Pech onderweg is niet voor watjes zeg. Heks koopt op de valreep een knalgeel fluorescerend jasje en dat is maar goed ook. Mijn voornemen nu eens op tijd om Parijs heen te zijn gaat op in rook. Ik kom dan wel voor hete vuren te staan, maar ik heb de soep heus heter gegeten. Uiteindelijk is het leven een groot avontuur. En: Vandaag loopt alles goed af!

Een paar dagen voordat ik naar Plumvillage vertrek haal ik de Don van het station. Strak in het pak stapt hij bij me in de auto. De koffer met nog meer pakken en hoeden gooien we achterin. In Huize Heks hangen ook nog eens een maatpak en een colbertje klaar. Hij komt deze maand wel door!

De volgende dagen ga ik door met het voorbereiden van mijn reisje. Afgewisseld met kletskous-sessies met mijn oude vriend. Zijn aanwezigheid werkt twee kanten op. Enerzijds houdt het me rustig, zodat ik mezelf niet voorbij hol. Anderzijds leidt het me geweldig af, waardoor sommige items uiteindelijk niet in mijn bagage terecht komen…..

Ergens onderweg naar mijn tassen neergelegd en vervolgens vergeten. Zo vergeet ik mijn toetsenbord, oplaadsnoer van mijn iPod-achtige apparaatje, bodylotion en zonnebrandproducten. Nou ja. Wat kan het schelen? Uiteindelijk zit ik evenzogoed met een gigantische berg teringzooi in mijn autootje.

Twee dagen voor vertrek breng ik VikThor naar zijn logeeradres. Hij wordt met open armen ontvangen door de hyperactieve zoon des huizes. Eindelijk iemand met meer energie dan mijn hondje! Wat zal mijn ventje het geweldig hebben hier!

 

De avond voor vertrek stouwen we mijn kanariepiet alvast vol. De Don sjouwt alles naar beneden en ik prop alles vakkundig in mijn bolide. Ik gooi knalgele dekens over mijn spulletjes en parkeer mijn karretje in een steeg om de hoek. Zodoende hoef ik de volgende morgen alleen maar een kop straffe koffie naar binnen te gieten en mijn tas met belangrijke paperassen in te laden.

Zo vertrek ik dan op een voor mij ongebruikelijk vroeg tijdstip. Het zonnetje schijnt. Ik zit werkelijk voor tienen op de snelweg! Om direct bij Rotterdam in een geweldig verkeersinfarct terecht te komen. Er is een vrachtwagen met spijkers omgevallen in de bocht op de ring. Hierdoor hebben tweehonderdachtenzestig auto’s een leuke lekke band gekregen. Het verkeer staat vast van hier tot Tokio.

Goeie hemel. Op het allerlaatste moment besluit ik dan toch maar over Barendrecht te rijden. Ik ben niet de enige met dit gezegende idee, dus ook hier sta ik uren vast. In de stromende regen en storm. Want het is ongelofelijk ellendig weer geworden intussen. Met grote moeite houd ik me staande tussen al het vrachtverkeer.

Via Zeeland kom ik alsnog in België terecht. En vandaaruit uiteindelijk in Noord-Frankrijk. Daar zie ik plotseling dat ik nodig moet gaan tanken, net op het moment dat ik langs een slecht aangegeven in het struweel verborgen tankstation kom. Helaas moet ik wel eerst vier banen oversteken en dat lukt niet meer. Volgende station dan maar……

Plotseling houdt mijn karretje ermee op. Precies waar de weg zich splitst. De rechterbanen gaan naar Calais en de linkerbanen naar Parijs. Heks staat stil op de kleine strook tussen deze voortrazende verkeersaders. Wat nu? Is mijn tank gewoon leeg of is er toch iets anders aan de hand? Ik bel met de ANWB.

‘U moet wachten op de franse verkeerspolitie. Zo is de wet, we kunnen eventjes niets voor u doen. U moet dit en dat nummer bellen en uw positie doorgeven, die staat op die paaltjes langs de weg, kijk maar goed, bladiebla….’

Heks zit intussen badend in het zweet in haar kleine voiture door stapels bagage heen te gluren of ze zo’n verrekt paaltje ziet. Maar nee. Precies op dit kruispunt der wegen zijn die dingen dun gezaaid. Ik zal eropuit moeten……..

Ik trek mijn net aangeschafte lichtgevende gele vestje aan en wurm me voorzichtig uit de auto.

Met gevaar voor eigen leven ga ik op zoek naar zo’n verdraaid paaltje. Goeie hemeltje, wat rijden ze hier hard. Links en rechts suizen enorme vrachtwagens voorbij. Na zo’n vijfhonderd meter ontwaar ik een paaltje in het struikgewas aan de overkant. Ik tuur me suf en stamp de nummers in mijn kop. Nu weer terug schuifelen…..Heks is blij als ze weer in haar autootje zit.

Een klein half uur later komen er franse mannetjes met een grote auto vol wegversperringsmateriaal. Snel zetten ze de rechterbaan af. Binnen een minuut staat er een gigantisch file. ‘Voor mij,’ glim ik tevreden. Zorg ik ook eens een keertje voor oponthoud.

Wat een opluchting.

Ik begroet mijn redders enthousiast. Ik prijs hun onverschrokken heldendaden hier ter plekke. ‘Ach,’ wuiven ze mijn complimenten verlegen van de baan, ‘We zijn het gewend…..’ Ze krijgen plezier in het geval, vooral als er allemaal mannen uit de stapvoets voorbijrijdende auto’s gaan hangen. ‘Bonjour,’ schreeuwen die naar een opgelucht lachende Heks met haar cowboyhoed en dito laarzen.

Mijn spijkerjurkje valt enorm in de smaak van dit onverwachte publiek. Mijn redders staan trots te lachen naar hun concurrenten. Opgewekt instrueren ze me over wat nu komen gaat. ‘Je wordt weggesleept. We mogen geen benzine in je tank gooien. Het is bij de wet verboden. Bovendien kan het ook iets anders zijn. Hopelijk. Anders moet je die sleepwagen zelf betalen…..’

 

Ze grijnzen me opgewekt tegemoet. O jee. Nou ja, ik ben allang blij dat het allemaal meevalt. Ik heb doodsangsten uitgestaan het afgelopen uur.

Even later arriveert de sleepwagen. De wieldop wordt van mijn achterwiel gelicht en in  no time staat mijn kanariepiet op zijn enorme grote broer te kwetteren. Heks zit al voorin de gigantische cabine van de wagen. Ik ben intussen in een prima humeur. Ik heb de grootste file veroorzaakt, die je je maar kunt voorstellen. En zelf rijden we vrolijk voor de meute uit.

Met een rotvaart jakkert de chauffeur door het franse platteland, tot hij in een stadje een schier onmogelijk manoeuvre uithaalt. Achteruit steekt hij zijn gevaarte door een poort. Plotseling staan we op het binnenplaatsje van een rommelig garagebedrijf met sleepwagen en al. De eigenaar van dit zootje ongeregeld gaat helemaal glimmen als hij Heks in het vizier krijgt. Ik heb een fan!

Even later duwen ze mijn karretje de garage in. Een leger mannetjes stort zich op de motorkap. Heks staat in het aangrenzende kantoor met haar nieuwe aanbidder. We kijken door de ruit naar de kluwen monteurs, terwijl hij met de ANWB belt.

Een besmeurde monteur komt binnen stuiven met de diagnose. De baas ratelt vervolgens in het frans tegen de man van de ANWB. Smijtend met terminologie, die ik niet ken.

Intussen knipoogt hij olijk naar me. Of heeft hij een vuiltje in zijn oog? Hij knippert en knijpt er op los. Dan geeft hij me de hoorn. ‘Het is uw benzineleiding. Het slangetje is losgeschoten. Geen wonder dat u opeens stil stond….’ toetert de man van de alarmcentrale in mijn oor, ‘Ze zetten er een nieuw slangetje op en dan kunt u weer verder rijden.’

De man met het vuiltje in zijn oog kijkt me stralend aan. ‘Ik heb er ook nog maar 10 liter benzine ingegooid,’ vertrouwt hij me toe. Dat begrijp ik. ‘Wat krijgt u van me?’ Ik kijk in mijn portemonnaie en geef hem vijftig euro. ‘Welnee,’ roept de man verontwaardigd, ‘Dat is echt veel te veel. Kijk,’ hij wijst naar een tientje dat ernaast ligt. Dat is ruim voldoende……

Voor de hele meute van de door mezelf  veroorzaakte enorme file uit tuf ik naar Parijs. Daar kom ik alsnog in een nieuw verkeersinfarct terecht, met een slakkengangetjes worstel ik me over die verduivelde Boulevard Périphérique. Hier heeft mijn vader wel eens een band staan verwisselen op een brug zonder fatsoenlijke vluchtstrook. Zo koel als een kikker. Het kan dus wel degelijk erger……

Na Parijs knal ik door tot Vierzon. Daar weet ik een lief hotelletje vlak bij de snelweg. Om kwart voor 11 ’s avonds bel ik aan. De deur zit al op slot, iedereen slaapt. Behalve de beeldschone zoon van de eigenaresse. Slaperig doet hij de deur open. Hij checkt me in en een half uur later lig ik ook op 1 oor. Eten doen we morgen wel weer. Nu eerst maar eens schandalig lekker slapen.

 

 

 

 

 

Poep, schijt, kak, stront: Neem een hond. Met een kikker in zijn kont. Heks sprint een hele nacht door de steeg om ter plekke uiteindelijk een geweldig leuk mens te ontmoeten. En guess what: We zitten al een jaar te kletsen op de chat!

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM  Zen cirkel. Nog even oefenen……

Maandagavond in de schemer in het park van Noord kom ik Rooie tegen. Haar gezellige rolmops van een hulphond kwispelend naast haar rolstoel.

‘Hij is afgelopen week hartstikke ziek geweest! Niet meer besmettelijk hoor, Heks, de incubatietijd is ruim voorbij’ we maken natuurlijk een praatje, terwijl onze honden over elkaar heen rollen van plezier, ‘Zeker negen keer heeft hij het huis ondergekotst. En elke keer op de bank of op een kleedje. Ik bleef wasjes draaien. Goeie hemel. Waarom doen ze dat toch? Waarom kotst zo’n mafkees niet gewoon op de houten vloer?’

Ja, daar vraag je me wat. Dieren zitten nu eenmaal vol verrassingen! Mijn katten piesen ook bij voorkeur op een kleedje of hondenkussen. Hetgeen ook steevast ontaardt in eindeloos wasjes draaien!

Een dag later ligt VikThor slapjes op de bank. ‘Wat is je hondje toch stilletjes, ik ben het niet van hem gewend,’ merkt mijn hulp op. Er ontgaat haar nooit zoveel.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM No mud, no lotus

Als ik later een rondje met hem loop sukkelt hij naast de fiets. Hij rent niet door struiken en jaagt hooguit twintig eenden de sloot in. In plaats van tweehonderd. Omdat zijn ontlasting ook niet om over naar huis te schrijven is geef ik hem preventief wat norrit en een homeopatisch middeltje bij zijn eten.

’s Avonds laat echter stort hij zich op een onder de stoel gevonden bot. Voor ik het in de gaten heb heeft hij een enorm stuk runderhuid naar binnen gewerkt. Verdorie, dat was niet de bedoeling, ik wilde hem vandaag juist een beetje strak in het voer houden.

Midden in de nacht kom ik bij uit een terugkerende droom. Nog voordat ik kan proberen me die droom te herinneren hoor ik Vikkel de Bikkel onrustig schuiven in zijn bench. Piept hij nu een beetje? Ik zit direct rechtop in mijn bed. Er was iets. Oh ja. Het heersende honden-maag/darmvirus. Een minuut later sta ik buiten met een heel gestrest hondje aan de lijn.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM Snuitje

In mijn pyama met trui erover ren ik door de steeg naar het eerste beste stukje groen in de buurt. Daar laat ik hem los. Direct hurkt mijn ventje bij een boom. Zijn samengeknepen billetjes ontspannen en een vreselijke stank trekt over het eeuwenoude in maanlicht gedompelde pleintje. Arm kereltje. Hij is zo ziek als een hond.

Een paar uur later begint mijn monster ook te kotsen. Het feest is compleet. Diezelfde nacht trek ik nog een paar sprintjes richting park. De dag erop lig ik compleet gestrekt.

Gelukkig is mijn hondje ook niet vooruit te branden. Sneu lig hij in zijn hokje. Ik laat het hem maar uitzieken, want ik weet natuurlijk dat het een onschuldig virusje betreft. In de loop van de middag loop ik maar weer eens een rondje door de buurt.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM De vrolijke buurman

Plotseling ik een bekend gezicht opduiken bij 1 van de vele hofjes hier in de steeg. Maar waar ken ik dat gezicht van? Opeens weet ik het! Het is de grote kattenvriend, die me vorig jaar heeft helpen zoeken naar Snuitje. ‘Hallo kattenman, hoe gaat het met je?’

De man kijkt me aan alsof hij water ziet branden. Wie is die vrouw? En wat moet ze van me?

‘Ik ben de moeder van Snuitje, we hebben vorig jaar maanden zitten app’en over die kat. Je hebt me helpen zoeken. Weet je nog?’ Ja, hij weet het nog heel goed. Direct informeert hij naar haar gezondheid. Geanimeerd praat ik hem bij.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM De weg

Als ik na ons afscheid weg loop ziet hij de achterkant van mijn sweatshirt. ‘Wat een mooie Zencirkel staat er op je shirt. Prachtig!’ roept hij enthousiast. Ik vertel hem dat het een kalligrafie van Thich Nhat Hanh betreft. ‘Wat leuk, ik zit in een filmhupperdepupclub en we organiseren binnenkort een avond met een film over zijn leven,’ ik kijk hem stomverbaasd aan.

Hij weet gewoon over wie ik het heb. Al snel zijn we in een diep gesprek gewikkeld. Maar ik heb helemaal geen tijd nu! Over precies drie minuten staat Blonde Buurman op de stoep om me te helpen met mijn administratie.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM Zen cirkel,

Mijn nieuwe vriend heeft zijn sporen verdiend in een andere Boeddhistische traditie. En daar wil ik natuurlijk alles over weten. We nemen afscheid met de wens nog eens verder te kletsen.

Even later krijg ik een app’je met alle informatie over de film. ‘Dank je wel. Ik heb net heerlijke kweeperenjam gemaakt en ik wil je graag een potje brengen als bedankje voor al je hulp vorig jaar,’ schrijf ik terug.

Een afspraak is snel gemaakt. Wat leuk! Zo zie je maar dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. Of in dit geval Boeddha’s weg…….En elk nadeel z’n voordeel heb. Misschien kunnen we wel een speciale wijk-sangha gaan beginnen…… 😉

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM Wijk Sangha Haha

 

 

 

Trollen, elfen, heksen en draken: Heks gaat naar Castlefest beter bekend als Kesselfest. Een fantasy festival rondom kasteel Keukenhof. ‘Helemaal wat voor jou Heks, je zult je er thuisvoelen!’ Ik dos me flink uit, maar val totaal niet op tussen het extreme verkleedgeweld in de tuinen rondom het kasteel. Vervelen zul je je hier niet! We kijken onze ogen uit!

 

©TOVERHEKS.COM

Een week geleden zit ik met Trui aan de telefoon. ‘Laten we wat leuks gaan doen, er eens lekker op uit gaan!’ roepen we tegen elkaar. Allerlei plannetjes passeren de revue. We zijn net aangeland bij de Parade als mijn mobiel gaat. Ik neem em natuurlijk niet op. Maar als hij direct daarop nog eens rinkelt geef ik toch maar gehoor. Het is Hopla.

©TOVERHEKS.COM

‘Heks, ik ben ziek. Maar ik heb een paar kaarten voor Kesselfest. Hartstikke leuk. En nu dacht ik aan jou, jij vindt dat vast fantastisch. Heb je zin? Het is morgen al!’

Ik heb de telefoon op speaker gezet, zodat Trui mee kan luisteren. Helaas, we kunnen niet. Ik moet naar de fysio en mijn vriendin gaat haar dochter midden in de nacht naar Schiphol brengen. Maar als ik opper dat we wel in de middag zouden kunnen zijn de plannen snel gemaakt. We gaan naar een fantasy festival!

Die avond verzamel ik wat informatie over wat ons te wachten staat op internet. Het is een wild gebeuren zie ik. Iedereen gaat er verkleed heen. Laat ik vooral ook iets geks aantrekken!

De volgende dag haal ik de kaartjes op. ‘Oh, zo jammer dat we niet kunnen gaan, ik verheug  me er altijd zo op!’ Hopla staat bleekjes in de deuropening. ‘Heel veel plezier!’ ‘Dank je, lieve schat. En jij: Heel veel beterschap!’

©TOVERHEKS.COM

Om twee uur staat Trui voor mijn neus. In haar gewone kloffie. Snel plant ik een hoedje op haar hoofd. Oh, wat staat dat geinig! Zelf heb ik intussen mijn rare glinsterende zeemeerminnenjurk al aan. Op mijn hoofd staat een soort vliegende schotel. Even flink met de kwast over de kaken en klaar is Kees.

©TOVERHEKS.COM

Het leukste van ons uitje is dat VikThor mee kan. ‘Hondjes welkom, mits aangelijnd,’ staat er op de festivalsite. Ik stop wat pensstaven en een fles water in mijn tas. En allemaal lekkere dingetjes voor onszelf. Mijn maatje brengt olijven, garnalen en ansjovisjes in. Op de valreep loop ik nog terug voor een flesje ijskoude witte wijn……

©TOVERHEKS.COM

En hop, we zijn op weg. Met mijn kanariepiet. Bij de Keukenhof zet ik mijn auto ergens op het immense parkeerterrein. Overal zien we vreemd uitgedoste mensen lopen richting het park. We sluiten ons aan en kijken onze ogen uit. En we zijn nog niet eens binnen!

©TOVERHEKS.COM, VikThor is ook verkleed en hij heeft een stropdas om!

‘Mijn man en kinderen zaten me wel te pesten met het feit dat ik hierheen ga….’ maakt Trui me aan het lachen. Ik had mezelf hier ook niet zo snel gespot. Ik heb nooit iets gehad met door medemensen bedachte fantasiewerelden. Ik kon bijvoorbeeld nooit door de boeken van Tolkien komen, ik leefde in mijn eigen sprookjeswereld. En dat was meer dan genoeg!

©TOVERHEKS.COM

Eenmaal binnen maken we een grote ronde over het terrein. Goeie hemel, wat hebben mensen er een werk van gemaakt om zich bizar uit te dossen! We zijgen neer aan een picknicktafel en gapen sprakeloos om ons heen.

Heks ziet een man lopen met een dood dier op zijn schouders. Je zou denken dat hij em ergens naar toe brengt, maar het blijkt een deel van zijn outfit te zijn, dat karkas. Ik zie hem telkens weer ergens opduiken met dat kreng in zijn nek!

Ook loopt er een vrouw met een nepschaap op een kinderwagen. En een meisje met een kat als rugzak. Op die tas zit ook nog een kooitje met daarin een halve gare muis. Ik geef maar een paar voorbeelden.

Dames in prachtige droomjurken. Heel veel trolachtige wezens, mensen met puntoren, een beul met masker en levensgrote bijl, in gezelschap van zijn bloedende slachtoffer……..

©TOVERHEKS.COM

Gezinnen met kinderen, allemaal verkleed. Ik kan nog wel uren doorgaan. Maar dat doe ik niet, ik laat wel een paar foto’s zien. De meeste gemaakt toen we op weg naar huis bij de uitgang eventjes zaten uit te puffen met een kopje thee. Hele grappige foto’s ontdek ik achteraf. Vermoeide verkleedde mensen met tassen vol aankopen gedaan op de uitgebreide fantasymarkt. Voldaan. Uitgevloerd. Op weg naar huis.

©TOVERHEKS.COM

Heks kwam ook nog in de verleiding om een enorme hoge vilten heksenpuntmuts te kopen. Maar bij nader inzien heb ik besloten er zelf eentje te gaan maken van de zakken ruwe wol, die ik laatst in mijn berging heb gevonden. ‘Hoe moeilijk kan het zijn?’ denk ik overmoedig.

  

Het weer is heerlijk, ondanks de dubieuze voorspellingen. In de loop van de middag stallen we onze picknick uit op het meegebrachte kleed. Om ons heen spelen kinderen in ridderpakjes met hun vader. VikThor zit alles vol aandacht gade te slaan.

©TOVERHEKS.COM

Maar nu we  lui bij de uitgang zitten te lanterfanten slaat het weer plotseling om. Als we het terrein aflopen duikt een dreigende donkere lucht op vanachter de bomen. Aan de andere kant is de hemel nog knalblauw. ‘Daarom is iedereen op weg naar huis, ik vond het al zo gek. Hebben zeker op buienradar gekeken….’

©TOVERHEKS.COM

Vlak voor we bij de auto zijn barst het noodweer los. In een paar stappen zijn we doorweekt. Goddank hebben een we allebei een piepklein parapluutje boven ons voor boven onze hoofden. VikThor is natuurlijk echt kletsnat. Door een gordijn van water ploeteren we naar de uitgang. We hadden ons de moeite van een uitrijdkaart kunnen besparen: Ongezien verlaten we het terrein….

©TOVERHEKS.COM

‘Hoe vond je het?’ vragen Hopla en haar man me later. Fantastisch. Ik heb een heerlijke middag gehad. En mijn ogen uitgekeken. De muziek was ook heel apart. En het is echt een festival voor iedereen. Groot, klein, jong, oud, dik, dun, rijk, arm, bloedmooi, aartslelijk, wit, zwart, groen en geel…… Iedereen is even welkom en aanwezig.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

 

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

 

Ik hoorde ook allerlei vreemde talen om me heen, tot elfentaal aan toe! Het is best een internationaal gebeuren. En tevens een heel apart wereldje, die fantasy-wereld. Maar vooral: Superrelaxed.

Was het in het echte leven maar zo gesteld. Gebruikten al die zogenaamd normale mensen maar eens wat meer hun fantasie. Trok de mensheid maar eens vaker een raar pakje aan…….

‘Misschien ga ik volgend jaar wel een paar dagen kamperen daar,’ grap ik tegen Hopla’s man als hij me uitlaat. Wie weet. Ik mag mijn hondje meenemen: Dat is toch wel heel bijzonder!

‘Ik heb hele leuke foto’s van Kesselfest,’ beweer ik een week later tegen Trui als ik bij haar zit te eten. ‘Hihihi, Kesselfest, zo noemen mensen het echt,’ giebelt mijn vriendin opgewekt. En het is zo. In de volksmond staat dit festival ‘Castlefest‘ rondom kasteel Keukenhof zo bekend.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

          

 

 

 

MENStruatie in de politiek! Opoe op bezoek op het Binnenhof! De rode vlag hangt uit het Torentje! Eindelijk Regels in de Tweede Kamer! Terugkeer naar de natuurlijke kalender met dertien maandstonden. Politici ongesteld in plaats van welgesteld. Dus: In alle opzichten beter voor het gemene volk!

Je kunt van tampons ook hele mooie kerstklokjes maken: Onderkant openvouwen en in die vorm kneden en touwtje naar andere kant trekken.

Al dagen achter elkaar doe ik leuke dingen. Ha! En: Hoe is het mogelijk? Midden in de shit en dan dit! Ja, zo gaan die dingen als de boel in beweging komt.

Vrijdag komt Joy vieren dat ze eindelijk vakantie heeft. Anderhalve maand geen klas vol klierende kindertjes en vooral geen klagende  ouders….. Mijn vriendin is dol op haar vak, maar goeie hemel, wat is het vermoeiend, dat onderwijs.

Het is niet Red Bull, die je vleugels geeft bij het sporten. Nee, je kunt beter hockeyen met het juiste merk inlegkruisjes……

‘Weet je dat het steeds moeilijker is om leerkrachten te vinden voor de basisschool? Iedereen gaat werken in het voortgezet onderwijs, stomweg omdat het veel beter betaalt.’ Ze rekent me voor hoeveel meer ze zou verdienen als ze haar geliefde pré-puberalen vaarwel zou zeggen. Heks is geschokt!

Ik weet dat ons zogenaamd geëmancipeerde landje walgelijk hypocriet is als het op uitbetalen van ons dames aankomt. Krenterigheid ten top als het om de meer vrouwelijke beroepen gaat. En ook in andere beroepen hebben vrouwen nog steeds vaak een lager salaris en veel minder pensioen. Vrouwen zijn de paria’s van de loonlijsten.

Want dat is denk ik wat hier aan de hand is. Er zijn voornamelijk vrouwen aan het werk op de basisscholen. En die kunnen dat er dan toch leuk bij doen naast hun man en gezin. Een soort betaald vrijwilligerswerk. Ze willen toch zo nodig werken, die dames?

‘We moeten ook nog veel harder werken dan onze collega’s in het voortgezet onderwijs. Die bereiden een les voor binnen hun vakgebied en geven die een aantal keer. Bij ons is het elke dag wat anders. Je moet namelijk alle vakken geven en dat ook allemaal voorbereiden. En dan krijgen leerkrachten in het middelbaar onderwijs voorbereidingstijd uitbetaald en wij niet…….’

Zaterdag zit ik met Kras op een terras. De hele dag ongeveer, want mijn vriendin viert haar verjaardag. Er waaien nog meer vrienden langs. We drinken heerlijke sapjes, snoepen van lekkere hapjes en broodjes. Er wordt flink gediscussieerd bij tijd en wijle. Hoera, wat lekker om in zo’n fijn gezelschap te verkeren.

Naast me zit een vriendin van Kras, een roodharige 71 jarige motormuis, die net als zij haar sporen heeft verdiend in de feministische wereld. Want die bestaat ook. Vroeger meer zichtbaar met vrouwenboekhandeltjes, vrouwenhuizen, vrouwen dit en dat…… Maar sinds de emancipatieraad is opgeheven, -het zou niet meer nodig zijn, vast een man die dat heeft bedacht…..,- is de beweging weer een beetje ondergronds gegaan.

‘Gelukkig staan er momenteel weer van die lekkere felle tantes op’, roepen we blij naar elkaar. Laatst in een televisieprogramma zag Heks een paar fantastische piepjonge feministes aan het woord. En een rake taal dat ze uitsloegen, heerlijk.

Ja, we leven in een gestoord land. Een misogyne partij als de SGP mag gewoon mee doen aan de verkiezingen, dus eventueel zelfs regeren, terwijl ze tegen vrouwenkiesrecht   zijn. Ook hebben ze geprobeerd om vrouwen uit hun partij te weren, maar daar heeft de rechter uiteindelijk een stokje voor gestoken. Dames mogen nu wel lid zijn, maar geen politieke functie bekleden…… 

Even voor de goede orde: Dit zijn originele oer-Nederlandse mannen en vrouwen, laatstgenoemden zonder hoofddoek, tenzij met een paar krulspelden eronder.

Bezopen toch? Ik vindt dat we al die SGPers moeten castreren. Dat zal ze leren. Hebben ze helemaal geen vrouwen meer nodig, mooi toch? Voor hen ook! Want dat is wat ze willen……

Heks houdt echt wel rekening met die eikels, hoor. Voor ons zou het een zegen zijn, want laten we wel wezen, die politieke nakomelingen van extreem Calvinistische inteelt met hun kleine uitwendig gedragen reptielenbreintjes moeten hoognodig uitsterven…….

Ook geschikt als kaboutermuts. Dus kijk maar uit voor befkabouters in de buurt van jouw muts

Nou Heks, heb je een paar superleuke dagen gehad en spies je nog een paar Calvinisten aan je sabel. Ja, het gemekker houdt nooit op. Veel te lang hebben we onder het juk van het patriarchaat geleefd. Net zoals ik helemaal klaar ben met mijn overwerkte zorgspier, zo zijn vrouwen wereldwijd helemaal Gallisch van hun hopeloze positie.

we hebben er zo hard voor gestreden!

Moeder de Vrouw, Hoer of toch Maagd dan maar? Je hebt niet veel te kiezen als vrouw. Daarom is kiesrecht voor ons extra belangrijk. En ook een goed salaris, dat we onszelf dan weer kunnen toekennen als we aan de macht zijn……

Ik zie een programma op televisie over vrouwen in sport. Trainers vertellen over het verschil tussen het coachen van mannen of vrouwen. Mannen zitten op hun apenrots met elkaar. Het is een hiërarchie waarbij ieder voor zich opereert. Het is nog een godswonder dat er teamsporten kunnen worden bedreven door hen, is de conclusie.

De verschillende fases van de vrouwelijke cyclus zouden we beter moeten benutten!

Vrouwen werken samen, het geheel is belangrijker dan het individu. Communiceren is essentieel. Elk lid van het team doet ertoe.

Dan zie ik nog een interview met Jan Terlouw en vervolgens een roddeltante van een politicus, die Terlouw staat af te branden. Jan Terlouw is een geweldige kerel, die tijdens zijn politieke loopbaan beslissingen nam op basis van argumenten en een goeie discussie. Niets mis mee.

‘Hij was niet politiek genoeg, want hij had niets met macht,’ zemelt het aarsgat van het Binnenhof. Ja, het moet je om macht gaan als politicus. Dan doe je het goed.

Hier worden mannen vaak doodsbang van….. Het zou dus de moeite lonen om een leger menstruerende vrouwen in te zetten in oorlogsgebieden……

Je zou het inderdaad bijna gaan denken als je de gemiddelde politicus bezig ziet. Maar het is natuurlijk onzin. Het gaat er helemaal niet om dat je persoonlijk veel macht vergaard, zodat je de wereld naar je hebberige handjes kunt zetten. Het zijn vaak lege hulzen van mensen, die dit soort onzin uitslaan.

Helaas vind je die nogal vaak in de politiek. Macht erotiseert. Macht trekt zulke impotente sneue snerterwtjes als een mot naar de lamp.

Rode furie

Vrouwen blijken teamplayers te zijn begrijp ik uit de verhalen van de diverse overigens mannelijke coaches. Het gaat hen dus meer om het geheel dan om hun individuele prestatie. Die eigenschappen klinken veelbelovend voor het politieke bestel. Met meer vrouwen zou het allicht beter gaan, maar nee hoor. Zelfs vrouwen stemmen doorgaans op een man.

‘En dat idee dat vrouwen minder goed presteren tijdens hun menstruatie is echt onzin. Er zijn meiden bij, die zorgen om tijdens de Olympische Spelen ongesteld te zijn, want dan zijn ze agressiever!’ De coach van het zeer succesvolle Nederlandse vrouwenhockeyteam aan het woord!

Een Tweede Kamer vol menstruerende vrouwen zou wel eens de oplossing kunnen zijn. En een Tampaxkabinet. Genoeg agressie om het volk tevreden te stellen op het gebied van machtsvertoon. En daarnaast gewoon samenwerken, onderhandelen en regeren in teamverband.

‘Het nadeel met vrouwen is wel, dat ze regelmatig een gesprek met je willen,’ vervolgt de coach van het vrouwen hockeyteam, ‘Met mannen gaat dat heel anders, die hebben daar totaal geen behoefte aan……’

Alsof communiceren iets slechts is. Alsof je het dan maar van reptielenbrein moet hebben…..  Als je de gemiddelde politicus mag geloven wel. Kijk maar naar narcistische types als Wilders en Trump. Verbaal zijn ze bepaald niet sterk, tenzij je van domme oneliners houdt. Ze zijn helaas wel chronisch ongesteld naar het schijnt. Maar een keertje een betere wereld baren is er niet bij.

Wat de meeste vrouwen niet weten: Het geheim van je vrouwelijke cyclus!!!!!!

Feminisme ook voor mannen!

 

 

Hoera! Kanariepiet is door de keuring! Hij zal nooit vleugels krijgen, noch vliegen, het arme beest: Maar een beetje grommend scheuren alsmede flierefluitend Heks naar haar bestemming wiegen blijft voorlopig een reëel alternatief voor de bezemsteel.

Vanmorgen gaat de wekker al om 8 uur. Ik schrik me een ongeluk na een gebroken nacht. Goeie hemel. Waar is de brand? Dan sijpelt langzaam de realiteit binnen in mijn grijze massa. Het is vrijdag. Vandaag wordt mijn auto gekeurd. Daarom moet ik zo vroeg uit de veren!

Ik stommel op statige stelten van benen naar de keuken en vergrijp me aan straffe koffie. Wat pijnstillers en een boterhammetje later hijs ik mezelf in de kleren. Het is hartstikke warm. Ik trek iets luchtigs aan.

Met VikThor los rennend naast me haast ik me door de steeg. Mijn kanariepiet staat op een akelig plekje: Tegen de muur van een nauwe steeg gepropt. Ik wurm me achter het stuur en rijd naar mijn huis om mijn vouwfiets op te halen. Een kwartiertje later lever ik mijn bolide af.

‘Zijn er nog bijzonderheden?’ Ja, de achterbumper heb ik met stickers vastgeplakt. Smileys om precies te zijn. Niet dat ie echt los zit. Een klein beetje maar. Op een ongevaarlijke plek. ‘Niks bijzonders,’ zeg ik, ‘Hij ziet er niet uit. Overal deukjes en krassen en er is een laag lak afgevlogen tijdens een wasbeurt.’

Vorig jaar is er voor een godsvermogen versleuteld aan mijn karretje. We verwachten geen rare dingen. Maar je weet maar nooit. Dus wisselen we behalve sleutels ook telefoonnummers uit.

Even later fiets ik met mijn hondje terug naar de stad. Jeetje, wat is het warm. We bevinden ons gelukkig onder bomen. Op de Lage Rijndijk is het andere koek. We puffen langs het huis waar Snuitje vorig jaar maanden in de achtertuin heeft zitten creperen.

Ik steek de straat over. Aan die kant is nog een streep schaduw pal langs de huizen. Ik dirigeer VikThor de koelte in. Langzaam kachelen we richting binnenstad.

In een park aan de Singel laat ik hem zwemmen. Wat is het heerlijk buiten! En de dag begint pas!

Een kwartiertje later lig ik weer in bed. En daar blijf ik de komende uren.

Vrijdag is ook thuiszorgdag. Ik heb een geweldige hulp. Als ze binnen komt word ik al blij. Daar heb ik het opnieuw heel erg mee getroffen. Als ze weg gaat is het huis aan kant. Ik lig intussen in een schoon bed.

De afgelopen week geniet ik ook elke middag van het zonnetje. Op mijn opgeruimde balkonnetje. Ik heb nog steeds niet de puf gehad om wat gezellige plantjes neer te zetten. Ik schuif het ook een beetje voor me uit: Het is zo lekker ruim. Misschien moet ik het nog leger maken!

Ik haal de auto op. Geen vuiltje aan de lucht. Dat valt dan weer geweldig mee. Ze zijn niet gevallen over de jolige plakkertjes. Mijn voiture is weer zo goed als nieuw! Ik ga em maar eens lekker wassen binnenkort.

Vanavond tijdens de hondentraining krijgt VikThor een aanval van puberale grootheidswaanzin. Eindeloos rent hij met een speeltje in de rondte. Hij weigert het af te geven. Heks is nogal gaar vandaag en dat zal ik weten ook!

Er staat een kinderzwembad met water, waarin de hondjes kunnen afkoelen. We krijgen weer van alles te horen van onze juf. Echt een hondenvrouw. Je kunt ook goed met haar lachen. Vanavond heeft ze twee neven meegenomen. Goedmoedig geven ze commentaar op de verrichtingen van hun tante.

Het veld geurt naar bloeiend gras. Er is veel verleiding voor onze wandelende neuzen. ‘Er zijn ook heel veel loopse teefjes nu,’ vertelt de juf. Misschien is dat mijn ventje naar de kop gestegen….

Op de terugweg naar huis fiets ik eventjes langs Steenvrouw. We drinken thee in haar heerlijke achtertuin. ‘Veranderen is zo moeilijk, weet je,’ een zweem bloemengeur prikkelt mijn neus, ‘Ik wil bijvoorbeeld van mijn woede af. En er zijn wel meer dingen waar ik altijd maar mee bezig ben. Om het te veranderen….’

Ja, hoe kun je het mensen kwalijk nemen dat ze maar steeds hetzelfde doen? Toevallig leidt het gesprek tot een ongelukkige vakantiesituatie die mijn vriendin tot twee keer toe meemaakte. En beide keren met dezelfde persoon!

Heks heeft drie keer een relatie gehad met dezelfde man. En alle drie de keren liep het op dezelfde manier faliekant mis. En dan doe je het gewoon nog een keertje over met iemand anders…..

Veranderen is hartstikke moeilijk. Het is misschien niet zozeer een actief proces. Zo van: Dat ga ik nu eens heel anders doen. Misschien bewandelt het toch meer de wegen van acceptatie. Ademen met wat is.

En omdat dat lucht geeft krijgen je hersenen zuurstof. En dan doe je het vervolgens gewoon anders……

Vanzelf.

 

Inspiratie: Levensechte Eenhoorn, dansende Vlinder een een warme goedgemutste Trui voor Heks! Dat is helemaal niks geks. Minder zeldzaam dan goeie seks!

Voor de kerk staat een paard. Een paard? Nee! Het is een eenhoorn!

Vrijdagmorgen haal ik alvast wat boodschappen. Ik loop finaal op mijn tandvlees, maar vanavond komt Trui eten en ik wil het absoluut niet afzeggen! ‘Weet je dat we elkaar al meer dan drie maanden niet gezien hebben, Heks? De laatste keer dat ik op de stoep stond was op je verjaardag. En dat liep toen mis….’ pepert ze me onlangs in. Goeie hemel. Ik schrik ervan.

Mijn vriendin is ook in de lappenmand. Dus het is niet geheel aan mij te wijten, maar met Heks schiet het natuurlijk ook niet op momenteel. Ik bel meer af dan me lief is.

Nieuwe verse buitenlandse studenten drommen om het arme dier.

Om half 1 komt mijn hulp. Ik ploeter samen met haar door het huis. Mijn schouder plopt in en uit de kom, terwijl ik probeer ook wat te doen. Bah. Pijnlijk ook. Stomme rotschouder. Sinds afgelopen woensdag is het weer helemaal mis. Net toen ik dacht dat het weer een beetje de goede kant opging hoorde ik een enorm gekraak. Gevolgd door allemaal lugubere geluiden. Bot op bot. Vlak naast mijn linkeroor.

Het leven van een eenhoorn gaat ook niet over rozen. Sta je weer tussen allemaal dronken studenten mooi te zijn……

De telefoon gaat. ‘Are we still on for tonight?’ piept mijn vriendin astmatisch in mijn oor. Dat klinkt nog niet best. ‘Natuurlijk,’ snotter ik, ‘Ik heb al boodschappen gedaan….’ ‘Oh, nou,’ ze gaat afzeggen vrees ik, ‘Vlinder werkt vanavond in de Zijlpoort, zullen we bij haar gaan eten? Het is restaurantweek. Worden we extra verwend!’

Shit. Ik ben bezig met bezuinigen, maar het lukt nog niet erg. Maar om dan maar direct uit eten te gaan….. ‘My treat!’ klinkt het opgewekt aan de andere kant. Heks is om. Lekker uit eten. Niet koken met dit lamme lijf. Heerlijk!

Zo trek ik dan mijn nieuwe uitverkooprokje aan. Ik poets mezelf op tot een acceptabel uiterlijk. Eerst kruip ik onder een gloeiendhete douche door. Dan smeer ik mezelf in met allerhande heerlijke bodybutters. De verfkwast met rouge gaat royaal over de bleke kaken. Helaas werken mijn armen niet mee. Ik ben zo traag als een slak.

Ripse Ruiter

Als ik in het restaurant arriveer zit Trui al aan de witte wijn. Snel wordt er een glas bijgezet. Haar beeldschone dochter Vlinder fladdert vrolijk om ons heen. We worden heerlijk verwend met allemaal kleine liflafjes. Glutenvrij, lactosevrij en sojavrij! Ik kan alles eten!

VikThor ligt onder de tafel. Wat een feest dat ik hem zonder problemen overal mee naar toe kan nemen! Dat ben ik helemaal niet gewend. Ys wilde altijd graag ook ergens in bijten als ik hem meenam naar een restaurant. Bij voorkeur de kuiten van een ober…..

Het is al over tienen als we afscheid nemen. Heks is tonnetje rond na een bacchanaal van zeker drie uur. We zien elkaar misschien veel te weinig de laatste tijd, maar als we elkaar dan treffen, dan doen we dat goed!

Dank je wel, lieve boezemvriendin. Dat etentje ging er lekker in! Als Gods woord in een ouderling!

Op naar de volgende klus

Bonte Avond bij Ex Animo: Heks zingt ook een moppie mee! Solo welteverstaan: Chandrakauns, Alaap en Compositie!

 

Een paar weken geleden geef ik me op om mee te zingen met een cantate van Bach op de Bonte Avond van mijn koor. Hoewel ik me zo snel mogelijk aanmeld beland ik toch linea recta op de reservelijst. Het lot van vele alten en sopranen overal ter wereld……

Na een paar dagen krijg ik bericht over de oefendata. Goeie hemel. Ik word geacht zeker twee, drie keer op te draven. Alleen maar om op de reservebank te zitten. Ik zou een slecht voetballer zijn, want ik gooi direct de handdoek in de ring. ‘Ik ga wel een stukje Indiaas zingen,’ roep ik in een dolle bui.

Hoe moeilijk kan het zijn? Ik studeer tenslotte al zo’n tien jaar op die materie…..

Een week later heb ik al spijt. Ik zit in een hele slechte periode met mijn lijf en stik sterf crepeer van de pijn. Dan krijg ik er nog die enorme huidinfectie bovenop. Met drain. Getver. Griep, verkoudheden en bronchitis teisteren me zonder ophouden. Ik puf snuf en snotter de pan uit. En dan lig ik ook nog met de halve wereld in de clinch, inclusief mezelf, omdat ik geen Pleegzuster Bloedwijn meer wil zijn.

Net als ik denk dat ik het maar moet afzeggen krijg ik grip op de materie. Privé een dagje zingen met mijn juf doet wonderen. We knutselen een kleine opvoering in elkaar en zetten alle stembewegingen vast tot op de millimeter. Verwoed zit ik daarna op een paar zinnetjes Alaap en het eerste deel compositie van Chandrakauns te studeren. Oh, oh, wat is het toch moeilijk om dit goed te doen.

Maar het lukt! Na jaren heb ik me de kunst van het rondzingen uiteindelijk eigen gemaakt. Niet langer balk ik als een ezel in een poging Indiaas te klinken. Ik zwiep niet meer van de ene naar de andere toon, maar ik zing de hele weg. En dat is te horen!

Alleen kan ik nog steeds geen enkele raga zomaar zingen. ‘Laat eens iets horen,’ zeggen mensen soms tegen me als ze ontdekken waar ik me mee bezig houd. Ik moet hen dan teleurstellen. Tot nu toe dan. Want er gaat verandering in komen!

Nadat ik een hele week heb zitten ploeteren op die paar zinnetjes ga ik zondag een dag zingen met de Dhrupad Bitches, het vaste groepje vrouwen waarmee ik al jaren deze zangstijl bestudeer.

Ik moet vroeg op, iets waar ik totaal niet tegen kan. Het kost me altijd uren om een beetje uit de kreukels te komen. Daar is natuurlijk geen tijd voor.

Hondsberoerd, onder de pijnstillers en met mijn Tensapparaat in de hoogste stand sta ik om even over negenen achter het station. Een klasgenootje rijdt met me mee naar Barendrecht.

Ik heb maar kort geslapen, want zaterdagavond heb ik met mijn koor meegezongen met de kerstviering van het kinderkoor en jeugdkoor in de Hooglandse kerk. Heel gezellig. Glühwein toe. Keurig om tien uur thuis, maar nog onontkoombaar doorgestuiterd tot twee uur ’s nachts: Mijn lijf heeft de grootst mogelijke moeite om aan iets te beginnen, maar ook om te stoppen!

Ik vertel mijn zangmaatje over de problemen rond mijn optreden komende dinsdag. ‘Mijn Tampoera moet nog in ma gestemd worden. Hij is sowieso erg ontstemd. Ook klinkt het voor geen meter als ik mezelf begeleid. Ik zit maar zo’n beetje over die snaren te harken als ik tegelijkertijd zing. Vooral bij de compositie. Vanwege het daarin aanwezige ritme denk ik…..’

‘Laat nog een Tampoera meespelen via je telefoon, je hebt daar uitstekende appjes voor…’ is haar eerste tip. Er volgen er nog meer. Ook biedt mijn maatje aan om aan het eind van de dag mijn Tampoera voor me te stemmen. ‘Heb je een stemapparaat?’ Ik beaam het. Ik kan er alleen niet mee overweg……

De gehele zondag zing ik Chandrakauns met de Bitches. Onder de middag krijgen we een heerlijk bordje Dahl, zoals altijd! Ik krijg zelfs een grote pot mee naar huis!

Op de terugweg heb ik goede moed, dat het optreden ergens op zal gaan lijken. Er zitten uiteindelijk zeker honderd mensen in die zaal. Dan moet je wel een beetje goed voor de dag komen natuurlijk.

Mijn zangmaatje gaat nog even met me mee naar huis en stemt mijn Tampoera. ‘Mooi geluid zit erin, Heks. Het is echt een hele goeie!’ Ik weet het. Mijn juf heeft ooit een prachtexemplaar voor mee meegenomen uit India.

Maandag houd ik de gehele dag mijn mond. Ik ben schor van al het zingen, de keel is de grote zwakke plek van MEpatienten. Ik heb altijd keelpijn. Elke dag. En ik ben regelmatig mijn stem kwijt. Vooral als ik erg moe ben. Ik heb om die reden wel eens vijf jaar achter elkaar niet kunnen zingen. Vreselijk!

Als ik die stomme ziekte niet had, was ik misschien wel operazangeres intussen. In mijn zieke keelgat zit een juweeltje van een stem. Een stem als een klok. Een orgelpijp. Een scheepstoeter!

Nu heb ik toch mooi dinsdag weer wat bereik. Het dagje zwijgen heeft geholpen. Wel loop ik ’s middags enorm te niezen.  Grote snotklodders vliegen in de rondte. Zul je net zien. Word ik op het nippertje weer snipverkouden!

Ik gooi mezelf vol met paracetamol, ibuprofen, PeaPure, neusdruppels en dropjes. Dat helpt. Het niezen houdt op. De snotgolven bedaren, de rochelstorm gaat liggen. Er komt weer wat lucht in mijn holtes. Wel zo prettig voor de resonantie. Ik neem nog een straf bakkie koffie toe. Ik ben er helemaal klaar voor!

Dan stop ik Tampoera, Harman Cardonbox en mezelf in de auto. Het is zover. Ik ga optreden met Indiase zang.

Mijn Tampoera is opnieuw zwaar ontstemd, omdat hij is omgevallen toen ik de deur op slot deed. Gelukkig is ie nog helemaal heel, maar erop spelen is geen optie. Heks vindt het niet zo erg. Ik kan nu eenmaal veel mooier zingen als ik niet word afgeleid door het bespelen van dit instrument.

‘Ik heb de Tampoera louter ter decoratie bij me,’ vertel ik mijn publiek dan ook. Ik zing voor hen met op de achtergrond elektronische tampoerageluiden van de app. Omdat de Harman Cardonbox zo goed van kwaliteit is, klinkt het best aardig. ‘Hij stond te hard, Heks, ik kon je niet goed horen,’ zegt de een achteraf. ‘Perfect geluid erbij, je was prima te verstaan,’ aldus een ander.

Uiteindelijk zit ik heerlijk te zingen. Ik heb even moeite om het begin te vinden. Door de zenuwen natuurlijk. Maar ik laat me niet gek maken en zoek het rustig op. Dan begin ik ook werkelijk. ‘AHAHAHAHA’, jammer ik. De opening is schrijnend. Een hele akelig lijdende NI houdt het publiek in zijn greep. Hij lost op naar de SA.

Mijn stem kronkelt omlaag. Mijn ogen zakken dicht. Ik ga helemaal op in de muziek. En ik geniet ervan! Het is leuk om te doen. Als ik af en toe mijn ogen open doe zie ik verraste gezichten. Maar geen verveelde gezichten. Ook zitten er geen mensen met hun vingers in de oren. So far, so good!

In een mum van tijd is de Alaap doorgezongen. Normaal gesproken doe je daar zo’n klein uur over, maar ik ben binnen twee minuten klaar. Het is slechts een tipje van de Indiase sluier, die ik hier oplicht. Ik begin aan de compositie.

Ook dit gedeelte verloopt goed. Een klein foutje daargelaten dan. Ach, het leven is nu eenmaal niet volmaakt. Als de laatste tonen versterven zit iedereen een beetje verbaasd naar me te kijken. Nu al voorbij? Ja. Ik wilde slechts een kleine indruk geven  van deze muziekstijl.

En dat is gelukt! Na het concert komen veel koorgenoten naar me toe om me te complimenteren. Het varieert van ‘Ik weet niet of ik het mooi vind, maar het is wel bijzonder,’ tot ‘Wat prachtig gezongen, Heks, echt heel bijzonder,’ en alles wat daartussen zit.

‘Ik vond altijd al, dat je iets bijzonders hebt,’ een lange man staat schaamteloos met me te flirten. Wat gek. Zit hij ook op het koor? Naast hem staat een bas om het hardst mee te flirten. Heks heeft over aandacht niet te klagen vanavond…..

Als ik later thuis nog uren door de kamer stuiter geeft ik mezelf ook een compliment. ‘Dat heb je toch maar weer mooi geflikt, Toverheks, je moet het toch maar durven en vervolgens toch ook maar weer doen….’ Maar laat ik het nu ook heel leuk vinden om die doen. Ik heb performen altijd leuk gevonden. Of het nu het bespelen van een dwarsfluit is of theater maken of Indiaas zingen: Ik heb er altijd van genoten!

 

 

 

 

 

 

Etterbakken en schijtlijsters: Heks is er niet wild van. Toch heb ook ik zo nu en dan met een flinke etterbuil te maken. Geen kruid tegen gewassen natuurlijk. Gelukkig heb ik een handige huisarts…..

‘Vindt je het goed als mijn arts in opleiding meekijkt?’ Mijn huisarts geeft me een ferme handdruk en loopt achter me aan de lange trap op. Ik vind het best. De arts-assistente heeft afgelopen week de intake gedaan, dus ze weet wat haar te wachten staat. Zij liever dan ik….. ‘Waar je zin in hebt,’ grijns ik, terwijl ik haar de hand schud.

Heks zou een slechte dokter zijn. Ik gruw van etter en pus. Kots en vloeibare spuitpoep behoren ook niet tot mijn favorieten. Laat staan open wonden met bloederige blubberige rafelranden. Of een etterbuil zoals zich nu op mijn lijf bevindt………

Eenmaal op de behandeltafel heb ik al snel minder praatjes. Ik ontbloot mijn bovenlichaam en de dokter verwijdert het doorweekte verband. ‘Het ziet er iets beter uit dan gisteren, maar daar is ook alles mee gezegd, ik ga een nieuwe drain aanbrengen.’ Vakkundig bent hij te fröbelen. ‘Heb ik op chirurgie geleerd vroeger, tijdens mijn co-schappen, een drain maken van steriel gaas…..’

Trots wurmt hij de nieuwe drain in een flink wondgat ter hoogte van mijn middenrif. Heks gilt maar een klein beetje vandaag. ‘Het gaat beter, hè, met die Betadine zalf als glijmiddel?’ Goeie hemel, wat een gesprekken toch weer op de behandeltafel. Maar het gaat inderdaad gemakkelijker dan voorgaande dagen.

Vooral het opensnijden en initiële ledigen van de mega-buil was een regelrechte ramp. De oppervlakkige plaatselijke verdoving leek weinig te doen voor Heks. ‘Je kunt wel goed tegen pijn, zeg,’ mijn huisarts is onder de indruk, terwijl ik mijn pijn verbijt. Uiteindelijk, als hij in diepere weefsellagen begint te wroeten, vlieg ik toch tegen het plafond.

‘Laat niet je huisarts met een plaatselijke verdoving in een etterbuil snijden,’ lees ik later op internet. Veel te pijnlijk. En bovendien krijgen ze de rotzooi er vaak niet helemaal uit. Het kan onnodige complicaties geven…..

Nou ja, het is al gebeurd. En in een ziekenhuis kun je ook weer van alles oplopen. Vooral als je geen enkele weerstand hebt zoals Heks.

‘Volgens mij komt het doordat ik een dag voordat die buil de etterige kop opstak grondig onder handen ben genomen door de mondhygiëniste van de parodontoloog. Die heeft allerlei ontstekingen onder een paar kiezen aangepakt en mijn gebit extreem diepgaand gereinigd. Een dag later had ik opeens die buil……’

Mijn antroposofische huisarts vindt het onzin, maar mijn acupuncturist niet. De mondhygiëniste heeft er nog nooit van gehoord. Toch sluit ook zij niet uit dat er een direct verband is. ‘Hartpatiënten moeten van tevoren aan de antibiotica als ze hier worden behandeld,’ ze noemt nog wat patiëntengroepen op, die preventief met dit paardenmiddel worden behandeld, omdat ze risico lopen bij een hen.

MEers zijn echter psychiatrische patiënt hier in Nederland. Dus die buil zal ook wel tussen mijn oren zitten volgens de reguliere geneeskunde. Mooi niet!

‘Als u die ontsteking uit uw mond op uw arm zou projecteren, dan zou het een ontstoken wond van tien centimeter zijn…’ de mondhygiëniste kijkt me opgewekt aan. Langzamerhand begin ik in het stadium te komen om een paar overigens gezonde kiezen uit mijn heksenbek te laten trekken. Omdat de infecties eronder niet over gaan.

Ik ben alsmaar in de lappenmand en zo’n ontsteking zet natuurlijk ook geen zoden aan de dijk…..

Heks heeft teveel brandhaarden in haar lijf momenteel. Een dikke knie, een hypermobiele heup, een gedisloceerde schouder, pijnlijke arm en dode vingers, nek helemaal uit z’n verband, etterbuil op de buik, grote buil op voorhoofd, bronchitis, ontstekingen in de mond, gisten en schimmels in alle ander holten. Ik word er helemaal gek van. De godganse dag ben ik bezig met het blussen van binnenbrandjes.

‘Hoe doe je dat dan met je hondje, Heks?’ zul je je afvragen. Nou, die komt niet elke dag helemaal aan zijn trekken vrees ik. Ik doe mijn best.

Vanmiddag na de fysiotherapeut ga ik naar het bos. VikThor rent lekker over een veldje met een paar andere blaffers. Intussen staat een alleraardigste vrouw al haar ellende over me heen te storten. O jee. Hoe is dat nu weer mogelijk? Heb ik soms een bordje ‘vuilnisvat’ om mijn nek hangen?

Plotseling knalt mijn stevige sterke hondje samen met zijn speelkameraad van voren tegen mijn slechte knie aan. De knie, waar een veel te dikke labrador onlangs volledig het verband uit heeft gerukt.

Scheldend fiets ik naar huis. Die klotehonden. Dat puberige kolerebeest. Kan hij niet uit zijn doppen kijken? De hele wereld is ruk. Geen mens, die het iets interesseert hoe ik het rooi. Ik moet maar zien of ik het trek de komende tijd. Oh, oh, wat ben ik toch zielig.

Bij een brug kom ik tot stilstand met fietskar en al. Ik kom er niet tegenop. Terwijl ik sta te modderen krijg ik een grote bek van een lelijke kerel met een kop alsof hij altijd zo’n humeur heeft als ik nu!

‘Je ziet me toch emmeren,’ roep ik wanhopig tegen de etterbak. Opnieuw krijg ik commentaar. De man begint zowaar een preek. Zijn pathetische zeikgezicht breekt open in een stroom van verwijten. Goeie hemel, wat zijn sommige medemensen toch verschrikkelijk! Wat ik allemaal niet naar mijn geteisterde kop krijg!

Dan zijn de rapen gaar bij Heks. Plotseling vliegen er allemaal stevige scheldwoorden uit mijn mond. De man schrikt zich een ongeluk en gaat er snel vandoor. ‘Zieke eikel, zeikerige zeurkous!’ schreeuw ik hem allitererend na vanaf de Kippenbrug, die ik eindelijk met fietskar en al genomen heb.

Gisterenavond eet ik bij Steenvrouw. Boerenkool met worst. Ik kan zo aanschuiven! Haar adolescente kinderen zijn er ook. We hebben verrukkelijke gesprekken met hen. Daarna lopen mijn vriendin en ik nog een hele ronde langs de Vliet.

Vanavond ga ik naar Maan. Die schat gaat me verwennen met een kristallen bad. Een deken van bergkristal en andersoortig kwarts. Ik mopper wel op de mensheid, maar ik ken genoeg mensen met een hart van goud, die er wel voor me zijn. En goed voor me zijn!

Varkenswangen met vijgenazijn en whisky. Natuurlijk glutenvrij, lactosevrij, sojavrij. Heerlijk gerecht getoverd uit mijn heksenketel voedt dierbare vrienden. En een nieuwe naam voor een KRASSE dame….

Woensdag sta ik bij de slager. Er liggen varkenswangen in de vitrine. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Ik ben voorstander van gebruik van het hele varken als je zo’n dier slacht. Zoals vroeger bij mijn vader thuis. Ieder najaar werd een knorrende huisvriend geofferd. Alle restanten werden verwerkt tot bloedworsten, kopkaas en balkenbrei. De wangen werden vast ook opgesoupeerd!

Varkens lijken overigens erg op mensen naar het schijnt. En vice versa! Ze zijn bijzonder intelligent en ondanks hun voorkeur voor blubber zie ik geen enkele reden om het dier onrein te noemen. Zo gemeen! In India eten ze geen koeien, maar dat is omdat die dieren HEILIG zijn. Klinkt alweer een stuk beter.

Voor mij is alle leven heilig. Je dient er respectvol mee om te gaan. Ik eet levende wezens. Granen, fruit, groenten, vlees en vis. Ik leef niet op prana. En ik wordt ook gegeten. Door bacteriën, virussen en hele kolonies gistachtigen……

‘Hoe bereid je zoiets?’ De slager ratelt een recept af. ‘Het staat ook op onze website. De clou is om het heel lang in de oven te zetten. Hoe langer, hoe beter.’ Ok. Goeie tip.

Ik koop een kilo en ga thuis aan de slag. Op internet vind ik het recept. Iemand met een kookblog heeft het volgens het boekje klaargemaakt, maar de smaak was toch niet optimaal. Te zoet. Te veel honing. Ze stelt voor de honig te vervangen door sinaasappelsap. Goed idee. Heks gaat het natuurlijk toch weer anders doen. Doe ik altijd. Nog nooit van mijn leven heb ik een recept exact volgens de richtlijnen klaargemaakt. Altijd goochel ik met nieuwe ingrediënten of afwijkende hoeveelheden. Ik kan het niet laten.

Zo ook nu. Ik vervang de olijfolie met boter om de wangen in te braden door cocosvet en een beetje ghee (geklaarde boter). Ik vervang de honing grotendeels door vijgenazijn. Ook zoet, maar niet mierzoet. Bovendien maakt de azijn het vlees zacht. Ik gooi er om die reden ook nog sap van een halve citroen bij en citroenrasp. En een schep pirpirikruiden. En een flinke scheut whisky. En tot slot 6 gehalveerde tenen knoflook.

Verder heb ik het recept van de site gevolgd. Ik heb het echter 4,5 uur in de oven laten garen. Afgedekt met folie, om al die verrukkelijke sappen niet te laten vervliegen. Maar in tegenstelling tot mijn voorbeeld heb ik het zo uit de oven geserveerd: Geen saus door een zeef gedrukt zoals in het originele recept. Een dag laten staan voordat je het opeet is wel een hele goede tip. Dan kunnen al die smaken diep in de wangen dringen……

Ik kook er allebei groenten bij. Broccoli en bloemkool. Herenboontjes in knoflook gebakken. Rode kool met appel en een heel fijn gesnipperd rauw sjalotje. Laatstgenoemde is een bijzonder goede combinatie met dit gerecht. Die houd ik er dan ook in voor een volgende keer.

Donderdagavond bel ik Frogs. Hij komt maar wat graag eten. Hij is bekend met de heerlijkheden, die ik uit mijn heksenketel tover. Tevreden zie ik hem smullen. Goeie hemel, wat heb ik lekker gekookt. Ik maak een paar mooie foto’s van mijn bord, maar helaas heb ik die plaatjes per ongeluk weggegooid.

Ook vrijdag maak ik iemand blij met deze lekkernij. Ras belt. ‘Heb je zin om te komen eten?’ Ja, dat heb ik wel. Maar zal ik dan het eten meenemen?

‘Jeetje Heks, wat is dit lekker. Wat kan jij goed koken! Ongelofelijk!’ zegt mijn vriendin als we samen aan de maaltijd zitten, ‘Ook die groentes, zo speciaal klaargemaakt. En dan die puree van aardappel en koolrabi. Fantastisch. En zelfs een toetje! Ik ben dol op rabarber.’

Het is fijn om elkaar weer te zien. Het was alweer eventjes geleden. Ras zat een maand in Spanje. In the middle of nowhere. Ze laat me foto’s zien van een rauw en verlaten landschap. Prachtig. De wereld kent veel plekken waar nooit iemand komt.

‘Het is een hele goede reis geweest, Heks. En ik heb mijn naam veranderd! Ik vond Ras nooit een fijne naam, maar gelukkig heb ik nog een hele mooie doopnaam en die ga ik eindelijk gebruiken. Ik wilde dat al toen ik twaalf was, maar toen lukte het me niet om het voor elkaar te krijgen: Vanaf nu heet ik Kras.’

Kras. Het past bij mijn vriendin. Ze is ook kras. Ik moet er nog een beetje aan wennen. ‘Raskras, Krasras,’ mompel ik onderweg naar huis. Het vraagt een zekere overgangsperiode. Als ik een woord zoek dat naar mijn vriendin verwijst gebruik ik nog steeds haar oude naam. Maar Kras zit eraan te komen. Het moet nog een beetje inslijten. Over een jaar weet ik niet beter……

 

 

 

Morning after….. Altijd even slikken. Pijnstillers in mijn geval. Maar ook: Het is weer zo ver! Gezellig samenzijn met poezenvriendin! Alle poezen geaaid en verwend. Varkentje ook blij.

De dag na de Matthäus sta ik doodziek op. Mijn ene oog kijkt loens in mijn andere broekzak. Mijn kop heeft sowieso veel weg van een ouwe gymschoen. Gelukkig heb ik niets om handen. Alhoewel…. Plotseling realiseer ik me dat ik om twaalf uur een afspraak heb met mijn therapeute. Goeie hemel. Ik kan geen stom woord uitbrengen. Mijn lichaam is een soort pijnlijke wandelende plank. Mijn gezicht bestaat uit oude lappen…..

Ik krijg het voor elkaar om op tijd ter plaatse te zijn, maar vraag me niet hoe. ‘God Heks, wat zie je er uit!’ Mijn therapeute kijkt me geschrokken aan. Zo heeft ze me nog nooit meegemaakt. Bijna niemand overigens. Op dit soort momenten ga ik normaal gesproken niet naar buiten, behalve om het hondje uit te laten. En dat doe ik dan snel, zwijgend en incognito.

Ondanks mijn ellendige uiterlijk en halvezolige lijf heb ik genoeg te melden en te schelden. Ik ben nu al meer dan een half jaar zo depressief als een ui. Er komt maar geen eind aan. Positieve tegengeluiden en spirituele prietpraat ‘Het aards bestaan is een leerschool, dit is een schuurpapiertje van het leven, alles heeft betekenis, je bent niet voor niets ziek, je hebt het zelf veroorzaakt’ en dergelijke kan ik niet meer horen. Ook wegwuifgedrag gaat er niet meer in bij mij. Gelukkig is mijn therapeute ook somber vandaag. ‘Ja Heks, de wereld zit vol gekkigheid. De mensheid is vaak hopeloos bezig.’

Een dag later kom ik Pappa tegen op straat. Ik heb hem sinds kerst niet meer gezien. ‘Ga mee een kopje koffie drinken, Heks,’ nodigt hij me uit. Even later zitten we in een leuk biologisch eethuisje. Ik vertel hem wat sombere verhalen, maar moet er ook om lachen. Ik maak er zelfs wat goeie grappen over. Zodoende ontstaan er een soort regenboog tussen de tafeltjes en de toog.

Pappa is Boeddhist, ik ken hem van Shambala. Hij leeft vanuit het principe van de fundamentele goedheid van de mens. Een uitgangspunt dat ik ook altijd gehuldigd heb. Tot voor kort. Een plaatje waarin geen plek is voor narcisten en psychopaten. Die onverlaten die ons niet kunnen liefhebben maar prima kunnen haten.

‘Heb je alweer verkering?’ vraag ik mijn oude vriend, ‘Shambala is altijd een geweldige vijver voor jou om uit te vissen…..’ Ondeugend kijk ik hem aan. En ja hoor, hij heeft sinds kort weer beet. Een leuke dame van zijn leeftijd passend in zijn leefstijl…..

Aafje kan zich niet inhouden……

‘Ik moet gaan, lieverd, laten we snel iets afspreken!’ Heks racet ervandoor. Ik haal nog even wat bloemen en plantjes om mijn huis op te fleuren. Vanavond krijg ik bezoek. Goddank is mijn onvolprezen hulp geweest: Er ging van alles mis en eventjes zag het ernaar uit dat ik met pasen in een vies huis zou zitten…..

Een uurtje later schuift mijn poezenvriendinnetje Joy mijn heksenhuisje binnen. Ze is bepakt en bezakt met presentjes: Kluifjes voor Ysbrandt, snoepjes voor de katten, bloemen en chocolade voor Heks, kattenmelk, flessen wijn…….. Ik kook een lekker soepje en gooi wat pasta met garnalen in de pan. Intussen drinken we een glaasje wijn en kletsen bij.

Levensgevaarlijk!

En waarover? Over mijn poezengezin en haar kat Siep: De dochter van mijn Pippi en de Boskat, kleindochter van Snuitje en Ferguut, zus van Bolster, nichtje van Aafje en Leonoor. Kortom, Siep is familie van al mijn katten!

‘Ik zie zoveel terug in Siep van jouw beestenboel. Ze mauwt precies zo als Snuitje, maar heeft weer veel gedrag van ThayThay de Boskat, zoals haar fascinatie met water en haar zachte geknerp naar alles wat vliegt…..’ Stuk voor stuk somt ze eigenschapen van mijn beestjes op, die ze terugziet in haar Siep. En ze kan het weten, want ze past regelmatig op mijn dierentuin.

Oh, ze zijn toch zo lekker, die poezensnoepjes!

Alle katten worden geknuffeld en Ys wordt schandelijk verwend. In de loop van de avond gaan we hoedjes passen. ‘Wat staan die hoedjes je goed,’ roep ik enthousiast. Mijn vriendin heeft een echt hoedenhoofd! ‘Ik heb binnenkort een bruiloft, mag ik er dan eentje lenen?’ Natuurlijk. We zoeken direct een paar mooie exemplaren uit.

Het is ruim na middernacht, we zitten al zeker twee uur met ogen op stokjes, als we eindelijk afscheid nemen. Zoals altijd raken we maar niet uitgepraat. ‘We zijn nu drie jaar vriendin, lieve Heks, en Siep is ook bijna drie jaar bij mij! Dat gaan we binnenkort vieren!’

Samen met Varkentje wandel ik een stukje met haar mee naar huis. Wat een heerlijke avond. De uren zijn voorbijgevlogen!

 Vrolijk samenzijn met kattenvriendin: De dochter van mijn kat Pippi boft maar met haar kattenvrouwtje! Alle poezen geaaid en helemaal bijgepraat. Waarover? Onze monsters natuurlijk!

Geef! Meer!