Een sprookje van Anderen. Het evangelie van de boze buurtbewoner. Elke gek zijn gebrek. Hoge bomen vangen veel wind, maar rondvliegende heksen ook. Een opvallende verschijning zijn heeft zo zijn nadelen. Heks wordt aangevallen en verrot gescholden. Vanuit een zeer benepen universum hier vlak om de hoek.

Iedereen is het middelpunt van zijn of haar eigen universum. Sommige universa zijn groot en interactief met andere universa. De bewoner is communicatief en lief. Sommige bewoners gaan op onderzoek uit in hun eigen universum. Deze ontdekkingsreizigers ofwel soulsearchers proberen de wereld te verbeteren beginnend bij die van henzelf.

Andere universa zijn werelden op zich. Afgescheiden van alles wat daarbuiten ligt. De vijandige buitenwereld. Bewoners van deze universa stoppen hun energie voornamelijk in het bestrijden van de boze buitenwereld. Tot aan de tanden bewapend en op alles voorbereid staan ze je te woord. Als je ongelukkigerwijs hun pad kruist.

Het is dan zaak geen verkeerde beweging te maken. Laat staan iets te zeggen, dat deze holbewoner verkeerd kan opvatten. Je hebt een poeier te pakken voor je het weet.

De bewoner echter voelt zich vrij om elke vorm van agressie over je heen te storten. Hij voelt zich daartoe gerechtigd. Vanuit de rigide regels van zijn benepen universum.

En wat is nu zo opvallend aan dit soort confrontaties: Je hebt het altijd gedaan. Ook al heb je niets gedaan. Onderhandelen is zinloos. Een normaal gesprek zit er niet in. Boos geschreeuw is je deel. En eventueel een paar forse sancties.

Heks komt thuis van een hele leuke dag voor het goede doel. Ik ben vrolijk, geïnspireerd, blij dat er zoveel prima mensen zijn met hun hart op de goede plaats. Ik heb me met liefde kaal laten plukken, samen met vele anderen. Zodat kansarme kinderen naar school kunnen, zodat ze vervolgens een vak leren. Zodat ze een waardevol lid van hun maatschappij kunnen worden.

Opgewekt rijd ik door de buurt. Op zoek naar een parkeerplek. Helaas staat alles vol. Op dat ene plekje in een steegje om de hoek na. Waar nog steeds die plantenbak op de parkeerstrook staat. Niet langer ingemetseld midden op de strook. Maar aan het randje.

Ik rijd nog maar een rondje, want ik heb geen zin in gedoe met de bewonder van het huis tegenover die parkeerplek. De man heeft zich de plek toegeëigend. Hij vindt dat hij er zijn tuin op kan uitbreiden. En oh wie de waai degene, die het daar niet mee eens is. Die springt hij ongenadig op de nek. Als een duveltje uit een doosje.

Helaas is de plek van de gek het enige vrije plekje in de buurt. Ik draai mijn auto zorgvuldig achteruit de parkeerstrook op. Rijd een klein stukje naar achteren om nog iets dichter bij de muur te komen. En weer naar voren om mijn bolide recht op de strook neer te zetten.

Terwijl ik bezig ben komt er een vrouw uit het gewraakte pand zetten. Scheldend en tierend. Ze wijst naar haar voorhoofd. Steekt haar middenvinger op. Ja, gezellig!

Ik heb het mens nog nooit eerder gezien, maar blijkbaar is het de egaa van die idiote kerel, die hier ook woont. Vloekend staat ze me op te wachten, terwijl ik mezelf moeizaam aan de passagierskant uit de auto wurm. ‘Klotewijf, je reed expres tegen onze plantenbak aan,’ gilt ze.

Heks is met stomheid geslagen. Waar heeft dat gekke mens het over? Ik ben me van geen kwaad bewust. Ik zou toch zeker wel merken of ik tegen iets aan reed? Ik ben wel eens tegen die bak aan geknald bij het inparkeren, het ding is niet te zien in je spiegels, dus ik ken het gevoel.

Resoluut verwijs ik haar klacht naar het rijk der fabelen. ‘Ik ga hier verder niet met u over in discussie,’ draai ik haar mijn rug toe. Het wijf drukt haar amechtige lijf vervolgens zo ongeveer tegen mijn rug aan. Geen enkel respect voor mijn persoonlijke ruimte, zoveel is me wel duidelijk.

Gegil, gekrijs, geschreeuw. En het gaat maar door. ‘We hebben toestemming van de gemeente om die bak daar neer te zetten,’ beweert ze op een gegeven moment.

‘Ik heb bij de gemeente geïnformeerd en dat is pertinent niet waar,’ dien ik haar van repliek, ‘De politie heeft uw man gesommeerd de bak weg te halen. Ik heb het hem zelf horen schreeuwen tegen een buurman, toen ik toevallig hier door de straat reed….’

De vrouw wordt zo mogelijk nog kwaaier. Haar van woede vertrokken toet kleurt knalrood. Een gillende tomaat. Ik ben gek, het busje moet voorrijden, ik ben gestoord, niet goed bij mijn hoofd, ik ben lelijk, ik ben stom, ik ben dit en dat, een kutwijf, een hoer, een smerige heks……

‘Pas maar op, dat ik je niet betover,’ grinnik ik bij haar laatste beschuldiging. Om vervolgens met een zwierige zwaai van mijn lange rode jurk de aftocht te blazen. Als ik naar boven kijk, zie ik haar man voor het raam op de eerste verdieping staan. Met een van haat verwrongen gezicht.

Wat mankeert die mensen?

Heks betreedt hun universum. Hun piepkleine wereldje aan de Lange Lullige Lijsbitchsteeg. Waar ze waken over hun plantenbak. Op de door hen toegeëigende parkeerstrook. Waar ze heer en meester over zijn. Hun straat. Hun strook. Hun plantenbak. Wee je gebeente, als je alleen al naar die bak kijkt……

Als ik thuis kom, zit ik vol woede. Grote energetische haathaken geslagen in mijn zonnevlecht. Ik ga naar een prachtig concert, krijg daarvoor een vrijkaartje cadeau bij de ingang, zit naast mijn goede vriend Jip. We lachen en giebelen. Ik heb een heerlijke avond.

Maar de haathaken wroeten verder. In de pauze loop ik naar mijn auto. Voor de zekerheid haal ik mijn TomTom er maar uit. Dat was ik in de consternatie vergeten. Ik vertrouw die lui voor geen cent. Bij de vorige aanvaring dreigde de man om die hopeloze plantenbak met geweld op mijn auto te smijten…..

Zondag ga ik er rustig voor zitten. Ik zak in een diepe meditatie. Ik wrik de haathaken los uit mijn middenrif en stuur het ongewenste pakketje retour afzender. Ik stuur nog wat ongewenste pakketjes retour naar andere afzenders nu ik toch bezig ben. Ik laat mijn goede intenties bij me terugkeren. Stuur mijn eigen woede naar de planeet Scheld. Een oase van rust daalt op me neer.

Dan besluit om mijn auto te gaan wassen. Het ding is te smerig om aan te pakken, nadat de prunus uit de steeg haar bloesems er op heeft gedeponeerd. Een paar snottige regenbuien verder is deze pracht veranderd in smerige drab. De hondjes zijn nog bij de oppas. Ik heb lekker mijn handen vrij!

Als ik mijn auto probeer te starten gebeurt er niks. Raar! En gezien de vijandelijkheden en de dreigementen van gisteren: Verdacht!

©Toverheks.com

Uren later komt de ANWB. ‘Uw accu is helemaal leeg,’ constateert de monteur, ‘U heeft een licht aan laten staan.’ Heks betwijfelt dat. Toen ik de TomTom uit de auto haalde was het al aan het schemeren. Ik heb toen geen licht zien branden.

Ik heb in alle consternatie wel een raampje open laten staan gisteren bij aankomst. Aan de kant van de muur. Met een beetje moeite kun je zo precies bij het hendeltje van de verlichting!

Als ik me omdraai zie ik de vrouw, die me gisteren woedend belaagde, dansend en juichend voor haar raam staan. Haar meutige gezicht vertrokken in een duivelse grijns. Beide handen triomfantelijk in de lucht gestoken. Ik had de ANWB-man al gewaarschuwd voor dit soort taferelen, maar hij is evenzogoed verbijsterd.

Nu wordt het Heks toch al te gortig. Ik duw de plantenbak van de parkeerstrook. En nog een stuk opzij. Ik duw nogmaals en het ding valt om. Er rolt een beetje aarde op de grond.

Als een duveltje uit een doosje staan nu zowel de man als de vrouw gillend in de steeg. De vrouw wil me te lijf. Haar man probeer het te voorkomen. ‘Vieze vuile teringhoer, kankerhoer, schijthoer, pleurishoer! Je gooit telkens die bak om,’ gilt het mens.

Waar heeft ze het over? Heks weet van niks. Maar ik weet ook genoeg. Die bak wordt dus met enige regelmaat omgegooid? Ik ben blijkbaar niet de enige met wie dit echtpaar in de clinch ligt.

Dat verklaart ook dat dit vaak het enige lege plekje in de buurt is. Deze idioten voeren een waar schrikbewind. Mensen zijn doodsbang van dit stel. ‘We willen alleen maar de buurt wat gezelliger maken,’ brult het griezelechtpaar in koor.

Nou, dat lukt aardig zo, denk ik bij mezelf, terwijl ik een aanval van slappe lach onderdruk. Als ze dat willen bewerkstelligen kunnen ze beter gaan verhuizen!!!

Ik zeg echter niks meer. Ik ben uitgepraat met deze mensen. Ik heb al een klacht neergelegd bij de politie. De wijkagent gaat er werk van maken. Die mag dat varkentje wassen wat mij betreft.

Dankzij de ANWB-man kom ik er zonder kleerscheuren vanaf. Het echtpaar blijft nog een tijd voortrazen, maar uiteindelijke poetsen ze de plaat.

Mensen regerend in hun eigen universum. Met hun eigen idiote regeltjes, waar iedereen zich aan moet houden. Met hun eigen definitie van gezelligheid. Maar het zijn niet bepaald gezellen, deze medemensen. Zodra je je niet aan hun rigide gestoorde regels houdt zijn de rapen gaar. Dan krijg je een stelletje idioten over je heen.

Het was misschien niet netjes van me om de plantenbak om te kieperen, maar ik ben er erg van opgeknapt. Alle woede per direct mijn systeem uit.

Tevreden ga ik een stuk rijden met mijn autootje teneinde de accu weer op te laden. Gelukkig was het alleen de accu. Het had zoveel erger kunnen zijn. Op de terugweg was ik mijn auto. Die staat nu glanzend in de steeg. Binnenkort ga ik in gesprek met de wijkagent. Eens kijken, wat hij erover te zeggen heeft.

©Toverheks.com
©Toverheks.com