Gigantisch gekrijs in de steeg, de panter wordt grijs maar nog steeds is hij ontzagwekkend en fit, er spartelt weer eens een muis in de restanten van zijn gebit…….

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks ligt lekker in bed. Ik kijk naar het ene stomme televisieprogramma na het andere. Met 1 oog open. Dan klinkt er een vreselijk gekrijs in de steeg. Alarmerend. Freya schiet overeind. Verschrikt kijkt ze me aan.

Heks rent op een holletje naar de keuken, gevolgd door 2 opgewonden nieuwsgierige hondjes. We steken hoofd en koppen uit het keukenraam. In de steeg zit de panter. Zwijgend houdt hij een andere kat in de gaten. De veroorzaker van al dat lawaai.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Kkkisisissssttt,’ sist Heks. Het onbekende bakbeest verroert zich niet. Grote kattenogen loeren terug. Ik sis nog een paar keer. De krijskat wijkt een aantal meters naar achteren.

We rennen de trap af en door de berging. Ik gooi de deur open en de hondjes huppelen de steeg in. De vreemde kat is subiet verdwenen. Ferguut kijkt me verveeld aan. ‘Maak je niet druk baas, ik kan dat varkentje zelf wel wassen…’

©Toverheks.com
©Toverheks.com

De panter wordt oud. Zijn zwarte vacht zit vol kleine witte haartjes. Maar hij redt zich nog prima. Elke dag patrouilleert hij door zijn buurt. Hij inspecteert de vele hofjes en binnentuinen. Hij wandelt over oude muurtjes en balanceert door dakgoten.

Af en toe is hij een kleine week zoek. Zit hij weer in de Schouwburg of het museum een beetje cultureel te doen. Of heeft hij zich verschanst in een schimmelig schuurtje of morsige garage.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Ach, mijn panter. Die heerlijke zwerver. Met zijn grote zwarte kattenkop. ’s Nachts vleit hij zich op een kussen naast mijn hoofd. Dan ligt hij dan zachtjes te snorren. Elke ochtend krijg ik kopjes. Heel lekker wakker worden zo.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Alle voorbijgangers aaien mijn schat. Hij is een hele beroemde buurtkat.

Het laatste rondje met de hondjes loopt hij altijd mee. Soms ben ik al halverwege de steeg als een schaduw zich losmaakt van de muur. Groene ogen gloeien op vanuit zijn lekkere katerkop.

Ferguut is een uithuizig type. Nu het eindelijk wat warmer wordt is hij weer hele dagen op stap. Uitgehongerd komt hij thuis. Schrokkebrokt een grote bak voer naar binnen en valt op mijn bed in slaap.

Boskat kan hem niet uitstaan. Hij krijgt geen grip op deze dolende ridder. Dat monster trekt zich niks van hem aan. Laat zich niet onderwerpen, doet niet mee aan de heersende pikorde. Is een volstrekt autonoom wezen. Een outsider, eentje van de absolute buitencategorie……

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Een uurtje later. Heks ligt weer lekker in bed met haar hondjes. Dan klinkt er opnieuw enorm kattenlawaai in de steeg. Nu herken ik het stemgeluid van mijn panter. Ik weet precies wat er aan de hand is. ‘Hij heeft een prooi,’ roepen een paar voorbijgangers ontdaan.

Weer rennen Heks en hondjes naar de keuken. Weer steken hoofd en koppen uit het keukenraam. En ja hoor. Daar staat de panter. Groot en gevaarlijk schreeuwt hij vervaarlijk. In zijn bek een spartelende muis.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Dank je wel schat,’ prijs ik zijn verdienste. Nu wil hij eigenlijk naar binnen om me het muisje persoonlijk te overhandigen. Maar daar heb ik slechte ervaringen mee. Wil ik zo’n muisje toch redden. Ik heb wel eens een muis weer buiten gezet. Hompelend kreupelde het arme diertje ervandoor. Om ergens een langzame wisse dood te sterven.

Maar dan: Hoor ik daar gekraak? Wordt het diertje levend vermalen door zijn bejaarde kattenkaak?

Ferguut heeft maar 1 bovenhoektand en 1 onderhoektand. De ontbrekende tanden zijn eruit gemept door die kolere Bengaal van de boze buurvrouw op de Lange Mare.

Het verhindert hem niet om een muisje te vangen. Mijn panter. Mijn boerenridder. Mijn fantastische avonturier.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Gelaarsde boerenridderkat keert weer bij kattige Heks, kittige kittens doen hart smelten, oud trouw poesje naar eeuwige jachtvelden, nieuwe spierwitte huisgenoot ziet het levenslicht…….. Miauw, miauw, miauw: Huisdieren zijn lief, loyaal en trouw.

Thuis!!!!!! ©Toverheks.com

Donderdagmiddag sta ik lekker te schelden tegen mijn printer. Zoals altijd wanneer ik het ding echt nodig heb, is de cartridge leeg. Zwart/wit dan maar? Foeterend duwt Heks maagdelijk papier in de lader. Misschien dat het apparaat daar gevoelig voor is?

Ik ben bezig posters te drukken om mijn panter terug te vinden. Een wervende tekst en een flitsende foto moeten de truc gaan doen. Overigens maakt de foto weinig uit. Alle zwarte katten lijken op papier op elkaar. Ik heb Ferguut afgelopen week al een keertje terug gevonden in Limburg en in België. Sprekend mijn kat, maar weken geleden al ergens ver weg opgedoken…..

‘Gelukkig’ mist Ferguut een paar hoektanden. Zodra hij zijn bek openspert is hij weer herkenbaar. ‘Stom dier,’ mopper ik, ‘Teringlijer. Om een beetje de hort op te gaan…. Hoe haal je het in je zwarte kattenkop?’

Buiten in de steeg klinkt een doordringend gejammer. Bij wijze van antwoord. Een herkenbaar gejammer! Heks trekt een sprint naar haar keukenraam. Ik steek mijn hoofd naar buiten en daar staat hij dan: De boerenridder is weergekeerd! Luid miauwend maakt hij zijn aanwezigheid kenbaar. ‘Ik ben er weer! Ik heb honger als een paard! Kom op vrouw, kom me halen!’

Moederpoes

Twee seconden later sta ik zelf buiten in de steeg. Ik heb niet eens mijn sleutel meegenomen, geen tijd om dat ding op te snorren. Ik stop een mat tussen de voordeur en ga op zoek naar mijn inktzwarte bakbeest. Die is natuurlijk alweer verdwenen! De malloot is snel de hoek om gerend…..

‘Kom hier, mafkees,’ Heks snelt achter haar monster aan. Die verstopt zich snel onder een struik. Hobbelt weer een stukje verder door de straat naar een volgende bossage…..

‘Kom maar schatje,’ probeer ik hem te lokken. Achter hem aan rennen werkt averechts, weet ik uit ervaring. ‘Kom maar hier, lief monstertje,’ teem ik. Schuchter kruipt hij onder de struik uit. Vliegensvlug grijp ik hem in zijn kippennek. Kat in het bakkie!

Hoogzwanger…..

Met mijn schat stevig tegen me aan gedrukt ren ik naar huis. Blij als een kind. Ik knikker Ferguut de slaapkamer in en ga een enorme bak eten voor hem maken. Hij schrokt het op. Daarna vlijt hij zich op een kussen. Hij laat zich uitgebreid knuffelen. Hij is echt blij om weer thuis te zijn….

Die nacht slaapt hij dicht tegen me aan. Maar de volgende dag wil hij alweer op stap, de gezegende gek. ‘Doe niet zo raar, vrouw, ik wil naar buiten,’ miauwt hij bij de voordeur. Er is geen houden aan. Mijn ouwetje wil weer de hort op.

Hem tegenhouden heeft geen zin. Ferguut moet en zal naar buiten. Zijn dagelijkse rondje door de buurt marcheren. Zijn territorium weer opeisen!

Over een paar maanden komt er een nieuwe kat hier wonen. Hij is een dag of tien geleden geboren. ‘Mijn poes gaat volgende week bevallen,’ vertelde een hondenvriendinnetje me een paar weken geleden, toen we stonden te klessebessen.

Ik had net de dag ervoor een kittenspeeltje terug gevonden in mijn kast. En er weemoedig naar staan kijken. En ik had net die week een zak kittenvoer gekocht. Per ongeluk. Een veelbetekenende vergissing. Alsof mijn onderbewuste zich al aan het voorbereiden was op een nieuwe miauwende huisgenoot!

‘Oh, wat leuk! Ik wil wel een kitten!’ hoorde ik mezelf dan ook enthousiast roepen, ‘Als je er eentje over hebt natuurlijk!’ Je weet nooit hoeveel monstertjes er uit zo’n dikke poezenbuik komen……

‘Mijn moeder wil er eentje, misschien twee. Het liefst een rode kater, dat is echt een grote wens van haar….’ antwoordt mijn vriendin. Oh, wat spannend.

Ruim een week later app ik haar om te vragen hoe het met haar zwangere poes gaat. ‘Grappig, dat je net op dit moment appt, ze is net aan het bevallen. Er is er al eentje geboren…. Kijk maar….’

Ja, de rode kater is er al uit. De wens van haar moeder is vervuld. Later die dag komen er nog een grijs meisje en een witte vent uit. ‘Mijn moeder neemt de grijze en de rooie. Er blijft er dus nog eentje over voor jou!’

Een dag later ben ik bij de dierenarts met een lief vriendinnetje van me. Haar stokoude poes is opeens heel ziek. Ze laat haar vandaag inslapen. Samen rijden we vervolgens naar het dierencrematorium in Hazerswoude om haar dode katje af te leveren. In een mooie doos versierd met bloemen.

Dat is altijd een hele droevige dag. De dag dat je afscheid neemt van je maatje. ‘Sommige mensen gaan direct een nieuwe kat halen, nou, ik niet,’ zegt mijn vriendin stoer, als we later met de hondjes wandelen. Ze is diep in de rouw.

Belle’s nieuwe poesje……

Gelukkig komt er binnen een week een nieuw poesje op haar pad. Een pikzwarte dondersteen van 12 weken, precies wat ze wilde. Mijn vriendin Belle kan net als Heks niet zonder huisdieren.

Straks gaan we weer samen met de hondjes wandelen. Dat doen we iedere zondag. Mijn vriendin met het grote hart voor dieren en ik. En waar hebben we het dan over? Ja, dat laat zich raden……

De Zwarte Schaduw, de Panter, Spook, Schim, waar ben je? Schemeren op de drempel, voelsprieten de grond in, tastend langs tuintjes en hofjes… Op zoek naar die schat van mijn hart. Boerenridder Ferguut is weer eens op stap. Verdwijnt….. en verschijnt, goddank, aan het eind van mijn latijn.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Vorige week zit ik op de drempel van mijn huis. Het schemert. De nacht valt zacht. Ik zoek mijn zwarte panter. Hij is er al een paar dagen vandoor. Mijn voelsprieten bewegen door lagen bewustzijn. Raken de tere draden van het fragiele wezenlijke web in mijn kleine heksenbiotoop.

Van alles kom ik tegen. Maar niet mijn kat. ‘Tanneke, Tanneke, met je toverpanneke…’ prevel ik zachtjes tegen een oude vriendin aan gene zijde. Een kattenvrouwtje, net als ik. Een echt heksje ook. Een Indisch heksje.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Toen ze nog leefde, ging zij altijd voor me op zoek, als er weer een kat zoek was. Ook voor anderen deed ze dat. Een beetje op dezelfde manier als ik nu. Met haar voelsprieten. Kijkend op haar innerlijk beeldscherm. ‘Ik doe wat prevelementen………’ zei ze dan. Om vervolgens nauwkeurige instructies te geven, waar die kat volgens haar zat………

Alle locale krachten scharen zich achter mijn wens om de panter te vinden. Maar evenzogoed gebeurt er helemaal niks. De panter blijft weg. Elke nacht sluip ik door de buurt en roep zijn naam bij schuurtjes en opslagruimtes. Niks. Geen jammerklacht aan de andere kant van een deur of raam. De Zwarte blijft foetsie……

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Heks wordt er chagrijnig van. Mopperkontig stoemp ik rond. Verdraaid, nu heb ik alle geluk van de wereld met een heerlijke pup en een zalige volwassen hond. Nu ben ik elke dag zo blij als een ei, kijkend naar hun gedartel, rollend over de grond, over elkaar…… Happend en bijtend naar de ander…. Uit pure liefde!

Toen Vikthor pup was had ik hetzelfde probleem. Met een andere kat. Toen was Snuitje zoek. Die is bijna vier maanden op stap geweest. Gehalveerd en uitgedroogd werd ze gevonden door een paar aardige studenten. Goddank belden ze het nummer op de poster hangend aan de Zijlpoort. Mijn snoeterke heeft het maar ternauwernood overleefd.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Aan het begin van de week meld ik de panter aan op alle zoeksites, die er te vinden zijn. Posters begin ik nog niet aan, want mijn zwerver weet uitstekend de weg naar huis te vinden. Wel doe ik navraag bij alle panden, waar deuren en ramen open staan. Zoals het museum, de bioscoop……

Niks, niks.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Na een week begin ik wanhopig te worden. Waar is hij? Wat is er met hem aan de hand? Hij at niet goed vlak voordat hij verdween. Alsof hij harde brokje niet weg kreeg. Zou er weer een tand of kies zijn uit gemept door die ellendige Bengaal? Of erger. Een tumor in de kaak. Help. Er is iets, maar wat? Zou hij daarom…?

‘Is hij soms weggelopen vanwege je nieuwe pup?’ suggereert een vriendinnetje. Heks heeft er ook al aan gedacht. ‘Een kat loopt echt niet weg, omdat er een nieuw dier bij komt,’ aan het woord de kattenfluisteraar op TLC. Volgens hem is eten een grote motivatie om gewoon naar huis te komen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Ik zal een rustig plekje voor je maken in de slaapkamer. Waar je geen last hebt van andere katten of die pup…’ sein ik gedachtegoed naar mijn Zwarte Schaduw. Hij is alweer meer dan een week weg. De ellendeling. Heks is ook kwaad op hem. ‘Je bent godbetert ruim 13, mafkees. Kom naar huis. Eikelmans. Gestoorde idioot. Je bent te oud voor dit soort grapjes…’

Dinsdagavond komt Lapje me verwennen met een vrijsessie. Eindeloos geeft ze kopjes. Ze wast mijn hand met haar ruwe tongetje. Altijd als ik me rot voel, komt Leonoor me troosten. Het is de halfzuster van Ferguut. Allebei dochter van Doekie, de kat van Steenvrouw.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Plotseling komt het sinds kort leegstaande gebouw in de steeg op mijn netvlies. Indringend en hardnekkig. Ha, eindelijk informatie!

Opgewonden ga ik naar buiten. Loop om het gebouw heen, koekeloer opnieuw naar binnen door het enige raam, waardoor dat kan. Niets te zien. Geen panter. Maar ik hoor wel, dat er een alarm staat te loeien. Dat zou wel eens door een verdwaalde kat kunnen komen. Gesterkt ga ik naar huis. Morgen zorg ik dat ik dat gebouw in kan.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Het duurt nog bijna twee dagen, voordat ik daadwerkelijk door het gebouw loop met de beheerder. Het blijkt lastig te achterhalen, wie momenteel het pand beheert. Van het kastje naar de muur en terug word ik gestuurd. En weer heen. en weer terug bij af. Waar dan uiteindelijk iemand een sleutel heeft.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik word gelukkig geholpen door een ongelofelijk aardige vrouw van de gemeente.

De beheerder is eveneens bijzonder aardig: Hij stapt direct in zijn auto, zodra hij van het geval hoort. Samen gaan we het gebouw in, waar inderdaad een alarm staat te loeien. ‘Vreemd,’ de man is stomverbaasd, ‘Alles zit potdicht. We zijn hier anderhalve week terug met een aantal man binnen geweest voor een bouwkundige inspectie…..’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Aha. Toen heeft er dus van alles op gestaan. Mijn panter kan op die manier best binnen verzeild zijn geraakt….. Hoop gloeit in mijn heksenhartje. ‘Ferguut,’ roep ik, schuddend met een bak brokjes.

We checken het hele pand. De binnentuintjes worden aan een minuscuul onderzoek onderworpen. Alle leslokalen, de ruimte waar ik vroeger zat te etsen, waar ik Spaanse les heb gehad, waar ik een tekencursus deed, het theatertje bovenin het pand, waar ik lunchconcerten bezocht ……. Nergens een spoor van mijn monster.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Ferguut, Pantertje,’ teem ik, ‘Kom naar huis, ellendeling, liefje, waar ben je? Kom maar tevoorschijn….’

Niks. Geen boerenridder te bekennen. Mijn bakbeest blijft zoek. Nadat we het hele gebouw grondig hebben uitgekamd, laat ik een blik voer achter. En een berg brokjes. Op een plek, die ik vanaf de buitenkant in de gaten kan houden. Misschien duikt hij alsnog op.

De beheerder moet nog iets doen in het pand. Er is een probleem met het alarm.  Als hij het weer aan wil zetten, gaat het direct af. ‘Er moet toch ergens iets open staan, ik ga nog eens goed kijken….’ Zo nemen we afscheid.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Teleurgesteld ga ik naar huis. Ik ben zo moe, ik duik een paar uur mijn bed in. Om een uurtje of acht sta ik eten te maken voor de beestenbende, als ik een bekend geschreeuw hoor in de steeg. Mijn hart maakt een sprongetje. Het zal  toch niet? Ik ruk het keukenraam open en zwabber de boskat opzij. Hij is ook op het lawaai af gekomen.

En ja hoor, de Panter zit op zijn vertrouwde plek onder het keukenraam te jammeren. ‘Ik heb honger, doe die deur open, laat me er in…..’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Heks vliegt de trap af en sluit haar monster in haar armen. Oh, wat ben ik blij. Maar de Zwarte is ook blij. De hele nacht licht hij tegen me aan gepakt te slapen. Duwt zijn koppie tegen mijn kop.

Een dag later zit ik met hem bij de dierenarts. Panter heeft moeite met eten. Hij heeft pijn aan zijn rechteroor. Er is iets, maar wat?

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Wat vuil in de gehoorgang, dat heb ik verwijderd, maar de huid is daardoor wel behoorlijk geïrriteerd geraakt …..  ik geef een pijnstiller mee, als het niet over is met een week, moeten we verder kijken. Het zouden poliepen in zijn gehoorgang kunnen zijn. Daar kan ik niet goed bij, dan moet je echt naar een specialist…..’

‘Hij is overigens erg mager, hij moet ook echt wat aankomen….’ Ja, mijn dwaalgeest is een kwart van zijn lichaamsgewicht kwijtgeraakt de afgelopen tien dagen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Intussen vrees ik, dat het inderdaad poliepen zijn. Ik heb me een beetje ingelezen in de materie en die diagnose zou heel veel verklaren. Met een beetje geluk zit hij in de keelholte, zou hij daarom zo moeizaam eten. Zo’n keelpoliep trekken ze er zonder operatie gewoon uit.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

In het de gehoorgang is een ander verhaal. Dan moet Panter onder narcose. Laten we hopen, dat het de eerste variant is. Of toch gewoon een geïrriteerd oor. Wat binnenkort vanzelf over gaat.

Evenzogoed ben ik dolblij, dat hij weer thuis is. Hij heeft wel huisarrest. Dat bevalt hem maar matig. Dezelfde avond staat hij alweer paraat bij de voordeur. ‘Laat me naar buiten, vrouw, ik wil ff op stap…’

Mooi niet, lieve schat. Je blijft binnen, totdat je je weer een stuk beter voelt.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Wel gek, dat we hem in dat gebouw niet konden vinden, dat alles potdicht zat, maar dat hij toch opeens thuis was achteraf. ‘Weet u zeker, dat er geen schaduw langs uw enkels naar buiten streek bij het verlaten van het pand?’ grap ik achteraf in een app tegen de beheerder.

‘Een spook is het,’ de Don is ook blij, dat zijn favoriete kat weer thuis is, ‘Een fantoom. Oh Heks, wat fijn, dat hij weer is opgedoken. Die ongrijpbare Panter. Ik voel me met hem verwant!’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

Driemaal is scheepsrecht en voor niets gaat de zon op. Heks gaat een hele dag naar de dierenarts op en neer. Met steeds een ander dier. Het eind is nog niet in zicht. Het is mijn plicht als baasje. Heks is vandaag het haasje…..

Dinsdagavond doet de panter weer vreemd. Hij wil niet eten, maar gelijk na binnenkomst weer naar buiten. Onrustig tijgert hij door het huis. Eet dan toch zijn bak leeg. Er is iets met mijn schat. In een opwelling kijk ik in zijn bek. En ja hoor, er is weer een tand uitgeslagen door die kloterige Bengaalse wilde kat van mijn hopeloze asociale buren.

Mijn grote zwarte kater mist nu zijn rechterhoektand boven en zijn linkerhoektand onder. Hij crepeert van de pijn. Ik geef hem een pijnstiller. Morgen maar eens de dierenarts bellen. Ik neem hem bij me in bed en streel zijn gekwelde koppie.

Pas vrijdagmorgen kan ik terecht. Het is dan ook geen echt spoedgeval. Die tand is er vrijdag ook nog wel uit. Ze hebben nog wel een plekje op donderdagmorgen, maar Heks heeft dan geen auto. Die staat bij de garage voor de jaarlijkse keuring.

Vrijdagmorgen ben ik al vroeg bij de dierendokter. Een piepjonge arts staat me te woord. ‘Dat restant tand en bot moet er waarschijnlijk wel uit worden gehaald,’ ze kijkt me verontschuldigend aan, ‘Anders kan het wel eens flink gaan ontsteken. Ik overleg het nog eventjes met een collega, die iets meer thuis is in gebitten….’

Op weg naar huis valt het me op dat VikThor zo raar doet. Hij doet de hele ochtend al vreemd. Schrikt zich een ongeluk van niks. Stopt zijn staart helemaal tussen zijn poten door tegen zijn buik. Wil niet in de auto springen, zodat ik hem er in moet tillen. Wat heeft hij nu weer?

Samen met mijn  hulp inspecteren we zijn staart. We zien dat zijn anaalklieren nogal vol zitten, zou hij daar zo’n last van hebben? Ook heeft hij zich afgelopen week meermalen versprongen. Is er iets mis in zijn bewegingsapparaat en krijgt hij steeds na inspanning last?

Mijn hondje gaat zo snel achteruit, dat ik rond het middaguur alweer bij de dierenarts zit. Een mij bekende jongeman. Die knijpt de anaalklieren leeg. Een smerige putlucht trekt door zijn spreekkamer.

Vervolgens onderzoekt hij zijn pootjes en heupjes. Strekt en rekt mijn ventje alle kanten op. Niets bijzonders te vinden. Ik krijg een stapel pijnstillers mee. ‘Hou hem maar een paar dagen rustig. Wat het ook is, rust doet altijd goed.’

Intussen heb ik hem ook over Snuitje gesproken. Ik heb volgende week een afspraak voor haar gemaakt, want ik vertrouw het functioneren van haar niertjes voor geen cent. En of de duvel ermee speelt lijkt Snuitje ook precies op vrijdag flink achteruit te gaan. Ze staat alsmaar te drinken uit de waterbak van VikThor.

Ook loopt ze ongelofelijk slecht opeens. En ze lijkt zo slapjes…..

Zo zit ik dan vrijdagavond alweer bij de dierenarts. Een grote naald verdwijnt eerst in Snuitjes nekje en daarna in een pootje. Ze weet nog maar 2.3 kilo. In januari was ze nog 2.6!

Ook heb ik thuis een plasje opgevangen. Alles wordt grondig onderzocht. En ja hoor, het zijn haar niertjes. ‘Geen suiker, schildklier is ook goed, maar haar nierfunctie is ernstig beperkt. Het is nog niet in de acute fase, maar ze moet wel per direct op dieet…..’

Zaterdag slapen we allemaal de hele dag. Tussendoor kijk ik naar een travestieten-talentenjacht. Geweldig programma. Heks heeft er als vrouwelijke travestiet erg van genoten.

Vandaag ontdek ik dat ik mijn prachtige elektrische vouwfiets kwijt ben. Geen idee wat ik ermee gedaan heb, maar hij staat niet meer in de berging. Paniekerig begin ik door de buurt te rennen. Vind em terug bij de slager voor de deur.

Als ik zo moe ben als ik nu ben doe ik dit soort stomme dingen. Hoewel niet met een ketting ergens aan vast heb ik de fiets gelukkig wel op slot gezet. Dat vergeet ik ook nogal eens onder zulke omstandigheden.

En goddank staat mijn peperdure fietsje er nog na een woeste uitgaansnacht in de drukke Haarlemmerstraat.

Dinsdag gaat de panter onder het mes. Dan worden de restanten tand en bot verwijderd, zodat de boel mooi geneest. Altijd spannend. Narcose is geen kattenpis.

Volgend weekend ga ik op koorreis. De helft van mijn beesten zitten in de lappenmand.  Pleegzuster Bloedwijn krijgt last van slijtageverschijnselen. Dat gaat nog wat worden. Op mijn tandvlees op vakantie……

MISSCHIEN EEN KLAPPERTJE VOOR DE PANTER?

 

MiAUAUAUAUAUW! ME AU AU AU AU AU! De panter heeft zich weer eens in de nesten gewerkt. Het is altijd wat met de dolende ridder. Is het niet dit, dan is het weer dat. Heks heeft haar handen vol aan dit geliefde monster. Terwijl mijn bankrekening er op leegloopt!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een paar weken geleden ben ik de panter weer eens kwijt. Ik heb direct een naar gevoel en al na een dag loop ik uitgebreid te roepen in de buurt. Begrijp me goed, het beest is wel vaker op stap. Dagenlang soms. Hele weken, maanden ben ik hem kwijt geweest.

Meestal maak ik me geen zorgen, maar als er iets mis is voel ik het direct. Zo ook nu. Waar zit mijn monster?

Na een uitgebreide zoekronde ’s avonds laat zie ik hem bij thuiskomst voor de voordeur zitten. Maar als hij me in het oog krijgt kruipt hij weg. Komt weer naar me toe. Loopt weg. Komt, loopt weg, komt toch……

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Ha gekke ridder van me,’ zing ik hem zachtjes toe, terwijl ik hem over zijn koppie aai, ‘He, wat is dit? Je staart is raar. Hij lijkt wel gebroken….’ Terwijl ik mijn hand langs zijn hele lijf laat glijden voel ik een rare knik aan de basis van zijn lange staart. Jeetje. Die heeft ergens tussen klem gezeten. Dit heb ik nog nooit eerder gevoeld.

Ik neem mijn schat mee naar binnen, alwaar hij de gehele nacht bovenop mijn buik ligt. Hij zoekt steun, want zijn arme staart doet echt pijn. Dat is goed te merken. De volgende dag gaan we naar de dierenarts.

Die geeft ons een sterke pijnstiller mee. ‘Het is niet gebroken, maar er zit wel een werveltje helemaal scheef. Ik doe er verder niets aan. Met een paar dagen voelt hij zich veel beter.’ Geen dure röntgenfoto gelukkig. ‘Nergens voor nodig,’ zegt de man.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Nou, dat was dan je zevende leven. Of was het pas het zesde? Ik ben de tel kwijt, mafkees,’ mopper ik zachtjes tegen hem op de terugweg. Mijn avontuurlijke boerenridderkater heeft altijd wat. En ondanks het feit, dat hij toch ook een dagje ouder wordt is hij nog steeds uitermate uithuizig. De ellendeling.

Ik houd hem een paar dagen binnen. Altijd een hele heisa, want meneer wil niet binnen blijven. Hij wil de hort op. De buurt verkennen, de nachtburgemeester uithangen, achter de muizen aan!

Na vier/vijf dagen laat ik hem maar weer naar buiten. Hij is behoorlijk opgeknapt, maar de knik is een blijvertje lijkt het.

Vorige week is meneer koekepeer weer eens onvindbaar. Al dagen hebben we ruzie. Hij komt binnen, eet zijn eten op en staat dan aan 1 stuk door te schreeuwen, dat hij weer naar buiten wil. Van nog wat extra brokjes wil hij niks weten. Hij eet alleen nog maar blikvoer lijkt het!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De laatste dagen wilde hij zelfs niet meer mee naar binnen. Moest ik hem achterna rennen en vangen. Met een grote tegenstribbelende zwarte kater onder mijn arm de trap oplopen.  Hem stevig vasthouden tot we binnen waren, omdat hij em anders direct weer zou smeren. Wat heeft die kat toch?

Nu is hij dus al twee dagen pleite. Pas de derde dag zie ik hem van een muur via mijn auto, die verderop in de steeg geparkeerd staat, op straat springen. En ook nu krijg ik hem slechts met moeite mee naar binnen. Waar hij dan weer wel aanvalt op zijn eten: Hij is uitgehongerd!

‘Wat heb je toch, gekke kat?’ Heks houdt hele verhalen tegen haar schatje. Hij kijkt me serieus aan. Opnieuw valt het me op dat hij er anders uitziet. Maar waar ik er een paar dagen geleden nog niet de vinger op kon leggen, zie ik nu plotseling hoe zijn kop aan 1 kant is opgezwollen tot enorme proporties.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zijn linkeroog zit zelfs een beetje dichtgedrukt. De zwelling is pijnlijk. En plotseling heel groot geworden. ‘Waarschijnlijk een abces,’ concludeert Heks. Deze ridderkater zal wel weer een potje gevochten hebben…..

Zo zit ik zondagmorgen weer bij de dierenarts. Mijn goedkope tuincentrum-arts is helaas niet beschikbaar, dus ik zit bij een peperdure collega. De rekening is nog net niet zo erg als eentje, die ik ooit eens op een zaterdagavond laat heb opgelopen, maar het is evenzogoed een rib uit mijn lijf.

Hiervoor krijg ik wel een consult met een enorm lekker ding. Ik heb mijn ogen nog niet helemaal open, maar dit zie ik dan toch wel. ‘Het is waarschijnlijk een abces, daar gaan we de medicatie op inzetten. Helaas kan ik het niet openmaken, dat geeft namelijk vaak verlichting. Maar met een goeie dosis antibiotica en een stevige pijnstiller voelt hij zich met een paar dagen veel beter….’

Zo ligt mijn panter dan in de grote bench. Met zijn eigen kattenbak, lekker voer en een bak water. Het is de enige manier om ervoor te zorgen, dat hij em niet smeert. Ooit sprong hij met een drain in zijn lijf en een kap om zijn kop uit het slaapkamerraam op de eerste verdieping. Daar draait meneer zijn poot niet voor om.

Soms jammert hij erbarmelijk. Soms laat ik hem er een paar uur uit. Hij heeft een kuur van tien dagen en die moet hij afmaken. Twee keer per dag een pil.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Op dag drie jammert hij wel erg hard. Nog maar een keertje naar de dierenarts dan. Ik zie intussen ook een rare pek onder zijn oog verschijnen.

Zodra ik hem bij de dokter op de behandeltafel zet, springt het abces open. Bloederige stinkpus vliegt ons om de oren. De wond wordt grondig nagespoeld met een jodiumverdunning. ‘De rest geneest vanzelf. Katten hebben een geweldig vermogen om abcessen zelf te lijf te gaan,’ stelt de dierenarts me gerust.

Hij moet nog een paar dagen binnen blijven, om de antibioticakuur af te maken. Het is nog eventjes afzien voor me. Maar de schat voelt zich al veel beter!

Maar wat ben ik blij, dat hij ook dit weer overleeft. Mijn kanjer. Mijn grote zwarte schaduw. Mijn stoere panter. Mijn geliefde ridder Ferguut.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

 

Primadonna Prunus versiert mijn autootje. Of is het een Primadon? Heks maalt er niet om. Ik hou van deze kanjer. Bernard hield van z’n anjer, maar geef mij maar een bosje boom! Wolken bloesem dansen door de stad. Mijn trouwe kanarie als trouwauto? Haha!!!! Dat is me wat!

Al jaren onderhoud ik een intens liefdevolle relatie met een boom hier in de steeg. Het is een oude Prunus en hij staat in een eveneens eeuwenoud hofje. Zijn kroon overspant intussen de hele steeg. Door het jaar heen zijn we trouwe kameraden. Maar in het voorjaar raken we weer verliefd.

Zodra zijn eerste knoppen zwellen slaat mijn hart op hol. Elke avond breng ik hem een kort bezoekje om te kijken hoe de zaken ervoor staan. Tot dan eindelijk de grote explosie van roze bloesem volgt. Dan sta ik avond aan avond ademloos te kijken en vooral ruiken. Dan droom ik van elfenfeestjes met vlierbloesemsiroop en mede.

‘Ga je vannacht in de Prunus logeren?’ Ferguut staat bij de deur. Hij wil per se naar buiten. Mijn panter houdt ook van deze boom. Ik verdenk hem ervan dat hij vrolijk meefeest met alle elven en kabouters hier uit de steeg. ‘Doe hen de groeten, vooral mijn vriend Pleingodje,‘ roep ik mijn monster na als hij van het dak springt.

Dinsdag ga ik naar het koor. Ik ben zoals altijd een beetje laat. Al die voorbereidingen ook. Hond uitlaten, beesten eten geven, mezelf eten geven, mezelf reanimeren, toonbaar maken ook vooral, dus mezelf insmeren met make up, omkleden of zelfs douchen……. Een hele klus. Voor een MEer.

Als ik bij mijn auto arriveer kom ik voor een verrassing te staan. Mijn kanariepiet is helemaal roze van de Prunus. Hij staat pal onder mijn geliefde boom. Gisteren lag er een bescheiden laagje op, maar nu is hij helemaal knalroze.

Ik heb geen tijd om er een foto van te maken, maar dat heb ik gelukkig gisteren wel gedaan. Toen dacht ik nog: ‘Heks, zorg dat je morgen bijtijds de deur uitgaat, want je moet eerst tienduizend bloemetjes van je auto halen…..’

Maar ja, helemaal vergeten intussen……

Ik veeg de ergste bloesempracht van mijn ruiten, zet de ruitenwissers even aan…. Maar dan moet ik toch echt gaan. Ik zie wel hoe het uitpakt.

En het pakt uit! In een wolk van roze bloesem vlieg ik de straat uit. Over de Oude Vest, de Langegracht…….Eén grote dwarrelde liefdesverklaring aan het leven. Fantastisch. Ik word er helemaal gelukkig van.

Links en rechts blijven mensen stokstijf stil staan om dit tafereeltje verrukt gade te slaan…..

De repetitie is ook al geweldig. We zijn begonnen aan een paar fantastische nieuwe stukken voor ons honderdjarig jubileum, waaronder een lekker modern werk van Vaughan Williams. Echt smullen!

Ook is de harmonie in het altenvak intussen herstelt. Iedereen is weer helemaal tevreden met haar zitplaats alsmede haar buurvrouw. Een hele verademing!

Als ik later naar mijn auto loop word ik ingehaald door een paar sopranen. ‘Oh Heks, wat is je auto mooi! Het lijkt wel een trouwauto!’ jubelen ze enthousiast. En ja, het is waar. Het knalgele wagentje met de roze versiering is een lust voor het oog. En oogt bovendien trouwlustig!

Je zou er bijna zelf trouwlustig van worden. Gelukkig ben ik gelukkig met mijzelf getrouwd. Alweer bijna negen jaar!

Sapperdeflap. Hier zit een hele ouwe lap. In de lappenmand getrapt. Dweilen met de kraan open, omdat mijn neus is gaan lopen. Lekker buiten met mijn hond. Dat is dan toch weer gezond. Kont, blond, honderd pond……. Dr Phil heeft weer een een gek. Poppenstront en kleuterseks. :-( En: Meligheid troef in Huize Heks.

© toverheks.com

© toverheks.com

Vandaag doe ik niks. Nou ja, het hondje moet wel naar buiten natuurlijk. Dat zal ik er evenzogoed uit moeten persen. En dientengevolge zal ik me toch aan moeten kleden. Een hels karwei met schouders uit de kom. ’s Morgens vroeg. Zonder medicinale cannabis in mijn klep. Als de pijnstillers nog niet zijn ingewerkt.

Heks ligt moed te verzamelen voor de grote metamorfose van nachtdier naar mens. Het is intussen al middag. Ik moet echt uit bed komen nu. Mijn hondje moet naar buiten. Ik heb dan wel vanmorgen heel vroeg nog een rondje gewandeld. In de vrieskoude nacht met panter en VikThor. Hij klapt dus nog niet uit elkaar.

Eerst nog maar eens een bakkie troost. Koffie doet wonderen, het is de beste drug ever. Met op de achtergrond Dr. Phil aan het woord tegen een hopeloos disfunctioneel gezin giet ik een gloeiend hete bak in mijn loden pijp. Ha. Lekker.

© toverheks.com

© toverheks.com

‘Je liegt, je liegt,’ schreeuwen de dochters op televisie tegen hun narcistische stiefvader. De man heeft hen alledrie betast en misbruikt. Geschopt en geslagen. Gekleineerd en vernederd. De moeder wist zogenaamd nergens van. Ondanks het feit dat de dames het haar meermalen hebben gemeld. Ondanks het feit dat ze regelmatig getuige was van alweer het zoveelste pak slaag.

Heeft ze hen ook uitgeleverd aan haar man? Bij thuiskomst even melden wat haar kinderen hebben misdaan die dag? Zodat hij hen een stevig pak rammel kan geven? Het komt voor, zulke praktijken. Het betere narcistische teamwork zogezegd.

© toverheks.com

© toverheks.com

De biologische dochter van de man komt erbij. Hij hangt eerst een melodramatisch verhaal op, hoe zij altijd wel in zijn onschuld heeft geloofd. Hoe zij na jaren weer contact met hem opnam. Hoe hij haar mocht weggeven op haar huwelijk.

Zodra ze op haar stoel zit ontkracht ze dat verhaal. ‘Gemene leugenaar, er klopt niets van jouw gezever. Ik heb nooit contact me jou opgenomen. Jij belde mij! En ik geloof helemaal niet in jouw onschuld. Je sloeg ons met enige regelmaat helemaal lens. Ook mij. En je hebt ons allemaal seksueel misbruikt. Op m’n zevende was je me al aan het tongzoenen. Ik kwam er eigenlijk nog het beste vanaf. Omdat ik je eigen vlees en bloed ben…..’

© toverheks.com

© toverheks.com, fallische bezemsteel…..

De man heft ontzet zijn armen in de lucht. ‘Oh, oh, oh,’ zegt de door een rechter veroordeelde crimineel, ‘Ze weten niet wat ze zeggen. Ik was gewoon onschuldig aan het stoeien. Bladiebla.’

Ja, lekker stoeien met je tong in de mond van je dierbare kleuter en je handen in haar gebloemde broekje. Wat een acteur is het, die man. Heks heeft er genoeg van. Ik ga de afloop niet afwachten. De ellendeling lijkt mij persoonlijk een monster. En die moeder een eersteklas loeder. De wereld zit er vol mee.

© toverheks.com

© toverheks.com

Eenmaal in de kleren ga ik naar buiten. Jemigdepemig, wat doet mijn lijf zeer vandaag. Ik moet nodig beweren dat mijn linkerarm zo is opgeknapt. Vannacht om de haverklap wakker geworden van de pijn. Hij hangt weer ouderwets uit de kom en de rechter ook. Dus ik heb eventjes geen goede arm over om in de strijd te werpen. Ik ben letterlijk onthand.

In het eerste park tref ik Sib en zijn bazinnetje. VikThor springt een gat in de lucht. Terwijl de hondjes zich uitleven kletsen de baasjes een beetje bij. ‘Vorige week is Storm aangevallen door een enorme Deen. Ken je die hond? Een heel dominant geval. En de baas laat het gewoon gaan…..’

© toverheks.com

© toverheks.com

Heks kent geen grijze Deen. Ik loop blijkbaar op andere tijdstippen in dit park. ‘Kijk maar uit voor die hond. Volgens zijn baasje is hij heel lief thuis, maar hij wandelt om 4 uur ’s nachts omdat zijn hond dat wil. Komt hij zijn bed voor uit!!!!!! Kun je nagaan hoeveel overwicht hij op het bakbeest heeft…..’

‘Ik loop ook vaak om vier uur ’s nachts. Vannacht nog. Ik val vaak met kleren aan in slaap voor de televisie en moet dan nog eventjes naar buiten…..’ grijns ik. Ik durf niet te bekennen dat dit pas mijn eerste uitlaatronde van de dag is.

© toverheks.com

© toverheks.com

‘Het is pas mijn eerste rondje,’ bekent Sib’s vrouwtje, ‘Ik kan gewoon niet in slaap vallen door een posttraumatische stressstoornis. En dan loop ik dus ook vaak heel laat nog eventjes. Zodat ik kan uitslapen als ik een slaappil neem…’

Wat heerlijk dat ik niet de enige ben, die er zulke praktijken op na houdt. Heks schaamt zich soms dood over haar rare levensritme. Gebrek aan ritme beter gezegd. ‘VikThor past zich gewoon aan. Hij is helemaal gewend aan mijn gekke schema. Als hij maar genoeg beweging krijgt op een dag is het goed. En daar zorg ik dan weer wel heel consequent voor…..’

© toverheks.com

© toverheks.com

Op mijn gemak fiets ik de hele Singel rond. Het is prachtig weer. Echt genieten. Eigenlijk zou ik nu met Saar in de duinen lopen, maar we zijn allebei enorm gammel. Ik ga een hele dag rust houden. Er zit een virusje te kwarren onder mijn leden. Hopelijk trekt mijn lijf dan een beetje bij. Kan ik er dit weekend weer lekker tegenaan.

© toverheks.com

© toverheks.com

Echte liefde vergt veel moed, want je verplicht je om pijn weg te nemen en welzijn te bewerkstelligen…… Hmmm. En als dat nu niet lukt? Als je poging meer weg heeft van water naar de zee dragen? Heks is het zat om gevoelde nattigheid naar die grote plas te sjouwen. Ook het dweilen met de kraan open kan me niet langer bekoren……

‘True love takes a lot of courage, because it is a commitment to help remove suffering and offer well-being….’ leest Kras voor. Het is weer ‘Sangha voor Kneusjes’ avond. Vorige week hebben het een keertje overgeslagen, omdat ik perse naar het strand wilde. Het was toen tenslotte meer dan dertig graden!

Ik heb er geen spijt van: Het was ongelofelijk zwoel en heerlijk aan zee. Heks heeft er een fantastische avond stukgeslagen met haar lekkere hondje!

Remove suffering and offer well being. Maar tot welke prijs? En als het een eenzijdig gebeuren is, moet je er dan wel mee doorgaan? Gedachten tollen door mijn hoofd, terwijl ik naar de bel luister. Ik beoefen de adem soetra, maar halverwege zit ik weer te tobben. Ik kom niet verder dan lichaam en emoties. Mijn alles behalve lege geest spuit onstuitbaar ideeën door mijn kop.

Ik keer terug naar mijn adem. Telkens opnieuw. Koppig. Volhardend. Gesterkt door de naast mij ademende Kras.

Langzaam dwarrelen de gedachtes voor mijn voeten. Vormen een tapijt van onbegrip om me heen. Voorzichtig loop ik over mijn onvermogen. Sta er op. Erken mijn beperkingen. Stel eindelijk mijn grens.

Op weg naar huis springt VikThor net niet in een moddersloot. Het scheelt een haar. Vanmiddag lag hij wel in diezelfde baggersloot te spartelen. Heerlijk vond ie het. Zijn grote vriend Baris stond weer verbaasd naar mijn pikzwarte monster te kijken.

Vandaag zet ik een streep onder mijn poging iemand te helpen. Het lukt niet. Natuurlijk weet ik ook wel dat ik weer in mijn zelfde groef ben geschoten: Iemand die ik op dat moment niet of nauwelijks ken staat op mijn stoep met een heleboel problemen.

Heks vindt het zo erg dat ze het niet over haar hart kan verkrijgen om die persoon weg te sturen. Langzaam word ik opgegeten door andermans problematiek. Het trekt een zware wissel. Ook zit ik weer eindeloos te luisteren. En niet naar de meest gezellige verhalen.

In dit geval heb ik ook nog geweldig mijn nek uitgestoken. Zonder resultaat. De wereld zit vol ellendelingen en hun slachtoffers. Ik heb er weinig invloed op. Zacht uitgedrukt.

Mijn acties zijn niet zonder gevaar. De malloot waar mijn protégé last van heeft is zeer goed in staat om Heks het leven zuur te maken. Vooral omdat hij hier in de buurt woont. En geen last heeft van scrupules als het gaat om dierenmishandeling en andere narigheid……

Na opnieuw een zeer lange adem bij al deze problematiek treft het inzicht me dat ik echt niet goed bezig ben. Vorig jaar heb ik een aantal mensen de wacht aangezegd, die eindeloos tegen me aan zaten te kwaken over hun ellende. Iets dat ikzelf niet doe. Ik sta het mezelf niet toe! Het is gewoon weinig verheffend om chronisch te mekkeren. Ik heb genoeg te zeuren, dat wel, maar ik wil het niet.

Waarom lukt het me dan niet om anderen de mond te snoeren als ze me doorzagen met hun gehuilebalk? Waarom laat ik volstrekt gezonde mensen met een geweldig leuk leven zo parasiteren op mijn beperkte energie?

Gisterenavond realiseer ik me weer dat ik er geen last van heb als ik in mijn heksengedaante sta. Als de Godin in me doorschemert is er niets aan de hand, die bron is eindeloos. Pas als ik op persoonlijke titel willekeurige getroebleerde mensen ga lopen steunen gaat het mis……

Dus als je aan mijn kop wilt komen zaniken over je ellende: Maak een afspraak voor een  ouderwetse paranormale behandeling! Je moet daar wel voor betalen, zo schiet ik er zelf ook nog wat mee op. Bovendien werkt zo’n behandeling beter als er voor wordt geschokt heb ik lang geleden al ontdekt…….

‘Kom maar hier, panter,’ zeg ik wat later tegen mijn boerenridder. Ee Zwarte heeft zich tegen mijn heksenhanden genesteld. Sinds zijn avontuur in het museum heeft hij last van zijn buik. Het gaat wel steeds beter, maar het rommelt nog steeds. Daarom zoekt hij elke avond mijn gouden handjes.

‘Godin, geeft die jongen je gulden liefde,’ terwijl ik het in mezelf reciteer voel ik mijn handen kloppen. Ikzelf stroom ook vol met haar geweldige oerkracht….

De Vader heeft de wereld dan misschien geschapen, maar de Godin heeft haar gebaard. We zijn allemaal uit haar voortgekomen. Pas als het vrouwelijke weer wordt gerespecteerd is er hoop voor de wereld. Voorlopig proberen we echter onze grote Moeder te vernietigen.

Grappig eigenlijk, want dat is onmogelijk. De kans is veel groter, dat wij, miezemuizige mensenkinderen, eraan gaan! Zelfs al explodeert de aarde: Het heelal blijft nog wel even bestaan!

Remove pain an offer well-being? Ja graag. Vanuit mijn goddelijke bron. Mijn hart.

edf24c238eb4f956965fd39a750b07f1

 

Heks en Joy gaan samen op stap. Met zeven katten naar de dierenarts: Een hele uitdaging! En een leuk uitje bovendien! Volgende keer gaan we een dagje naar het strand……..

Vrijdagavond vlak voor Sinterklaas begin ik me toch een beetje zorgen te maken. De buurvrouw is ziek en we zouden samen naar de dierenarts gaan. ‘Ik ga morgen met ALLE katten naar Ranzijn voor vaccinatie, zin om mee te gaan?’ sms ik mijn grote kattenvriendin Joy.

Misschien heeft ze tijd. Het is natuurlijk een raar weekend. Half Nederland zit met zijn handen in de papier maché of kledderige ontbijtkoek in een poging een dierbare goed te grazen te nemen. Of te verrassen. Met een  listige surprise…….

Binnen een paar minuten krijg ik uitsluitsel. Mijn maatje gaat graag mee! ‘Ik ben om kwart voor 11 bij je,’ schrijft ze, ‘en ik neem een extra vervoersmand mee!’ Hoera! Alle problemen opgelost.

Dinsdagavond zie ik een item op televisie voorbij komen, waarin wordt gewaarschuwd voor kattenziekte. Er is een grote uitbraak in Alphen aan de Rijn en nog een paar Nederlandse gemeenten. Help! Alphen is vrij dichtbij! ‘Het is superbesmettelijk en in bijna alle gevallen dodelijk,’ de presentatrice kijkt omfloerst de camera in, ‘dus als je katten niet zijn ingeënt lopen ze direct gevaar. Ook binnenkatten….’

Ik heb mijn katten al zeker twee jaar niet laten vaccineren. Na vijfentwintig jaar nutteloos geprik. De kosten zijn zo gigantisch hoog geworden de laatste jaren. Minimaal zo rond de vijftig euro per kat bij de lokale en regionale dierenartsen….. Ook is mijn kattengezin nogal uitgedijd. Alles bij elkaar is het niet meer op te hoesten.

Vorig jaar ontdekte ik echter dat je bij tuincentrum ‘Ranzijn’ voor veel minder geld terecht kunt. Alleen moest ik dan wel helmaal naar Aalsmeer met de hele beestenbende. In Leiderdorp hadden ze die service nog niet. ‘Komend najaar komt er hier ook een dierenarts,’ vertelde een medewerkster van het volledig in renovatie zijnde bedrijf me dit voorjaar, ‘Nog eventjes geduld!’

Zodoende zit Heks donderdagmorgen op internet te kijken of de dierendokter zich al heeft gevestigd op deze groene locatie. En wat een toeval! Laten ze nu juist vandaag open gaan! Ik bel hen op en maak direct een afspraak. Misschien ben ik wel de eerste klant!

Zaterdagochtend meldt mijn vriendin zich bijtijds. We drinken koffie en gaan daarna direct aan de slag. Alle katten moeten in de diverse manden. ‘Hoe had je het gedacht Heks?’ Joy kijkt me vragend aan. Ik zet mijn plan uiteen.

‘Snuitje in de kleine plastic box, Leonoor in de rieten mand en Ferguut in die grote stoffen tas. Zij moeten alledrie bij voorkeur in hun eentje worden vervoerd. De boskat kan met zusje Aafje in die grote kattenbench van de buurvrouw. En Bolster kan met zijn moeder in de bench van Ys. Eh VikThor.’

We vangen kat na kat en stoppen ze in de juiste mand. Alleen Bolster is nergens te bekennen. Op zijn vaste verstopplekjes is hij niet te vinden. Ook houdt hij zich muisstil. Hij voelt nattigheid.

Na een goed kwartier ontdek ik hem in een piepklein hoekje achter de bank en de gordijnen. Snel grijp ik hem in zijn nekvel. ‘Jij ontsnapt me niet meer, kleine puntneus,’ mopper ik op de Benjamin van het gezelschap. Ik laat hem in de bench zakken. Zo. Klaar. Inladen en wegwezen!

We sjouwen een paar keer de trap op en af. VikThor staat bovenaan in de aanslag om mee te gaan. ‘Kunnen we hem niet beter thuislaten?’ pleit Joy, ‘Het lijkt me nogal onhandig als hij ons voor de voeten gaat lopen.’ Tja, ze heeft gelijk, maar ik neem hem toch liever mee. ‘Zo onhandig!’ roept Joy, ‘En hij heeft er toch niet veel aan. We hebben geen tijd om te wandelen of spelen.’

‘Ja, maar hij wordt wel geestelijk afgebeuld. En dat is ook belangrijk,’ ik kijk mijn vriendin aan, ‘anders moet ik direct weer aan de bak met hem als we terugkomen van de dierenarts. En dan ben ik helemaal af en klaar. Dan moet ik eigenlijk een paar uur plat.’

Ik heb het nog niet gezegd of Joy belt haar vent. ‘Heb je zin om op VikThor te passen?’ Vijf minuten later gooien we mijn hondje bij hem naar binnen. Hij gaat lekker met hem wandelen!

‘Miauw, miauw,’ klinkt het in de achterbak van mijn piepkuiken, ‘Maauwwwww, mrwwaauuuwww’. Bolster voert het hoogste woord, maar ook de boskat laat zich gelden. De enige die we helemaal niet horen is de Zwarte Panter. Hij houdt zich gedeisd.

‘Ik reed een keer op een mooie zomerse dag met zo’n vier katten en Ysbrandt richting dierenarts. M’n monsters zaten te miauwen als gekken en mijn raampje stond open, dus mensen op straat hoorden dat kabaal. Maar als ze keken zagen ze die lieve hondenkop van Ys boven de achterbank uitsteken. Veel verbaasde gezichten, joh’. We giechelen.

We hobbelen rustig de stad uit. Oh wat is het toch altijd gezellig met Joy. Vanaf dag 1 is dat zo geweest. En ook vandaag is geen uitzondering.

Bij het tuincentrum laden we alle manden op een paar winkelwagens. In karavaan gaan we op zoek naar de net geopende dierenartsenpraktijk. Het is druk in het net verbouwde bedrijf. Je kunt over de hoofden lopen, ware het niet dat ze zich allemaal verbaasd omdraaien om naar deze miauwende optocht te kijken.  Alsof de zon doorbreekt vormt zich een lach op menig gezicht: Wat leuk, poesjes!

We moeten het halve bedrijf door, policy om aan zoveel mogelijk begeerlijke producten te worden blootgesteld: Heks is min of meer opgegroeid in een dergelijk bedrijf, ik ken de sneaky methoden om klanten tot kopen te verleiden van haver tot gort! We kijken nergens naar. Heks is hartstikke blut. Ze kan nog net het komende consult ophoesten!

‘Het ziet er wel mooi uit, Joy. Jeetje wat is het hier opgeknapt! Moet je kijken hoe hoog de kassen zijn! Wat een ruimte……. Echt prachtig!’

Bij de dierenarts worden we vriendelijk verwelkomt. Alle katten worden ingevoerd in het systeem. Een charmante jonge vrouw neemt ons mee naar een spiksplinternieuwe praktijkruimte. Enigszins moeizaam staat ze ons te woord. Haar Nederlands is gebrekkig, ze is overduidelijk een importarts. Later ontdek ik dat er vier  dierenartsen tegelijkertijd werkzaam zijn. Ook Nederlandse.

Zodra ze echter de dieren in haar handen krijgt is er geen gebrekkigheid meer te bekennen. Geroutineerd wordt dier na dier onderzocht. ‘Hopla’, vakkundig prikt ze een stevige cocktail antistoffen bij mijn schatjes naar binnen. Niesziekte en kattenziekte zijn vanaf nu weer kansloos in Huize Heks. Wat een opluchting!

Intussen kwebbelt Heks over de familiaire verhoudingen in haar kattengezin. ‘Ze zijn allemaal familie van elkaar,’ Joy grijnst me toe, haar kat Siep is ook familie van al mijn beestjes!

‘Kijk, dit is Bolster,’ we beginnen met de Benjamin, ‘Hij is de kleinzoon van Snuitje en Ferguut, de zoon van Pippi en de boskat en die lap en die rooie zijn zijn tantes…..’

Na Bolster volgt Pippi. Dan Snuitje, Ferguut en de lap. Ze laten zich gemakkelijk pakken en bepotelen. Bij het onderzoek echter knorren ze zo hard dat de arts het hartje niet kan horen. We moeten erom lachen. Gekke beesten. Zien ze het soms als een leuk uitje?

Katten snorren ook in stresssituaties. Zo gek is hun gedrag dus niet. Maar grappig blijft het.

Tot slot halen we ThayThay en Aafje uit de bench. De grote boskat blijkt toch slechts 5.5 kilo te wegen. Heks wist het wel, maar het blijft vreemd, gezien zijn omvang. Deze enorme haarbal is ook al zo gezond als een vis. ‘Mijn eerste kat woog ruim negen kilo. En dan was hij echt niet dik, ik hield hem strak in het voer. Nadat ik een aantal maanden op wereldreis was geweest had hij een heel klein hoofd gekregen……’

Verbaasde blik van de dierenarts. Misschien begrijpt ze geen jota van het verhaal. Toch klets ik vrolijk verder.’Bleek de buurman hem zoveel eten te hebben gegeven als hij maar wilde: Kat Koe woog opeens ruim twaalf kilo! Een grote berg witte kat met een stippelkopje erop. Hilarisch, maar niet gezond. Hahaha….’ Ik moet nog lachen als ik eraan terug denk. Koe was toch zo’n fantastisch bakbeest. Elke nacht sliep hij boven op mijn hoofd. 18 jaar lang. Ik mis hem nog steeds.

Na een klein uur zijn alle katten gewogen, gecheckt en gevaccineerd. We kunnen weer naar huis!

Opnieuw loopt de kattenkaravaan door het tot spiksplinternieuw verbouwde tuincentrum te paraderen. ‘Ik moet nog een nepplant scoren, lieve Heks, hebben we daar tijd voor?’ We hebben helemaal geen haast, dus we kachelen richting zijdebloemen. Wat een leuk uitje! Op stap met alle katten! ‘Miauw, miauw, mrauwwwwww…..’, zingen onze reisgenoten in koor.

Twee kleine tekkeltjes komen aangestormd. De kleinste in een rolstoel. Vol verbazing observeren ze mijn monsters. Ze draaien aan alle kanten om de hete brei, volledig gefascineerd. Mijn kleine katachtigen zijn niet onder de indruk, gewend als ze zijn aan een blafbeest om zich heen. De eigenaresse van de tekkels ligt dubbel, wat een vertoning!

De zijdeplanten zijn ruk. Joy kan geen geschikt cadeautje vinden. ‘Ik heb jarenlang in de zijdebloemen gezeten. Mijn afdeling was wel tien keer zo groot als deze. Met veel meer keus!’ Postuum is Heks nog trots op haar uitgelezen afdeling namaakgroen van dertig jaar geleden. Zelfs al houdt ze zelf totaal niet van kunstbloemen en -planten. Zo lelijk!

We wurmen ons langs de kassa. Nog niet zo gemakkelijk met zoveel bagage. Alle katten worden weer in de auto geladen. Al miauwend rijden we de stad weer in. VikThor wordt opgehaald. Die heeft ruim twee uur lopen rennen en spelen. Ideaal.

Eenmaal thuis kruipen alle katten snel op een lekker warm veilig plekje. Behalve de panter. Die smeert hem direct. Eerst eventjes door de buurt paraderen met z’n mooie nieuwe vaccinaties……

Heks kruipt in haar bed.

Een paar uur lig ik bewegingsloos uit te puffen. Mijn lijf is toch zo slecht. Ik dwing mezelf tot bewegen. Projecten zoals vandaag zijn eigenlijk helemaal niet haalbaar. Lig ik weer uren te creperen van de pijn. Goddank is Joy mee geweest. Zo gezellig! En zo is het toch allemaal goed verlopen!

’s Avonds zit ik met al mijn beesten in de woonkamer. Ik voel me opgelucht. Het idee al mijn diertjes te verliezen aan zoiets ellendigs als kattenziekte is te afschuwelijk: Daar hoef ik me voorlopig geen zorgen om te maken. Mijn kattenbende is safe!

 

 

 

Kattenperikelen: Een panter in het nauw maakt rare sprongen! Gelukkig in een volstrekt LEEG museum. Je moet er niet aan denken dat de collectie van dit instituut, tenen op sterk water bijvoorbeeld, s’nachts tot leven zou komen…..

Katten! Teringlijers zijn het. Als ze ergens de pest over inhebben smeren ze em zonder met hun grote groene ogen te knipperen. Dagen- weken-, soms maandenlang laten ze je lijden doordat je hen nergens kunt vinden. En als ze dan opduiken zijn ze alles behalve dankbaar. Moet je weer op je knieën om hun affectie binnen te vissen…….

Snuitje is nog maar net een beetje bijgetrokken van haar avonturen of de panter is alweer zoek. Ik probeer mijn zwerver weer een beetje te domesticeren. Dus met enige regelmaat zorg ik dat hij binnen slaapt. Thuis wel te verstaan. In Huize Heks.

Het liefst ligt hij dan gezellig in mijn heksenbed. Maar de laatste weken bonjour ik hem eruit. Snuitje heeft het rijk alleen, want zij moet aansterken. Een grote bak voer staat permanent naast haar kleine uitgemergelde kattenkopje en gedurende de nacht peuzelt ze zo’n hele bak weg! Niet echter als de panter ons bed deelt, binnen vijf minuten maakt hij die hele bak vreten soldaat.

Dus slaapt de dolende ridder op de vensterbank in de keuken. Lekker boven de verwarming. Maar ook: Temidden van andere katten. Dat laatste vindt hij dan weer beduidend minder. Hoewel ze hem volledig met rust laten. Hij is een enorme loner. Het liefst in zijn uppie. Buiten. Of met Heks.

Waar is mijn zwarte bakbeest? Heks loopt alweer dagen te zoeken.

‘Ik heb hem woensdag nog gezien,’ beweert mijn buurvrouw, ‘Hij zat in de hal en liep met mij mee naar buiten.’ Heks heeft hem dinsdagmorgen voor het laatst gezien. Op zich niet dramatisch lang geleden, panter is wel eens vaker enige dagen op stap. In de lente. Als het lekker weer is. Als de rudimentaire restanten van zijn gecastreerde klokkenspel opspelen. De castratie heeft in zijn geval nauwelijks effect gehad. Hij is nog steeds zeer uithuizig.

Maar met dit weer, die afschuwelijke regen en kou? Zit hij soms ergens in een keldertje opgesloten? Hij ruikt soms wat schimmelig als hij een nachtje is weggebleven. Wie weet waar hij schuilt?

Zoals altijd als Ferguut in de problemen raakt voel ik het op mijn klompen. Vanaf het eerste moment. Alsof hij een noodoproep doet! Zodoende loop ik al dagen door de buurt te struinen en te roepen. Ik blèr langdurig onder het raam van de vrouw die zich hem afgelopen zomer had toegeëigend. Ik gil door het hofje waar haar bejaarde moedertje woont. Verschrikte hoofden voor ramen, maar geen zwart monster…..

Zondagmorgen loop ik door de buurt met VikThor. Het eerste piesrondje. Ik wil graag naar de kerk, dus ik ben wat gehaast. ‘Ferguut’ roep ik door de steeg om de hoek. Belachelijk denk ik nog bij mezelf. Waar zou het beestje zich hier moeten verbergen? Achter een vuurdoorn? In die afvalbak? Zinloos gezoek. Hopeloos geroep.

©Toverheks.com

Plotseling hoor ik een tijger grauwen, een leeuw brullen, een panter miauwen. Geen twijfel mogelijk. Dit verbale geweld is afkomstig van mijn schatje, ik weet het zeker. Maar waar zit hij in godsnaam. Onrustig spurt ik door de steeg. VikThor verwoed snuffelend naast me. Die heeft zijn neus helemaal ontdekt!

Waar zit Ferguut? Ik kan hem nergens vinden…..

Na een paar sprintjes ontdek ik zijn verstopplek. Hij zit in het museum! Stevig opgesloten achter een dikke tijdelijke deur: Het museum wordt al sinds jaar en dag verbouwd. Afgelopen week waren ze weer bezig een gat in de muur te slaan om allerlei buizen door naar binnen te duwen. Vervolgens werd het gat vol water gepompt. Of de buizen. Een grote kraan tilde troep over het dak naar de binnenplaats……

Kortom: Levensgrote gevaren voor ondernemende katten, want een kat in het nauw maakt vreemde sprongen. Sinds woensdag schreeuw ik al in die ellendige bouwput hier in de steeg. Ik ben afgelopen zomer door het gebouw gedwaald, zonder toestemming overigens, volledig op eigen risico, op zoek naar Snuitje: Alle vloeren liggen open, muren worden verplaatst of gesloopt, overal elektriciteitsdraden……

In mijn kop spelen zich de meest vreselijke taferelen af: Mijn kat ingemetseld in een eeuwenoude muur of opgesloten in het riool. Of geëlektrocuteerd door een loshangende draadje……… Geen medewerker van het museum die er wakker van ligt.

‘Wij hebben dag en nacht bewaking, als uw kat hier zit hadden wij hem allang gezien,’ zeiden ze afgelopen zomer toen ik Snuitje liep te zoeken, ‘Hier zit ze echt niet….’

Mooi zo. Ze hebben bewaking. Ook in het weekend. Heks belt het noodnummer, dat op de deur staat. Ook zoekt ze online naar het betreffende bedrijf. Die nemen de telefoon niet op en het noodnummer blijkt van iemand te zijn die nog nooit in het museum is geweest. Hij kent wel iemand die er werkt, een opzichter of iets dergelijks, dus die belt hij op. ‘Zoek het maar uit,’ adviseert die, ‘Morgen ben je de eerste.’

Ook de politie en dierenambulance hebben weinig interesse in een opgesloten kat. Mijn buurvrouw is ook aan het bellen geslagen, groot dierenvriend als ze is. ‘Ze komen niet hoor, Heks,’ verontwaardigd kijkt ze me aan. Heks heeft intussen het gebouw aan een grondig onderzoek onderworpen.

©Toverheks.com

Plotseling klinkt er een akelig geschater door de steeg. De zon verduistert. De hemel wordt zwart als de nacht……

Een fladderende gedaante vliegt door de lucht op een bezemsteel. Na een ijzingwekkende looping rondom de kerktoren ploft er een hoop vodden op de stoep. Een grote neus prikt onder een enorme zwarte heksenhoed vandaan. We staan we aan de grond genageld. Verstijfd van schrik……

‘Wat staan jullie nu stom te kijken? Nog nooit een echte toverheks gezien? Ik weet dat ik moeders mooiste niet ben, maar ach. In de nacht zijn alle katjes grauw, dus waar hebben we het over?’

Met een stevige tik breekt een klein ruitje in de ruimte naast de voordeur in duizend stukjes. Wie heeft daar nu een klap met een koevoet tegenaan gegeven? Welke engel staat daar met een bakje voer te zwaaien totdat er een roofridder tussen de scherven door naar buiten sluipt? Geen idee. Het is een groot wonder en bepaald niet voor de kat zijn kont gedaan!

Zit je nu als een kat om de hete brij te draaien? Maak dat toch de kat wijs, Heks!

De flodderige figuur veegt het glas weg met haar bezem en roetsjjjj….. ze is er alweer vandoor! Met een grote zwarte kater achterop haar vervoersmiddel. Krijsend verdwijnt ze aan de einder!

Zo is de panter veilig thuis. Je moet het breekijzer smeden als het heet is, dat is wel duidelijk.

Als bedankje poept hij in mijn bed. De teringlijer. Een dikke drol wacht me op als ik terug kom van een wandeling met mijn hondje en Fiederelsje. De lucht slaat me al tegemoet in het portaal.

Een dag later is het ruitje alweer gerepareerd, alsof er nooit een kat in dit vreemde pakhuis heeft gezeten…… Hopelijk houdt het raampje nu een tijdje en is het geen kat in de zak. En hopelijk komt niemand verhaal halen , want daar komt de zwarte kat in….. 

Night at the MuseumNight at the Museum