat mensen die verhalen alleen maar lezen, omdat het over hem gaat. Hij, de geweldige president van de Verenigde Staten. Klinkt lekker narcistisch….

Aan een narcist heb je niets in geval van nood. Die zijn alleen bezig met er zelf zo goed mogelijk op te staan.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dan richt die uitermate belangrijke malafide mafkees zich tot een journaliste. Iemand van de pers, die een vraag stelt. Komt overal op de wereld voor. Niet echt iets vreemds aan. De reactie van de notoire gek is echter stuitend. Het is niet de eerste keer, dat Heks getuige is van dit fenomeen: De president van de Verenigde Staten, die iedereen, die het niet met hem eens is onbeschoft schoffeert.

Een gaslightende idioot aan het hoofd van zo’n groot land tijdens deze pandemie. Nou ja. Idioten genoeg op de wereld. En vaak ook nog aan het hoofd van een groot land.  ‘It’s so disgraceful, the way you said it’ mekkert die dikke blonde adult baby tussen zijn opgespoten pruillipjes door, ‘You know you are a fake, you know that. Your whole network (CNN?), the way you cover it is fake….’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Gisteren heeft hij de arts, die hem terzijde staat al door het stof doen kruipen, omdat de goede man in alle eerlijkheid had gezegd, dat de te laat genomen maatregelen veel mensen het leven hebben gekost….. Iets, dat iedereen over de gehele wereld met eigen ogen heeft kunnen zien……

Trump, zo heet die stumper, voor het geval je dit over een paar jaar leest, wanneer niemand die vervloekte naam nog wil uitspreken, heeft ook nog de afgelopen week een flinke som gemeenschapsgeld uitgegeven aan een promotiefilmpje over zichzelf.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Al zijn foute uitspraken over de pandemie, zijn volstrekt bagataliseren van het gevaar, zijn geroep, dat het op wonderbaarlijke wijze zou verdwijnen zodra de zon zou gaan schijnen, zijn verlangen om met pasen de boel weer lekker open te gooien, zijn aanvankelijke gestook, dat het een hoax was….. alsmede zijn negeren van de feiten is uit het filmpje gelaten: De president van de VS heeft de zaken vanaf het begin fantastisch aangepakt is de boodschap.

Huh? Meuh?

Hebben die Amerikanen dan stront in hun ogen? Zien ze dan werkelijk niet, hoe ziekelijk gestoord die gek is? Het is godbetert een democratie, dat land. Men heeft die man gekozen. Iets, dat ik nooit heb begrepen. En hij wordt wellicht herkozen, we gaan het zien en beleven.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Corona maakt de wereld doorzichtig als glas. Althans voor Heks. In het licht van de pandemie wordt alles en iedereen schandalig zichtbaar. Heks kijkt zo min mogelijk naar de televisie de afgelopen week. Om mezelf niet te kwellen met dat glazen gekkenhuis. Waarin iedereen met beschuldigende vingertjes naar elkaar zit te wijzen en niemand in zijn eigen spiegel kijkt.

Maar dit is het journaal. Ik moet toch iets zien om op de hoogte te blijven….

Pasen is naadje. Heks heeft veel te veel eten in huis gehaald. Genoeg groenten voor een maand. Maar ik kan niemand op het eten uitnodigen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik trek een knalgeel jurkje aan. Zet een geel eierdopachtige hoedje op mijn eierkopje. Knalgele tulpen staan her en der op de keukentafel. Op de rand van de vazen parmantige kuikentjes. Overal van die leuke kuikentjes. Heks doet haar best.

Helaas heb ik een kat, die tulpen onthoofdt. Als grote gele eieren liggen de koppen  op paasmorgen verspreid door de kamer. Maar ook de kuikentjes zijn grotendeels verdwenen. Wat gek? Gebeurt dit echt of is het fake nieuws? Probeer ik jullie wijs te maken, dat die kuikentjes een eigen leven zijn gaan leiden in Huize Heks?

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dat ze van de keukentafel zijn gesprongen, op de vlucht voor zo’n gevaarlijke kat wellicht?

Gedurende het gehele paasweekend vind ik in huis gemolesteerde kuikentjes. In de douche, onder het zitbad. Onder de keukentafel. Op de bank. Midden in woonkamer op het kleed. Zelfs op de drempel van de slaapkamer…… Zielige hoopjes geel met soms nog een eenzaam starend oogje of geknakt sneu snaveltje. Kleine oranje pootjes stekend uit een plukje verfromfraaid geel dons……

Pasen is schraal en kaal. Ik zie de Grote Vriendelijke Reus eventjes van een afstandje. We kletsen gezellig bij. Het is fijn om hem even te zien. Ik bel met de Don. We hebben elkaar echt niks te melden. Ik wandel met een vriendin en onze hondjes. Een paar meter tussen ons in en een mondkapje. Op Heks’ mond uiteraard.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Opeens weer bijna ruzie. Over de aanpak van de crisis hier in Nederland. Over de RIVM. Heks kan niet tegen het gelieg over mondkapjes. Dat die dingen nergens goed voor zouden zijn. Tenzij je in de zorg werkzaam bent.

Maar nee. Dat is allemaal niet waar. Opnieuw krijg ik een veeg uit de pan van iemand. ‘Ik ben wetenschapper,. Het is wetenschappelijk bewezen allemaal……De RIVM heeft in alles gelijk. Ik geloof alles wat ze zeggen. Want het zijn wetenschappers, net als ik.’

Sta ik toch weer van te kijken, van die uitval. Mond vol tanden. Geen zin in ruzie, ik kan er niet meer tegen. Loop op eieren de ronde uit.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Juist als wetenschapper zou je natuurlijk je bedenkingen kunnen hebben bij allerlei wetenschappelijke beweringen.

Ik heb lang genoeg in de wetenschappelijke wereld rond gelopen om te weten, dat er heel veel domme fouten worden gemaakt door wetenschappers. Dat ze doorgaans bewijzen, wat ze al denken. Dat ze menen te zien, wat ze willen zien. Niet eens expres, maar volgens het principe van de kwantummechanica. Dat er ook nog eens maar weinig oorspronkelijk wordt gedacht.

En waarom krijg ik de wind van voren? Waarom word ik gekleineerd? We verschillen van mening en is dat nu zo erg?

Heks is moe. Tweede paasdag lig ik volstrekt gestrekt. Overal pijn, zo ziek als een hond.  Ik zit er doorheen. De laatste weken zijn er verschillende mensen op mijn nek gesprongen over uiteenlopende zaken. Meest dames. Soms zeer terecht. Soms totaal onterecht. Soms ook zomaar.

Intussen zit ik zorgmijdend in mijn dooie eentje mijn pijn uit. Mijn thuiszorg komt telkens niet opdagen en laat ook niet weten waarom.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik draag een mondkapje voor mijn medemensen, die dingen helpen voornamelijk om anderen niet te besmetten, maar mensen spugen expres naar me. Of ze hoesten overdreven, terwijl ze hardlopend hun bacillen mijn kant op rochelen.

Een klodder spuug op de stoep op een meter afstand van waar ik fiets is ook al gebeurd. En als klap op de vuurpijl ben ik vorige week door een studente, die meende met haar zieke kop op de stoep in het zonnetje te moeten gaan zitten, onder geniest. Bizar gedrag.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Goed, dat je een mondkapje om hebt,’ zegt de op en top Thaise dame van het Thaise afhaalrestaurant, ‘Mensen worden heel boos op ons, omdat wij er eentje dragen…. Ze zouden blij moeten zijn! Maar nee, we worden regelmatig uitgescholden door onze klanten. Nederlanders zijn knettergek!’

Ik wil zo graag het goede zien. Hoe deze crisis ons mensheid loutert en opstuwt naar grote compassievolle hoogten.

Een keertje applaudisseren voor de zorg is een druppel op een gloeiende plaat. Eerlijk gezegd ergert het me, in het licht van al die bezuinigingen van de afgelopen jaren, om politici dit te zien doen. Om al die mensen, wiens reet het zal roesten hoe er is bezuinigd in de zorg recentelijk, de loftrompet te zien steken.

©Toverheks.com

‘Ze klappen zo hard, omdat ze bang zijn zelf geen plekje op de IC te kunnen bemachtigen als ze ziek worden…’ somber ik tegen de vriendin met wie ik steeds woorden krijg over het RIVM. Hier zijn we het in elk geval over eens. ‘Ik erger me gek,’ beaamt ze.

Ik weet, dat mensen in de zorg blij zijn met het applaus. Blij met de bloemetjes en complimenten. Eindelijk krijgen ze erkenning. Voor zo lang het duurt, denk ik er dan achteraan.

©Toverheks.com

©Toverheks.com, Portaal levert ook een bijdrage…….

Mensen in de zorg, in de vuurlinie. Die zelf vaak ziek worden. Het zelf soms niet overleven. Niks veilig achter de geraniums, maar met de neus vooraan. In de boter! Zonder de juiste beschermingsmiddelen vaak. Er blijft een enorm tekort op dat gebied. Gek toch.

Zo moeilijk is het toch niet om mondkapjes te maken?

Studenten, die een beademingsapparaat in elkaar zetten binnen 3 weken. Met alle onderdelen hier ter lande vervaardigd. Kijk, Heks, er gebeuren geweldige dingen. Die gasten hadden ook verwoed joggend een wolk virussen kunnen verspreiden. Of al voetballend op de openbare weg, zoals de studenten hier om de hoek plegen te doen. Maar nee, ze helpen ons uit de brand.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Pasen was naadje. Overal dode kuikens in Huize Heks en ik moest ook nog op eieren lopen. Heks zit op haar hulp te wachten, die weer eens niet komt opdagen. De thuishulp, waar ze als de dood voor is. Verplicht krijgt hij een mondkapje voor. Deze superverspreider uit de zorg.

Recent onderzoek heeft uitgewezen, dat het overgrote deel van de besmetting in de provincie Groningen mensen werkzaam in de zorg betreft!

De overbelaste thuiszorg. Waar ze nog steeds zonder enige vorm van bescherming van huishouden naar huishouden hoppen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

©Toverheks.com

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Van de sneeuw in de druppel, die de emmer doet overlopen. Kan gebeuren: Boeings vallen ook zomaar uit de lucht heb ik gehoord. Dat moet je vooral niet vergeten. Je zal dan net boven Noord Italië neerstorten, de ramp overleven en vervolgens Corona krijgen….. Het is altijd wat. Echt waar!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘O jee, ik heb de deur van de vriezer zeker op een klein kiertje laten staan,’ dondermorgen pak ik iets uit de vriezer, hoofdschuddend bekijk ik de schade. Het valt mee. Ik hoef maar een paar dingen weg te gooien. Gek dat ik het helemaal niet in de gaten heb gehad.

’s Avonds laat open ik de vriezer opnieuw.  Het tartaartje voor Snuitje is helemaal ontdooid. Alsmede het pak brood en de pakjes met pittige merguez worstjes. Ik graaf verder. Naarmate ik dieper in het vriesvak tast raakt de boel iets meer bevroren……..

Het grootste deel is echter half ontdooid. Foute boel.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Het is laat. Ik kan geen kant op met die langzaam ontdooiende inhoud van drie laden. Heks besluit naar bed te gaan. Morgen ga ik er achteraan. Met mijn de dame van Cuprum.  Nu kan ik er even niet tegen. Na wekenlang tegen de bierkaai vechten en bakken geld uitgeven ben ik even klaar met dingen die kapot gaan. Wasmachines en waterkokers. Hondenpoten ook…..

De volgende ochtend ziet er een dikke laag sneeuw in het koelgedeelte van mijn pas drie jaar oude Liebherr. De vriezer is overleden. Grrr.

Samen met Rozenhart, de dame van Cuprum ga ik naar de winkel om de hoek, waar ik het onding gekocht heb. ‘Er werkt een man in die winkel, misschien de eigenaar, want iedereen daar loopt keurig in pak, behalve hij, hij sjokt eigengereid in een sullig kloffie: Die man doet vervelend tegen me….’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Ik kan er niet de vinger op leggen, maar ik voel het wel degelijk. Ik kocht er onlangs een wasmachine, iedereen krijgt korting daar, behalve ik. Dus daar vroeg ik naar. En kreeg ik korting? Nee. Ik kocht ook nog een waterkoker. Dit alles binnen vijf minuten….’

‘Die waterkoker wordt loeiheet aan de buitenkant, echt honderd graden, blijft dat ook gedurende een half uur. Ik heb er al verscheidene malen flink mijn handen aan gebrand. De blaren stonden er op! Een wanproduct van Inventum.’

‘Kom ik terug met die ketel, negeert die ouwe vent me volkomen. Doet net of ik niet besta. En zijn jongere employee kon de kastanjes uit het vuur halen. Beweerde eerst dat het normaal is, dat dat ding zo heet wordt. Blijkt nog zo te zijn ook. Levensgevaarlijk apparaat natuurlijk. Vooral als je zulke zwabber-armen hebt als ik!’

Gelukkig kreeg de sympathieke medewerker medelijden met Heks en haar rare armen. Hij gaat op zoek naar een geïsoleerd exemplaar. Ik mag de waterkoker omruilen.

En nu dus die koelkast. Benieuwd of ik daar een goeie reactie op krijg. We betreden het pand.

Als we onverrichterzake weer buiten staan is mijn helpende hand ook perplex. ‘Wat een onbeschofte kerel. Met zijn “er vallen ook Boeings uit de lucht, mevrouwtje,”‘ verzucht ze verbijsterd. We zijn uitermate bizar te woord gestaan door deze hofleverancier. Met een lachje op zijn gezicht braakt de man de meest walgelijke onzin uit.

Zo ligt het natuurlijk aan Heks, dat de koelkast het heeft begeven. Na drie jaar. Want er lag water in en daardoor heeft het ding te hard moeten werken. Ik heb hen onlangs gevraagd het gaatje van de afvoer door te prikken, want er lag inderdaad water onder de groentelades. Ze waren toch in Huize Heks om een wasmachine af te leveren…

‘Oh, gaat u zo beginnen? Misschien heeft uw medewerker mijn koelkast wel kapot geprikt!’ pareer ik zijn geneuzel. De man beweert de raarste dingen. Maar het gegeven, dat een koelkast met een beoogde levensduur van 10 jaar niet zomaar na drie jaar kapot mag gaan vindt geen weerklank.

De man gaat het met zijn collega overleggen. Na lang aandringen van onze kant. Hij neemt nog contact op.

‘Die man is inderdaad een erg onbeleefd, Heks,’ verzucht Rozenhart, ‘Hij kan volstrekt niet met mensen omgaan. En dat schampere lachje bij al die vreselijke dingen die hij uitkraamt,  maakt het er allemaal niet beter op.’

‘En jou dan ook nog de schuld in de schoenen proberen te schuiven, weinig professioneel. Dat verwacht je niet van een hofleverancier! Die man moeten ze eigenlijk helemaal niet met klanten laten interfereren….. Liebherr heeft een hele goeie klantenservice, laten we hen gewoon eens bellen….’

Zo gezegd, zo gedaan.

‘Natuurlijk kan dat niet zo maar, daar moeten we een oplossing voor zoeken,’ roept de Liebherr-dame aan de telefoon direct. Ze komt met allemaal coulance-regelingen aanzetten. Niks Boeings vallen ook bij bosjes uit de lucht. Dit mag niet zomaar gebeuren!

Op aanraden van zowel de dame als de winkel schakel ik de koelkast in elk geval een dag helemaal uit. Misschien wekt dat hem weer tot leven. Maar nee, het blijkt de nekslag. Hierna doet het onding helemaal niets meer. Ik gooi voor een godsvermogen eten weg.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Intussen zit Heks alweer bijna een week zonder koelkast. Morgen komt er iemand van de winkel om te kijken of ze er iets aan kunnen doen. Ze hebben geen haast. En intussen maakt het ook niks meer uit. Alles is toch al bedorven.

Met de monteur van Liebherr heb ik voor de zekerheid een afspraak gemaakt voor komende donderdag. De winkel gaat het ongetwijfeld niet oplossen. Ik zie die bui al hangen. ‘Als het aan de fabricage ligt krijgt u een nieuwe koelkast. U betaalt dan alleen de jaren, die u hem al heeft gebruikt, 3,25 in uw geval. We gaan uit van 10 jaar probleemloos gebruik…..’

Er gaat altijd wel weer iets mis in het leven. Ontploft niet je wasmachine, dan raakt je koelkast wel van de kook. Of je hond krijgt iets geks. Je kat raakt zoek. Of je krijgt Corona.

Iets dat ik beter niet kan krijgen. Ik overleef dat waarschijnlijk niet. Met dat ellendige krakkemikkige immuunsysteem van me. Of ik doe er drie jaar over om er bovenop te krabbelen. Ook geen prettig vooruitzicht……

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een dagje vrij van je eigen bestaan is ook wel eens lekker. Of een paar weken, maanden….. Op vakantie gaan is voorlopig geen optie. Bovendien veel te vermoeiend. Maar een middagje ongegeneerd door de stad schuimen en plezier maken kan natuurlijk altijd!

‘Schat, kom je eten?’ Heks heeft een enorme pan Thaise rode curry gekookt. ‘Graag,’ schrijft Steenvrouw terug, ‘Maar liever morgen. Vandaag ben ik druk aan het klussen…..’

Mijn handige stoere vriendin heeft een complete wooneenheid in haar huis gebouwd. Met een piepklein keukentje, badkamertje, balkonnetje, bedje, tafeltje, stoeltje, magnetronnetje en kast. Ruim vijf, zes maanden is ze aan het klussen geweest. Een eindeloos project, een gebed zonder end, een megaklus.

Maar nu is het dan af. Haar eindeloze gebed is verhoord: Er komt een huurder aan. Hoera!

Zondag fiets ik een schandalig late ochtendronde ergens in de middag. Ik heb om zes uur vanmorgen nog door een slapende stad gewandeld en daarna zelf flink uitgeslapen. Langzaam kom ik weer op gang.

De stad is afgeladen vol. Overal staan bandjes te spelen, want vandaag is het Gouden Pet festival. Een competitie tussen straatmuzikanten. Heks heeft ook wel eens meegedaan vijfentwintig jaar geleden. Samen met Buurman en ons Dikkertje Tromkoor, een compleet koor bestaande uit twee personen. Ons tweetjes.

‘Kom wat eerder, dan gaan we een beetje over de markt lopen, het is hartstikke gezellig in de stad,’ app ik Steenvouw. Zo lopen we een klein uurtje later lekker door de stad te schuimen. VikThor is ook van de partij. Heerlijk vindt hij dat, die mensenmassa’s. Overal knuffelen met Jan en Alleman…. Een heel ander karaktertje dan Ysbrandt….

Op de Breestraat is een rommelmarkt aan de gang. Heks heeft een paar tientjes in haar tas gestoken. Hier en daar koop ik wat onzinnige en fantastische spulletjes. Het allerleukste is evenwel het onderhandelen. Ik heb een goede bui, evenals de verkopende partij. Dus de kwinkslagen zijn niet van de lucht.

In een kraam vol vreemde voorwerpen staan twee minuscule sumo worstelaars tegenover elkaar. Plastic poppetjes werkend op zonne-energie. Dreigend wiegen ze met hun heupjes. Schommelen met hun minimale massieve schoudertjes.

‘Wat kosten die worstelaars?’ ‘Vijf euro, jongedame. Maar ze zijn alleen saampjes te koop…..’

De twee mannekes wisselen van eigenaar. ‘Ze doen me denken aan bepaalde mannen in mijn omgeving,’ grap ik opgewekt tegen de verkoper. Grinnikend dient hij me van repliek. De lucht is licht en vrolijk. We dansen verder door de stad.

Een grote blauwe opgezette vlinder trekt mijn aandacht. Mijn hulp is dol op vlinders. En met name dit exemplaar. Een paar weken terug heeft ze me er een afbeelding van laten zien op haar telefoon. ‘Maar die dingen zijn geweldig duur. Moet je kijken, wat ze er voor vragen….’

Wat een toeval, dat ik er eentje tegenkom. Mijn kleding-engel is weer goed bezig. Hij heeft zich intussen ook toegelegd op het opsporen van bijzondere vlinders en woonhuizen. Voorzichtig informeer ik naar de prijs. Een fractie van wat ze er op internet voor wilden hebben.

Hierna vinden we het welletjes. Het geplande terras laten we zitten.

Met een tas vol gekke aankopen lopen we weer naar Huize Heks. Steenvrouw heeft ook een paar leuke dingetjes op de kop getikt. ‘Ik ben eigenlijk bezig om troep weg te gooien en moet je nu eens zien….’ ik kijk mijn vriendin berouwvol aan. We schieten in de lach. Vandaag mag het eventjes.

Geen zorgen voor morgen en leve de lol.

Heks zet een fenomenale Thaise curry op tafel. Verse Thaise basilicum groeit in mijn raamkozijn. Ik snipper de blaadjes over de borden. Nog een schepje veganistische Tzatziki ernaast….. Het feestmaal is compleet.

‘Proost, schat,’ Steenvrouw heeft wijn meegenomen. We klinken op een mooie zomer, nette bewoners voor haar pasgebouwde studio en de liefde. Vooral de liefde heeft wat geproost nodig. We zijn beiden alweer jaren vrijgezel. Het bevalt wel, beter dan leven met gezegende gekken, zoals onze exen…..

Maar is het intussen niet eens tijd voor een nieuw avontuur?

©Toverheks.com

 

 

‘Koningsdag 2019? Heks is er net van bijgekomen. De voorbereidingen zijn tien keer leuker dan de dag zelf. Wat een kou. Wat een gesjouw. En: ‘Drie keer niks is toch wel duur, mevrouw.’

‘Zullen we op de koningsdagmarkt gaan staan, Heks?’ Mijn nieuwe heksenvriendinnetje kijkt me verwachtingsvol aan. Ze wil allerlei oude spulletjes gaan verkopen. Heks heeft ook nog wel wat rommel op te ruimen. En een heleboel leuke kettingen en oude kleding…..

Zo gezegd, zo gedaan. Mijn maatje regelt een plek op de Papengracht. Een super leuke locatie. Het is schitterend weer in de week voorafgaand aan de grote dag. De mussen vallen van het dak. Ik haal de dag voorafgaand aan koningsdag dus nog een partijtje gekke zonnebrillen bij mijn geheime adresje.

De man verkoopt oude partijen van van alles en nog wat. Een winkel van Sinkel van heb ik jou daar. Echt een favoriet van Heks. ‘Hier heb je nog wat brillenrekjes. Je moet ze wel eventjes zelf in elkaar zetten,’ hij drukt me een paar kartonnen dozen in de hand.

Mijn heksenmaatje staat alles hoofdschuddend te bekijken. Ze houdt haar hoofd weliswaar stil, maar ik zie haar toch schudden vanuit mijn ooghoeken. Met een etalagepop onder de arm lopen we naar Huize Heks. We zijn al de hele middag saampjes op stap.

Eerst koffie met zelfgebakken koekjes in haar heksenhuisje. ‘Zal ik je de kaart leggen,’ zegt mijn vriendin plotsklaps. Geroutineerd schudt ze het pak tarotkaarten en legt ze op tafel. ‘Eens kijken of die nieuwe aanbidder iets voor je is. Of die mysterieuze man. Of er nog liefde aan komt in je leven….’

Heks is blij met haar nieuwe maatje. We zitten samen op de heksenschool. En toevalligerwijs wonen we in dezelfde stad. Op loopafstand van elkaar!

Tot besluit gaan we de hondjes uitlaten en een staatslot kopen. En vervolgens dus naar de Winkel van Sinkel. En met etalagepop onder arm naar Huize Heks…….

Dan weer terug lopen naar de Haven om mijn fiets op te halen. Nog een hondenrondje langs de Singel en de koek is op. ‘Oh jee, ik geloof dat ik te vroeg gepiekt heb,’ piep ik ’s avonds tegen de Don aan de telefoon. Ik ben helemaal druk van moeheid en dat is over het algemeen een veeg teken…..

Een schier slapeloze nacht volgt. Teveel adrenaline in mijn systeem en tegelijkertijd doodmoe. Ik woel en draai me vast in mijn dekbed. Waakslaap en slaapwaak de nacht door. Word heel vroeg wakker om vervolgens toch nog in coma te geraken.Schrik me dood van de wekker en moet ik er dan toch echt uit.

Ik heb geprobeerd om 1 en ander goed voor te bereiden, maar op het laatste moment neemt mijn chaotische aard het over. Ik ben te moe om verstandige beslissingen te nemen, dus fiets ik met een hondenkar vol spulletjes naar de Papengracht. Volledig kapot en de dag moet nog beginnen.

Mijn vriendin is in geen velden of wegen te bekennen. Het zal nog een klein half uurtje duren, voordat ze zich door de menigte heeft geworsteld. Heks zit dan al met wat troepje op de stoep. Het is gemeen koud weer. Net als we van alles hebben uitgestald klettert een overdreven natte voorjaarsbui over het terrein….

Snel de boel weer op een drol gegooid en een paraplu eroverheen. De volgende bui krijgen we hulp van de buurman en zijn enorme oranje zeildoek. Heks loopt even naar huis om een paar kleine krukje te halen. Ik kan niet meer op mijn benen staan intussen. En het is pas half 12 in de ochtend…..

Terwijl ik heen en weer marcheer voel ik de spierpijn in mijn benen schieten. Een teken aan de wand. O jee, mijn lijf gaat het opgeven. En het is nog niet eens middag! Ik heb nog niks verkocht. Alleen maar ontevreden dames aan mijn kleed, die echt helemaal niks willen betalen voor overigens prima spulletjes.

Mijn vriendin doet goede zaken. Zij heeft dan ook werkelijk prachtige kettingen van agaat en mooie ingewijde gebedskralen uit India. Voor een appel en een ei. Ze is overbodige troep uit haar leven aan het verwijderen. Heks heeft ook iets van haar gekregen.

‘Het is een heilig voorwerp uit India, ingezegend door een monnik. Kijk, onderaan zit een mesje. Om overbodige banden door te snijden….. Ik heb em niet meer nodig…..’

Om een uurtje of 1 houden we het voor gezien. We zijn intussen al tien keer zeiknat geregend. En volgens buienradar was dit de droge periode en komen de echte buien er nu pas aan……

Heks heeft alleen een knaloranje sjaal verkocht, die eigenlijk ter decoratie was meegekomen. Ik wilde em echt niet kwijt. Maar de alleraardigste vrouw tegenover me heeft het koud. En ze heeft haar oog erop laten vallen. Hij is ook prachtig.

Ook heb ik een sjaaltje verkocht aan iemand, die er niks voor wilde geven. Zelfs toen ik de prijs halveerde naar dubbel niks was het nog teveel. Ze geeft me daarvan de helft in stuivers. Kijkt me meesmuilend recht in mijn gezicht. Wat een portret. Niet leuk meer. Zo wordt dit spel niet gespeeld! Het spel is dan ook uit. Ik ben er klaar mee.

Gelukkig verkoop ik nog een lederen portemonnaie voor twee kwartjes aan een schattig meisje. Dat maakt mijn dag enigszins goed.

Steenvrouw komt nog even langs, alsmede mijn hulp met haar hele gezin. Maar dan ben ik alweer helemaal ingepakt. De etalagepop achterin de fietskar. Ze ligt een beetje achterover, waardoor mijn kar aanloopt. ‘Ze lijkt wel zwaarder dan op de heenweg…’

Ja, dat krijg je met die anorectische etalagepopjes. Heeft natuurlijk maanden niks te vreten gehad en heeft zich op de markt stiekempjes aan van alles en nog wat te goed gedaan……

Thuisgekomen ben ik zo kapot, dat ik er chagrijnig van ben. ‘Dit doe ik nooit meer, veel te vermoeiend, veel te zwaar voor mijn gestel….’ pruttel ik, terwijl ik alles weer naar binnen sjouw. Ik smijt het in een hoek en zijg neer in mijn stoel.

Daar zit ik een uur later nog steeds. Bewegingsloos. Verkleumd tot op het bot. Ziek. Misselijk. Ellendig. Alles doet pijn……

Ik kruip zonder lunch of avondeten in bed om er alleen nog uit te komen voor een ijskoude laatste hondenuiltaatronde. Ik fiets een rondje langs de Singel. De kille ijzige wind vreet zich een weg door mijn dikke kleding. Mijn handen veranderen in ijspegels. Het zal een half uur onder een gloeiendhete douche kosten om Heks weer op te warmen.

Koningsdag 2019 is geen succes voor Heks. De voorbereidingen waren echter geweldig. Misschien had ik de dag zelf moeten overslaan en alleen voor de aanloop moeten gaan…. Met mijn nieuwe heksenmaatje met het gouden hart.

Ik slaap ongeveer het klokje rond. En nog steeds ben ik niet vooruit te branden. Ik lig daarna nog een hele dag uitgeblust in bed voor de buis. Te moe om te eten. Alleen voor een paar fietsrondes met VikThor kom ik er even uit.

Maar: Het kleine magische mesje gekregen van de schone Italiaanse heksenprinses is al bezig om zijn werk te doen. Volgende week ga ik met Joy mijn kledingkast aanpakken. Spulletjes uitzoeken voor tweedehandswinkels. En de rest naar het Leger Des Heils. En wat dan over blijft is voor de lompenboer.

 

 

 

Zalig kerstfeest lieve lezers. Heks zit heel alleen kerstfeest te vieren. Maar van eenzaamheid is goddank geen sprake! Ik vermaak me eigenlijk best.

Kerstavond reanimeer ik mezelf richting kerk. Gloeiendhete douche, bak sterke koffie en een hap pijnstillers doen wonderen. Flinke kwast over de kaken en ik lijk net een mens. In plaats van een lijk. Helemaal niet gek gedaan, Heks!

Kortjakje plof neer op een plekje achterin de kerk. Naast me schuiven twee dames aan. Een moeder en dochter? Het lijkt erop. De overigens volwassen dochter zoekt verwoed in de liturgie naar het liedje, dat de goegemeente aan het zingen is. We zingen altijd een vol halfuur voorafgaand aan de dienst. Ouderwetse kerstliedjes.

‘Hier,’ ik wijs het betreffende liedje aan. ‘Ik ga toch echt niet meezingen, hoor,’ grijnst de jongedame ondeugend. ‘Ik wel,’ grijns ik terug. Vandaag heb ik weer eens geen stem. De hoge regionen kan ik alleen bereiken als ik er op een bepaalde manier naartoe beweeg met mijn stem.

En daar leent het gemiddelde kerstliedje zich niet voor. Zo rommel ik maar zo’n beetje tussen de octaven. Zing sommige passages heel zachtjes, hoog en zuiver, om schor neer te storten in woest gebrom rommelend in mijn borstregister. Mijn hele lijf resoneert dan mee met het grote orgel. En dat vind ik dan toch wel weer erg leuk.

Tijdens de eucharistie klets ik met mijn buurvrouw. Een ongelofelijk leuk wijf met pit. De kerk is onbekend terrein voor haar. Met kerst als sneeuw naar binnen gedwarreld. Met moeders mee waarschijnlijk.

‘Ik kwam vroeger ook wel eens bij Shambala,’ roept ze enthousiast als mijn Boeddhistische neigingen ter sprake komen. Ik vertel haar over onze Sangha in de traditie van Thich Nhat Hanh, ‘De lachende Boeddha’. Zit ik zowaar tijdens de kerstnachtmis zieltjes te winnen voor de concurrent……

Zo zit ik dus moederziel alleen en toch samen met anderen in de kerk. Mooi. Ik heb namelijk helemaal niks geregeld qua gezellig gezelschap de komende dagen.

‘Je bent altijd welkom bij het kerstdiner op eerste kerstdag, hoor,’ roept Steenvrouw al maanden. Maar Heks is te gammel om toe te zeggen. Ik weet niet of ik het ga redden allemaal. En als mensen rekening houden met een ingewikkeld dieet en je komt niet opdagen? Dat kun je natuurlijk niet maken.

‘Mag je dit of dat eten?’ appt Steenvrouw me met enige regelmaat. Ze kent mijn dieetvoorschriften grotendeels uit haar kop, maar af en toe slaat de twijfel toe. Wil ze het zeker weten. Waarom?

‘Volgens mijn accepteert ze geen nee,’ grapt de Don, als ik hem over deze ontwikkelingen rondom het kerstdiner vertel. We moeten er allebei enorm om lachen, maar stiekempjes ben ik blij met mijn koppige wijze vriendin. Vanavond vier ik eerste kerstdag met haar en haar gezin!

Mijn kerstboom heb ik dit jaar heel snel opgezet. Het is namelijk geen boom, maar een paspop. Die heb ik vliegensvlug een mooie kerstachtige jurk aangetrokken. Wat snoeimateriaal onder de rokken vandaan en een snoer lichtjes om haar ranke middel en de Godin staat in al haar glorie te stralen in mijn woonkamer.

Dit feest van geboorte is natuurlijk ook en vooral een feest van de Grote Moeder. Hoe zij bevallig beviel in een stal. Als een enorme Heilige Koe. Het is het feest der vruchtbaarheid. Hoe in het diepst van de nacht het licht weerkeert. Zich via het goddelijke geboortekanaal een weg naar buiten baant……

’s Nachts loop ik nog een hele grote ronde met VikThor. Voor hem is het tenslotte ook kerst. Het is al over tweeën. De stad is bevolkt met dronken droppies. Uitgebraakt door cafés, die ook wel eens dicht willen. Naar buiten geveegd door eigenaren, die ook wel eens naar bed willen.

Vanuit het Zeemanspark zie ik een man staan op de brug over de Singel. Hij houdt zich vast alsof hij zich op woeste baren bevindt. Alsof de Zeevaartschool een groot schip is geworden, dat in rap tempo op hem toe stoomt.

Een stukje verderop loopt een klein bozig vrouwtjes stampend over het Noordeinde. Ze kijkt achterom naar de zwabberende man. ‘Kom nou Joop, loop nou eens door, verdorie,’ snijdt haar nijdige stem door de nacht. Ze komt langs de ingang van het terrein en slaat plotseling impulsief af het park in.

Ze loopt zeker tegen de zeventig zie ik van dichtbij. Gemelijk beent ze richting de school. Ze kijkt niet op of om.

Joop is ook weer in beweging gekomen. Met zijn handen klauwend langs het hekwerk rondom het parkje voor houvast maakt hij plots flink vorderingen. Loopt de ingang van het park straal voorbij. Raakt ter hoogte van de bloemenstal finaal de kluts kwijt, want waar is zijn narrige partner? Verdwaasd blikt hij om zich heen. Valt daardoor bijna om…….

Heks besluit de man uit zijn lijden te verlossen en tevens de vrouw te helpen, die intussen weer is begonnen met machteloos schreeuwen. Snel loop ik naar de ingang van het park.

‘Uw vrouw is hier, meneer Joop,’ wuif ik hem in de juiste richting. Opgelucht draait hij zich om. Een enorm charmante man met vermoedelijk een drankprobleem. Waar zijn vrouw zat van is……..

Hij glimlacht me vluchtig toe. ‘Je bent elkaar kwijt voor je het weet,’ grijns ik als hij me voorbij valloopt. Steeds als ik denk dat hij op zijn plaat zal gaan komt hij toch weer op zijn pootjes terecht. Tenminste, zolang hij het hekwerk als steun kan gebruiken.

De rest wacht ik niet af. Ik steek de straat over. Ik zal niet zien hoe hij van zijn geliefde op zijn kop krijgt. Of hoe hij zonder de ondersteuning van gemeentelijke hekwerken verder naar huis zal moeten kruipen….

Op de terugweg ga ik langs het huis van Tanneke. Haar dode hand glijdt in de mijne. Oh, wat mis ik dat kleine toverheksje toch nog steeds. Tegenwoordig wordt haar magische huisje bewoond door een saaie huismus. De kale woonkamer zonder enige vorm van kerstversiering is gelukkig niet zichtbaar, omdat de lelijke luxaflex naar beneden zijn……

Heks heeft ook niet veel gedaan aan haar huisje dit jaar. Niet zoals andere jaren. Ik had gewoonweg niet de puf om al die kerstspullen naar boven te halen. En later weer op te bergen.

Mijn onvolprezen hulp doet me een idee aan de hand. Zijzelf heeft een paspop als kerstboom. De rok gaat over in takken. Het ziet er geweldig leuk uit, zie ik op een foto.

Zo knutsel ik op kerstmiddag snel zo’n paspopboom in elkaar hier in Huize Heks. Het is echt een plaatje en ik ben er in tien minuten mee klaar. Alle takken zelf gevonden, gekregen of gesnoeid. Appeltje eitje.

 

Drie oktober 2018. Heks viert het alsof haar leven ervan af hangt. En misschien is dat ook wel zo. Wellicht werkt al die hutspot louterend. Worden met de darmgassen kwade geesten uitgedreven….. Ik heb in ieder geval een topavond. In goed gezelschap. Op een oude vertrouwde plek.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dwrwie oktobew komt er weer aan. Voorafgaand lig ik wekenlang gestrekt. Dan is het opeens bijna drie oktober. Leids Ontzet. Vorig jaar heb ik het niet verder gebracht dan over de feestelijke warenmarkt lopen op de dag zelf. In mijn eentje. Niks aan. De speciale avond vooraf aan drie oktober zat ik uitgeput in mijn huis te luisteren naar het kabaal van een feestende stad.

Dus dit jaar kan ik het natuurlijk helemaal vergeten. Met al die virussen in mijn lijf. En de algehele malaise van een goeie dip in mijn ‘genezingsproces’ van alweer dertig jaar. Een proces, dat nooit heeft uitgeblonken in effectiviteit. Laat staan duurzaamheid. Een tijdelijke opleving op zijn hoogst. Niets bestendigs. Niets maakbaar bestaan.

De Don meldt zich een week van tevoren. ‘Ik kom naar Leiden.’ Oeps. Dan moet ik snel uit de kreukels komen, anders wordt dat niks. Ik zet alles in op ontkreukelen. Ik houd mijn gemak. Ik probeer positieve gedachtes te produceren tegen de snotklippen op.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Ik heb het leven lief,’ bijvoorbeeld. Dat resoneert goed met mijn binnenkant. En het klinkt gezelliger dan ‘Ik haat mijn leven, ik haat die ziekte, ik heb de pest aan alles en iedereen, die me altijd laten stikken….. Bladiebla….’

‘De kunst is om overal ja tegen te zeggen,’ aldus een heksenvriendinnetje van Heks. Ze zegt het op een moment, dat ik werkelijk niet zit te wachten op dit soort wijsheden, maar evenzogoed heeft ze wel een punt. De kracht van JA. Ik heb er zelfs een boek over staan. Geen doorkomen aan…..

De Don zegt af. Het gaat niet lukken door externe omstandigheden. Heks spreekt af met Trui. ‘Laten we saampjes de stad in gaan.’ Ik ga een poging doen om de dag tevoren hutspot te koken. Met mijn fenomenale klapstuk. ‘Als het lukt, kom dan eten….’

De Don meldt zich weer. Hij komt toch. De externe omstandigheden zijn veranderd. Steenvrouw heb ik intussen ook uitgenodigd. Dat wordt een gezellige boel.

Op maandag kook ik inderdaad ons lokale bevrijdingsgerecht. Er staat voor een weeshuis klapstuk in de oven. Een gigantische pan hutspot maakt het compleet. De Don belt. Hij gaat toch niet komen. Als hij echter hoort over de hutspot met klapstuk besluit hij toch te komen.

Dinsdag 2 oktober ben ik nog steeds op de been. De Don belt af. Het gaat toch niet lukken om die hele reis om de wereld van Groningen naar Leiden voor elkaar te boksen. Jammer! Nu blijven alleen de meisjes over.

Om 6 uur komen mijn vriendinnen. We gaan aan de wijn. Heks ook. Ik heb mijn blauwe knoop in de wilgen gehangen voor dit evenement. Hips dus.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Tegen achten staan we te schreeuwen bij de Taptoe. De zoon van Steenvrouw loopt mee. Zijn marching band staat tien minuten voor onze neus te toeteren en nog hebben we hem niet ontdekt. ‘Misschien ligt hij wel dronken in bed,’ grapt zijn moeder. Sinds kort is zoonlief het huis uit. Ze heeft geen idee meer wat hij allemaal uitspookt……

Dan gaan we naar de WW. Hier gaat de zoon van Ernst spelen met zijn band. Net als zijn vader vroeger. ‘Het begint om 9 uur,’ aldus de Don. Hij heeft het weer van iemand anders gehoord. Steenvrouw is intussen naar huis. Zij zit alweer aan haar tax qua festiviteiten.

In de WW is het uitermate rustig. De band is nog onderweg en gaat niet eerder spelen dan half 11. Meuh. Het is maar de vraag of ik dat ga halen.

Trui en Heks lopen een rondje door de stad. We drinken nog wat. Dat helpt altijd enorm om het iets langer vol te houden in mijn geval. Deze ongezonde vorm van zelfmedicatie. De volgende dag zal blijken dat het toch niet zo’n goed idee is.

Pas tegen middernacht is het bandje volop aan het spelen. Te laat, doordat ze de stad niet door konden komen. Heks heeft een plaatstje helemaal vooraan. Ik heb zelfs een kruk weten te annexeren, dus ik hoef niet de hele tijd te staan.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Op het hoogtepunt dans ik salsa met een oude vriend. Hij smijt me vanouds de tent door. Ik heb genoeg gedronken om geen last te hebben van pijntjes en krampen. Ook merk ik niks van uit de kom ploppende gewrichten. Ontspannen zwier ik in het rond. Hoera. Ik voel me net een normaal mens.

Daarna zitten we op het terras met de kids van Trui en hun vrienden te klessebessen. Ik krijg het ene na het andere verhaal naar mijn kop. Eigenlijk hoor ik nu in bed te liggen. Ik vraag me af hoe ik in godsnaam naar huis moet komen. Ik ben zo moe als een hond. Dan gaat lopen normaal gesproken al moeilijk. De boel blokkeert. Mijn lijf gaat op slot. Mijn onderdanen veranderen in stokjes…..

Gelukkig heb ik Trui bij me. Er gaat nog een oude vriend van haar mee. Gedrieën zwabberdezwieren we naar Huize Heks. Daar warmen we nog een lekkere pan hutspot op. De vriend laat mijn hondje uit. Wij zijgen neer in de keuken.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De volgende dag heb ik een vreselijke kater. Zoals ongeveer elke ochtend, alleen deze keer is het mede van de drank. Ik heb er dan ook vrede mee. Er staat een geweldige avond tegenover.

Drie oktober blijft Heks in haar holletje. Op wat grote uitlaatrondes met VikThor na. Zo zie ik onderweg nog de wagens van de optocht klaarstaan. Een marching band speelt me van de sokken op de Singel. Overal zitten clubjes bejaarden klaar op hun tuinstoelen……

s ‘Avonds wordt de sfeer in de stad grimmiger. Kroegen braken stomdronken mensen uit. Regelrecht Heks’ steeg in…… Ik steek mijn hoofd uit het raam om te zien of de kust veilig is voor een hondenronde. Een groezelige jongeman houdt verwoed zijn bescheiden penis vast, terwijl hij leunend tegen de deurpost net naast de brievenbus van de buren pist.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Ik ga gewoon wrijden hoowr!’ lalt verderop een zwaar bezopen gast tegen zijn vrienden. Hij valt steeds om. Ze sjorren hem weer overeind. ‘Maarwrwrw ik ken nog best zelf rwijden hoow! Geef godvewdomme mij autosleutels trwug!’ klauwt hij woedend om zich heen.

Zijn vrienden zijn gelukkig verstandig. Ze geven hem een flinke klap voor zijn kanis. Daarna heeft hij niet meer zoveel praatjes……..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Pech onderweg is niet voor watjes zeg. Heks koopt op de valreep een knalgeel fluorescerend jasje en dat is maar goed ook. Mijn voornemen nu eens op tijd om Parijs heen te zijn gaat op in rook. Ik kom dan wel voor hete vuren te staan, maar ik heb de soep heus heter gegeten. Uiteindelijk is het leven een groot avontuur. En: Vandaag loopt alles goed af!

Een paar dagen voordat ik naar Plumvillage vertrek haal ik de Don van het station. Strak in het pak stapt hij bij me in de auto. De koffer met nog meer pakken en hoeden gooien we achterin. In Huize Heks hangen ook nog eens een maatpak en een colbertje klaar. Hij komt deze maand wel door!

De volgende dagen ga ik door met het voorbereiden van mijn reisje. Afgewisseld met kletskous-sessies met mijn oude vriend. Zijn aanwezigheid werkt twee kanten op. Enerzijds houdt het me rustig, zodat ik mezelf niet voorbij hol. Anderzijds leidt het me geweldig af, waardoor sommige items uiteindelijk niet in mijn bagage terecht komen…..

Ergens onderweg naar mijn tassen neergelegd en vervolgens vergeten. Zo vergeet ik mijn toetsenbord, oplaadsnoer van mijn iPod-achtige apparaatje, bodylotion en zonnebrandproducten. Nou ja. Wat kan het schelen? Uiteindelijk zit ik evenzogoed met een gigantische berg teringzooi in mijn autootje.

Twee dagen voor vertrek breng ik VikThor naar zijn logeeradres. Hij wordt met open armen ontvangen door de hyperactieve zoon des huizes. Eindelijk iemand met meer energie dan mijn hondje! Wat zal mijn ventje het geweldig hebben hier!

 

De avond voor vertrek stouwen we mijn kanariepiet alvast vol. De Don sjouwt alles naar beneden en ik prop alles vakkundig in mijn bolide. Ik gooi knalgele dekens over mijn spulletjes en parkeer mijn karretje in een steeg om de hoek. Zodoende hoef ik de volgende morgen alleen maar een kop straffe koffie naar binnen te gieten en mijn tas met belangrijke paperassen in te laden.

Zo vertrek ik dan op een voor mij ongebruikelijk vroeg tijdstip. Het zonnetje schijnt. Ik zit werkelijk voor tienen op de snelweg! Om direct bij Rotterdam in een geweldig verkeersinfarct terecht te komen. Er is een vrachtwagen met spijkers omgevallen in de bocht op de ring. Hierdoor hebben tweehonderdachtenzestig auto’s een leuke lekke band gekregen. Het verkeer staat vast van hier tot Tokio.

Goeie hemel. Op het allerlaatste moment besluit ik dan toch maar over Barendrecht te rijden. Ik ben niet de enige met dit gezegende idee, dus ook hier sta ik uren vast. In de stromende regen en storm. Want het is ongelofelijk ellendig weer geworden intussen. Met grote moeite houd ik me staande tussen al het vrachtverkeer.

Via Zeeland kom ik alsnog in België terecht. En vandaaruit uiteindelijk in Noord-Frankrijk. Daar zie ik plotseling dat ik nodig moet gaan tanken, net op het moment dat ik langs een slecht aangegeven in het struweel verborgen tankstation kom. Helaas moet ik wel eerst vier banen oversteken en dat lukt niet meer. Volgende station dan maar……

Plotseling houdt mijn karretje ermee op. Precies waar de weg zich splitst. De rechterbanen gaan naar Calais en de linkerbanen naar Parijs. Heks staat stil op de kleine strook tussen deze voortrazende verkeersaders. Wat nu? Is mijn tank gewoon leeg of is er toch iets anders aan de hand? Ik bel met de ANWB.

‘U moet wachten op de franse verkeerspolitie. Zo is de wet, we kunnen eventjes niets voor u doen. U moet dit en dat nummer bellen en uw positie doorgeven, die staat op die paaltjes langs de weg, kijk maar goed, bladiebla….’

Heks zit intussen badend in het zweet in haar kleine voiture door stapels bagage heen te gluren of ze zo’n verrekt paaltje ziet. Maar nee. Precies op dit kruispunt der wegen zijn die dingen dun gezaaid. Ik zal eropuit moeten……..

Ik trek mijn net aangeschafte lichtgevende gele vestje aan en wurm me voorzichtig uit de auto.

Met gevaar voor eigen leven ga ik op zoek naar zo’n verdraaid paaltje. Goeie hemeltje, wat rijden ze hier hard. Links en rechts suizen enorme vrachtwagens voorbij. Na zo’n vijfhonderd meter ontwaar ik een paaltje in het struikgewas aan de overkant. Ik tuur me suf en stamp de nummers in mijn kop. Nu weer terug schuifelen…..Heks is blij als ze weer in haar autootje zit.

Een klein half uur later komen er franse mannetjes met een grote auto vol wegversperringsmateriaal. Snel zetten ze de rechterbaan af. Binnen een minuut staat er een gigantisch file. ‘Voor mij,’ glim ik tevreden. Zorg ik ook eens een keertje voor oponthoud.

Wat een opluchting.

Ik begroet mijn redders enthousiast. Ik prijs hun onverschrokken heldendaden hier ter plekke. ‘Ach,’ wuiven ze mijn complimenten verlegen van de baan, ‘We zijn het gewend…..’ Ze krijgen plezier in het geval, vooral als er allemaal mannen uit de stapvoets voorbijrijdende auto’s gaan hangen. ‘Bonjour,’ schreeuwen die naar een opgelucht lachende Heks met haar cowboyhoed en dito laarzen.

Mijn spijkerjurkje valt enorm in de smaak van dit onverwachte publiek. Mijn redders staan trots te lachen naar hun concurrenten. Opgewekt instrueren ze me over wat nu komen gaat. ‘Je wordt weggesleept. We mogen geen benzine in je tank gooien. Het is bij de wet verboden. Bovendien kan het ook iets anders zijn. Hopelijk. Anders moet je die sleepwagen zelf betalen…..’

 

Ze grijnzen me opgewekt tegemoet. O jee. Nou ja, ik ben allang blij dat het allemaal meevalt. Ik heb doodsangsten uitgestaan het afgelopen uur.

Even later arriveert de sleepwagen. De wieldop wordt van mijn achterwiel gelicht en in  no time staat mijn kanariepiet op zijn enorme grote broer te kwetteren. Heks zit al voorin de gigantische cabine van de wagen. Ik ben intussen in een prima humeur. Ik heb de grootste file veroorzaakt, die je je maar kunt voorstellen. En zelf rijden we vrolijk voor de meute uit.

Met een rotvaart jakkert de chauffeur door het franse platteland, tot hij in een stadje een schier onmogelijk manoeuvre uithaalt. Achteruit steekt hij zijn gevaarte door een poort. Plotseling staan we op het binnenplaatsje van een rommelig garagebedrijf met sleepwagen en al. De eigenaar van dit zootje ongeregeld gaat helemaal glimmen als hij Heks in het vizier krijgt. Ik heb een fan!

Even later duwen ze mijn karretje de garage in. Een leger mannetjes stort zich op de motorkap. Heks staat in het aangrenzende kantoor met haar nieuwe aanbidder. We kijken door de ruit naar de kluwen monteurs, terwijl hij met de ANWB belt.

Een besmeurde monteur komt binnen stuiven met de diagnose. De baas ratelt vervolgens in het frans tegen de man van de ANWB. Smijtend met terminologie, die ik niet ken.

Intussen knipoogt hij olijk naar me. Of heeft hij een vuiltje in zijn oog? Hij knippert en knijpt er op los. Dan geeft hij me de hoorn. ‘Het is uw benzineleiding. Het slangetje is losgeschoten. Geen wonder dat u opeens stil stond….’ toetert de man van de alarmcentrale in mijn oor, ‘Ze zetten er een nieuw slangetje op en dan kunt u weer verder rijden.’

De man met het vuiltje in zijn oog kijkt me stralend aan. ‘Ik heb er ook nog maar 10 liter benzine ingegooid,’ vertrouwt hij me toe. Dat begrijp ik. ‘Wat krijgt u van me?’ Ik kijk in mijn portemonnaie en geef hem vijftig euro. ‘Welnee,’ roept de man verontwaardigd, ‘Dat is echt veel te veel. Kijk,’ hij wijst naar een tientje dat ernaast ligt. Dat is ruim voldoende……

Voor de hele meute van de door mezelf  veroorzaakte enorme file uit tuf ik naar Parijs. Daar kom ik alsnog in een nieuw verkeersinfarct terecht, met een slakkengangetjes worstel ik me over die verduivelde Boulevard Périphérique. Hier heeft mijn vader wel eens een band staan verwisselen op een brug zonder fatsoenlijke vluchtstrook. Zo koel als een kikker. Het kan dus wel degelijk erger……

Na Parijs knal ik door tot Vierzon. Daar weet ik een lief hotelletje vlak bij de snelweg. Om kwart voor 11 ’s avonds bel ik aan. De deur zit al op slot, iedereen slaapt. Behalve de beeldschone zoon van de eigenaresse. Slaperig doet hij de deur open. Hij checkt me in en een half uur later lig ik ook op 1 oor. Eten doen we morgen wel weer. Nu eerst maar eens schandalig lekker slapen.

 

 

 

 

 

Ben je boos? Pluk een roos! Zet em op je hoed, dan ben je morgen weer te pruimen. Te nassen. Sommige mensen dragen nooit een hoed en dat is te merken ook! Heks krijgt onzinnige verwijten naar haar kop van een chagrijnige moederkloek. Eigenlijk verdient het mens billenkoek, maar ik geef haar een koekje van eigen deeg!

Maandag fiets ik door de stad op weg naar de Koerdische fietsenmaker. De man heeft mijn fietskar in reparatie. Heks is benieuwd wat hij nu weer heeft verzonnen om het ding aan de praat te krijgen. Hij heeft altijd onorthodoxe methoden om het onmogelijke te repareren. Met stukken tuinslang bijvoorbeeld…….

Ik word altijd vrolijk van die kleine man. Wat zijn ogen zien kunnen zijn handen maken en daar houd ik van. Ik ben dus goedgehumeurd. Even voor de goede orde. Ik zit zachtjes te neuriën met mijn hondje dravend aan mijn zijde.

Bij de Haarlemmerstraat vergis ik me in een steeg. Ik moet weer een stukje terug. Braaf ga ik lopen. Ook even voor de goede orde: Ik ben dus niet illegaal door die winkelstraat aan het fietsen.

De stad is uitgestorven vandaag. Mensen zijn massaal andere dingen aan het doen dan winkelen in het laatste obscure deel van deze kilometer koopplezier. Links en rechts staan panden leeg. Ik steek over om in de schaduw te lopen. Voor mijn hondje. Het is warm. Vandaar.

Terwijl ik loop te dromen en glimlachen en zingen passeer ik een vrouw met haar zoon. Ik let er niet op, want er is een zee van ruimte om ons heen. ‘Je loopt aan de verkeerde kant,’ blèrt het achterlijke klotewijf plotseling recht in mijn gezicht. Ik schrik me rot.

Stomverbaasd kijk ik om. ‘Waar heb je het over, gek mens, de straat is uitgestorven. En dan nog: Je mag hier lopen waar je maar wilt!’

Ik ben opeens kwaad. Gek genoeg. Waar komt dat nu vandaan?

De vrouw vindt het geweldig om mijn reactie te zien. Zij is plotseling vrolijk. Betweterig staat ze me uit te lachen. Een subtiel superieur trekje glijdt over haar gemene smoelwerk. Oh, wat geniet ze toch van haar onverwachte schijtactie. Inwendig scheldend schiet ik een steeg in.

Wat gebeurde hier nu?

Ik ben al bijna bij de fietsenmaker als ik een lumineus idee krijg. Ik ga dat pakket shit aan dat gekke mens terug geven. Ik weet nog niet hoe. Eerst maar eens omfietsen en de zaken vanaf een andere kant benaderen!

Als ik aan de andere kant weer de Haarlemmerstraat in loop zie ik het stomme loeder net oversteken naar de andere kant van de straat. Daar gaat ze in het zonnetje lopen met haar sneue zoontje. Aan de verkeerde kant van de straat! Precies op het moment dat ik haar in het vizier krijg.

‘Je loopt aan de verkeerde kant,’ blèr ik zo hard als ik kan. De vrouw kijkt verstoord om. Ziet Heks. Ontploft werkelijk! Zwarte wolken dampen uit haar boze oren, haar fletse ogen spuwen vuur, haar pluizige piekjaar schiet recht overeind van nijd! Vanuit het blinde niets.

Ik zwaai vriendelijk en verlaat snel de straat. Het wijf ziet eruit alsof ze wel een goeie poeier kan uitdelen en dat ga ik maar niet afwachten.

Even later arriveer ik goedgehumeurd bij mijn favoriete fietsenmaker. De boze bui is weg. Teruggeven aan de gulle gever. Helaas voor het zoontje. Die moet nu weer op stap met een chagrijnig stuk moeder. Maar ik ben blij!

Het is de wet van de niet communicerende vaten, die ons hier parten heeft gespeeld.

‘Maar wat win je ermee?’ vraagt Kras me later aan de telefoon, ‘Vertel mij nu eens wat je opschiet met zo’n actie?’

Ik kan er alleen maar dit over zeggen: Mijn leven lang heb ik grotendeels gefunctioneerd als vuilnisvat voor zulke lieden. Zij waren hun shit kwijt en ik was het rijk. Nu ben ik de koning te rijk, dat ik het niet meer binnen laat komen. Helaas gaat het dan wel retour afzender. Er gaan wel meer energetische pakketjes op die manier de deur uit hier in Huize Heks.

Leuk is anders. Alhoewel: Ik heb hier diezelfde avond met Steenvrouw en haar dochter echt enorm om gelachen.

 

Op stap met vrienden. Kan dat eigenlijk wel? Vriendschap tussen man en vrouw? Daar zijn de meningen ernstig over verdeeld. Soms denk je dat het kan en kom je toch van een koude kermis thuis. Of je ziet leeuwen en beren op de weg terwijl er slechts een mak lammetje loopt te bokken. Of een onschuldige oude bok….. Heks heeft veel mannelijke vrienden. Het kan. Echt waar. Maar je moet wel ogen in je achterhoofd hebben. In sommige gevallen. En liefst ook in je onderbroek.

‘Heks, wil je me behandelen? Dat kun jij toch? Ik heb last van mijn rechterbil!’ Hawk kijkt me verwachtingsvol aan. Zou het nu eindelijk eens lukken om me over te halen tot fysiek contact? Het is inmiddels al de zoveelste poging hiertoe. Van algehele lichaamsmassages tot dan maar voetmassages of de wens me eens op die mooie rode roos te zoenen in plaats van op mijn wangen……..

Ik wimpel alles af. Aan mijn lijf geen polonaise. Ik ben geen twintig meer, maar door de wol geverfd. Ik ken mijn pappenheimers. Toe maar.

In zijn keuken hangen een aantal enorme witte zeilschepen van onderbroeken in het zicht te drogen. Ook dat nog. Bepaald geen afrodisiacum, maar daar kun je van mening over verschillen natuurlijk.

Vorige week zondag ga ik met Molenaar naar een prachtig concert in kasteel Duivenvoorde. ‘Phantasia Musica, Vioolmuziek uit de zeventiende eeuw’ door Furor Musicus onder leiding van Antoinette Lohmann.

Het is fantastisch weer. Alle bloesembomen staan volop in bloei. Grote rode beuken vlammen in pril blad. Zoete geuren verzadigen de warme lucht. Mijn lijf kreukelt ook vrolijk voorwaarts vandaag. In mijn roze bloesemjurk met bijpassend hoedje……

Het concert is fenomenaal. Heks is direct een grote fan van Antoinette Lohmans. Wat een geweldenaar op haar barokviool. Maar ook op de klompviool staat ze haar mannetje…… Ik raak helemaal betoverd door het speciale programma van vandaag. Met de klompviool als apotheose……..

‘Haar ouders spelen allebei folkmuziek,’ vertelt Fiederelsje me later. Haar liefde hiervoor is goed te horen in haar vertolking van de Bierfiedlers in het stuk van Johann Erasmus Kindermann over de oorlog tussen deze Folkländer en de meer serieuze violisten…… Wat een heerlijke middag!

Later die week ga ik met Buurman op stap. Hij neemt me mee naar alweer een concert van geheel andere orde. We gaan luisteren naar het popkoor ‘Prestige’ in de grote zaal van het Volkshuis. Zijn vrouw zingt mee. Samen met nog zo’n honderdtwintig andere vrouwen en een tiental mannen! De halve zaal staat vol koor.

‘Dat is nog wel eens eventjes andere koek dan met ons ‘Dikkertje Tromkoor,’ fluisteren we tegen elkaar nadat we zijn weggeblazen door hun massale geluid. ‘Wij moeten ook voor dit effect gaan,’ lispel ik enthousiast, ‘Maar dan wel met z’n tweetjes natuurlijk!’ Ja. we zijn en blijven toch een heel  bijzonder koor bestaande uit twee personen. En zo is het.

‘Jullie mogen gerust meeklappen en dansen!’ enthousiasmeert de dirigent ons. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Buurman naast me gaat steeds gekker doen. En Heks doet natuurlijk vanouds mee. Doet niet voor hem onder! Dubbel van de lach swingen we op onze stoelen.

Ruim een anderhalf uur genieten we van deze kakofonische eenheid. Helemaal boordevol en een beetje dol verlaten we de tent.

Kom, laten we nog een drankje doen in het Praethuys,’ roept Buurman. Zo zitten we nog een uur te toeteren tegen elkaar. Eerst in de kroeg en dan nog eventjes in Huize Heks. Heerlijk!

Afgelopen week ben ik met twee vrienden op stap geweest. Het kan dus wel degelijk, vriendschap tussen mannen en vrouwen. Heks is er het levende bewijs van. Voorwaarde is wel, dat er geen sprake is van grensoverschrijdend gedrag of ongepaste opmerkingen.

Met andere woorden: Ik wil mezelf niet constant verdedigen dat ik geen relatie, fysiek contact of seksuele toestanden wil. Ik wil geen rare opmerkingen over dat we niet met elkaar naar bed gaan bijvoorbeeld.

download-50

Dat deed een vroeger stapmaatje van me regelmatig. ‘Dit is Heks, we zijn vrienden, maar neuken niet!’ riep hij dan tegen mij wildvreemde mensen. Hij kon er maar niet bij dat ik dat niet met hem wilde doen. Hij was overigens getrouwd, maar dat maakte hem niet uit. Mij ook niet, want ik wilde het sowieso niet. Al had ik een miljoen euro smartengeld toe gekregen. Dan nog niet. Punt.

Hawk is zesennegentig. Je verwacht dan niet dat iemand zich van alles en nog wat in zijn kop haalt. Maar ja. Je kunt niet in andermans hoofd kijken natuurlijk. En afgaande op zijn opmerkingen moet ik hem maar heel goed in de gaten houden. En ontmoedigen!

Alhoewel dat ook niet altijd helpt heb ik uitgebreid ondervonden in mijn amoebe-leventje. Je kunt ontmoedigen wat je wilt, als iemand iets in zijn kop heeft staat hij daar vaak niet voor open. Het moet en zal dan gebeuren. Ooit. Niet linksom, dan rechtsom. Niet goedschiks, dan kwaadschiks.

Het is geen wonder dat ik voorzichtiger geworden ben. Hawk houd ik op veilige afstand. Geen massages en bilbehandelingen. Gewoon gezellig koffie drinken en met de hondjes wandelen. 1 keer per week. Dat is net mooi zo!

En als dat niet genoeg is, dan houdt het gewoon helemaal op.

onderbreken, klimaatsverandering, opwarming van de aarde, global warming,

Is billenknijpen verboden of strafbaar?

Weekje billenknijpen voor ‘woeste’ golfers van Grevelingenhout!!!!!!

tieten knijpen, billen knijpen,