Ben je boos? Pluk een roos! Zet em op je hoed, dan ben je morgen weer te pruimen. Te nassen. Sommige mensen dragen nooit een hoed en dat is te merken ook! Heks krijgt onzinnige verwijten naar haar kop van een chagrijnige moederkloek. Eigenlijk verdient het mens billenkoek, maar ik geef haar een koekje van eigen deeg!

Maandag fiets ik door de stad op weg naar de Koerdische fietsenmaker. De man heeft mijn fietskar in reparatie. Heks is benieuwd wat hij nu weer heeft verzonnen om het ding aan de praat te krijgen. Hij heeft altijd onorthodoxe methoden om het onmogelijke te repareren. Met stukken tuinslang bijvoorbeeld…….

Ik word altijd vrolijk van die kleine man. Wat zijn ogen zien kunnen zijn handen maken en daar houd ik van. Ik ben dus goedgehumeurd. Even voor de goede orde. Ik zit zachtjes te neuriën met mijn hondje dravend aan mijn zijde.

Bij de Haarlemmerstraat vergis ik me in een steeg. Ik moet weer een stukje terug. Braaf ga ik lopen. Ook even voor de goede orde: Ik ben dus niet illegaal door die winkelstraat aan het fietsen.

De stad is uitgestorven vandaag. Mensen zijn massaal andere dingen aan het doen dan winkelen in het laatste obscure deel van deze kilometer koopplezier. Links en rechts staan panden leeg. Ik steek over om in de schaduw te lopen. Voor mijn hondje. Het is warm. Vandaar.

Terwijl ik loop te dromen en glimlachen en zingen passeer ik een vrouw met haar zoon. Ik let er niet op, want er is een zee van ruimte om ons heen. ‘Je loopt aan de verkeerde kant,’ blèrt het achterlijke klotewijf plotseling recht in mijn gezicht. Ik schrik me rot.

Stomverbaasd kijk ik om. ‘Waar heb je het over, gek mens, de straat is uitgestorven. En dan nog: Je mag hier lopen waar je maar wilt!’

Ik ben opeens kwaad. Gek genoeg. Waar komt dat nu vandaan?

De vrouw vindt het geweldig om mijn reactie te zien. Zij is plotseling vrolijk. Betweterig staat ze me uit te lachen. Een subtiel superieur trekje glijdt over haar gemene smoelwerk. Oh, wat geniet ze toch van haar onverwachte schijtactie. Inwendig scheldend schiet ik een steeg in.

Wat gebeurde hier nu?

Ik ben al bijna bij de fietsenmaker als ik een lumineus idee krijg. Ik ga dat pakket shit aan dat gekke mens terug geven. Ik weet nog niet hoe. Eerst maar eens omfietsen en de zaken vanaf een andere kant benaderen!

Als ik aan de andere kant weer de Haarlemmerstraat in loop zie ik het stomme loeder net oversteken naar de andere kant van de straat. Daar gaat ze in het zonnetje lopen met haar sneue zoontje. Aan de verkeerde kant van de straat! Precies op het moment dat ik haar in het vizier krijg.

‘Je loopt aan de verkeerde kant,’ blèr ik zo hard als ik kan. De vrouw kijkt verstoord om. Ziet Heks. Ontploft werkelijk! Zwarte wolken dampen uit haar boze oren, haar fletse ogen spuwen vuur, haar pluizige piekjaar schiet recht overeind van nijd! Vanuit het blinde niets.

Ik zwaai vriendelijk en verlaat snel de straat. Het wijf ziet eruit alsof ze wel een goeie poeier kan uitdelen en dat ga ik maar niet afwachten.

Even later arriveer ik goedgehumeurd bij mijn favoriete fietsenmaker. De boze bui is weg. Teruggeven aan de gulle gever. Helaas voor het zoontje. Die moet nu weer op stap met een chagrijnig stuk moeder. Maar ik ben blij!

Het is de wet van de niet communicerende vaten, die ons hier parten heeft gespeeld.

‘Maar wat win je ermee?’ vraagt Kras me later aan de telefoon, ‘Vertel mij nu eens wat je opschiet met zo’n actie?’

Ik kan er alleen maar dit over zeggen: Mijn leven lang heb ik grotendeels gefunctioneerd als vuilnisvat voor zulke lieden. Zij waren hun shit kwijt en ik was het rijk. Nu ben ik de koning te rijk, dat ik het niet meer binnen laat komen. Helaas gaat het dan wel retour afzender. Er gaan wel meer energetische pakketjes op die manier de deur uit hier in Huize Heks.

Leuk is anders. Alhoewel: Ik heb hier diezelfde avond met Steenvrouw en haar dochter echt enorm om gelachen.