Een sprookje van Anderen. Het evangelie van de boze buurtbewoner. Elke gek zijn gebrek. Hoge bomen vangen veel wind, maar rondvliegende heksen ook. Een opvallende verschijning zijn heeft zo zijn nadelen. Heks wordt aangevallen en verrot gescholden. Vanuit een zeer benepen universum hier vlak om de hoek.

Iedereen is het middelpunt van zijn of haar eigen universum. Sommige universa zijn groot en interactief met andere universa. De bewoner is communicatief en lief. Sommige bewoners gaan op onderzoek uit in hun eigen universum. Deze ontdekkingsreizigers ofwel soulsearchers proberen de wereld te verbeteren beginnend bij die van henzelf.

Andere universa zijn werelden op zich. Afgescheiden van alles wat daarbuiten ligt. De vijandige buitenwereld. Bewoners van deze universa stoppen hun energie voornamelijk in het bestrijden van de boze buitenwereld. Tot aan de tanden bewapend en op alles voorbereid staan ze je te woord. Als je ongelukkigerwijs hun pad kruist.

Het is dan zaak geen verkeerde beweging te maken. Laat staan iets te zeggen, dat deze holbewoner verkeerd kan opvatten. Je hebt een poeier te pakken voor je het weet.

De bewoner echter voelt zich vrij om elke vorm van agressie over je heen te storten. Hij voelt zich daartoe gerechtigd. Vanuit de rigide regels van zijn benepen universum.

En wat is nu zo opvallend aan dit soort confrontaties: Je hebt het altijd gedaan. Ook al heb je niets gedaan. Onderhandelen is zinloos. Een normaal gesprek zit er niet in. Boos geschreeuw is je deel. En eventueel een paar forse sancties.

Heks komt thuis van een hele leuke dag voor het goede doel. Ik ben vrolijk, geïnspireerd, blij dat er zoveel prima mensen zijn met hun hart op de goede plaats. Ik heb me met liefde kaal laten plukken, samen met vele anderen. Zodat kansarme kinderen naar school kunnen, zodat ze vervolgens een vak leren. Zodat ze een waardevol lid van hun maatschappij kunnen worden.

Opgewekt rijd ik door de buurt. Op zoek naar een parkeerplek. Helaas staat alles vol. Op dat ene plekje in een steegje om de hoek na. Waar nog steeds die plantenbak op de parkeerstrook staat. Niet langer ingemetseld midden op de strook. Maar aan het randje.

Ik rijd nog maar een rondje, want ik heb geen zin in gedoe met de bewonder van het huis tegenover die parkeerplek. De man heeft zich de plek toegeëigend. Hij vindt dat hij er zijn tuin op kan uitbreiden. En oh wie de waai degene, die het daar niet mee eens is. Die springt hij ongenadig op de nek. Als een duveltje uit een doosje.

Helaas is de plek van de gek het enige vrije plekje in de buurt. Ik draai mijn auto zorgvuldig achteruit de parkeerstrook op. Rijd een klein stukje naar achteren om nog iets dichter bij de muur te komen. En weer naar voren om mijn bolide recht op de strook neer te zetten.

Terwijl ik bezig ben komt er een vrouw uit het gewraakte pand zetten. Scheldend en tierend. Ze wijst naar haar voorhoofd. Steekt haar middenvinger op. Ja, gezellig!

Ik heb het mens nog nooit eerder gezien, maar blijkbaar is het de egaa van die idiote kerel, die hier ook woont. Vloekend staat ze me op te wachten, terwijl ik mezelf moeizaam aan de passagierskant uit de auto wurm. ‘Klotewijf, je reed expres tegen onze plantenbak aan,’ gilt ze.

Heks is met stomheid geslagen. Waar heeft dat gekke mens het over? Ik ben me van geen kwaad bewust. Ik zou toch zeker wel merken of ik tegen iets aan reed? Ik ben wel eens tegen die bak aan geknald bij het inparkeren, het ding is niet te zien in je spiegels, dus ik ken het gevoel.

Resoluut verwijs ik haar klacht naar het rijk der fabelen. ‘Ik ga hier verder niet met u over in discussie,’ draai ik haar mijn rug toe. Het wijf drukt haar amechtige lijf vervolgens zo ongeveer tegen mijn rug aan. Geen enkel respect voor mijn persoonlijke ruimte, zoveel is me wel duidelijk.

Gegil, gekrijs, geschreeuw. En het gaat maar door. ‘We hebben toestemming van de gemeente om die bak daar neer te zetten,’ beweert ze op een gegeven moment.

‘Ik heb bij de gemeente geïnformeerd en dat is pertinent niet waar,’ dien ik haar van repliek, ‘De politie heeft uw man gesommeerd de bak weg te halen. Ik heb het hem zelf horen schreeuwen tegen een buurman, toen ik toevallig hier door de straat reed….’

De vrouw wordt zo mogelijk nog kwaaier. Haar van woede vertrokken toet kleurt knalrood. Een gillende tomaat. Ik ben gek, het busje moet voorrijden, ik ben gestoord, niet goed bij mijn hoofd, ik ben lelijk, ik ben stom, ik ben dit en dat, een kutwijf, een hoer, een smerige heks……

‘Pas maar op, dat ik je niet betover,’ grinnik ik bij haar laatste beschuldiging. Om vervolgens met een zwierige zwaai van mijn lange rode jurk de aftocht te blazen. Als ik naar boven kijk, zie ik haar man voor het raam op de eerste verdieping staan. Met een van haat verwrongen gezicht.

Wat mankeert die mensen?

Heks betreedt hun universum. Hun piepkleine wereldje aan de Lange Lullige Lijsbitchsteeg. Waar ze waken over hun plantenbak. Op de door hen toegeëigende parkeerstrook. Waar ze heer en meester over zijn. Hun straat. Hun strook. Hun plantenbak. Wee je gebeente, als je alleen al naar die bak kijkt……

Als ik thuis kom, zit ik vol woede. Grote energetische haathaken geslagen in mijn zonnevlecht. Ik ga naar een prachtig concert, krijg daarvoor een vrijkaartje cadeau bij de ingang, zit naast mijn goede vriend Jip. We lachen en giebelen. Ik heb een heerlijke avond.

Maar de haathaken wroeten verder. In de pauze loop ik naar mijn auto. Voor de zekerheid haal ik mijn TomTom er maar uit. Dat was ik in de consternatie vergeten. Ik vertrouw die lui voor geen cent. Bij de vorige aanvaring dreigde de man om die hopeloze plantenbak met geweld op mijn auto te smijten…..

Zondag ga ik er rustig voor zitten. Ik zak in een diepe meditatie. Ik wrik de haathaken los uit mijn middenrif en stuur het ongewenste pakketje retour afzender. Ik stuur nog wat ongewenste pakketjes retour naar andere afzenders nu ik toch bezig ben. Ik laat mijn goede intenties bij me terugkeren. Stuur mijn eigen woede naar de planeet Scheld. Een oase van rust daalt op me neer.

Dan besluit om mijn auto te gaan wassen. Het ding is te smerig om aan te pakken, nadat de prunus uit de steeg haar bloesems er op heeft gedeponeerd. Een paar snottige regenbuien verder is deze pracht veranderd in smerige drab. De hondjes zijn nog bij de oppas. Ik heb lekker mijn handen vrij!

Als ik mijn auto probeer te starten gebeurt er niks. Raar! En gezien de vijandelijkheden en de dreigementen van gisteren: Verdacht!

©Toverheks.com

Uren later komt de ANWB. ‘Uw accu is helemaal leeg,’ constateert de monteur, ‘U heeft een licht aan laten staan.’ Heks betwijfelt dat. Toen ik de TomTom uit de auto haalde was het al aan het schemeren. Ik heb toen geen licht zien branden.

Ik heb in alle consternatie wel een raampje open laten staan gisteren bij aankomst. Aan de kant van de muur. Met een beetje moeite kun je zo precies bij het hendeltje van de verlichting!

Als ik me omdraai zie ik de vrouw, die me gisteren woedend belaagde, dansend en juichend voor haar raam staan. Haar meutige gezicht vertrokken in een duivelse grijns. Beide handen triomfantelijk in de lucht gestoken. Ik had de ANWB-man al gewaarschuwd voor dit soort taferelen, maar hij is evenzogoed verbijsterd.

Nu wordt het Heks toch al te gortig. Ik duw de plantenbak van de parkeerstrook. En nog een stuk opzij. Ik duw nogmaals en het ding valt om. Er rolt een beetje aarde op de grond.

Als een duveltje uit een doosje staan nu zowel de man als de vrouw gillend in de steeg. De vrouw wil me te lijf. Haar man probeer het te voorkomen. ‘Vieze vuile teringhoer, kankerhoer, schijthoer, pleurishoer! Je gooit telkens die bak om,’ gilt het mens.

Waar heeft ze het over? Heks weet van niks. Maar ik weet ook genoeg. Die bak wordt dus met enige regelmaat omgegooid? Ik ben blijkbaar niet de enige met wie dit echtpaar in de clinch ligt.

Dat verklaart ook dat dit vaak het enige lege plekje in de buurt is. Deze idioten voeren een waar schrikbewind. Mensen zijn doodsbang van dit stel. ‘We willen alleen maar de buurt wat gezelliger maken,’ brult het griezelechtpaar in koor.

Nou, dat lukt aardig zo, denk ik bij mezelf, terwijl ik een aanval van slappe lach onderdruk. Als ze dat willen bewerkstelligen kunnen ze beter gaan verhuizen!!!

Ik zeg echter niks meer. Ik ben uitgepraat met deze mensen. Ik heb al een klacht neergelegd bij de politie. De wijkagent gaat er werk van maken. Die mag dat varkentje wassen wat mij betreft.

Dankzij de ANWB-man kom ik er zonder kleerscheuren vanaf. Het echtpaar blijft nog een tijd voortrazen, maar uiteindelijke poetsen ze de plaat.

Mensen regerend in hun eigen universum. Met hun eigen idiote regeltjes, waar iedereen zich aan moet houden. Met hun eigen definitie van gezelligheid. Maar het zijn niet bepaald gezellen, deze medemensen. Zodra je je niet aan hun rigide gestoorde regels houdt zijn de rapen gaar. Dan krijg je een stelletje idioten over je heen.

Het was misschien niet netjes van me om de plantenbak om te kieperen, maar ik ben er erg van opgeknapt. Alle woede per direct mijn systeem uit.

Tevreden ga ik een stuk rijden met mijn autootje teneinde de accu weer op te laden. Gelukkig was het alleen de accu. Het had zoveel erger kunnen zijn. Op de terugweg was ik mijn auto. Die staat nu glanzend in de steeg. Binnenkort ga ik in gesprek met de wijkagent. Eens kijken, wat hij erover te zeggen heeft.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Stuk brandhout doet Heks stokstijf stilstaan. En mag dan met me mee naar huis gaan. Vervolgens kom ik los van wrok. Neem afscheid, vervel, dump kerfstok…. Een staf bloeit open in mijn hal. Al te mal? Ja, van die dingen. En weet je wat: Staf kan ook zingen!

Vannacht droom ik van mijn staf. Ik vlieg er op rond, maak allerlei avonturen mee. Het is staf voor, staf na. Toch zijn de details me ontschoten. Ik heb echter wel een ongelofelijk goed humeur als ik op sta. Alle beestjes worden uitgebreid geknuffeld. Ik verwelkom de zon met een liedje. Oh, wat ben ik vrolijk. Terug van weggeweest.

Gisterenavond na een paar uur Klezmer zingen zakt Heks volledig door haar hoeven. De man met de houten hamer deelt een keiharde tik uit. Snel doe  ik alle noodzakelijke handelingen. Hond uitlaten, tanden poetsen, ogen er af halen, pyjama aan, Snuitje medicijnen geven, zelf mijn pillen slikken…….

Ik laat alles vallen, mijn lijf wil niet meer. Ik worstel me uit mijn kleding en vervolgens wurm ik me in andere kledingstukken. Even uitrusten nu. Nee, toch maar niet. Ik wil een beetje op tijd slapen en als ik steeds tussendoor ga zitten bijkomen van een kleine handeling lig ik pas om vier of vijf uur in bed. Retteketet. Dat gaat me vandaag niet gebeuren. Morgen is een pittige dag.

Ik ervaar momenteel veel naweeën van het slangenritueel, dat we onlangs op de heksenschool hebben gedaan. 

Het afwerpen van mijn oude huid roept allerlei gevoelens op. Ik heb moeite met mijn nieuwe zelf. Ik doe dingen anders, maar sta vervolgens doodsangsten uit. Daar moet ik doorheen. Terug in mijn pleaserige apenpakkie is geen optie. 

Ik heb een nieuw pakkie an.

Ook de mening van anderen moet ik gevoeglijk naast me neerleggen. Wil het ooit nog eens iets worden met dit heksje. ‘Jij geeft heel veel aandacht aan de meningen van hele domme mensen. Dat is zo jammer, Heks. Je moet je niet meer verdedigen. Geef hen gewoon gelijk, dan ben je ervan af…..’ Peter van der Hurk zei het al. 

Gisterenavond ga ik me echter diep treurig voelen. Machteloos ook. De mening van bepaalde medemensen lijkt heel belangrijk nu. En ik kan er geen pijl op trekken. Ik ben immers zelf niet meer degene, die ik was. Niks bijzonders op zich. We zijn geen dag dezelfde. Maar ook degeen, die ik dacht te zijn bestaat niet meer.

Ik ben zo moe en leeg opeens. Goeie genade. Help!

Ik dwaal een beetje door mijn huis. Volbreng mijn avondrituelen. Dan valt mijn oog op een stok naast de voordeur. Vorige week gevonden in Het Leidse Hout. Op een miezerige motmiddag. Geen hond te bekennen behalve mijn monster. En daar midden op het grote veld dan die stok.

Ik pak em toch maar op. We moeten voor de opleiding op zoek naar een staf, maar eigenlijk heb ik al een stokstijve stok thuis. Een paar weken geleden opgeduikeld langs de Singel.

Het is nog best een heksentoer om het gevaarte mee naar huis te nemen. Ik ben op mijn vouwfiets. Rustig peddel ik door het bos. Thuisgekomen zet ik het stuk hout naast de voordeur. Het andere stuk staat in mijn woonkamer.

Na een paar dagen bloeit de staf met knalroze bloesems. Heks moet lachen. Ik heb ze er zelf op geplaatst notabene, omdat ik de bloemen niet wil vergeten mee naar beneden te nemen. Het zijn nepbloesems voor op mijn fiets.

Toch raakt het beeld iets dieps aan. Ik zie een bloeiende staf in mijn hal staan. Ik denk aan de staf van Aäron, waar zelfs vruchten aan groeiden…. De hedendaagse christenen doen zo moeilijk over een beetje tovenarij, maar de bijbel staat er vol mee!

Gisterenavond pak ik het stuk hout op. Ik inspecteer het grondig. Voor het eerst! Zondag moeten we met een goeie staf op de proppen komen en ik heb geen idee of dit exemplaar voldoet. Er zitten veel knoesten in. Het is een sterke stok. Ik tik er eens op…..

En dan: Een wonder! De staf zingt. Zachtjes trillen klanken door het holle hout. Afhankelijk van waar ik sla ontstaat er een ander geluid. Heks is perplex.

Nu onderwerp ik mijn staf aan een grondig onderzoek, want ja, dit is mijn staf! Stiekempjes heeft hij die metamorfose ondergaan. Om het feit klinkend te beslechten. De stok in mijn woonkamer is voor VikThor.

Een hele tijd snuffel ik aan mijn nieuwe staf. Bewonder de gaten. Verbaas me erover, dat dit me allemaal helemaal ontgaan is tot nu toe….

‘Je bent naar me toegekomen. Op een miezerige middag lag je zingend in het gras. Een hond heeft je gebeten, ik ga je een beetje krabbelen. En heel veel met je babbelen, lieve levende staf.’

Heks tureluurs van uren koken, feestje geven, struikelen over overtollig meubilair in overvol huisje. Ieder huisje heeft zijn kruisje. Of een muisje in het voorhuis.

 

Vandaag ben ik zo chagrijnig ls de pest. Niet zo verwonderlijk na mijn bovenmenselijke inspanningen om een klein feestje van de grond te krijgen. Bovenmenselijk voor een ME patiënt. Een normaal mens draait zijn hand niet om voor die paar gasten.

Een aantal weken terug begint Heks al te denken aan niet onopgemerkt verjaren dit jaar.  Ik doe bijna alles in mijn leven al onopgemerkt. Deze vergeten groente vegeteert nu eenmaal al dertig jaar in de onderste schappen van onze maatschappij.

Uitgerangeerd en achter de geraniums weggeborgen.

Maar zo af en toe kruip ik onder mijn steen vandaan om een feestje te geven. Dan nodig ik mijn dierbaren uit. Ik kook een berg geweldig lekker eten en haal royaal verrukkelijke wijn in huis.

Dit jaar nodig ik maar een klein clubje uit. De helft van de genodigden kan al niet bij voorbaat en de helft van de resterende helft is ziek, zwak of misselijk. Uiteindelijk blijft een kleine kerngroep over. Maar die laat zich weer uitstekend gelden.

 

Een paar dagen voor de festiviteiten komt de Don logeren. Heel gezellig natuurlijk. Heks moet wel uitkijken niet al haar kruit te  verschieten. Mijn beperkte energie kan ik maar 1 keertje uitgeven. Als het op is val ik om. En ik word strontchagrijnig. Zoals vandaag.

Op mijn feestje wil ik in elk geval vrolijk zijn. Ik vraag niet veel voor mijn verjaardag, maar wel een goed humeur.

Elfje en haar man komen extra vroeg. Ze nemen mijn nieuwe bank mee in hun gigantische bolide. Gezamenlijk sjouwen mijn gasten het gevaarte naar de eerste  verdieping. De hele woonkamer staat nu vol meubilair. De oude stoelen en bank staan er ook nog: Ik heb meer dan genoeg zitplaatsen vandaag!

Dan gaan er opeens alweer allemaal mensen naar huis. Het feestje is nog maar net begonnen!

‘Ik ben niet lekker, Heks,’ kreunt Steenvrouw bijvoorbeeld belabberd. Ze heeft hetzelfde griepje onder de leden als ik de afgelopen week. Bij mij is het gelukkig zo goed als over!

Andere genodigden laten eindeloos op zich wachten. Ik begin me zorgen te maken. Ik heb best veel eten gekookt de afgelopen dagen. Hele lekkere hapjes. Het ziet er naar uit, dat ik er mee blijf zitten…….

Maar nee. Uiteindelijk komt alles goed. Mijn resterende gasten storten zich op de maaltijd. Een paar hele hongerige vrienden komen op de valreep binnenvallen. Ze eten de laatste gemarineerde kippenpoten op…….

De dag na mijn feestje kan ik niet bewegen. Zo stijf als een plank fiets ik naar de fysio. Die prikt links en rechts naalden in mijn spieren om de boel weer los te maken. Een akelige doch doeltreffende methode.

En vandaag ben ik dus chagrijnig. Te moe voor woorden. De troep in mijn huis vliegt me aan. Overal stoelen en banken. Gek word je ervan.

Ik zet de overtollige meubeltjes op Marktplaats. Misschien wil iemand ze nog wel hebben. Mijn hulp poetst mijn hele huis. Heks probeert ook wat te doen, maar het schiet allemaal niet op vandaag. Laat ik maar in bed gaan liggen.

Straks nog even met het hondje op stap. Vanavond naar het koor. Of zal ik een keertje spijbelen………

 

 

Winter in ons landje, jongens wat een mop: Alle hoge bomen hebben hoedjes op! Wit de hoge daken! En de zwarte spreeuw lijkt wel tien keer zwarter in de witte sneeuw…… Vrij naar een jeugdliedje.

toverheks.com

toverheks.com

Zondagmorgen kijk ik uit het raam naar een andere wereld. Een witte deken ligt over de stad. Een eindeloze stroom grote vlokken vliegt langs mijn raam. Snel schiet ik wat kleren aan. Ik moet nodig naar buiten met mijn hondje. Wat zal hij verrast zijn! Hij heeft nauwelijks sneeuw meegemaakt in zijn prille leventje. Je kunt in feite spreken van een primeur.

toverheks.com

toverheks.com

Als ik de deur uit stap lig ik direct op mijn plaat. Het is spekglad. Voorzichtig schuifel ik door de glibberige steeg. Val nog eens bijna. Getver. Mijn lijf is niet meer berekend op dit soort omstandigheden. Als ik niet uitkijk vliegt er van alles uit de kom. En ik moet absoluut niets breken! De ellende zou niet te overzien zijn…..

toverheks.com

toverheks.com

VikThor gaat helemaal uit zijn bol. Vrolijk dartelt hij door de steeg. Er is geen verkeer, dus hij loopt lekker los. Alle honden lopen los vandaag! En ze zijn allemaal door het dolle. Met enige regelmaat ligt mijn ventje enthousiast te rollebollen met een soortgenoot.

toverheks.com

toverheks.com

Heks is intussen helemaal doorweekt. Natte sneeuw kleddert om mijn oren. Een uurtje later vluchten we het huis weer in. IJzige neerslag vliegt intussen horizontaal mijn capuchon in. Mijn kop lijkt wel die van een sneeuwpop!

toverheks.com

v

Aan het eind van de middag wordt het eindelijk droog. Een dik pak poedersuiker ligt over onze verdorven wereld. Duistere gedachten worden weggemoffeld onder die laag bevroren onschuld. Dit hemelse glazuur smaakt rauwe bonen zoet.

Heks raakt in een superhumeur. Opgewekt schuifel ik door mijn geliefde Leidse glibberstad met z’n fraaie besneeuwde trapgeveltjes. Heks is niet de enige met een hoedje op haar kop vandaag! Huizen, bomen en medemensen: allemaal hebben ze een mutsje op!

toverheks.com - 4 (10)

Ik ploeg door de besneeuwde berm langs de Singel. Fotografeer alle sneeuwpoppen in het Van Der Werfpark, terwijl VikThor er een plasje tegen aan gooit…….

Maandagmiddag ben ik alweer op pad. Eerst worstel ik tegen een bescheiden sneeuwstorm in. Daarna laat ik me weer naar huis blazen.

toverheks.com

toverheks.com

Onderweg kom ik een moeder met zoon tegen. Het jong heeft een fabeltastisch  sneeuwballenapparaat paraat. Binnen een halve minuut krijg ik vijfentwintig exemplaren in mijn nek. Het ventje is te jong om hem verbaal op zijn donder te geven, maar oud genoeg om te begrijpen dat dit natuurlijk niet kan. Een oude weerloze taart genadeloos en eindeloos bekogelen…..

‘Gooi ze maar voor mijn hondje, die doe je er echt een plezier mee,’ leid ik de aandacht af van zijn jeugdig bevlogen edoch strontvervelende sneeuwballen-offensief richting Heks. Zijn moeder haalt opgelucht adem, want haar dierbare zoontje is onder haar ouderlijk appel vandaan geglipt. ‘Goed idee,’ grinnikt ze, ‘en het werkt nog ook!’

toverheks.com

toverheks.com

Eindeloos gooit het kereltje zijn perfect gevormde sneeuwballen door de lucht. VikThor rent erachteraan en stort zich met overgave in die witte deken in een poging de uiteenspattende ballen te traceren. ‘Kan ik je zoon niet af en toe lenen?’ grap ik tegen de moeder. ‘Ja, roep maar wanneer,’ giebelt ze terug. Intussen staan we dit wonderschone tafereeltje allebei verwoed te filmen.

Een leuke moslima heeft zich bij ons gevoegd. Een geweldige kletskous. ‘Ik ben dol op de sneeuw, tja, ik ben een Berber, ik ben wel wat gewend’ verklaart ze haar aanwezigheid in dit oerhollandse landschap, ‘Ik loop al uren te wandelen. Ik maak foto’s en filmpjes, geweldig toch, dit weer!’

Pas als we alledrie ongeveer in een ijspegel zijn veranderd nemen we afscheid. VikThor en zijn nieuwe beste vriend hebben nergens last van. Wat is dat toch met jonge wezens? Dat ze het nooit koud hebben? Heks lag als kind hele dagen in het buitenbad van Zwembad de Vliet. Weer of geen weer. Het maakte me niets uit.

Tevreden sukkelen we even later weer terug naar de binnenstad. Ik kan nauwelijks meer op mijn benen staan. Wat een geweldige middag weer. Mijn lijf houdt er niet meer van, maar oh, wat hou ik toch van de winter. Sneeuw en ijs: Instant geluk!

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

Bloemen houden van mensen? Lijkt me een duidelijk geval van antropomorfisme. En zelfs al bezitten ze die eigenschap, dan betwijfel ik of ze echt zoveel van ons houden. Met onze snoeischaren en vazen……. Maar dat ik van bloemen houd staat als een paal boven water!

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

‘Heks, wat klink je vrolijk,’ roept Steenvrouw in mijn oor. We zitten een beetje bij te kletsen door de telefoon. Ik weet het. Er is iets lichts in mijn tred door het leven geslopen. Deur na deur na deur ging dicht en nu gaan er ramen open.

Mijn situatie is niet verbeterd of iets dergelijks. Noch ben ik op wonderbaarlijke wijze genezen. Nee. Vanbinnen ontstaat er weer ruimte. Alles wat ik toch niet op kan lossen heb ik gelost. Tevens heb ik me ontdaan van zuigers en zeikerds.

Ik wring mijn hersenpan niet meer dagelijks in allerlei bochten in een poging het onbegrijpelijke te begrijpen. Of op zijn minst te bevatten. Ik kan niet in andermans hoofd kijken en daar heb ik vrede mee.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

Dientengevolge heb ik natuurlijk tijd over. Energie nog niet, maar wat niet is kan komen. Maar de tijd die ik piekerend en tobbend doorbracht kan ik nu besteden aan iets leuks.

Vanmorgen word ik wakker van de bel. Omdat ik slecht geslapen heb duurt het eventjes voordat ik bij de voordeur ben. De bezoeker is alweer weg. Wie zou dat nu kunnen zijn? Mijn voelsprieten tasten langs het belbord. Zou het Fiederelsje geweest zijn?

Ik denk het. Op weg naar de markt natuurlijk!

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

Als ik een beetje ben bijgetrokken en uitgedeukt gaat de bel opnieuw. En ja hoor. Fiederelsje en haar eega Molenaartje staan op de stoep. Maar als ik de deur open doe komt alleen mijn vriendinnetje naar binnen.

Snel probeer ik haar een kopje koffie te slijten, maar ze wil niets. ‘Molenaar moest nog eventjes iets halen, hij komt zo terug en dan gaan we er weer vandoor,’ lacht ze lief. En een beetje geheimzinnig. Wat voeren die twee in hun schild?

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

Dan gaat de bel weer. Een enorme bos bloemen komt de trap op, mijn vriend Molenaar verdwijnt er helemaal achter. Hij drukt de bloemen in mijn handen en omhelst me. Nou ja zeg! Wat een schitterend boeket! Verguld sta ik hem aan te gapen. En enigszins perplex.

‘Is dat soms een bedankje voor de sapjes en soepjes?’ Mijn vriend grijnst. Dat is het inderdaad. ‘Ik wilde je eens lekker verwennen, Heks, ik weet hoe dol je bent op bloemen….’ Hij is een tijdje in de lappenmand geweest en ik bracht hem ter versterking listige brouwsels uit mijn heksenketel. Ik ben geweldig lekker aan het koken de laatste maanden.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

Zelfs als ik me niet al te jofel voel, maar wel genoeg energie heb om in een pan te roeren, dan ga ik aan de slag. Minstens 1 keer per week sta ik een paar uur in de keuken. Ik hak er meestal een vinger half af of brand me aan een ovenschaal. Vooral als de vermoeidheid toeslaat…..

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

Maar wat ik maak is verrukkelijk. Zodoende ben ik weer heel goed aan het eten. En wat is nu zo bijzonder? Ik doe dit helemaal voor mezelf.

Maar ik kook ook altijd lekker veel. Dus dan blijft er genoeg over om iemand eens heerlijk te verwennen!

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

En tot slot krijg ik er een geweldig goed humeur van. Kokkerellen is pure meditatie. Woede en pijn verdwijnen als sneeuw voor de zon zodra ik in mijn heksenketel begin te roeren.

Als ik weer helemaal gezond zou zijn, dan opende ik een restaurant. Met eten waar je blij van wordt. Alles vers gemaakt. Geen pakjes en zakjes. Heel veel variatie. Gezond eten binnen alle mogelijke diëten! Maar ook voedsel dat je vanzelf opeet. Omdat het zo lekker is!

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM

Grenzen stellen, bij de konijnen af, het valt om den donder niet mee, nee. Af en toe valt er iets te lachen, maar door de bank genomen voelt het niet OK. Maar dat is het wel!

Donderdagmiddag scheur ik naar Amsterdam. Elfje is in de lappenmand en Heks gaat haar opvrolijken. Als ik aankom staat er een flets fladderwezentje bij de voordeur, maar tegen de tijd dat ik vertrek zwaait mijn vriendinnetje me vrolijk uit. ‘Ik voelde me toch een partij belabberd toen je kwam, maar ben behoorlijk opgefleurd, schat. Wat was het heerlijk je even te zien…’

Wij worden altijd blij in elkaars gezelschap. Vanaf de allereerste dag dat we elkaar tegenkwamen bij een therapeutisch schreeuwweekend ruim twintig jaar geleden…..

‘Ik ben eindelijk begonnen om grenzen te trekken en vervolgens ook te hanteren in mijn leven. Het wordt me niet in dank afgenomen…’ we kletsen een beetje bij over het fenomeen grenzen. Vooral het ontbreken ervan in ons bestaan. ‘Ik word voortdurend overvraagd. Het is nooit genoeg, mensen willen altijd meer, meer, meer…..’

‘Ik pik niks meer. Zoals wildvreemden die zich komen misdragen op mijn feestjes bijvoorbeeld. Ik knikker ze zonder pardon op straat!’ We schateren het uit. We zien het voor ons hoe mijn kleine Peruaanse vriendin grote dronken eikels de deur uit gooit.

Heks heeft ook wel eens een boom van een vent de deur uitgesmeten. Een paar jaar geleden alweer. De man had me verschrikkelijk overtuigend het hof gemaakt en het was hem gelukt om Heks te veroveren….. Helaas was het een idioot, je zag het niet aan zijn neus, maar in dagdagelijks contact kwam zijn gekte onmiskenbaar naar boven zeilen.

Zodra hij Heks had ingelijfd, begon hij moeilijke kotsgezichten te trekken. Eerst dacht ik aan terugkerende buikgriepjes. Daarna wist hij me ervan te overtuigen dat hij overtraind was. De man deed aan wielrennen, vandaar. Maar het bleek om een vrouw te gaan, die hij niet kon vergeten. Een Russische schone van de importbruidsite.

Naar eigen zeggen was hij vrijgezel toen hij Heks tegenkwam, maar de waarheid is, dat hij snel zijn vage relatie met die dame had beëindigd zodat hij met mij uit kon gaan. Of misschien niet beëindigd, maar on hold gezet…….. Helemaal duidelijk is het nooit geworden. Daar heb ik achteraf ook geen enkele moeite meer voor gedaan.

Op een dag gingen we gezellig met hondje naar het strand. Uren zaten we te flikflooien. Af en toe keek hij eventjes moeilijk, maar ja, overtraind , dan krijg je dat…… Beweerde de sukkel.

Bij een strandtent genoten we van een heerlijk galgenmaal. Op foto’s zie je een verliefd stel, hij had zijn moeilijke gezicht eventjes in de kast gestopt. Maar niet voor lang. Eenmaal thuis begon hij weer heel erg te steunen en kreunen. En bepaald niet omdat we heerlijke seks hadden! ‘Wat is er toch met je? Ben je echt zo moe? Of is het iets anders?’ vraag je dan natuurlijk als mens met spiegelcellen, compassie en verstand in je kop.

Hij kon de Russische postorderbruid niet vergeten. Heks liet hem niet uitpraten, maar greep hem bij zijn grote knaagdierenflapoor en sleurde hem direct naar de voordeur. Verbijsterd keek hij me aan, volkomen versteend als een konijn in het licht van mijn woedende koplampen. Ik opende de deur en smeet zijn lange lijf met al mijn kracht naar buiten.

Zo hard dat hij tegen de deur van de overbuurman vloog……’Je moet eens een keertje nadenken voordat je met dat sneue stampertje van je ergens acte de présence geeft ……’ gilde Heks hem na vanuit het keukenraam. Ik heb hem nooit meer gezien. Wel hoorde ik later dat de berg die hij die week per fiets zou gaan beklimmen hem een lesje heeft geleerd.

Een jaar trainen kon niet voorkomen dat mijn snelle reflex op zijn gezever er voor zorgde dat hij nooit boven op die Marmotte heeft gestaan. Al tijdens de eerste kilometers moest hij afhaken……..

‘Haha, een Marmot beklimmen,’ Kras ligt in een deuk als ik haar dit verhaal vertel. ‘Ja, nadat hij zijn Rusische Marmotje niet kon vergeten lukte die Franse Marmotte ook niet meer. En bij dit tover-marmotje was hij niet meer welkom…….’

Soms heb je achteraf nog best lol over iets, dat je destijds heel verdrietig heeft gemaakt. Want zeg nu zelf, wat zijn dat voor’n praktijken? Dames het leven zuur maken gevolgd door zielig gezever? Hou die konijnenkop alsjeblieft uit mijn kippenhok. Uit elk kippenhok……

Soms lukt het prima om mijn grenzen aan te geven. Als iemand er zo grotesk overheen gaat bijvoorbeeld. Maar het zijn al die kleine grensverschuivinkjes die me de das omdoen. De mensen, die zich langzaam een weg naar binnen vreten in mijn leven. Zich daar settelen, of zelfs innestelen als een parasiet en steeds veeleisender worden. Daar doe ik heel veel verkeerd.

Sinds de korreltjes Ridderspoor lukt het me niet meer om ergernis door te slikken. Ik wil ook niet in mijn eigen woede stikken. Het moet er dus uit. Het paard van mijn woede draaft over vlaktes oud zeer. Onderdrukken lukt ook al niet meer…..

Heeft iemand me jarenlang betweterig de les gelezen over de opvoeding van honden en heb ik altijd braaf geluisterd, terwijl ik me gek erger? Ja, lekker makkelijk om aanmerkingen te hebben op mijn vorige hond, dat was een lastig portret. Die is verpest door Boze Buurman Veter Aars. Maar nu pik ik het niet meer. Neem zelf een hond, ga zelf in bad, maar val me niet lastig met die onzin dat het slecht is om je hond af en toe te wassen. Voor mensen kan het overigens ook geen kwaad!

Eindelijk vind ik ook woorden om lucht te geven aan de diepe ergernis die een goede vriendschap heeft verruïneerd. En weer gaat het over grenzen, slecht aangeven van grenzen, grensoverschrijdende mensen, die me perfect weten te vinden en anderen belangrijker vinden dan jezelf. De ander voorop zetten. Zoveel rekening houden met de ander dat je jezelf ernstig tekort doet.

Bij de keuze: Pijn doen of pijn lijden? Altijd zeggen: Dan maar pijn lijden…….

Gisteren deel ik een paar flinke dreunen uit. Natuurlijk vind ik dat niet leuk. Maar als ik het niet doe blijf ik pijn lijden.

Elk mens is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen leven. Je moet het zelf doen. Een ander kan je problemen niet oplossen en een ander kan je leven al helemaal niet voor je leven……

Ik heb mijn handen meer dan vol aan mijn problematische bestaan. Maar als ik mijn beperkte energie nu eindelijk eens voor mezelf houd dan zal het wel gaan.

Dit boek moet ik maar eens gaan lezen……

Gaby Olthuis : Leer je grenzen stellen.

Het is weer zo ver! Ex Animo voert de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach uit op woensdag 12 april in de Pieterskerk te Leiden. Dirigent: Wim de RU. Aanvang: 19.30!!! Er zijn nog kaarten verkrijgbaar!!!

ex animo zingt de Mattheus passion

Gisterenavond zingen we de hele Matthäus door. Van voor naar achter, van links naar rechts. Goddank klinkt het fantastisch. Een week eerder zongen we allemaal vals…. Het kan ook aan mijn gemene valse oortjes gelegen hebben natuurlijk, maar onze dirigent Wim de Ru had ook veel commentaar toen. Vandaag oogt hij uiterst tevreden.

‘Ik maak me totaal geen zorgen,’ grapt hij vrolijk nadat we het slotlied eruit hebben geknald. ‘Haha,’ giebelen de alten, ‘Dat zou ook iets nieuws zijn, Wim die zich druk maakt!’ We zijn dol op onze relaxte dirigent. Nooit gaat de zweep erover. Zelden raakt hij uit zijn hummetje. En zelfs dan doet hij het af met een rake grap of scherts. Geweldig toch?

Naast me staat An al de hele avond fantastisch te galmen. Ondanks haar respectabele leeftijd heeft ze nog een juweel van een stem. Wat een mazzel dat ik naast haar sta! Het is de derde keer dat ik meezing met dit stuk en het zit er goed in. Komend weekend ga ik nog wat puntjes op de i zetten, maar goddank heb ik een geweldig muzikaal geheugen.

matthaus passion, johann sebastian bach

Staat een stuk eenmaal op de harde schijf in mijn kop, dan blijft het daar staan tot het einde der tijden. Vaak heel vervelend. Er staan enorme oorwurmen op die interne schijf. Dit meesterwerk van Bach echter vind ik geen probleem. Ik ben stapel op dat stuk. Heks is een echt Matthäusmeisje.

‘Nou, lieve mensen, dat wordt weer een fantastisch concert volgende week,’ de voorzitter is ook zeer te spreken over het niveau vanavond. Er volgen nog wat mededelingen. We klappen uitgebreid voor onze pianist, Wybe Kooijmans.

Die zit toch maar maandenlang de sterren van de hemel te spelen. Hij schudt die ingewikkelde fuga’s zo uit zijn mouw lijkt het wel. Maar ja, het is dan ook niet de eerste de beste. Die man heeft zijn sporen in orgelland ruim verdiend. Dan is het alweer tijd om naar huis te gaan.

handtekening johann sebastian bach

‘Bedankt hoor, voor je geweldige pianospel. We hebben je echt gemist laatst bij een klein concert. De ingehuurde organist zat enorm te harken. Vooral bij het ‘erbarme dich’, is ook best lastig natuurlijk. Ik had echt medelijden -erbarmen- met die alt. Haha!’ Heks moet nog lachen als ze er aan denkt. Begeleiden is ook een vak!

‘Oh, wat jammer, nou ja zeg, ik kon helaas niet,’ verontschuldigt onze vaste pianist zich in alle toonaarden. Hij kan natuurlijk zijn collega niet openlijk afkraken. ‘Nou ja, zie het maar als een compliment! We kunnen je echt niet missen!’ We raken in een leuk gesprek verwikkeld over orgels en begeleiden. Ik heb natuurlijk een ver verleden met mijn dwarsfluit en orgelspel. ‘Oh, nou, dan weet je het wel.’

Inderdaad. In mijn jonge jaren speelde ik regelmatig in de kerk. Steeds met andere organisten. Amateurs meestal, net als Heks. En niet allen even getalenteerd…. Zo was er de dorpsbakker, die zich al knedend door menig partituur sloeg. Bijkans onnavolgbaar. Mijn  vader moest altijd vreselijk lachen om die verwoed knedende man naast een zwetende Heks. Mijn hoofd rood van de inspanning in een poging om te blijven samenspelen was ik blij als ons optreden er weer op zat.

‘Ken je het stuk al uit je hoofd?’ informeert een bas met een dikke klankkast van een buik als ik op weg naar buiten ben. ‘Bijna,’ Heks maakt zich ook geen zorgen over volgende week. Althans niet daarover.

matthaus passion, johann sebastian bach

Ik moet zorgen dat ik mijn stem niet kwijtraak. Ik ben immers altijd verkouden. Ook ben ik chronisch een beetje schor. Er is voortdurend sprake van lichte keelpijn. En bij het minste geringste zuchtje vermoeidheid raak ik mijn stem helemaal kwijt. Het hoort bij ME.

Buiten wappert het koor uitgelaten alle kanten op. Iedereen is een beetje eufoor na deze laatste repetitie. Je hoort overal mensen lachen of vrolijk zingen. Heks loopt ook te galmen. Jubelend zit ik in de auto. Thuis stuiter ik nog een tijdje door de woonkamer. Pas na een uitgebreide ronde met VikThor wordt het wat rustiger in mijn koppie.

JOHANN SEBASTIAN BACH

Wat is zingen toch fantastisch. Wat is Ex Animo toch een geweldig koor. Wat is de Matthäus Passion toch een prachtig stuk muziek.

Er zijn nog kaarten voor de tweede en derde rang. Verkrijgbaar via de website. Komt allen! Het wordt prachtig!

Kaartverkoop Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach uitgevoerd door Ex Animo in de Pieterskerk te Leiden op 12 april.

matthaus passion,  handtekening johann sebastian bach

 

Stop. Kappen nou. Hou ermee op. Ik wil geen connectie met u, Meneer de Koekepeer.U kunt antropoliegen tot u erbij neervalt: Ik stel mijn lichaam never nooit beschikbaar voor antropologisch veldwerk……

images-41

Sommige mensen hebben zo’n plaat voor hun domkop! Ongelofelijk!

Ik heb zelden een vervelender en opdringeriger en volhardender type ontmoet dan de geile antropoloog. Al ruim tien jaar doet die idioot verwoede pogingen om bij Heks binnen te dringen. Eerst door haar eens lekker aan te randen tijdens een boeddhistische meditatieavond.

Het oude reptiel liet zijn groezelige grijpertjes schaamteloos langs mijn flanken fladderen, terwijl Heks net met haar armen in de lucht stond. Terwijl ik me niet kon verweren betaste deze zelfbenoemde goeroe me vrolijk dwars door mijn kleren heen.

© Toverheks.com

Hij ziet zichzelf als een echte heer en toffe peer, die dit soort acties louter uit liefde debiteert. Hij heeft daar een hele theorie over: Hij bedoelt het goed, liefdevol, warm……Er steekt niet kwaads achter……

Meuh, geloof je het zelf viespeuk?

Ik zie een oud smerig mannetje met een heel lelijk vogelhoofd. Vol domme praatjes bedoeld om gaatjes te vullen. Bij jonge mooie vrouwen. Of uitdagende vrijgevochten mokkels, zoals Heks.

De man is ongetwijfeld een narcist. Sinds ik me in dit menstype heb verdiept kan ik de eikel beter plaatsen. Het gaat hem ook niet om mij persoonlijk, hij heeft geen idee wie ik werkelijk ben.

Nee, ik ben de vrouw die hem publiekelijk afwees. Het ergste wat een narcist kan overkomen. Die iets zei van zijn handtastelijkheden. Die never nooit iets van hem moet hebben. Die met een boog om hem heenloopt. Die niet luistert naar zijn lulkoek! Die hem heeft ontmaskerd……

Al dat gezichtsverlies……Hij kan dat gewoonweg niet uitstaan.

Al verscheidene malen in het afgelopen decennium heeft het secreet me hele vervelende mailtjes gestuurd. Echt berichten waar de honden geen brood van lusten. Aanmatigend en opdringerig en heel erg fout.

Ook heeft hij me regelmatig in de kerk of op straat staan uitschelden. Ik kan het schlemielige ventje niet tegenkomen met zijn dwaze hoedje en zijn waxinelichtje compenserende lullige wandelstokje of hij begint tegen me te vervelen. Waar ik aan verdiend heb?  Nergens aan. De man is een narcistische kwezel.

© Toverheks.com

Een tijdlang heeft hij me gestalkt hier in de buurt. Liep hij over straat te schreeuwen dat ik een gefrustreerd kutwijf ben, die vast misbruikt is als kind. Laat ik nu net in die tijd voor iets dergelijks in therapie hebben gezeten. Ik was dus niet blij met zijn ordinaire acties, dat kan ik je wel vertellen.

Het blijft me ook verbazen dat iemand, die het op televisie in een religieus programma over zijn enorme spirituele ontwikkeling heeft, dit soort kwalijk gedrag  vertoont. Je zou toch enige zelfreflectie verwachten, maar nee. Daar doet dit manneke niet aan. Hij ‘denkt’ voornamelijk met zijn kleine uitwendig gedragen hersenen. En daar komt nooit veel goeds uit voort……..

Vandaag krijg ik weer post van de oude idioot. Of ik een connectie met hem wil op LinkedIn. Brrrr. Liever niet. Snel blokkeer ik de etter.

\

Wat kunnen mensen een enorme plaat voor hun knar hebben, je houdt het niet voor mogelijk. Ik ga echt never nooit wat voor’n connectie ook aan met die griezel. Ook ga ik niet met hem afspreken om alles uit te praten: De engbek heeft me vorig jaar een tijd achtervolgd om dat te bewerkstelligen.

Iets uitpraten met een narcist? Onmogelijk! Je geeft zo’n gek alleen maar ruimte om allerlei narigheid uit te halen!

Vanaf dag 1 zo’n tien jaar geleden wil ik maar 1 ding van die leipstra: Dat hij me met rust laat. Opzouten en wegwezen. Je hebt je kans gehad en grondig verprutst. Niet verbazingwekkend voor een narcist. Respectloze zakken als het zijn.

Misschien moet ik hem eens zo’m taart sturen, met laxeermiddel erin……. Raakt hij zijn shit toch een beetje kwijt!

Blokkeren, negeren en er iets van leren, dat is wat me rest. In de hoop dat zijn obsessie met mijn persoontje ooit ophoudt. Gelukkig gaat alles voorbij. Uiteindelijk……..

Ik blokkeer de man dus op alle sociale media denkbaar. Niets in mij wil ook maar iets met die man. Ik denk gelukkig verder nooit aan die kwal, behalve als hij weer eens mijn pad kruist of mijn aandacht probeert te trekken. Want dat laatste kan hij als de beste. Ja, dat heb je met gekken. Je vindt ze op de gekste plekken: Ook in de Sangha en in de kerk……

© Toverheks.com

Een weekend vol verrassingen en bijna allemaal aangenaam! Van Galactic Grooves in de kroeg tot visite, visite, een huis vol….. Hier en daar een hinderlijke antropoloog.

De Geile Antropoloog slaat weer toe! Heks staat voor de zoveelste keer met haar mond vol tanden. Dan besluit ik hem een brief te sturen. Die ranzige ouwe snoeper. Dat stuk scrotum vol eigendunk!

© Toverheks.com

Een belangrijk telefoontje en een duik in de gracht. Heks redt haar eigen pup van de verdrinkingsdood! En raakt daarbij zelf van de wal in de sloot…….

Zaterdagmorgen krijg ik mijn ogen met moeite open. De puppytraining vrijdagavond met aansluitend toch weer het aanhoren van een aantal mensen met hun probleemverhalen hebben met gevloerd. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het al bijna 11 uur is.

Er staan ook een flink aantal berichten op: Ik ben gebeld door een mij onbekend nummer, er is een voicemailbericht achtergelaten en ook nog een SMSje verstuurd. ‘Volgens mijn zit uw kat Snoetje momenteel in onze huiskamer.’  staat er. En iets verder ‘Snuitje bedoel ik’.

O jee, iemand heeft vast weer diezelfde Cyperse kat binnengehaald, die al diverse keren is opgepakt in de veronderstelling dat het Snuitje zou zijn. Het arme beest raakt nog eens getraumatiseerd van al die gevangenschap in vreemde huiskamers! Ik zal toch maar eventjes bellen om voor de zoveelste keer te zeggen dat dit echt mijn kat niet is……

De bel gaat.  Steenvrouw staat op de stoep. We drinken koffie, giechelen, wisselen nieuwtjes uit: ik ben die hele kat vergeten. Mijn vriendin is nog niet de deur uit of Buurman belt aan met hond Carlos. Of we gaan wandelen? Eerst nog meer koffie?

‘Ik moet allereerst maar eens eventjes over Snuitje bellen, iemand heeft haar weer gevonden, maar het zal wel weer om die uithuizige Cyper gaan hier uit de buurt….’ Ik draai het nummer. Buurman kijkt verwachtingsvol. Hij heeft goede hoop dat het om Snuitje gaat. Hij is dan ook nog niet zo vaak teleurgesteld.

Een jongeman pakt aan. Hij blijkt helemaal niet in mijn buurtje te wonen. Het gaat ook niet om de beruchte grote en jonge Cyperse buurtkat. Nee, dit poesje is klein en oud. Net als Snuitje. ‘Ze loopt hier al een paar maanden in de buurt rond.’ Ook dat klopt. ‘Ze kan geweldig schreeuwen om eten, het is echt een kletskous.’ Jee, dat klinkt als mijn Snuiterd.’ Mijn hart slaat een paar slagen over. Opeens heb ik haast om te gaan kijken.

De jongeman stuurt me een foto, waarop een minuscuul katje te zien is. Het is geen beste foto, maar toch herken ik mijn schatje direct. ‘Ze is het, 99.99999% zeker!’

Helaas kan ik niet direct komen, de jongeman zit op zijn werk. En zijn huisgenoot ligt nog te slapen. Hij blijkt een notoire nachtbraker te zijn. Nooit voor twaalven zijn bed uit. Een echte klassieke student! Om drie uur is hij klaar met sporten, dan kan je terecht!’ schrijft de onbekende kattenredder.

‘Laten we eerst maar eens de hondjes uitlaten, dan gaat de tijd ook sneller,’ Buurman sleept me mee voor een wandeling. We slenteren door een paar parkjes. De hondjes zijn door het dolle. Mijn hoofd tolt. Straks word ik misschien herenigd met mijn oudste kat. De grootmoeder van mijn hele kattenclan. Geweldig…….

Terwijl we in een parkje langs de Singel wandelen rent VikThor vrolijk voor ons uit. Op het terras van ‘De Grote Beer’ springt hij opeens over een muurtje. Om geheel te verdwijnen. ‘Plons’ horen we. Ik trek een sprintje naar de plek waar mijn hondje is verdwenen: Aan de andere kant verdwijnt de muur meters lager in de gracht. Een paniekerig hondje spartelt daar rond. En ik kan er met geen mogelijkheid bij.

Buurman rent naar de overkant van de gracht, maar ik heb me al over de muur laten zakken. Zonder ergens over na te denken plons ik in de gracht. Ik ga nog net niet kopje onder! Met een zwierige beweging zwaai ik mijn pup uit het water in de armen van een verschrikte bezoeker van het etablissement.

Mijn handtas smijt ik er achteraan. ‘Haal mijn telefoon eruit!’ commandeer ik. Dat ding moet zo snel mogelijk in veiligheid worden gebracht. Ik moet er niet aan denken dat ie het niet meer doet: Het telefoonnummer van de redders van Snuitje staat er in!

Ik schuifel langs de rand van de gracht naar een steiger verderop. Ik heb geen zin om te gaan zwemmen, mijn schouders zijn nog droog! Dat is al heel wat. Moeizaam hijs ik me op de kant. Druipend en wel.

Een serveerster uit ‘De Beer’ vraagt bezorgd of ze iets voor me kan doen. Ik zou niet weten wat. Een setje droge kleren zit er niet in op een koksmuts na dan. Hetgeen toepasselijk zou zijn gezien mijn naam en mooi zou staan op mijn heksenhoofd. Ook kan ik moeilijk in een taxi gaan zitten in mijn natte kloffie. Wel wil ik zo snel mogelijk naar huis. Het is niet al te ver lopen. Hooguit een kwartiertje…….

Buurman komt verschrikt aanrennen. Met een verholen olijke grijns op zijn snoet overigens. Die laatste verdwijnt niet meer. De hele ijskoude weg naar huis hoor ik hem heimelijk ginnegappen. Bol van de binnenpret brengt hij me tot voor mijn voordeur.

‘Ga maar snel onder een hete douche staan, Heks, zodat je geen kou vat,’ grijnst hij vriendelijk. Om er vervolgens vliegensvlug vandoor te gaan: Hij wil het verhaal graag aan zijn gade vertellen! ‘Ik hoop dat het Snuitje is!’ roept hij over zijn schouder, ‘Sterkte vanmiddag, lieve Heks!’

Hij heeft er toch niet zoveel vertrouwen in. Zo’n oude kat. Veertien weken weg. Het zal mij ook benieuwen. Onlangs zag ik een ongelofelijke Snuitje lookalike op de site van een Limburgs asiel. Zij was bij de vorige eigenaar weggehaald omdat ze veel te dik was! Er bleek achter het kleine koppie een enorm lijf schuil te gaan…….. Niet mijn kat dus. Die weegt maar een paar kilo……

Ik ga met VikThor onder de douche. Ik was het kroos uit onze oren en de bagger uit ons haar. Gelukkig is het grachtenwater niet meer wat het geweest is, anders waren we allebei doodziek geworden! Tegenwoordig is het Leidse grachtenwater van goede kwaliteit: Er worden zelfs zwemwedstrijden in gehouden!

Het kan altijd erger…….

 

 

 

Road trip: Toverheks, Boeddhistische Non en Bosuil ofwel une Chouette Hulotte gaan op queeste; Reizen naar buiten en naar binnen…. Een geneeskrachtig avontuur.

De aspirant monnik bekijkt de vogel voorzichtig.

Als ik een goede week in het klooster ben hebben we les op een andere locatie: New Hamlet. Het is een flink end rijden, dus iedereen is al vroeg uit de veren om op tijd bij de bus te zijn. Heks gaat met de auto, ondanks het dringende verzoek om dat niet te doen. Iemand spreekt me er zelfs vermanend over toe. ‘Klets maar raak,’ glimlach ik onschuldig zwijgend naar de bemoeial, ‘Ik heb zo mijn redenen om met eigen vervoer te gaan en die gaan je niets aan!’

We krijgen hulp van een paar lieve dames. Deze schat heeft ook een gele Peugeot 107 vertelt ze me. Wat een toeval! Een Franse versie van Heks!

Heks wordt regelmatig op de vingers getikt over allerlei vermeend slecht gedrag. Gisteren nog hier in de kerk. Waarom ik toch altijd op het nippertje naar binnen schuif. Of ik soms aandacht wil trekken? Stond ik me toch nog een beetje te verdedigen, omdat ik de vingertikster graag mag…. De vrouw heeft wel een punt natuurlijk, zeker in haar optiek. Maar ja. Ik heb nu eenmaal de grootste moeite om waar dan ook op tijd te zijn, überhaupt om waar dan ook te zijn!

In het klooster kost het me niet de minste moeite om op tijd te zijn. Ik heb gewoon niets anders te doen: Geen hond uitlaten, behandelaars bezoeken, administratie bijhouden, huis opruimen….. Met het grootste gemak arriveer ik overal op het juiste tijdstip. Heerlijk. Ik haast me nergens voor en als ik iets niet haal, laat ik het gewoon schieten.

Vanmorgen rijd ik met mijn vriendin, de Nederlandse non, naar het andere klooster. Op ons gemak gaan we op pad. Als we het dal uitdraaien en op de heuvelkam terecht komen stokt zoals altijd de adem in mijn keel. Het uitzicht is adembenemend! Kilometers ver kijken we door de Dordogne. Ontroerd rijd ik over de kam langs het dal.

Plotseling zien we een bevriend echtpaar langs de weg lopen. Voor hen uit loopt een dame met een enorme vogel in haar handen. Het is een uil! Heks stopt haar auto. Snel springen we er uit. De vrouw legt de vogel in een greppel en gaat er snel vandoor. ‘Hij lag op de weg, hij is gewond! Helaas heb ik geen tijd om me er verder mee bezig te houden. Ik heb haast, ik moet naar mijn werk, mijn baas zit op me te wachten!’

la chouette hulotte

la chouette hulotte

Onthutst staan we te kijken. ‘Leeft die uil nog?’ informeer ik bezorgd. Het beest leeft nog. Onze vriend haalt hem voorzichtig uit de greppel en houdt hem omhoog. Goeie hemel, wat een prachtig dier! Eén oog zit dicht, maar zijn andere oog kijkt me helder en wakker aan. Ik voel mijn hart opengaan.

‘Hij is waarschijnlijk geraakt door een auto,’ zeggen we tegen elkaar, ‘Hij moet naar een dierenarts.’

Onze vriendin, de non, helpt het gezelschap uit de droom. ‘Je hoeft hier echt nergens aan te komen met gevonden wild. Vorig jaar vond ik een aangeschoten hert. De enige, die ik ervoor kon interesseren was de jagersvereniging. Geen dierenarts wil er zijn handen aan branden. Zij willen alleen maar huisdieren. Of vee. We moeten iets anders verzinnen…..’

We besluiten naar het andere klooster te rijden en het gewonde dier mee te nemen. ‘Ik laat je niet in de steek, uileballetje,’ slis ik stiekem in uilentaal tegen de vogel, ‘Ik zal zorgen dat je ergens wordt geholpen, wees maar niet bang!’

Uit mijn lijf komt een veld rustgevende moeder-aarde-energie. Het legt een deken van liefde en kalmte rondom het diertje. De Godin heeft zich het lot van haar vogelkind aangetrokken. De Grote Moeder gaat alle zeilen bijzetten om dit prachtige schepsel te redden!

‘Misschien is er wel een dierenarts onder de deelnemers aan de retraite,’ zeg ik hoopvol tegen mijn vriendin, als we weer onderweg zijn. Zij zit naast met met de uil in een knalgele gebloemde koeltas op haar schoot. Hij zit gerieflijk op een fleurig tafelkleedje! Het dier is gelukkig heel rustig. Stress is funest. Dodelijk vaak bij aangeschoten wild….

Bij de dierenarts

In het klooster blijkt dat er inderdaad een dierenarts aanwezig is: Eén van de aspirant monniken beoefende in zijn vorige leven dit beroep. Na de lezing snorren we hem op. Ook een paar dierlievende dames staan ons met raad en daad terzijde. Zij vinden een kliniek in Bordeaux, waar ze wild behandelen in plaats van opeten. En een vogelresort in Arcachon, die het dier na de eerstelijns behandeling wil rehabiliteren!

‘Het beestje ziet er behoorlijk levendig uit,’ de knappe aspirant kijkt me verbluft aan, ‘en hij is zo relaxed, dat is echt een wonder. Soms gaan ze dood van de stress nog voordat je iets voor hen hebt kunnen doen. Ik laat hem dan ook zoveel mogelijk met rust, volgens mij is hij prima te redden! Maar dan moet hij helaas helemaal naar Bordeaux!’

‘Het is wel een ongelofelijk end rijden,’ roepen mijn nieuwe vrienden door elkaar. We staan te overleggen hoe het nu verder moet. ‘Ik vind het geen probleem om te gaan, als jullie me het adres geven en eventjes met die mensen willen bellen dat ik er aan kom, dan ga ik direct op weg,’ verzucht ik. Ik laat dit dier niet stikken!

Mijn vriendin  de non kijkt me stralend aan. ‘Ik ga mee, we hebben vanmiddag toch geen dharma-discussie, ik heb mijn handen vrij, dus het komt prima uit!’ Ha fijn. Een road trip met mijn maatje! De uil wordt met koelbox en al in een kartonnen doos gezet. Zorgvuldig bevestig ik het geheel in de veiligheidsgordels. Even later zijn we op weg.

Weer is er een péage ondergelopen door de overvloedige regenval. Dat betekent ook nog eens omrijden! We nemen de prachtige route national. Die is behoorlijk bobbelig, hetgeen me zorgen baart. Ik hoop dat Uil er niet al teveel last van heeft! De weg voert ons langs kleine dorpen en stadjes. Wat is het hier toch schitterend mooi. Op ons gemak rijden we naar Bordeaux.

Intussen zitten we heerlijk met elkaar te praten: Mijn vriendin vertelt me haar hele levensverhaal! Daar hebben we alle tijd voor! Tegen het eind van de middag zijn we in de grote stad. Het is druk, want vrijdagmiddag en spits. De TomTom voert ons echter moeiteloos via een tussenweg naar het doel, een schier onvindbare kliniek.

‘Ah, een Hulotte!’ roepen de artsen in koor als we met onze kleine gewonde vogelvriend binnenkomen. Ofwel een Chouette Hulotte, een bosuil! Wat klinkt dat ook weer lekker, zo’n zoete chouette in plaats van een uil….. Ze tillen hem uit de doos. Geroutineerd wordt hij bekeken. Het beest geeft geen kik. De dokter aait hem over zijn bolletje en hij vindt het heerlijk!

‘Het is zo’n schatje, ik kon hem ook gewoon knuffelen en aaien, dat had ik helemaal niet verwacht,’ zegt Heks verwonderd tegen de arts. ‘Van alle uilen is dit de meest lieve soort. De gemiddelde uil kan best agressief zijn, die moet je echt niet proberen te aaien. Handschoenen zijn dan onontbeerlijk…. Maar deze soort is erg vriendelijk!’

Nou, was ik al verliefd op het dier, dit kleine wonder, dan word het nu alleen maar erger. Verrukt kijk ik hoe ze mijn schatje meenemen voor een grondig onderzoek. We wachten rustig totdat de artsen klaar zijn met het beestje. We willen uiteindelijk weten hoe het afloopt natuurlijk!

‘Hij heeft alleen een flinke bloeduitstorting rond zijn oog, zijn vleugels zijn goddank nog intact. Hij heeft absoluut een aanvaring met een auto te verduren gehad! We geven hem antibiotica en wat cortisonen. Maandag gaat hij naar Arcachon, voor revalidatie. Hij komt er weer helemaal bovenop. Dank jullie wel voor het brengen, niet veel mensen getroosten zich die moeite!’

We nemen tevreden afscheid. Wat heerlijk dat het zo goed afloopt. Dolgelukkig beginnen we aan de terugweg.

‘We gaan het eten in het klooster niet meer halen, Heks, zullen we ergens onderweg stoppen om iets te drinken?’ Een prima idee. Omdat het intussen erg druk is op de weg schieten we toch geen bal op. In een stadje doen we ons te goed aan koffie met gebak. We wandelen het hele plaatsje rond en babbelen intussen vrolijk verder over het leven in het algemeen en onze levens in het bijzonder!

Na een heerlijke middag achter het stuur met het beste reisgezelschap ooit komen we terug in het klooster. Tevreden, vrolijk, opgewonden en blij. Over een paar weken laten ze Uil weer vrij. Waarschijnlijk vindt hij zijn weg terug naar zijn habitat. Hemelsbreed is het niet eens zo ver naar Arcachon. Zo’n vogel vliegt met het grootste gemak over al die bergen en heuvels heen!

s’Avonds lig ik lekker in mijn tent. De eerste nacht van mijn verblijf  hier zat er een uil te roepen in de boom boven mijn hoofd. Een waanzinnig prachtig geluid. Ik kon er zelfs niet van slapen! Nu is het rustig. Alleen geritsel van bladeren. ‘Zou het dezelfde uil zijn geweest zijn?’ vraag ik me af. De kans is groot, want we hebben het dier hier vlakbij gevonden.

De volgende dag vind ik een piepklein veertje in mijn koelbox, tezamen met een uilepoepje op mijn gebloemde tafelkleedje. Het kleedje spoel ik uit. Dus uilen poepen, ondanks hun tevens produceren van uilenballen. Ze hebben gewoon ook een cloaca, net als alle andere vreemde vogels!

Het veertje plak ik in mijn aantekeningenboek. Een klein bewijs van de onwijs gave redding van een wijze vogel.

DSC03941