Bonte Avond bij Ex Animo: Heks zingt ook een moppie mee! Solo welteverstaan: Chandrakauns, Alaap en Compositie!

 

Een paar weken geleden geef ik me op om mee te zingen met een cantate van Bach op de Bonte Avond van mijn koor. Hoewel ik me zo snel mogelijk aanmeld beland ik toch linea recta op de reservelijst. Het lot van vele alten en sopranen overal ter wereld……

Na een paar dagen krijg ik bericht over de oefendata. Goeie hemel. Ik word geacht zeker twee, drie keer op te draven. Alleen maar om op de reservebank te zitten. Ik zou een slecht voetballer zijn, want ik gooi direct de handdoek in de ring. ‘Ik ga wel een stukje Indiaas zingen,’ roep ik in een dolle bui.

Hoe moeilijk kan het zijn? Ik studeer tenslotte al zo’n tien jaar op die materie…..

Een week later heb ik al spijt. Ik zit in een hele slechte periode met mijn lijf en stik sterf crepeer van de pijn. Dan krijg ik er nog die enorme huidinfectie bovenop. Met drain. Getver. Griep, verkoudheden en bronchitis teisteren me zonder ophouden. Ik puf snuf en snotter de pan uit. En dan lig ik ook nog met de halve wereld in de clinch, inclusief mezelf, omdat ik geen Pleegzuster Bloedwijn meer wil zijn.

Net als ik denk dat ik het maar moet afzeggen krijg ik grip op de materie. Privé een dagje zingen met mijn juf doet wonderen. We knutselen een kleine opvoering in elkaar en zetten alle stembewegingen vast tot op de millimeter. Verwoed zit ik daarna op een paar zinnetjes Alaap en het eerste deel compositie van Chandrakauns te studeren. Oh, oh, wat is het toch moeilijk om dit goed te doen.

Maar het lukt! Na jaren heb ik me de kunst van het rondzingen uiteindelijk eigen gemaakt. Niet langer balk ik als een ezel in een poging Indiaas te klinken. Ik zwiep niet meer van de ene naar de andere toon, maar ik zing de hele weg. En dat is te horen!

Alleen kan ik nog steeds geen enkele raga zomaar zingen. ‘Laat eens iets horen,’ zeggen mensen soms tegen me als ze ontdekken waar ik me mee bezig houd. Ik moet hen dan teleurstellen. Tot nu toe dan. Want er gaat verandering in komen!

Nadat ik een hele week heb zitten ploeteren op die paar zinnetjes ga ik zondag een dag zingen met de Dhrupad Bitches, het vaste groepje vrouwen waarmee ik al jaren deze zangstijl bestudeer.

Ik moet vroeg op, iets waar ik totaal niet tegen kan. Het kost me altijd uren om een beetje uit de kreukels te komen. Daar is natuurlijk geen tijd voor.

Hondsberoerd, onder de pijnstillers en met mijn Tensapparaat in de hoogste stand sta ik om even over negenen achter het station. Een klasgenootje rijdt met me mee naar Barendrecht.

Ik heb maar kort geslapen, want zaterdagavond heb ik met mijn koor meegezongen met de kerstviering van het kinderkoor en jeugdkoor in de Hooglandse kerk. Heel gezellig. Glühwein toe. Keurig om tien uur thuis, maar nog onontkoombaar doorgestuiterd tot twee uur ’s nachts: Mijn lijf heeft de grootst mogelijke moeite om aan iets te beginnen, maar ook om te stoppen!

Ik vertel mijn zangmaatje over de problemen rond mijn optreden komende dinsdag. ‘Mijn Tampoera moet nog in ma gestemd worden. Hij is sowieso erg ontstemd. Ook klinkt het voor geen meter als ik mezelf begeleid. Ik zit maar zo’n beetje over die snaren te harken als ik tegelijkertijd zing. Vooral bij de compositie. Vanwege het daarin aanwezige ritme denk ik…..’

‘Laat nog een Tampoera meespelen via je telefoon, je hebt daar uitstekende appjes voor…’ is haar eerste tip. Er volgen er nog meer. Ook biedt mijn maatje aan om aan het eind van de dag mijn Tampoera voor me te stemmen. ‘Heb je een stemapparaat?’ Ik beaam het. Ik kan er alleen niet mee overweg……

De gehele zondag zing ik Chandrakauns met de Bitches. Onder de middag krijgen we een heerlijk bordje Dahl, zoals altijd! Ik krijg zelfs een grote pot mee naar huis!

Op de terugweg heb ik goede moed, dat het optreden ergens op zal gaan lijken. Er zitten uiteindelijk zeker honderd mensen in die zaal. Dan moet je wel een beetje goed voor de dag komen natuurlijk.

Mijn zangmaatje gaat nog even met me mee naar huis en stemt mijn Tampoera. ‘Mooi geluid zit erin, Heks. Het is echt een hele goeie!’ Ik weet het. Mijn juf heeft ooit een prachtexemplaar voor mee meegenomen uit India.

Maandag houd ik de gehele dag mijn mond. Ik ben schor van al het zingen, de keel is de grote zwakke plek van MEpatienten. Ik heb altijd keelpijn. Elke dag. En ik ben regelmatig mijn stem kwijt. Vooral als ik erg moe ben. Ik heb om die reden wel eens vijf jaar achter elkaar niet kunnen zingen. Vreselijk!

Als ik die stomme ziekte niet had, was ik misschien wel operazangeres intussen. In mijn zieke keelgat zit een juweeltje van een stem. Een stem als een klok. Een orgelpijp. Een scheepstoeter!

Nu heb ik toch mooi dinsdag weer wat bereik. Het dagje zwijgen heeft geholpen. Wel loop ik ’s middags enorm te niezen.  Grote snotklodders vliegen in de rondte. Zul je net zien. Word ik op het nippertje weer snipverkouden!

Ik gooi mezelf vol met paracetamol, ibuprofen, PeaPure, neusdruppels en dropjes. Dat helpt. Het niezen houdt op. De snotgolven bedaren, de rochelstorm gaat liggen. Er komt weer wat lucht in mijn holtes. Wel zo prettig voor de resonantie. Ik neem nog een straf bakkie koffie toe. Ik ben er helemaal klaar voor!

Dan stop ik Tampoera, Harman Cardonbox en mezelf in de auto. Het is zover. Ik ga optreden met Indiase zang.

Mijn Tampoera is opnieuw zwaar ontstemd, omdat hij is omgevallen toen ik de deur op slot deed. Gelukkig is ie nog helemaal heel, maar erop spelen is geen optie. Heks vindt het niet zo erg. Ik kan nu eenmaal veel mooier zingen als ik niet word afgeleid door het bespelen van dit instrument.

‘Ik heb de Tampoera louter ter decoratie bij me,’ vertel ik mijn publiek dan ook. Ik zing voor hen met op de achtergrond elektronische tampoerageluiden van de app. Omdat de Harman Cardonbox zo goed van kwaliteit is, klinkt het best aardig. ‘Hij stond te hard, Heks, ik kon je niet goed horen,’ zegt de een achteraf. ‘Perfect geluid erbij, je was prima te verstaan,’ aldus een ander.

Uiteindelijk zit ik heerlijk te zingen. Ik heb even moeite om het begin te vinden. Door de zenuwen natuurlijk. Maar ik laat me niet gek maken en zoek het rustig op. Dan begin ik ook werkelijk. ‘AHAHAHAHA’, jammer ik. De opening is schrijnend. Een hele akelig lijdende NI houdt het publiek in zijn greep. Hij lost op naar de SA.

Mijn stem kronkelt omlaag. Mijn ogen zakken dicht. Ik ga helemaal op in de muziek. En ik geniet ervan! Het is leuk om te doen. Als ik af en toe mijn ogen open doe zie ik verraste gezichten. Maar geen verveelde gezichten. Ook zitten er geen mensen met hun vingers in de oren. So far, so good!

In een mum van tijd is de Alaap doorgezongen. Normaal gesproken doe je daar zo’n klein uur over, maar ik ben binnen twee minuten klaar. Het is slechts een tipje van de Indiase sluier, die ik hier oplicht. Ik begin aan de compositie.

Ook dit gedeelte verloopt goed. Een klein foutje daargelaten dan. Ach, het leven is nu eenmaal niet volmaakt. Als de laatste tonen versterven zit iedereen een beetje verbaasd naar me te kijken. Nu al voorbij? Ja. Ik wilde slechts een kleine indruk geven  van deze muziekstijl.

En dat is gelukt! Na het concert komen veel koorgenoten naar me toe om me te complimenteren. Het varieert van ‘Ik weet niet of ik het mooi vind, maar het is wel bijzonder,’ tot ‘Wat prachtig gezongen, Heks, echt heel bijzonder,’ en alles wat daartussen zit.

‘Ik vond altijd al, dat je iets bijzonders hebt,’ een lange man staat schaamteloos met me te flirten. Wat gek. Zit hij ook op het koor? Naast hem staat een bas om het hardst mee te flirten. Heks heeft over aandacht niet te klagen vanavond…..

Als ik later thuis nog uren door de kamer stuiter geeft ik mezelf ook een compliment. ‘Dat heb je toch maar weer mooi geflikt, Toverheks, je moet het toch maar durven en vervolgens toch ook maar weer doen….’ Maar laat ik het nu ook heel leuk vinden om die doen. Ik heb performen altijd leuk gevonden. Of het nu het bespelen van een dwarsfluit is of theater maken of Indiaas zingen: Ik heb er altijd van genoten!

 

 

 

 

 

 

What happens when we die? ‘Nothing!’ beweert Thich Nhat Hanh. ‘Een heleboel!’ zegt Heks. Het zet de wereld op zijn kop. In memoriam van onze lieve OB-vriendin Carmen.

IN MEMORIAM

Vanmorgen ontvang ik een mailtje van een vriendin. ‘Lieve Heks, het is zo rustig op Toverheks.com. Het gaat toch wel goed met je?’

ROUWVERWERKING
Inderdaad. Zo stil is het nog nooit geweest op mijn blog. En er staan genoeg verhaaltjes klaar. Mijn zwijgen de afgelopen weken heeft een reden. Ik was met stomheid geslagen door de klap, die het leven uitdeelde aan een vriendin van me. Een dodelijke slag.

Soms is een tragedie zo groot, dat er geen woorden voor zijn. Elke poging om er iets over te schrijven is gedoemd te mislukken……

IMG_5732
Met Heks gaat het goed, heel goed zelfs. Ik herstel snel van de vakantie. Cowboy en ik zijn verliefder dan ooit. En supergelukkig. We hebben huissleutels uitgewisseld. Ik heb mijn schoonfamilie ontmoet. So far, so good.

rouw
Twee weken geleden, ik was net terug van mijn retraite over wat er gebeurt als we sterven, kreeg ik een verschrikkelijk telefoontje. Eén van mijn OB-vriendinnen is verongelukt. Een file in Antwerpen werd haar fataal. Ze maakte geen enkele kans tegen de achterop rijdende vrachtwagen.

 
Alle meiden van deze hechte vriendinnenclub raakten volledig van slag. We hebben elkaar veel opgezocht en gezorgd voor een mooi praatje op het afscheid. En een boekje vol teksten van onze hand over onze lieve vriendin. Voor haar man en kinderen. Een schrale troost. Een druppel op een gloeiende plaat. Want niets of niemand kan natuurlijk uitkomst bieden in het aangezicht van dit grote verlies.

rouwROUWVERWERKING
Vandaag ga ik beginnen met het afmaken en plaatsen van de resterende vakantieblogjes. Het is heerlijk druilerig weer. Ik zit in mijn warme bedje, want ik ben erg moe na alle activiteiten van de laatste weken.

 

Vanavond ga ik naar de kwartfinale kijken met mijn vaste voetbalclubje: Frogs, Blonde buurman, zijn vrouw Frisse Friezin, True en Trueman. Cowboy gaat mee. Hij is het nieuwste lid van dit illustere gezelschap.

images-909 images-910
Het gaat goed met Heks. Ze is heel gelukkig. En ook heel verdrietig. Thay heeft dat prachtig verwoord in één van zijn gedichten: ‘My joy and pain are one.’

 
What happens when we die? ‘Nothing!’ riep Thich Nhat Hanh vrolijk. Nou, dat is misschien zo voor hem en het biedt wellicht in de toekomst troost voor zijn Sangha. Wanneer hij sterft. Want zijn retraite was overduidelijk een grondige voorbereiding op dat afscheid.

ROUWVERWERKING

Maar als je midden in het leven staat, daar volop van geniet, zo nodig bent voor je man en kinderen, vader, tweelingzuster en broers, zo geliefd in je vrienden-en kennissenkring, zo gewaardeerd door je collega’s: Dan is het nogal wat om plotseling te sterven. Pijnlijk en niet bepaald ‘nothing’. Het is een nachtmerrie. Een boze droom. Een diepe tragedie.

 

We hebben afscheid genomen. Met een hele grote kerk vol verbijsterde mensen. We hebben haar begraven. Met een lange stoet verdrietige familie en vrienden.

IMG_5728
En nu pakken we de draad van het leven weer op. Zo goed en zo kwaad als het gaat. Het mooie leven. Onze vriendin wist als geen ander hoe daarvan te genieten. Ze leefde ons dat voor. En nu leeft ze dat in ons, door ons heen. Doordrenkt ze ons met het besef, dat we allemaal aan een zijden draadje hangen.

 

What happens when we are alive? That’s the question volgens Thay. Het is onze opdracht om er iets moois van te maken.

ROUWVERWERKING ROUWVERWERKING ROUWVERWERKINGKLEURIGE ROUWKRANSROUWVERWERKING