Onbezorgde oudjaarsdag met mijn hondje op het strand. Mijn viervoetige vriend heeft nog geen idee van de donkere wolken, die zich opstapelen aan de horizon. Het zwaard van Damocles, dat boven zijn onbezorgde spaniëlkopje hangt. De tegenslag, die hem letterlijk zal gaan vellen……

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Oudjaarsdag is het prachtig weer. Zonnig en helder. Heerlijk! Heks en VikThor gaan naar het strand. De knalvrije duinen en de vuurwerkloze vloedlijn. We zijn niet de enigen. Op mijn favoriete parkeerplek bij hotel Duinoord staat het bomvol.

Er is nog een heel klein gaatje tussen 2 enorme breeduit geparkeerde SUV’s. Tezamen hebben ze maar liefst vier parkeerplekken veroverd. Heks houdt haar adem in. Mijn kanariepiet ook. Met grote precisie prop ik mijn propje precies in het gaatje. Ik wurm mezelf en mijn hondje uit de auto. Mooi zo. Gelukt! Hopelijk hebben de SUV bestuurders geen bij hun bolide passende buik.

Ik hoop het voor hen. Mij lijkt het juist grappig om hen via de laadklep naar binnen te zien klimmen met zo’n lekkere in kersttrui gehulde kerstpens……….

Oh, wat is het heerlijk op het strand. Mijn hondje is zo gelukkig. Hij rent achter meeuwen aan en kraaien. Plagerig blijven ze een hele tijd uitnodigend op het zand zitten. Om op het laatste moment op te vliegen. Krakra, haha. Vliegen kan mijn hondje niet. Al zou je het soms wel denken als je hem naar een bal ziet springen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Vandaag ben ik zo zorgeloos. Het gevoel van regenlaarzen aan en in plassen springen! Bij gebrek aan plas waad ik door stukjes zee. Naar de eerste beste zandbank. Om daar verder te lopen, paralel aan het strand. Het is eb. Ik heb nog eventjes. 

Bij Brasserie de Badmeester bestel ik wijn en frietjes. Net voordat de keuken dicht gaat. De mensen aan de tafeltjes om met heen met hun gestreste hondjes maken een praatje met me. Mijn hondje is totaal niet gestrest. Ontspannen ligt hij aan mijn voeten te wachten tot hij ook een frietje krijgt. Hij mag niet naar me kijken terwijl ik eet. Heel moeilijk voor hem, met al die heerlijke geuren in zijn neus, maar het lukt hem. 

Als beloning krijgt hij de laatste exemplaren. Heks likt het zout er af. Oh, wat vindt mijn ventje die dingen lekker. Net als Ysbrandt. Die lustte er ook wel pap van….

Thuisgekomen eet ik een hapje en val dan in slaap. Even voor negenen schrik ik wakker van de wekker. Waar ben ik? Waar is de brand?

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Steenvrouw komt eventjes buurten. We trekken een fles bubbels open. Opgewekt bespreken we onze goede voornemens. Ik heb er last van dit jaar. Wel vier verschillende voornemens ben ik voornemens. Of vijf. Ik ben de tel kwijt geraakt.

Steenvouw vertrekt weer. Rond twaalf uur zet ik hard muziek aan. De beestjes kijken ongeïnteresseerd naar mijn verrichtingen. Ik dans door de kamer bijvoorbeeld. Om een uurtje of half 1 ga ik buiten naar het vuurwerk kijken en de buren een goed jaar toewensen.

Er is niemand te bekennen en het vuurwerk is de mist in gegaan. Een dikke kruitdamp hangt op de Lange Mare. Binnen gedreven vanuit de buitenwijken, waar flink wordt geknald. De dame van het hotel rookt hoestend een sigaretje. ‘Ik heb pas longontsteking gehad, vreselijk die kruitdamp……’ piept ze. Ik krijg vier dikke zoenen van haar.

‘Wat een lucht, ik kan nauwelijks ademhalen, ik heb het Spaans benauwd ,’ rochelt ze nijdig verder, terwijl ze nog eens diep inhaleert. Heks krijgt ook een sigaretje.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Op de stoep kijken we naar de laatste vuurpijlen in de verte. Er is echt geen bal te beleven in de vuurwerkvrije binnenstad. Af en toe komen er wat dronken droppies voorbij. Waar normaal gesproken de brug boven de Oude Vest helemaal vol staat met feestende studenten is het nu een kale boel. Helemaal geen buren op straat………Apart!

Een ellendig bijverschijnsel van het algehele vuurwerkverbod. Een prima verbod, maar dit is dan weer helemaal niet leuk.

Op 1 januari heb ik alle voornemens alweer met voeten getreden. De kop is er af. Een grauwe duffe dag wordt bekroond met een bezoekje van Chris. Ze komt naar de kerstboom kijken.

Die trekt sowieso veel bekijks. Met enige regelmaat komt er iemand gezellig onder zitten. Er languit onder liggen kan ook. De bijna drie meter hoge boom staat intussen kaarsrecht en de takken zijn daardoor in hun volle breedte uitgezakt. Dus dat behoort tot de mogelijkheden. Je kunt je eronder verstoppen indien nodig!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Heks, kan het zijn, dat ik jouw boom eerder heb gezien. Ik herinner me die boom. Jaren geleden heb ik dezelfde waanzinnig mooie boom bij iemand gezien, waar ik inviel tijdens de feestdagen….’

Ja, die boom vergeet je niet. We concluderen, dat mijn nieuwe hulp hier zeker 7 jaar geleden ook al eens is geweest in dit jaargetijde. Mijn magische kerstboom staat in haar geheugen gegrift.

‘Jouw magische boom staat in het collectieve geheugen gegrift,’ geeft mijn kerstboom grif toe. In de blauwdruk van alle kerstbomen ooit ergens ter wereld opgetuigd staat de mijne op nummer 1. Met stip. Volgens mijn boom dan. En hij kan het weten.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Opiaten ben ik gaan haten. De meeste mensen hebben niks in de gaten. Die laten zich zo een traject met morfine aanpraten. ‘Ik ga u instellen op Tramadol, beste Toverkol,’ haalde een snotneus van een co-assistent ooit in zijn boze bol. Zulke adviezen kun je bij mij beter laten.

‘Ik heb toch toestanden gehad met mijn hondje! Ik dacht echt eventjes dat het einde verhaal was…..’ de doktersassistente schudt haar hoofd. Ze heeft net als Heks een lief viervoetig mormeltje rondlopen thuis. ‘Blijkt het uiteindelijk een auto immuunziekte te zijn. Hij zal levenslang prednison moeten slikken, het arme dier.’

Heks heeft dat hele traject ooit doorlopen met haar vorige hondje. Ysbrandt was zo allergisch als de pest. Bij het minste of geringste speelde bovendien Demodex op, een parasiet, die 1 op de zoveel honden voor z’n vijfde levensdag cadeau krijgt van zijn moeder. Ook hij heeft zijn hele hondenleventje op de cortisonen gezeten.

Van alles heb ik geprobeerd om het tij te keren. Peperdure kruidenpreparaten, hypoallergene diëten, veelbelovende shampoos, een krankzinnig traject bij de dierenarts om het beest te desensibiliseren. De instapprijs daarvoor was al 750 euro.

Elke nieuwe ampul vloeistof kostte ook weer een meier. Met daarop nog een flinke toeslag voor de dierenarts voor het middels de post in ontvangst nemen en vervolgens over de balie doorgeven van het middeltje. Het heeft overigens niets geholpen allemaal……

‘Ik wil een afspraak bij Bart,’ Heks moet nodig langs bij haar huisarts. Al een maand of vier ben ik bezig met die verdraaide zorgverzekering. Ze hebben alles weer veranderd en nu blijk ik opeens niet meer in aanmerking te komen voor chronische fysiotherapie. Maar niemand kan me vertellen waarom. Ik ken mensen met minder kwalen, die het gewoon vergoed krijgen. Maar ik dus niet.

‘Zelfs reuma en Bechterev zijn uit de chronische verzekering gegooid,’ hoor ik bij mijn behandelaars. De ziektekostenverzekeraars vinden ons te duur. Er wordt te weinig verdiend aan ons kreukels. We moeten gewoon massaal aan de opiaten. Dat levert hen tenminste wat op. Een levenslange verslaving bij de patiënt en een goede verstandhouding met de farmaceutische industrie. En ongetwijfeld een paar snoepreisjes.

‘Heks, jij hebt toch een buik vol verklevingen ten gevolge van allerlei operaties? Ik heb ergens gelezen, dat je dan wel voor een chronische code in aanmerking komt?’ tipt mijn fysio.

Ik word al weken van het kastje naar de muur gestuurd (fysiotherapeut, huisarts, reumatoloog, weer fysiotherapeut, zorgverzekeraar, weer fysiotherapeut, nu dus opnieuw huisarts en waarschijnlijk binnenkort nog een orthopeed), het kost klauwen met geld, maar een code heb ik nog steeds niet. Van schrik heb ik al mijn fysiotherapeutische behandelingen voorlopig gestaakt.

Sinds de ziektekostenverzekeraars grof mogen verdienen aan hun verzekerden is de beer los. Elk jaar kieperen ze van alles uit de dekking. Ze bepalen hoe artsen hun patiënten moeten behandelen, welke medicatie ze moeten voorschrijven bijvoorbeeld. Hoeveel je maximaal mag besteden per dag aan alternatieve genezers…… En ga zo maar door.

Eerst werden alle antroposofische middelen geschrapt. De wekelijkse injecties met Abnoba en Citrus betaal ik alweer jaren zelf. En dit omdat de door mijn huisarts voorgeschreven ampullen uit Duitsland moeten komen. De middelen worden gemaakt door een Duitse apotheek.

Een nieuwe regel van de verzekeraars is dat dat niet meer mag. Dit scheelt hen honderden euro’s per jaar in mijn geval……

Daarna was Low Dose Naltrexon aan de beurt. Hoog gedoseerd wordt het wel vergoed, maar in lage doses moet ik er zelf voor opdraaien. Voor dit fenomeen heeft niemand een verklaring. Het is gewoon een op zichzelf staande regel, ontwikkeld nadat dit middel in zwang kwam onder ME patiënten.

Het is na 30 jaar ME het enige middel, dat ik ontdekt heb, dat structureel iets voor deze patiënten doet en dus niet alleen een lapmiddeltje is. 

LDN kost in een gewone apotheek bovendien sinds het niet meer vergoed wordt opeens ruim zes keer zoveel, omdat apotheken het niet meer zelf mogen maken. Ze besteden het verplicht uit aan malafide farmaceuten. Kosten 60 pilletjes opeens 240 euro in plaats van 40. Dan sta je wel eventjes raar te kijken aan de balie van de apotheek.

Gelukkig is er nog 1 apotheek in Nederland, die met gevaar voor eigen leven het middel zelf maakt en het daardoor goedkoper aanbiedt. Niet zo voordelig als voorheen, maar nog altijd veel minder prijzig dan bij de lokale apotheken.

Dat moet je dan maar net weten. Die onversaagde apotheek heeft echter een enorm ingewikkeld protocol, waar je je aan dient te houden. Ik ben gemiddeld een week bezig met het rondkrijgen van de bestelling. En het resulteert evenzogoed nog steeds in honderden euro’s per jaar voor eigen rekening.

Daarna verzonnen de verzekerboeven dat je maximaal nog maar pakweg vijftig euro per dag mag besteden aan een alternatief genezer. Die kosten gemiddeld rond de tachtig euro per behandeling, dus moet je opeens zelf elke keer dertig euro ophoesten.

Zo kan het gebeuren, dat je nog vijfhonderd euro alternatief te besteden hebt aan het eind van het jaar, terwijl je die vijfhonderd euro intussen hebt uitgegeven aan die extra bijdrage. Naast je verplicht eigen bijdrage…..

Die stiekempjes opgelegde extra eigen bijdrage steken die kloterige verzekeraars dan weer in hun eigen zak.

De medicinale Cannabis wordt ook niet meer vergoed. We moeten namelijk massaal aan de opiaten. Het is een beetje een stokpaardje van me dit thema, maar sinds ik in mijn dossier van de pijnpoli zag staan dat mevrouw Heks opiaten ‘weigert kan ik niet genoeg tekeer gaan over dit onderwerp.

In de Verenigde Staten is al een groot deel van de bevolking verslaafd geraakt aan die troep nadat ze het door artsen voorgeschreven kregen. De overstap naar goedkopere middelen op de hoek van de straat wordt regelmatig gemaakt. Door mensen uit alle lagen van de bevolking…….

Nog geen twintig jaar geleden kreeg je maar drie dagen morfine na een zware operatie. Daarna ging de pomp eraf. Om te voorkomen dat je verslaafd aan die rotzooi zou geraken. Ik kan het me goed herinneren, omdat ik indertijd wat had gegeven voor een paar extra dagen fatsoenlijke pijnstilling na weer eens rigoureus te zijn opengesneden. Ook iets, dat artsen zo graag doen.

 

En nu? Nu hebben we te maken met marktwerking. Dus verslaafde patiënten zijn juist gunstig. Daar kun je op alle mogelijke manieren nog meer geld uit persen. 

Wat een idiote wereld. Ik blijf me erover verbazen. Maar Heks is niet voor 1 gat te vangen. Ik ga net zo lang zoeken tot ik de opening in de nieuwe regeltjes heb gevonden naar chronische fysiotherapie. Ik wil niet eindigen als plank. En de scootmobielaanvraag is dan wel de deur uit, maar ik wil zo lang mogelijk op eigen benen blijven staan. En lopen. En traplopen…… Blijven bewegen dus. Ha!

 

Hondje gewond. Bloed spuit in het rond. Ik droom dat ik op weg ben. Ergens naartoe. Maar ik kom nooit aan. Moddersloten doen me wakker schrikken. Heks begrijpt de wereld niet, maar is er wel flauw van…… Ach, teveel alleen zijn is niet gezond. Dat blijkt maar weer…..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

VikThor is precies een jaar bij me dit weekend. Een jaar alweer! Mijn ouwe knarretje Ysbrandt is alweer een jaar in de hondenhemel. Gelukkig heeft hij binnen een week zijn kleine broertje op mijn pad gezet. Een schatje! Lijkt sprekend op mijn ouwetje, maar heeft een volstrekt ander karakter.

‘Misschien kun je vragen of hij je wil beschermen,’ suggereert mijn homeopaat onlangs als we bij haar zijn voor een consult. ‘Je kunt gewoon met hem praten toch?’ Ja, inderdaad. Maar dat ga ik niet vragen. Ysbrandt heeft me altijd enorm beschermd, maar deze keer ga ik daar zelf voor zorgen. Laat Vik maar lekker dwarrelen. Ik bescherm hem wel….

‘Toen was het ook hard nodig. Ysbrandt kwam in mijn leven, toen ik zat na te stuiteren van een verkrachting. Gevolgd door een in alle opzichten zware operatie. Gevolgd door gerichte aanvallen van een psychopatische idioot van een buurman, die er bovenop wilde bij Heks. Hij heeft me gemolesteerd en daarna drie auto’s systematisch bewerkt. Er viel dus genoeg te beschermen!’

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Helaas heef die eikel ook mijn hond jarenlang getreiterd. Door hem was Ysbrandt een moeilijke hond. Nu ik VikThor zie opgroeien zie ik pas hoezeer die man mijn hondje te grazen heeft gehad. Twee keer per week in de kerk te vinden maar een ziel zo zwart als de nacht…….

Ik heb veel geleerd van Ysbrandt. Hij had een perfecte neus voor rare types. Loopt VikThor ze gewoon kwispelend tegemoet, Ysbrandt liet direct zijn tanden zien. Met hem was ik overal veilig. Je kwam me niet aan het lijf.

Om te vieren dat mijn hondje al een jaar bij me is neem ik hem mee naar de Coepelduynen voor een lange wandeling. Ze zijn sinds een week weer toegankelijk voor honden. Hoera.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Eerst gaan we naar een klein duinmeertje. Hier ligt de as van Yssie onder een omgevallen berk. Ik laat mijn hondje zwemmen en neem zelf een kopje thee. Oh, wat is het hier heerlijk.

De duinen staan te gloeien met bomen en struiken vol bessen. Overal vrolijke hondjes en hun uitgelaten bazen.  Heks slaat af richting Berkheide. Daar kom je niet zoveel mensen tegen. Geweldig. Wat een rust.

VikThor schiet alle kanten op. Hij rent onder prikkeldraad door alsof het niets is. ‘Dat gaat toch maar altijd goed, Ysbrandt heeft zich in al die jaren nooit opengehaald. Wonderbaarlijk…..’

Ik ga lekker op een bankje in de zon zitten en laat mijn hondje nog eens zwemmen in alweer een duinmeertje. Op de terugweg hoor ik een raar geluid als hij onder prikkeldraad door rent. En ja hoor, de draad hangt op halfzeven en daardoor heeft mijn jochie zich opengehaald! Zijn vacht kleurt in no time knalrood.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Ik schrik me dood en graaf met mijn handen in zijn vacht op zoek neer een lelijke winkelhaak hier of daar. Maar nee, niks te vinden. Mijn handen druipen van het bloed en ik heb lichte kleren aan. Mooie lichte kleren. Gewoon omdat ik niet altijd als een hobbezak rond wil lopen…..

‘Kom, ik laat je eerst nog eens zwemmen, zodat ik kan zien waar het bloed vandaan komt. Op deze manier is het echt niet te doen….’ We lopen terug naar het meertje. Een klein wit hondje, helemaal rood van het bloed. En daarachter een verwilderde volwassen vrouw met bloed aan haar handen.

Terwijl ik achter mijn bloederige handen aanloop komt er een jogger aan. Hij ziet ons ook, want voor hem komt er een hondje met baasje aan. Onder het bloed. Alsof we net een moordaanslag hebben overleefd. In the middle of nowhere!

Snel kijkt de kerel de andere kant op. Doet alsof hij niks ziet. Rent voor zijn leven!

Nou, van de gemiddelde Christelijke Katwijkse jogger moet je het dus ook niet hebben. Ongelofelijk dat hij doorloopt. Kijk, dat zijn nu dingen die ik niet begrijp. Maar gelukkig is het niet erg. Na een kwartiertje zwemmen is het ergste bloeden gestelpt. We kunnen naar huis.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Onderweg kleurt zijn vacht langzaam weer een beetje rood. Thuis stop ik hem onder de douche, op zoek naar de wond. Die vind ik niet. Zelfs een halve dag later is er geen gaatje te ontdekken……..

Die avond praat ik met Don Leo. Hij begrijpt de wereld ook niet. Ook hij doet altijd zijn gloeiende best. Ook hij trekt vaak aan het kortste eind. Krijgt mensen over zich heen. Is gebruikt en afgedankt.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Zijn uitspraak: ‘Mensen slaan je met een natte dweil in je gezicht en als je er iets van zegt krijg je te horen dat je niet zo agressief moet reageren’ is een soort lijfspreuk van me geworden.

Heks is juist altijd iemand geweest, die andermans problemen niet schuwde. Heeft iemand het moeilijk? Krijgt een medemens het voor de kiezen? Ik kom langs met soepjes en sapjes. Ik luister en huiver. Ik probeer er te zijn. Ja, ongeveer het tegenovergestelde van zo hard mogelijk doorrennen als je een bebloede vrouw met een rood hondje tegenkomt op een afgelegen plek…….

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

De laatste tijd probeer ik het anders te doen. Niet alles en iedereen maar direct in mijn hart te sluiten. Een zekere reserve inbouwen. Gewoon een gezonde hekel aan bepaalde mensen te hebben. In elk geval veel afstand te bewaren ten opzichte van mensen die over me heen rollen.

Ik voel me echter eenzaam. Ik ben zoveel alleen. Dit hele weekend bijvoorbeeld heb ik niemand gezien. Behalve de fysiotherapeut en die foute jogger in de duinen. Dat is toch wel een beetje weinig voor een mensenmens als Heks.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Maar in mijn oude sociale kringen kan ik niet meer verkeren. Daar ben ik nog steeds het haasje. Die kennen me nog louter als pleaser. De sukkel, die alles goed vindt. Het ei waar je overheen walst. Die domme koe, die haar gloeiende best blijft doen, ook als schijt je haar recht in de bek!

Dan maar een tijdje alleen. Het moet maar.

Gelukkig ben ik lekker op dreef met mediteren. Ik adem en ben. Op mijn kussentje voel ik me verbonden met mijn ademende broeders en zusters. Met mijn non-vriendin in Plumvillage. Met mijn retraite-maatjes Libby en Brigitte in de Verenigde Staten.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

In mijn auto ligt al meer dan een jaar een lief briefje van Brigitte. Elke keer voordat ik wegrijd lees ik het: ‘Bon voyage, ma très chère soeur, à la prochaine…’

Vannacht droom ik van Libby. En moddersloten. En altijd maar onderweg zijn. Van de tijd nemen. Sommigen reisgenoten reizen sneller zie ik. Die zijn al bijna thuis.

Ben ik echt ergens naartoe onderweg? Jawel.  Maar het gaat om de weg.

©TOVERHEKS.COM

Hihihi, Wrafh, Gnehgnehgneh…..©TOVERHEKS.COM

 

Seksuele intimidatie is een wereldwijd probleem. Bijna alle vrouwen krijgen hier in hun leven mee te maken. De grootste seksist ter wereld heeft het zelfs geschopt tot president van de VS! Heks is er flauw van, maar wil niet meer haar woede voeden. Wat schiet je ermee op om als een bermbom door het leven te gaan? Liever word ik een Bodhisattva geïnspireerd door Samantabhadra. En voer ik actie om dit liefdeloze gedrag jegens mijn menssoort te bestrijden. Maar eerst maar eens voor mijn woede zorgen…….

‘Als je huis in brand staat, is het eerste wat je moet doen teruggaan om de brand te blussen en niet achter degene aanhollen die volgens jou het vuur heeft aangestoken.’ Want dat is niet slim. Dan fikt je huis volledig af. ‘Als je wanneer je boos bent tegen de ander blijft ageren en met hem blijft redetwisten, als je probeert hem of haar te straffen, doe je precies hetzelfde als degene die achter de brandstichter aanrent terwijl intussen zijn huis in vlammen opgaat.’

Vredig loop ik op hemelvaartsdag met mijn hondje door bloeiende klavervelden te wandelen. Het is prachtig weer. Ik heb geen zorgen. Ik heb geen haast. Ik ben hooguit een beetje gammel vandaag. Maar dat ben ik wel gewend: Er is geen enkele reden om me op te winden.

Plotseling echter begint Heks enorm te schelden op een oud vrouwtje dat midden in de polder ooievaars en reigers gebakken kip staat te voeren. Eerst probeer ik een gesprek met haar aan te knopen over de gevaren van het geven van brood en restjes afhaalchinees aan in het wild levende vogels.

Maar als het gemene secreet alleen maar domme antwoorden tussen haar valse tanden debiteert verlies ik mijn geduld. Het liefst wil ik het ouwe wijf door elkaar rammelen.

Domheid kan vandaag op weinig begrip rekenen bij deze heks. En oliedom gedrag al helemaal niet. Zelfs al komt het voort uit de beste bedoelingen.

Snel loop ik door, voordat de woede zich een weg naar de oppervlakte heeft gebaand. Als de scheldwoorden zich in mijn mond beginnen te vormen ben ik al bijna buiten gehoorsafstand. ‘Rare ouwe taart’ is het enige wat ze misschien nog hoort. De rest houd ik voor mezelf.

Goh, wat ben je toch weer geweldig je zaadjes van woede water aan het geven, Heks. Gisteren ook al in de supermarkt, toen een jonge dichtgeplamuurde kassatroela je de volle mep liet betalen voor een afgeprijsd product:

‘Er zit geen sticker op,’ meesmuilde ze lijzig, toen je er mee terug kwam. ‘Maar ik heb het uit die bak gehaald met afgeprijsde spullen, het is precies hetzelfde product als die andere pakken met sticker die ik heb gekocht.’

‘Ja, inderdaad,’ omstanders bemoeien zich ermee. Ze hebben ook in die bak staan graaien. Er ontstaat een opstootje bij de kassa van de Spar. ‘Kijk maar uit,’ waarschuw ik hen, ‘Of er wel een sticker op zit…. En jij, geef me dan maar mijn geld terug. Je mag dat afgeprijsde overjarige pak lekker zelf houden.’

‘Domkop. Idiote doos. Wauws wijf. Sukkelaar!’ mopper ik in mezelf op weg naar huis.

Domheid is echter universeel aanwezig. De straten zijn ermee geplaveid. Wat zou je je erover opwinden?

Heks is zo boos. De zaadjes van woede rusten levensgroot in mijn onderbewuste en er is weinig voor nodig om ze wakker te maken. Ik ben er mee volgestopt door mijn voorouders. Bij mijn geboorte had ik al genoeg woede in me om spontaan te ontvlammen.

M’n woede omarmen? Er is geen beginnen aan!

Gisterenavond pak ik daarom dan maar dat boek van Thich Nhat Hanh ‘Innerlijk vuur’. Daarin vind ik bovenstaande tekst. En ja. Ik ben inderdaad bezig achter Jan en Alleman aan te rennen, die mijn woede opwekt. Die brandstichters moeten hangen. Ik zal ze krijgen!

Gisteren zit ik bijvoorbeeld geweldig te schelden op mijn blog op iemand, die me ooit enorm heeft gekwetst. Meermalen zelfs. Zonder zich er ooit voor te excuseren. En dan kom je zo’n mafkees opeens weer overal tegen. Noodgedwongen. Moet je zelfs naar hem gaan zitten luisteren! Hoor je zo’n figuur prijzende dingen zeggen over conflictvermijdende medemensen ……

‘Ja, lekker makkelijk om met zulke mensen om te gaan. Kun je probleemloos op hun hart gaan staan zonder dat je bang hoeft te zijn dat je door hen terug wordt gepakt…..’

Maar goed. Dat is allemaal geweest. Water onder de brug. En heeft hij dan zijn leven dan intussen gebeterd? Nee, zo op het knipoog niet.

Want dat is wat ik van hem krijg: Een ranzige vette knipoog in plaats van respect. Fatsoen zit gewoon niet in die man. Maar om nu gelijk weer zo te gaan schelden over wat hij me ooit allemaal heeft aangedaan….. Zo van

( Een kleine bloemlezing dan maar om je een indruk te geven wat zo’n braakmiddel zoal uitslaat in de wandelgangen:

‘Heks, heb je zin in een lekkere gangbang met mij en mijn vrienden? Lekker lui achterover met je benen wijd en gaan?’ Hij doet het eventjes min of meer voor, z’n geile trollentongetje hangt uit zijn minuscule kaboutermummelmondje, zijn kleine beentjes bengelend over de rand van de barkruk,  gespreid om z’n bescheiden schimmelige paddestoel ……

Of al kwijlend samen met zijn zoveelste vrouw als ik hem feliciteer met zijn zoveelste huwelijk ‘We willen je bij ons in ons in bed als huwelijksgeschenk….’

Als ik kokhalzend bedank voor de eer ‘Maar nee, getverderrie, bah, ik ben toch zeker geen prostituee!’ zegt die nieuwbakken zoveelste vrouw tot mijn verbijstering ‘Ja joh, een wipje maken voor een geeltje, leuk toch!’ 

Waar je mee omgaat word je blijkbaar mee besmet.

Of een paar ongewenste boskabouterhandjes ruggelings vanuit het blinde niks opeens friemelend onder je kleren, als je eventjes niet oplet bij een feestelijke gelegenheid …….etcetera, etcetera, etcetera, etcetera, enzovoort enzoverder…..)

Moet dat nu weer perse? Alleen maar omdat ik weer met die figuur word geconfronteerd? Alleen maar omdat ik ondanks zorgvuldig afstand bewaren toch weer wat gif heb binnengekregen? Moet ik dat gif dan maar weer zijn werk laten doen? Met als gevolg dat ik om van alles en nog wat kwaad word?

Ik besluit de tekst weg te halen. Het is niet op zijn plek temidden van al die goede herinneringen aan een dierbare vriend. Kan hij het helpen dat de wereld vergeven is van dit soort hopeloze seksisten? Die zodra ze geld of macht hebben denken dat ze zich maar van alles kunnen permitteren richting ons vrouwen?

vuist-water

Zelfs de president van de Verenigde Staten komt weg met dit gedrag: Als je maar genoeg geld hebt mag je vrouwen tussen hun benen graaien, dus: Voor een rijke vent is elke vrouw is een hoer. En je hoeft hen niet eens te betalen, al zeker niet als je ook nog eens genoeg macht hebt…….Win Win dus.

Het is een absolute plaag, dit soort kerels. Open en bloot en zonder gêne debiteren ze de ene stompzinnigheid na de andere. Respectloos: Vrouwenemancipatie is tegenwoordig verder te zoeken dan ooit.

images-19

Door me echter zo te ergeren, door gemene dingen te schrijven over kabouter Plop en zijn ranzige paddestoel, voed ik mijn woede. Ik ren achter de brandstichter aan, in plaats van voor mezelf te zorgen.

En hoewel castratie in veel gevallen volstrekt op zijn plek zou zijn, toch moet ik dat dan maar aan anderen overlaten. Ysbrandt heeft tot mijn grote vreugde bij deze man nog wel eens flink naar zijn ballen staan grommen. Maar daar wil ik het dan graag bij laten…….

😉

Deze kaart stuurde Heks: Ook ten tijde van Rembrandt dieven de dames het onderspit......

Deze ansicht kreeg de boskabouter 

‘Heks doet eindelijk weer normaal tegen me,’ zei diezelfde foute koekebakker ooit tegen een vriend van me, nadat ik hem en zijn toenmalige vrouw een ansichtkaart had gestuurd met het verzoek hun seksuele intimidatie te staken, teneinde strafmaatregelen in de vorm van castratie door mijn hond te voorkomen.

Hij draaide de zaken vrolijk om, zoals zo vaak in dergelijke gevallen.

Een beetje narcist doet dat beslist. Een beetje psychopaat weet dat het daarom gaat. Liegen en bedriegen en als je problemen krijgt, gewoon een zielig gezicht trekken….. De zaken helemaal omdraaien. En met nog meer overtuiging liegen!

Heks probeert voor haar woede te zorgen. Daarom ga ik niet meer achter deze boskabouter en zijn waxinelichtachtige paddestoel aanjagen. Ik moet mijn wonden likken. Mezelf onder al die seksuele intimiderende slijmlagen vandaan bikken.

Zien dat ik mooi mag zijn en dat dat niet betekent dat ik gelijk een uitnodiging tot gangbang naar mijn hoofd moet krijgen. Ik hoef mezelf niet te verminken, zodat ik een beetje rust krijg, want die neiging krijg je als zo’n trol zijn paddestoel op je richt…….

Ik mag gewoon mijn prachtige zelf zijn. Ik ga m’n zaadjes van innerlijke schoonheid water geven!

Vandaag begin ik met het omarmen van die oude pijn. Al sinds ik een jonge vrouw was heb ik te maken gehad met kerels die er grensoverschrijdend seksueel gedrag op nahielden.

Mannen, die me bij de tieten pakken. In het kruis tasten. Hun tong met meer of minder succes in mijn mond proberen te stoppen. Vieze teksten naar mijn hoofd gooien over hun gruizige ranzige fantasieën…….. Het is me zo vaak gebeurd! En altijd voel ik me besmeurd. Het went nooit!

En zelfs met het stijgen der jaren blijf ik dit tegenkomen. Bij een beetje seksist houdt dit gedrag pas op als de laatste spijker in zijn kist is geslagen! Kijk maar naar de geile antropoloog. Stokoud, halfdood en nog immer een kleffe vuilbek. Ondanks het spirituele sausje, dat hij over zijn foute acties sprenkelt!

Het is een diepe pijnlijke wond. En telkens als iemand het mes er in zet word ik weer razend.

De zaadjes van woede wegens seksuele intimidatie zijn uniform aanwezig in ons vrouwen. Wereldwijd word onze menssoort het meest gediscrimineerd en gepakt.

Ik zal dan ook immer achter de daders aan blijven jagen! Om te voorkomen dat ze mijn zusters kwaad kunnen berokkenen. Maar niet zo lang mijn huis in brand staat. Eerst de brand blussen. Eerst maar eens voor goed mezelf zorgen.

 

Heks en Joy gaan samen op stap. Met zeven katten naar de dierenarts: Een hele uitdaging! En een leuk uitje bovendien! Volgende keer gaan we een dagje naar het strand……..

Vrijdagavond vlak voor Sinterklaas begin ik me toch een beetje zorgen te maken. De buurvrouw is ziek en we zouden samen naar de dierenarts gaan. ‘Ik ga morgen met ALLE katten naar Ranzijn voor vaccinatie, zin om mee te gaan?’ sms ik mijn grote kattenvriendin Joy.

Misschien heeft ze tijd. Het is natuurlijk een raar weekend. Half Nederland zit met zijn handen in de papier maché of kledderige ontbijtkoek in een poging een dierbare goed te grazen te nemen. Of te verrassen. Met een  listige surprise…….

Binnen een paar minuten krijg ik uitsluitsel. Mijn maatje gaat graag mee! ‘Ik ben om kwart voor 11 bij je,’ schrijft ze, ‘en ik neem een extra vervoersmand mee!’ Hoera! Alle problemen opgelost.

Dinsdagavond zie ik een item op televisie voorbij komen, waarin wordt gewaarschuwd voor kattenziekte. Er is een grote uitbraak in Alphen aan de Rijn en nog een paar Nederlandse gemeenten. Help! Alphen is vrij dichtbij! ‘Het is superbesmettelijk en in bijna alle gevallen dodelijk,’ de presentatrice kijkt omfloerst de camera in, ‘dus als je katten niet zijn ingeënt lopen ze direct gevaar. Ook binnenkatten….’

Ik heb mijn katten al zeker twee jaar niet laten vaccineren. Na vijfentwintig jaar nutteloos geprik. De kosten zijn zo gigantisch hoog geworden de laatste jaren. Minimaal zo rond de vijftig euro per kat bij de lokale en regionale dierenartsen….. Ook is mijn kattengezin nogal uitgedijd. Alles bij elkaar is het niet meer op te hoesten.

Vorig jaar ontdekte ik echter dat je bij tuincentrum ‘Ranzijn’ voor veel minder geld terecht kunt. Alleen moest ik dan wel helmaal naar Aalsmeer met de hele beestenbende. In Leiderdorp hadden ze die service nog niet. ‘Komend najaar komt er hier ook een dierenarts,’ vertelde een medewerkster van het volledig in renovatie zijnde bedrijf me dit voorjaar, ‘Nog eventjes geduld!’

Zodoende zit Heks donderdagmorgen op internet te kijken of de dierendokter zich al heeft gevestigd op deze groene locatie. En wat een toeval! Laten ze nu juist vandaag open gaan! Ik bel hen op en maak direct een afspraak. Misschien ben ik wel de eerste klant!

Zaterdagochtend meldt mijn vriendin zich bijtijds. We drinken koffie en gaan daarna direct aan de slag. Alle katten moeten in de diverse manden. ‘Hoe had je het gedacht Heks?’ Joy kijkt me vragend aan. Ik zet mijn plan uiteen.

‘Snuitje in de kleine plastic box, Leonoor in de rieten mand en Ferguut in die grote stoffen tas. Zij moeten alledrie bij voorkeur in hun eentje worden vervoerd. De boskat kan met zusje Aafje in die grote kattenbench van de buurvrouw. En Bolster kan met zijn moeder in de bench van Ys. Eh VikThor.’

We vangen kat na kat en stoppen ze in de juiste mand. Alleen Bolster is nergens te bekennen. Op zijn vaste verstopplekjes is hij niet te vinden. Ook houdt hij zich muisstil. Hij voelt nattigheid.

Na een goed kwartier ontdek ik hem in een piepklein hoekje achter de bank en de gordijnen. Snel grijp ik hem in zijn nekvel. ‘Jij ontsnapt me niet meer, kleine puntneus,’ mopper ik op de Benjamin van het gezelschap. Ik laat hem in de bench zakken. Zo. Klaar. Inladen en wegwezen!

We sjouwen een paar keer de trap op en af. VikThor staat bovenaan in de aanslag om mee te gaan. ‘Kunnen we hem niet beter thuislaten?’ pleit Joy, ‘Het lijkt me nogal onhandig als hij ons voor de voeten gaat lopen.’ Tja, ze heeft gelijk, maar ik neem hem toch liever mee. ‘Zo onhandig!’ roept Joy, ‘En hij heeft er toch niet veel aan. We hebben geen tijd om te wandelen of spelen.’

‘Ja, maar hij wordt wel geestelijk afgebeuld. En dat is ook belangrijk,’ ik kijk mijn vriendin aan, ‘anders moet ik direct weer aan de bak met hem als we terugkomen van de dierenarts. En dan ben ik helemaal af en klaar. Dan moet ik eigenlijk een paar uur plat.’

Ik heb het nog niet gezegd of Joy belt haar vent. ‘Heb je zin om op VikThor te passen?’ Vijf minuten later gooien we mijn hondje bij hem naar binnen. Hij gaat lekker met hem wandelen!

‘Miauw, miauw,’ klinkt het in de achterbak van mijn piepkuiken, ‘Maauwwwww, mrwwaauuuwww’. Bolster voert het hoogste woord, maar ook de boskat laat zich gelden. De enige die we helemaal niet horen is de Zwarte Panter. Hij houdt zich gedeisd.

‘Ik reed een keer op een mooie zomerse dag met zo’n vier katten en Ysbrandt richting dierenarts. M’n monsters zaten te miauwen als gekken en mijn raampje stond open, dus mensen op straat hoorden dat kabaal. Maar als ze keken zagen ze die lieve hondenkop van Ys boven de achterbank uitsteken. Veel verbaasde gezichten, joh’. We giechelen.

We hobbelen rustig de stad uit. Oh wat is het toch altijd gezellig met Joy. Vanaf dag 1 is dat zo geweest. En ook vandaag is geen uitzondering.

Bij het tuincentrum laden we alle manden op een paar winkelwagens. In karavaan gaan we op zoek naar de net geopende dierenartsenpraktijk. Het is druk in het net verbouwde bedrijf. Je kunt over de hoofden lopen, ware het niet dat ze zich allemaal verbaasd omdraaien om naar deze miauwende optocht te kijken.  Alsof de zon doorbreekt vormt zich een lach op menig gezicht: Wat leuk, poesjes!

We moeten het halve bedrijf door, policy om aan zoveel mogelijk begeerlijke producten te worden blootgesteld: Heks is min of meer opgegroeid in een dergelijk bedrijf, ik ken de sneaky methoden om klanten tot kopen te verleiden van haver tot gort! We kijken nergens naar. Heks is hartstikke blut. Ze kan nog net het komende consult ophoesten!

‘Het ziet er wel mooi uit, Joy. Jeetje wat is het hier opgeknapt! Moet je kijken hoe hoog de kassen zijn! Wat een ruimte……. Echt prachtig!’

Bij de dierenarts worden we vriendelijk verwelkomt. Alle katten worden ingevoerd in het systeem. Een charmante jonge vrouw neemt ons mee naar een spiksplinternieuwe praktijkruimte. Enigszins moeizaam staat ze ons te woord. Haar Nederlands is gebrekkig, ze is overduidelijk een importarts. Later ontdek ik dat er vier  dierenartsen tegelijkertijd werkzaam zijn. Ook Nederlandse.

Zodra ze echter de dieren in haar handen krijgt is er geen gebrekkigheid meer te bekennen. Geroutineerd wordt dier na dier onderzocht. ‘Hopla’, vakkundig prikt ze een stevige cocktail antistoffen bij mijn schatjes naar binnen. Niesziekte en kattenziekte zijn vanaf nu weer kansloos in Huize Heks. Wat een opluchting!

Intussen kwebbelt Heks over de familiaire verhoudingen in haar kattengezin. ‘Ze zijn allemaal familie van elkaar,’ Joy grijnst me toe, haar kat Siep is ook familie van al mijn beestjes!

‘Kijk, dit is Bolster,’ we beginnen met de Benjamin, ‘Hij is de kleinzoon van Snuitje en Ferguut, de zoon van Pippi en de boskat en die lap en die rooie zijn zijn tantes…..’

Na Bolster volgt Pippi. Dan Snuitje, Ferguut en de lap. Ze laten zich gemakkelijk pakken en bepotelen. Bij het onderzoek echter knorren ze zo hard dat de arts het hartje niet kan horen. We moeten erom lachen. Gekke beesten. Zien ze het soms als een leuk uitje?

Katten snorren ook in stresssituaties. Zo gek is hun gedrag dus niet. Maar grappig blijft het.

Tot slot halen we ThayThay en Aafje uit de bench. De grote boskat blijkt toch slechts 5.5 kilo te wegen. Heks wist het wel, maar het blijft vreemd, gezien zijn omvang. Deze enorme haarbal is ook al zo gezond als een vis. ‘Mijn eerste kat woog ruim negen kilo. En dan was hij echt niet dik, ik hield hem strak in het voer. Nadat ik een aantal maanden op wereldreis was geweest had hij een heel klein hoofd gekregen……’

Verbaasde blik van de dierenarts. Misschien begrijpt ze geen jota van het verhaal. Toch klets ik vrolijk verder.’Bleek de buurman hem zoveel eten te hebben gegeven als hij maar wilde: Kat Koe woog opeens ruim twaalf kilo! Een grote berg witte kat met een stippelkopje erop. Hilarisch, maar niet gezond. Hahaha….’ Ik moet nog lachen als ik eraan terug denk. Koe was toch zo’n fantastisch bakbeest. Elke nacht sliep hij boven op mijn hoofd. 18 jaar lang. Ik mis hem nog steeds.

Na een klein uur zijn alle katten gewogen, gecheckt en gevaccineerd. We kunnen weer naar huis!

Opnieuw loopt de kattenkaravaan door het tot spiksplinternieuw verbouwde tuincentrum te paraderen. ‘Ik moet nog een nepplant scoren, lieve Heks, hebben we daar tijd voor?’ We hebben helemaal geen haast, dus we kachelen richting zijdebloemen. Wat een leuk uitje! Op stap met alle katten! ‘Miauw, miauw, mrauwwwwww…..’, zingen onze reisgenoten in koor.

Twee kleine tekkeltjes komen aangestormd. De kleinste in een rolstoel. Vol verbazing observeren ze mijn monsters. Ze draaien aan alle kanten om de hete brei, volledig gefascineerd. Mijn kleine katachtigen zijn niet onder de indruk, gewend als ze zijn aan een blafbeest om zich heen. De eigenaresse van de tekkels ligt dubbel, wat een vertoning!

De zijdeplanten zijn ruk. Joy kan geen geschikt cadeautje vinden. ‘Ik heb jarenlang in de zijdebloemen gezeten. Mijn afdeling was wel tien keer zo groot als deze. Met veel meer keus!’ Postuum is Heks nog trots op haar uitgelezen afdeling namaakgroen van dertig jaar geleden. Zelfs al houdt ze zelf totaal niet van kunstbloemen en -planten. Zo lelijk!

We wurmen ons langs de kassa. Nog niet zo gemakkelijk met zoveel bagage. Alle katten worden weer in de auto geladen. Al miauwend rijden we de stad weer in. VikThor wordt opgehaald. Die heeft ruim twee uur lopen rennen en spelen. Ideaal.

Eenmaal thuis kruipen alle katten snel op een lekker warm veilig plekje. Behalve de panter. Die smeert hem direct. Eerst eventjes door de buurt paraderen met z’n mooie nieuwe vaccinaties……

Heks kruipt in haar bed.

Een paar uur lig ik bewegingsloos uit te puffen. Mijn lijf is toch zo slecht. Ik dwing mezelf tot bewegen. Projecten zoals vandaag zijn eigenlijk helemaal niet haalbaar. Lig ik weer uren te creperen van de pijn. Goddank is Joy mee geweest. Zo gezellig! En zo is het toch allemaal goed verlopen!

’s Avonds zit ik met al mijn beesten in de woonkamer. Ik voel me opgelucht. Het idee al mijn diertjes te verliezen aan zoiets ellendigs als kattenziekte is te afschuwelijk: Daar hoef ik me voorlopig geen zorgen om te maken. Mijn kattenbende is safe!

 

 

 

Lieve Heks, waarom meld je Snuitje niet aan bij het Reiki crisisteam voor dieren? Bestaat er dan zoiets? Jazeker!

‘Lieve Heks, waarom meld je Snuitje niet aan bij het Reiki crisisteam voor dieren voor een oppeppertje en ondersteuning? Kost 25 Euros en een heel team mensen gaat met haar aan de slag, ik ook. Je mailt het verhaal en haar foto en ze plannen haar in. ik zal haar zowiezo helpen ❤ . Als je interesse hebt laat mij het weten…..’ schrijft mijn vriendin Maan.

Sinds Snuitje terug is zijn er een flink aantal mensen met haar in de weer. Allereerst Heks natuurlijk. Ik geeft haar doorlopend lekkere hapjes te eten, knuffel mijn schatje plat of aai haar teder. Ook ben ik veelvuldig in haar buurt te vinden.

Daarnaast zijn er nog flink wat kattenvrienden en vriendinnen op bezoek geweest. Ze nemen Snuitje op schoot en omhullen haar met warmte, liefde en veiligheid.

‘Praat me haar over Ysbrandt en hoe jijzelf ook van een koude kermis thuis kwam, toen er opeens een pup hier zat na je vakantie in plaats van die ouwe Dibbes,’ moedig ik de broodnuchtere Frogs aan om zijn steentje bij te dragen. Hij heeft mijn schatje al op schoot.

‘Even stil zijn, Heks, ik probeer me te focussen,’ maant mijn kikkervriend. Hij gaat het zowaar doen!

Ook mijn buurvrouw doet een flinke duit in het zakje. Zij is een echte dierenvriend. Al mijn katten zijn gek op haar. Vooral de boskat. Dagelijks doet hij geslaagde pogingen om de voordeur open te maken, om vervolgens de trap af te spurten en voor haar voordeur keihard te miauwen. ‘Laat me erin!’

Maar ook Ysbrandt was dol op haar, een waar wonder gezien zijn geschiedenis van pesterijen hier in het trappenhuis. Wilde hij bij mijn andere buren voornamelijk in hun kuiten bijten, als hij de kans zou krijgen, mijn benedenbuurvrouw kon hem gewoon aaien en uitlaten!

Uitgebreid zit ze Snuitje te strelen, soms wel een uur achter elkaar! ‘Ik geef alleen maar liefde, Heks,’ glundert ze, terwijl ze onvermoeibaar verder knuffelt. Snuitje komt helemaal bij als ze zo bezig is. Je ziet haar koppie veranderen…… Volgens mij zou buurvrouw zo een praktijk als dierenmagnetiseur kunnen beginnen!

‘Ik heb geloof ik mijn eigen Reiki crisisteam,’ schrijf ik Maan terug. Toch vraag ik het mail-adres. Voor het geval Snuitje niet opknapt.

We zijn intussen een week verder. Ze eet weer goed. En met smaak. Snorren doet ze ook, maar niet zo hard en veelvuldig als voorheen. Ze gromt tegen Bolster en de Boskat. De kwelgeesten waar ze het meeste last van heeft gehad in de kattenwandelgangen.

Vooral Bolster mocht nogal eens achter haar aan jagen. Hij vindt het heerlijk om zijn grootmoedertje te plagen, maar ze is echt te oud voor dit soort survivalgymnastiek intussen.

‘Ik zal zorgen dat hij niet bij je kan komen als ik niet thuis ben. En in geval van vakantie breng ik je ergens onder!’ beloof ik Snuitertje. ‘Dan mag je wel bij mij,’ zegt mijn buurvrouw goeiig. Ik weet niet of het een goed idee is, ze heeft zelf ook een stokoude kat. In het verleden mishandeld door een vreselijke ex. Die kat zit waarschijnlijk niet op gezelschap te wachten……

Vriend wil mijn pup VikThor lenen om over de markt te flaneren: Alle vrouwen vallen in katzwijm! Een enorme boost voor zijn ego!

 

Wandelen met een pup is een ervaring op zich. Ik herinner me het nog van toen Ysbrandt zo klein was. Mijn eerste hondenbaby arriveerde twaalf jaar geleden een paar dagen voor kerst. Eindeloos liep ik hier door de steeg te wandelen met het piepkleine ventje. In de aan die steeg grenzende Schouwburg speelden de acteurs Arjan Ederveen en Beppy Melissen die week mee in een hilarisch kindertoneelstuk: De Wensput. Ik ben natuurlijk gaan kijken, echt heel leuk.

De gigantische hond van Arjan rende ook door de steeg herinner ik me. En Beppie. Zij rende niet, maar schreed. Heks is een grote fan van Beppie Melissen. Ik was dan ook zeer verguld toen ze helemaal verliefd werd op mijn puppy. ‘Oh’ en ‘Ah’ klonk het dagelijks uit haar beroemde mond. Aan het eind van de voorstellingenreeks kreeg Heks een enorme bos bloemen van haar cadeau. Of beter gezegd: De kleine Ysbrandt kreeg een ruiker!

Ook nu zijn de vertederde verzuchtingen niet van de lucht als ik met mijn pup door de stad wandel. ‘Wat een lief hondje’ verzucht mijn nieuwe buurvrouw. Samen met haar vriendje knuffelt ze mijn ventje plat. Ik vertel hen over het gezucht en gekreun op de locale terrassen zodra ik met VikThor op de proppen kom.

‘Of het nu junkies zijn of zware alcoholisten, iedereen komt in zijn of haar zachtheid met mijn hondje. Het meest grappig zijn de geluidjes van jonge meiden…’ ik doe het voor, geen gehoor natuurlijk: Mijn imitatie lijkt overdreven, maar dat is het niet. Al die meiden maken echt zulke geluiden! Mijn buren liggen dubbel.

Dan komt de huisgenote van de buurvrouw aanfietsen. ‘Kijk een wat een leuk hondje’, roept de buurvrouw naar haar vriendin. Ze doet snel een stap opzij zodat VikThor in beeld komt. En ja hoor: ‘OOhohohooooh….’ verzucht het meisje idolaat. En ‘Ahahaaahhh’. Exact op dezelfde manier als ik net nog heb voorgedaan! ‘Hahaha,’ lachen mijn gesprekspartners. Zo grappig!

‘Ik wil ook een hond,’ vertrouwt een junkie me eerder deze week toe. Hij is net klaar met gebruiken. De zilverpapiertjes liggen nog te slingeren. Ondanks allerlei gevaarlijke metalen punten om gebruikers te weren zit hij op zijn oude vertrouwde plek bij de Volksuniversiteit. Hij is zo dun dat hij waarschijnlijk met gemak toch comfortabel tussen de spiesen kan zitten……

‘Ik ben wel een beetje klaar met mensen, je kunt ze niet vertrouwen …’ Hetgeen mensen ongetwijfeld ook over hem zeggen. Junkies zijn nu eenmaal doorgaans niet de meest betrouwbare en bebouwbare medemensen…… Hij kijkt onrustig om zich heen. Dan blikt hij weer vertederd naar mijn hondje. ‘Zij houden echt onvoorwaardelijk van je…’

We praten eventjes over het hebben van een hond. De verantwoordelijkheden die het met zich meebrengt. Ritme en regelmaat is wat de klok slaat met een hond. In die zin zou het wel goed voor de man zijn. En ook van de onvoorwaardelijke liefde zou hij erg opknappen. Elk mens wil liefgehad worden. Ook de meest duistere ziel.

Maar of het goed is voor de hond? Ik betwijfel het ten zeerste. De jongeman kan duidelijk niet voor zichzelf zorgen, laat staan voor een ander…..

Twintig keer per dag vallen mensen op hun knieën voor mijn pup. Ze maken de gekste geluidjes, zonder zich te generen. Vijf schooljongens in de ban van Pokemon doorkruisen de steeg. Er staat een lur aan om de hoek. Vraag me niet wat het is, maar het trekt veel publiek, dat wel.

De jochies zijn pre-baard-in-de-keel-stoere-gasten. Ze keuren me geen blik waardig totdat er een piepklein hondje uit mijn tas komt. De grootste van het stel ligt direct op de grond te dweilen. ‘Mag ik hem aaien?’ hij knuffelt zonder gene met VikThor. ‘Kijk eens wat een schattig hondje,’ roept hij tegen zijn vrienden. Niet veel later ben ik omgeven door een prepuberale stoeipartij. Oh, wat vinden ze mijn hondje toch leuk!

Een oude vriend van Heks heeft al geïnformeerd of hij mijn pup een keertje mag lenen om over de markt te flaneren. Een dergelijke ervaring met Ysbrandt heeft hem de meest leuke en legendarische flirts opgeleverd met hordes beeldschone dames. ‘Echt Heks, je weet niet wat je meemaakt als man. Nog nooit heb ik zoveel aandacht gekregen van de vrouwen als tijdens mijn wandeling met jouw puppy. Een ervaring om nooit meer te vergeten!’

 

Wonderhondje in de hondenhemel gunt zijn droevige Vrouwtje een nieuwe viervoetige vriend om haar gezelschap te houden. Plotseling komt er een pup op mijn pad. Toeval? Ys lijkt daar de poot in te hebben. Varkentje heeft nog steeds een flinke hondenteen in mijn mensenpap!

Vorige week ben ik op zoek naar puppy’s op internet. Onbewust bijna. Ik betrap mezelf er als het ware op. Ik verdiep me in zowel de Engelse Springer Spaniël als de Epagneul Breton ofwel Bretoense Spaniël. Dit omdat Ysbrandt een mix was van deze twee geweldige rassen.

Ik vind van alles, onder andere genetische ellende bij de Springers. Heupdysplasie, progressieve retina atrofie en ga zo maar door. Je kunt voor een habbekrats een pup kopen, maar daar zitten dan geen papieren bij. Je hebt geen idee wat je in huis haalt. Misschien wel een heleboel genetische ellende.

 

Een paar fokkers springen er uit. Eentje heeft pups, die op het punt staan het nest te verlaten. In een opwelling schrijf ik dinsdagavond een mail met de vraag of er nog beestjes te vergeven zijn. Zodra ik de mail heb verstuurd bedenk ik me dat dit waanzin is. Ja, er komt een nieuwe pup, ooit, maar laat ik eerst even bijkomen. Op vakantie gaan bijvoorbeeld….

Ik hoor niets meer terug op de mail en maak plannen om een midweek naar Buitenkunst te gaan. Ik heb al een paar afspraken omgezet, als ik donderdagavond plotseling toch een mailtje zie van de fokker. Ze hebben nog precies 1 reutje, zwart/wit. Lief dapper ventje, overgebleven omdat anderen teefjes wilden, of de bruin/witte variant.

Vlijmscherpe tandjes

Als ik de foto’s zie smelt ik. Hij is precies wat ik zoek! De volgende ochtend bel ik op om een afspraak te maken. Ik wil dit ventje bekijken.

De rest van die vrijdag ben ik bezig met het checken van de fokker, bellen met de Raad van Toezicht, de Nederlandse ‘Engelse Springer Spaniël  Club’ enzovoorts. Kennel van de Hazelberg blijkt een uitstekende naam te hebben. ‘Het zijn gezonde en hele goeie zachte hondjes, die daar vandaan komen. Ik heb ze regelmatig gezien op Springerdagen…..’ vertelt de dame van de Nederlandse Springer vereniging.

Eind van de middag lig ik op tafel bij de fysiotherapeut. Ze haalt me grondig uit de knoop. Hierna prop ik snel een maaltijd naar binnen. Gevolgd door een straffe bak koffie.

En zo rijd ik dan aan het begin van de avond naar het wonderschone Brabant. Een pak geld in mijn tas. Voor het geval dat. Het is bijna anderhalf uur rijden. Gelukkig is de weg zo goed als leeg.

Ik voel me kalm en vastberaden. Ja, er komt een up. En misschien wel deze. Het is razendsnel, dat wel. Maar Ysbrandt is het ermee eens. Sterker nog: Hij wil dit echt graag. Het is voor mijn trouwe kameraad veel gemakkelijker om me los te laten als hij weet dat er weer een hondje in mijn leven is. Niets zo ellendig voor een honden-engel als een treurend baasje.

‘Vier mijn leven met je nieuwe hondje, Vrouw. Loop waar wij liepen, doe wat wij deden, ik ben een engeltje op zijn schouder…..’ hoor ik hem als het ware zeggen.

Tegen achten ben ik ter plaatse. Een prachtige verbouwde boerderij in the middle of nowhere. Ik word hartelijk ontvangen. We gaan direct naar de pup kijken.

VikThor zit in een ren met een nest dashonden van vier weken oud. ‘Wel zo gezellig voor hem,’ lacht de man. Zodra ik het kereltje zie ben ik verkocht. Hij loopt zo parmantig door de tuin te rennen! Ook de ouders van de pup zijn aanwezig. Schitterende honden.

Ysbrandt als pup, precies even oud toen als zijn kleine ‘broertje’ nu……

Paps vlijt zich neer in het gras en laat zich uitgebreid aanhalen. Wat een schat! Ik zou hem zo inlijven! Het ziet er goed uit! Alle dingen waar je op moet letten als je een pup aanschaft zijn hier dik in orde.

‘Wil je een kop koffie?’ We gaan aan de tuintafel zitten. Ik heb een kleine pup op schoot. Goeiig laat hij zich aaien. Even later valt hij in slaap. Daar smelt Heks natuurlijk helemaal van, dat begrijp je.

De fokker vertelt me een heleboel dingen, waarvan ik helaas ook alweer één en ander vergeten ben. Gelukkig kan ik dat altijd navragen. We vullen een formulier in, waarbij de pup van eigenaar wisselt. De koop wordt gesloten.

Ik krijg een pakket voer, een prachtige stamboom en een stapeltje paperassen mee. Het blad van de Engelse Springervereniging zit ook in het pakket. De deal is rond!

‘Ik ga natuurlijk weer jachttraining doen met hem, net zoals met mijn vorige hond,’ vertel ik de man. Ik laat hem een foto zien van Ys. ‘Oh, wat een prachtige hond, maar een kruising Springer/Epagneul? Wat bezielt mensen toch? Dat zijn toch volstrekt tegengestelde karakters? De Epagneul in de verte en de Springer dicht naast je…..’

Goh, zo leer ik postuum nog van alles over mijn geliefde Varkentje! Hij had gewoon een enorme genetisch gedicteerde tegenstrijdigheid in zijn karakter….. Zijn naam was dus inderdaad zeer goed gekozen!

‘Ik ga maar eens terug rijden, het is al over negenen.’ Heks komt overeind. De fokker neemt de pup mee en zo lopen we naar de auto. De moeder van het jong verblikt of verbloost niet. Wat haar betreft zit haar taak er op. Ze heeft geen zin meer in hondjes met scherpe tandjes hangend aan haar tepels. Als VikThor het eerder die avond nog een keertje enthousiast probeert schudt ze hem geïrriteerd af.

Ik heb een kattentas meegenomen en daar past dit piepkleine diertje met gemak in. Enigszins overdonderd zit hij te kijken. Dan rijden we weg.

‘Piep, piep,’ hoor ik naast me. Heks maakt sussende geluidjes. Als ik de snelweg opdraai steek ik mijn hand in de mand. Het kleine hondje gaat er direct op liggen. Zo rijden we het hele stuk saampjes terug. Tegen het eind van de rit poept hij van de stress. Een verschrikkelijke stallucht vult de auto. Gelukkig zijn we bijna thuis.

Als ik de mand binnen zet zitten er direct vijf katten omheen. Met grote ogen bekijken ze het monstertje. VikThor geeft geen krimp. Hij is duidelijk de aanwezigheid van allerlei beesten gewend.

Die nacht heb ik een heel klein hondje in mijn armen. Hij piept en snikt een beetje, maar hij weet al wie de Vrouw is. En dat hij bij haar veilig is. Een paar keer ren ik met hem naar buiten. Dan moet hij eventjes een poepie doen.

Om een uurtje of 2 s’nachts sms’t Frogs dat hij is geland. Ik vertel hem over VikThor. Oh, wat gek voor mijn kikkervriend. Toen hij een paar weken geleden op vakantie ging leefde Ysbrandt nog. ‘Neem maar goed afscheid van hem,’ zei Heks. Ik had een vreemd voorgevoel. En nu woont er alweer een andere viervoetige vriend in Huize Heks!

Frogsie moet nog tot de volgende morgen wachten om ons nieuwe makkertje in zijn armen te sluiten. Tegelijkertijd is er geen Ysbrandt meer bij de voordeur. Geen ‘ogen op stokjes’. Geen klein opgewonden Varkentje superblij dat zijn suikeroom weer in het land is…….

Mijn kleine hondje VikThor verzacht de pijn enorm. Als ik met hem wandel danst Ysbrandt in zijn voetspoor achter ons aan. Als ik hem knuffel geniet mijn engel-hondje mee. Ysbrandt is blij dat zijn Vrouwtje weer een hondje heeft. Ik verdenk hem er zelfs van er de hand in te hebben gehad. Of beter gezegd de poot…..

Het is toch wonderbaarlijk dat er binnen een week weer zo’n heerlijk kereltje hier woont. Heks heeft sterk de indruk dat Ysbrandt hem voor me heeft uitgezocht……..

Een leven houdt op. Het leven gaat door. Confronterend hoor. Heks voelt zich onthand zonder haar hond. Ik loop maar wat verloren rond.

Nadat Ysbrandt zijn laatste adem heeft uitgeblazen lig ik dagenlang voor Pampus. Ik slaap me een slag in de rondte. Na een dag krijg ik ook geweldig veel trek. Niet verbazingwekkend: Ik heb een soort extreme vastenkuur gevolgd de laatste weken….

Op zondag neemt Hopla me mee naar ‘De Buurt‘, een zomerproject bij het station. Er is vandaag een kledingbeurs. Ook kun je er heerlijke hapjes eten. En er is zelfs een stadsstrand! Ys had het geweldig gevonden!

Ik loop wat verloren rond zo zonder hond. Toch heb ik mijn best gedaan op mezelf. Douchen, haartjes schoon, lippenstift en mooie jurk….. Hoedje natuurlijk. Varkentje zou trots op me zijn.

Op het terrein van ‘de Buurt’ vinden we allemaal leuke tweedehands kleren. Ik heb dit jaar de uitverkoop finaal gemist door alle toestanden in mijn dierentuin. Nu scoor ik een paar geweldige dingen voor een eurootje per stuk. Een jasje van 10 Feet, een jurkje van Tommy Hilfiger een ga zo maar door. Ik kikker er helemaal van op.

Een paar dames bij een kraam hebben lol in Heks. Ik koop er een heel mooi fleurig jurkje voor bijna niets. ‘Die hoed moet je ook even passen, ik vind het echt iets voor jou,’ de verkoopster plant een rare roze hoed op mijn hoofd. En ja hoor, het ding staat geweldig! ‘De krijg je erbij, van mij,’ knipoogt ze.

Had ik flink sjans? Volgens Hopla waren de dames hartstikke hetero, maar Heks weet het nog zo net niet. Hoe dan ook voel ik me gezien. En dat is altijd leuk!

Als we helemaal verzadigd zijn met nieuwe kledingstukken gaan we iets eten. Op het terrein staat een hele rij foodtruckachtige eetkraampjes opgesteld. Met picknicktafels er voor. Er is ruim keus en zelfs binnen mijn idiote dieet is er genoeg eetbaars te vinden. We hebben een heerlijke middag. Het zonnetje schijnt. De wereld is prachtig. Mijn hondje is dood.

Dat overvalt me zodra ik later de voordeur open doe. Geen wachtend ventje. Geen wandelrondje. Ik brand een kaarsje voor mijn hemelse gabbertje.

Maandag lig ik de hele dag in bed. Ik ga de deur niet uit. Dat is in geen honderd jaar gebeurd! ’s Avonds kom de vrouw van Buurman langs. Net op het moment dat Ysbrandt wordt gecremeerd. Terwijl in het crematorium de oven staat te loeien met daarin het lichaampje van Ys, zitten wij aan de wijn.

We praten over hem. En over hun honden. Over zijn vriendschap met hun huidige Duitse herder en de vijandschap met hun vroegere exemplaar. Terwijl het vuur oplaait praten we maar door. Af en toe laten we een traantje. Ys was gewoon erg geliefd.

Dinsdag komt Vlinder me opzoeken. De prachtige dochter van Trui en een grote kleine vriendin van mijn hondje. Ze was zeven toen ik op een goeie dag met een pup bij hen binnen kwam lopen. Vanaf het eerste moment was ze helemaal idolaat van mijn hondje. En vice versa!

Haar moeder en Heks lagen vaak in een deuk als we dat kleine meisje met mijn hondje zagen wandelen. Een naturel alpha: Ze was superstreng voor Ys.

Woensdag staat Trui zelf op de stoep. Ze sleept me de deur uit. Dus gaan we lekker naar buiten, maar niet naar strand of duinen. Daar heb ik geen zin in. We blijven in de stad.

Zo sla ik tijd stuk met een paar vrienden. Verder wil ik niemand zien. Ik krijg veel lieve mailtjes en berichtjes om me te troosten. Ontzettend lief. Het doet me goed.

Donderdag haal ik de as van Ysbrandt op. Ik heb hem laten cremeren bij Dierencrematorium Groenendijk, een prachtige oude boerderij in de polder bij Hazerswoude. De eigenaar ontvangt me hartelijk. Na wat formaliteiten krijg ik een strooibus met mijn hondje erin mee. Althans wat er van over is.

Ik heb met Frogs afgesproken om hem samen een mooi plekje te geven in de duinen. Bij een prachtig meertje, waar ik regelmatig een een gouden uurtje met mijn viervoeter heb doorgebracht.

Leven zonder mijn hondje. Het is geen doen.

Omgaan met het sterven van je hond.

Rouwen om je lieve huisdier.

 

De laatste loodjes met Ysbrandt wogen zwaar. Toch waren ook die moeilijke uren heel bijzonder, ik had ze voor geen goud willen missen!

Vorige week vrijdag ga ik met Ysbrandt en buurman op stap. Ys’ grote vriend, de enorme Duitse herder van mijn buurman laten we maar thuis, want mijn oude hondje is uiterst kwetsbaar geworden.

Vlak voordat we het huis verlaten zie ik dat mijn kanjer bloed plast. O jee, een blaasontsteking vrees ik. Niet best. Op ons gemak tuffen we naar het Valkenburgse meertje. We genieten van een heerlijk uurtje in de zon. Buurman en Heks maken voortdurend absurde grappen zoals gewoonlijk.

Ysbrandt wil een balletje. We spelen met mijn oude makker. Een man komt langs met een prachtige zwart-witte  Springer Spaniël, een jonge vitale versie van mijn hondje. De viervoetige heren snuffelen aan elkaar. Wij maken een praatje met de eigenaar.

Op de terugweg gaan we langs de dierenarts. Ysbrandt piest in de wachtkamer, een geluk bij een ongeluk: Een poepzakje om zijn piemeltje tijdens ons uitje mocht niet baten. Hij vertikte het gewoonweg om er in te plassen. Gelijk heeft ‘ie! Snel zuig ik een beetje urine op met een pipet. De dokter onderzoekt het monster en ontdekt inderdaad een blaasontsteking.

Er gaat een flink shot antibiotica in. Ik krijg een kuur mee voor een week. ‘Ik weet niet of hij dat gaat redden. Zijn buikje is zo dik en opgezet. Hij ademt zo snel en oppervlakkig de laatste dagen en nachten. Ik geef hem zoveel plaspilletjes en nog hoor ik hem reutelen…..’ Bovendien zie ik de Demodex rond zijn oogjes opkomen. Met een beetje pech wordt mijn mooie ventje ook nog kaal.

‘Ik heb dit weekend dienst, je kunt me altijd bellen,’ zegt de dierenarts, een schat van een dame. Ze ziet ook wel dat het niet meevalt voor mijn kereltje. ‘Morgen zijn we gewoon open tot 2 uur. Dan kun je altijd even langskomen…’

Eenmaal thuis geef ik de beestjes eten. Voor Ysbrandt maak ik een heerlijke bak rauw vlees met extra Carnitine, Taurine, Alpha Liponzuur en CoQ10 om zijn hartje te ondersteunen. Een beetje glucosamine en chondroitine  moet zijn spieren en gewrichten soepel houden. Tot slot gooi ik er een paar kippennekken bij.

Enthousiast staat mijn ventje zijn bak leeg te schrapen. De kippennekken sleept hij mee zijn bench in. Krakend maakt hij ze soldaat. Mijn zieke hondje eet aanmerkelijk beter dan zijn Vrouw. Ik krijg al dagen geen hap door mijn keel……

Later die avond bel ik de buurman. Ik ben een beetje in paniek. Ys eet dan nog wel goed, maar daar is alles mee gezegd. Het beestje is doodziek. Ik ben als de dood dat zijn nieren het opgeven. ‘Ik leg de telefoon naast mijn bed, Heks, als het nodig is ga ik met je mee naar de dierenarts…’

De hele nacht loop ik te spoken. Met enige regelmaat piest mijn ventje een chemisch geurend bloedspoor door het huis. Ik dweil het op en spreek hem bemoedigend toe. ‘Geeft niks, schat, kijk maar, alweer opgeruimd…’

Midden in de nacht zit ik bij hem. Ik kijk hem recht aan. ‘No coming, no going,’ fluister ik, ‘Jij zit in mijn hart en ik in het jouwe. Altijd. Dat zal niet veranderen, lieverd.’ Hij lijkt me te begrijpen. Doordringend kijkt hij terug. De schat.

IMG_8918

‘Er komt een moment dat je weet dat het zover is, Heks,’ zei mijn vriendin, de vrouw van de acupuncturist afgelopen week. Zij is ervaringsdeskundige op dit gebied. ‘Het is een hele moeilijke beslissing, maar je weet wanneer het zover is. Daar moet je op vertrouwen.’

Het is zover.

De volgende ochtend lopen we een rondje door de wijk. Mijn ventje wil perse het hele rondje lopen. Het gaat erg langzaam. Hierna eet hij zijn bak niet meer leeg. Halverwege houdt hij het voor gezien. Ook laat hij een pensstaafje liggen. Dat is nog nooit gebeurd….

Ik bel de buurman, ik bel de dierenarts. ‘Ik zal het heel cru zeggen, mevrouw Heks, u kunt beter een week te vroeg de stekker eruit trekken dan een dag te laat. Beestjes met deze indicatie sterven een vreselijke ellendige natuurlijke dood, want ze stikken. U bent heel verstandig.’

Om half twee kunnen we terecht……

Om kwart voor 1 belt buurman aan. We stoppen mijn kereltje in de auto. Onderweg laten we hem nog eventjes lopen in een park. Hij draait nog een laatste drolletje. Hij rolt nog een laatste keertje door het gras. Op weg naar de kliniek maken we zoals gewoonlijk gruwelijke grappen. Eerst verkoop buurman een hoop onzin en dan Heks.

‘Ik kwam tijdens mijn zoektocht naar een geschikt crematorium een verhaal tegen over een dierenarts die zijn vriendin vermoordde. Daarna heeft hij haar in stukken gehakt en bij verschillende dierencrematoria aangeboden…..’ We zitten enorm te lachen als we de straat in rijden. Ys kijkt vergenoegd. We zijn gelukkig allemaal ontspannen. Ondanks de dodelijke stress…..

In de wachtkamer van de dokter krijgt Varkentje nog wat ham van van der Zon. Hij vindt het heerlijk natuurlijk. Als we aan de beurt zijn geef ik hem nog een heleboel lekkertjes. Hij krijgt een prikje om rustig te worden. Nog meer lekkertjes….. Totdat hij te duf is om te kauwen.

‘Vaak zakken hondjes met deze ernstige problematiek op zo’n eerste prik al helemaal weg. Groot kans dat er verder niets nodig is…’ De dierenarts spreekt me bemoedigend toe.

Ys loopt naar de deur. Hij wil naar huis. Ik loods hem weer de spreekkamer in. De dokter geeft hem nog maar een tweede prikje. Mijn ventje blijft stokstijf voor de Vrouw staan. Niet veel later staat hij enorm te hijgen. Verdorie. Nu heeft hij het toch benauwd. Net als ik me daar enorm zorgen over maak, gaat hij eindelijk liggen. Hij zakt in slaap.

YSBRANDT13

Toch zijn er twee dodelijke giftig blauwe injecties nodig voordat hij gaat. Hij wil niet weg. Nog bijna een uur ligt hij zachtjes te ademen. Pas na de vierde prik geeft hij het op. ‘Als u hem niet geholpen had, was het waarschijnlijk echt een drama geworden. Dit hondje is zo taai. Hij zou tot de laatste snik hebben volgehouden voor de baas. U heeft een goed besluit genomen. Ik werk overigens niet mee aan zoiets als ik het er niet mee eens ben….’

Mijn mannetje ligt zo vredig te ‘slapen’. Zijn mooie zachte achter oortjes uitgewaaierd over de vloer. Zo laat ik hem achter.

In de auto brul ik het uit. Buurman zit ook te snikken. We pakken elkaar beet.

In Huize Heks nemen we een goeie borrel. ‘Weet je wat ik toch zo vreemd vond, Buurman,’ giebel ik, ‘De dierenarts ging voor elke dodelijke prik de huid van Ysbrandt desinfecteren….. Zodat hij geen infectie krijgt…..’ We liggen dubbel.

De hele middag praten we over het gebeurde. Over onze hondjes. We bellen uitgebreid met Frogs, zo ver weg in Portugal. Oh wat misen we hem vandaag! Ik steek een kaarsje aan voor mijn hondenengeltje.

YSBRANDT14

Hij heeft nu vrede. Zijn zieke lichaampje is weer gezond en mooi en jong. Hij springt weer een meter in de lucht. Hij kan zijn bek weer openen, zijn tong weer uitsteken. Weer gapen….. Hij kan weer rennen en zwemmen. Daar in de mooie hondenhemel. Waar allemaal oude vrienden hem begroeten.

Het is vreselijk ellendig dat Ysbrandt niet langer hier is, maar ik voel me gek genoeg ook opgelucht en gelukkig. En trots. Trots op ons, we hebben het samen toch maar geklaard!

Ons leven samen is 1 grote liefdesgeschiedenis. Vanaf dag 1 tot aan nu. Elke dag van elkaar gehouden. Iedere dag samen genoten. Mijn rouw om Ysbrandt wordt gekleurd door al deze gouden ervaringen samen.

We wonen altijd in elkaars hart, mijn lieve hondje en ik…..