‘Hoe gaat het met je Heks? Je hebt al zo lang niks geschreven! Je hebt toch geen Covid opgelopen?’ schrijft mijn heksenvriendinnetje Maan. Nee, geen Covid. Wel ben ik slachtoffer geworden van zinloos geweld. Bont en blauw lik ik mijn wonden. De dader en zijn handlangers lezen helaas dit blog. Mijn handel en wandel, alsmede wat ik denk of vind, staat onder strenge controle. Uit angst houd ik verder dus maar mijn mond.

Odin
©Toverheks.com Odin

Het leven van Heks staat nogal op zijn kop de laatste maanden. En niet in de goede zins des woords. Er is sprake van totale aftakeling van alles wat mooi en goed was. Ontmanteling van de rudimenten, die na jaren ME en Fibromyalgie en dik anderhalf jaar Covid nog overeind stonden.

Odin
©Toverheks.com Odin

Eerst gaat mijn koor er aan. Covid geeft hier de doodsklap. Onbevangen gaat Heks een paar maanden geleden naar een Algemene Ledenvergadering. Op de agenda staat ons beleid rondom Covid. ‘Ach, dat zal zo afgehandeld zijn,’ denk ik nog naïef, ‘Zo’n koor vol oude kwetsbare mensen gaat natuurlijk geen enkel risico nemen…. Daar zijn we zo uit.’

Odin
©Toverheks.com Odin

Niets is minder waar, helaas. De vergadering is nog maar nauwelijks begonnen of er staan al diverse mensen in gevechtshouding op de barricades. De discussie is fel en weinig verheffend. Onze dirigent blijkt daarnaast een anti vaxxer te zijn. Ook is de man niet bereid om zich op Covid te laten testen.

‘Hij houdt totaal geen afstand,’ beweert een sopraan verontwaardigd. Dat laatste kan ik bevestigen. Ik heb hem bij de repetitie voorafgaand aan deze vergadering op zeer geringe afstand van mijn bescheiden persoontje gespot.

Odin
©Toverheks.com Odin

Als het Corona Testbewijs ter sprake komt breekt de pleuris uit. ‘We worden gediscrimineerd en buitengesloten,’ schreeuwen een aantal ongevaccineerde koorgenoten verontwaardigd.

Heks staat al pakweg anderhalf jaar aan de zijlijn. Ik was net zover, dat ik weer durfde te komen. Nadat ik tot 3 keer toe ben gevaccineerd. Op een moment dat de besmettingscijfers eventjes laag waren.

Odin
©Toverheks.com Odin

Als ik het parkeerterrein af rijd realiseer ik me, dat ik mijn lidmaatschap moet beëindigen. Dit soort discussies trek ik niet. Ik kies voor geluk, niet voor gelijk. Daarnaast is een omgeving, waarin mensen niet optimaal voorzichtig zijn, niet goed voor mij. Vooral niet als die mensen ook nog eens keihard staan te zingen…. Tot slot wil ik niet langer mede het salaris betalen van iemand, die te beroerd is om een wattenstaafje in zijn neus te stoppen.

Odin
©Toverheks.com Odin voelt zich al helemaal thuis…..

Kort daarop ben ik jarig. Ik krijg geen enkel cadeautje. Pas na een paar weken komt er dan toch nog een heel heel heel mooi presentje van Kras. En van de Blonde. En van mijn vriendinnetje Belle. ‘Ik krijg eigenlijk zelden cadeautjes,’ mopper ik tegen mijn therapeute, ‘Dat is mijn hele leven al zo. Terwijl ikzelf altijd leuke attenties loop rond te strooien……’

‘Hou daar dan gewoon mee op,’ adviseert ze me, ‘Ik kan je dat echt aanbevelen…’ Ze spreekt uit ervaring. Het stoppen met Sinterklaas spelen heeft haar echt goed gedaan. Heks knoopt dit advies goed in haar oren…..

Odin
©Toverheks.com Odin

Dan word ik dus in elkaar geramd. Door een naar anabolen riekende kleerkast. Ribben veranderen van positie. De blauwe plekken zijn ontelbaar. Ik verander in een schim van mezelf.

Odin
©Toverheks.com Odin

Een paar weken eerder vindt de Zwarte Panter het weer een goed idee om een maand van de radar te verdwijnen. Ik zoek me suf met mijn brakke lijf. Waar zit die gek? Steelt hij weer de show in de Schouwburg? Doet hij weer grondig onderzoek in het Boerhaave museum? Of logeert hij bij de buren, die een paar maanden op vakantie zijn?

Ik roep door brievenbussen, hang posters op. Ik meld mijn monster aan bij diverse organisaties. Hele nachten dwaal ik door de stad op zoek naar mijn uithuizige kat. Tot ik word gebeld door een dierenarts in Oegstgeest. Mijn monster is komen aanlopen bij een fietsenmaker aldaar. Middels zijn chip zijn ze aan mijn telefoonnummer gekomen.

©Toverheks.com Odin en Freya

Als ik hem ophaal kijkt hij me onverschillig aan. ‘Oh, jij weer. Is dat nieuwe monster al weg?’ mokt hij narrig. Pas na een hele dag knuffelen, tartaartjes en andere verwennerijen is hij weer mijn oude vertrouwde lieveling……

Dan neem ik afscheid van mijn moedertje. Bepaald geen sinecure als er tegelijkertijd iemand tegen je staat te schreeuwen. Ik mag vervolgens niet op de begrafenis komen. Ik durf ook niet meer. Maar het breekt wel mijn hart.

Odin
©Toverheks.com Odin

Ik heb me intussen opgegeven bij een ander koor. Door de schade aan mijn ribbenkast is het echter onmogelijk om te zingen. Ik moet mijn lidmaatschap dus per direct weer beëindigen. Misschien moet ik zingen in koorverband voorlopig maar helemaal uit mijn hoofd zetten. Met al die virale dreiging.

Zo dus.

Elke dag brand ik wierook, heilig hout en kaarsen op mijn altaar met zwanenveertjes en muntgeld. ‘Een goede reis, moedertje, ga maar naar het licht. Naar de overkant….’

Daarnaast zet ik mijn huis vol reinigende rook om de haat en het kwaad te verdrijven. Hul me in kristalijn licht, dat alle duisternis die me belaagt, verjaagt. Het is hard werken. Elke dag opnieuw.

Odin
©Toverheks.com Odin

Gaat er nog iets wel goed, Heks?

Ja!

Ik heb een nieuwe huisgenoot. Hij heet Odin. Een kleine witte knuffelige schat. ’s Nachts bijt hij in mijn neus en oren. Hij slaapt het allerliefst bovenop mijn hoofd, dit kleine wondertje. Hij zet mijn hart weer wagenwijd open.

Odin
©Toverheks.com Odin

Thay verwoordt het als geen ander. Dat wat ik voel nu. Wat er gaande is in mijn kleine luizige heksenbestaantje.

My joy is like spring so warm
It makes flowers bloom all over the Earth
My pain is like a river of tears
So vast it fills the four oceans

Please call me by my true names
So I can hear all my cries and laughters at ones
So I can hear that my joy and pain are one

Please call me by my true names
So that I can wake up
And the door of my heart could be left open

Odin
©Toverheks.com Odin
Odin
©Toverheks.com Odin met de hondjes

Ups en downs in Huize Heks. Een lampenkap hoort om je nek. Maar niet op half zeven. Iets te lang weg gebleven: Op koor was weer van alles te beleven. En ook daarbuiten begint deze Toverkol op te leven. Maar nog steeds geen vent voor Steenvrouw en Heks. Dat is dan weer jammer. En het blijft iets geks.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dinsdagavond ga ik weer naar het koor. ‘Oh, ben je daar weer, je bent weken niet geweest,’ confronteert Anna me direct met de feiten, ‘Was je ziek?’ Ik hoorde vorige week al van een paar zangmaatjes, dat ze hevig had zitten mopperen over mijn afwezigheid. Ha! Heks wordt gemist!

‘Het komt door mijn hondje. Hij is in de lappenmand,’ Heks zit intussen op haar tablet tekeningetjes te maken van mijn monster. Anna kijkt geïnteresseerd toe. ‘Goh, wat is hij veranderd, groot geworden ook,’ zegt ze verbaasd.

Ze heeft in eerste instantie niet in de gaten, dat dit geen foto’s zijn. Tekenen op een tablet? Al die moderne techniek is gewoon niet aan mijn maatje besteed……

Heks en Anna, de lamme leidt de blinde. Voorovergebogen, bijna dubbelgevouwen, schuifelt ze aan mijn arm richting stamtafel. Even later voegen de andere stamgasten zich bij ons. ‘Kan ik er nog bij?’ vraagt de pianist. ‘Ja,’ schreeuwen we in koor. We zijn dol op die man. Hij wordt massaal beflirt door de diverse dames.

Vandaag hebben ze het over de opvallende aspecten van zijn figuur. ‘Jullie houden me goed in de gaten!’ verweert hij zich lachend, ‘Ik dacht dat alleen mannen naar billen keken!’ Hilariteit alom onder hikkende sopranen. En een incidentele schuddebuikende alt.

Wat heerlijk om weer aanwezig te zijn. We zijn lekker de Matthäus Passion aan het instuderen. Vandaag is O Mensch, bewein dein Sünde gross’aan de beurt. Onder andere. Door de jaren heen is dit een echte favoriet van Heks geworden.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Er zitten prachtige lyrische fragmenten in voor ons alten. Mijn stem is goed bij stem vandaag. Ik laat me heerlijk mee voeren de hoogte in. Dat fantastische gedeelte, waar we boven de sopranen uit zingen….. ‘dass er für uns geopfert würd….’ doet de tranen in mijn ogen prikken.

Als ik thuis kom tref ik mijn hondje over de zeik aan. Zijn lampenkap hangt losjes om zijn kop. De bovenkant is losgeschoten. Heks schrikt zich een ongeluk. Net nu het ietsjes beter lijkt te gaan, gaat er weer iets faliekant mis!

Snel haal ik hem uit zijn bench. Op de yogamatjes in de woonkamer inspecteer ik zijn wond. Die ziet er verdacht schoon uit. Het nietje is in geen velden of wegen te bekennen. Zou hij er aan gelikt hebben? Kan hij er überhaupt met die kap op half zeven bij komen? Is zijn lies (door een schurende kap) nu verdacht rood of was dat al zo?

Vlak voor ik hem in zijn hokje stopte heb ik de wond nog grondig gereinigd. Ook heb ik zijn buik en andere aangrenzende lichaamsdelen gewassen en ontsmet. Ook heb ik een hele zwik honingzalf in het gapende gat gepropt. Zat dat nietje er toen nog in? Ik weet het niet meer.

Zo ga ik dan slapen met een hoofd vol vragen. Zorgen zoemen hun antwoorden om me heen. Ik bid tot Het Grote Bijenvolk om bescherming. ‘Laat jullie honingzalf zijn werk doen,’ smeekt een wanhopig heksje.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een klasgenoot vertelde me afgelopen weekend over het succes van dit goedje bij haar kat, toen die gewond was. ‘Het geeft niks als ze er een keertje aan likken. Dat spul werkt zo goed. Het elimineert alle bacteriën…..’ Haar woorden troosten me nu. Mocht hij er aan gelikt hebben, dan is daar gelukkig die zalf…..

Woensdagmiddag rijd ik weer naar Rijswijk. Voor de zoveelste keer. Ik ben toch zo benieuwd wat de dierenarts van de wond gaat vinden. Het gat lijkt echt kleiner te worden. Of verbeeld ik het me? Zie ik dingen, die ik graag wil zien?

‘Gezien de omstandigheden gaat het heel goed!’ de dokter inspecteert de wond zorgvuldig, ‘Er zit mooi granulaatweefsel in. Het is rood, ik noem dit de tweede fase van de wond. In de derde zit hij dicht.’

Heks was in haar hoofd al in de derde fase van wondgenezing aanbeland. Ik heb erover zitten lezen op internet. Het kan me niet snel genoeg gaan.

‘Het kan nu best heel snel gaan. Maar we blijven die antibiotica voorlopig door geven. Er is een gerede kans, dat er wat bacteriën achterblijven op het implantaat.’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Over drie weken maken we een foto. Dan kunnen we zien of de ruimte rondom de Titanium kooi vol gegroeid is met bot. In dat geval kunnen de schroeven en moeren er weer uit worden gehaald. Spannend!’

‘Maar eerst die wond dicht. Het gaat de goede kant op, maar we zijn er nog niet. Ik vind 3 weken te lang duren voor een volgende controle…..’ de orthopeed aarzelt. Hij wil me niet nog meer op kosten jagen, vermoed ik.

Het is een geweldig aardige man. Ik ben blijkbaar definitief aan hem toegewezen, nadat zijn collega me onrechtmatig de oren heeft gewassen over vermeend onzorgvuldig handelen. En ik daarover heb geklaagd…..

‘Ik kom volgende week woensdag weer,’ hakt Heks de knoop door. Met een beetje geluk is dat gat dan dicht gegroeid, ‘Ik neem nog maar een flinke tube honingzalf mee…..’

Onderweg naar huis ga ik mijn monster nog even lekker uitlaten. Hij mag intussen een paar keer per dag 10 minuutjes wandelen en laten we dat dan op een leuke plek doen. Schoon droog gras vol interessante luchtjes bijvoorbeeld. Als een grote stofzuiger rent hij naast me aan de riem. Zijn kop op de grond. Diep inhalerend.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Als ik hem thuis de trap weer op sjouw ben ik aardig gaar. Ik rammel ook van de honger. Ik ben zo druk in de weer tegenwoordig, dat eten en drinken er bij in schiet als ik niet uitkijk. ‘Je vochtbalans is niet in orde, let daar op. Heks,’ sommeert mijn acupuncturist me een paar dagen geleden. Ik moet nodig lunchen. Met een lekker soepje!

Maar eerst natuurlijk mijn hondje verzorgen. Net als ik zijn pootje probeer in te smeren gaat de bel. VikThor is niet houden als hij Steenvrouw binnen ziet komen. ‘Zal ik je hondje even de trap af dragen?’

Oh, wat lief! Dat is nu helaas niet nodig. Vik moet nodig zijn hokje in. Met een flinke klodder honingzalf in zijn klep.

Even later zitten we aan de koffie. Heks eet een paar boterhammen en een soepje. We klessebessen er lustig op los. ‘Hoe is het nu met je aanbidders?’ We zijn allebei lid van dezelfde datingsite. Heks kijkt er zelden meer op, maar mijn vriendin heeft de moed nog niet opgegeven.

Een vreselijk verhaal volgt. Want op zulke sites kun je alles verwachten. Het gros van de bezoekers spoort voor geen meter. Het is zoeken naar een naald in een hooiberg wat we doen. ‘Ik kwam een keer een lievelingsneef van me tegen. Hij had me een heel leuk bericht gestuurd. “Je hebt me toch wel herkend” schreef ik hem terug. Hij beweerde van wel, hihihi.’

‘Die neef is eigenlijk perfect voor jou, dat ik daar nooit aan gedacht heb,’ vervolg ik enthousiast, ‘Een kunstenaar net als jij, hij maakt prachtige dingen. Hij ziet er heel leuk uit, een knappe vent. En hij is ook nog eens hartstikke lief! Zullen we een keertje naar een expositie van hem gaan?’

Als Steenvrouw even later haar hielen licht kruip ik in mijn bed. Het is pas een uur of 3 in de middag, maar alle vermoeidheid van de afgelopen weken lijkt er uit te komen nu. Nu het ergste gevaar geweken is.

Ik val in een comateuze slaap. Pas rond 9 uur ’s avonds kom ik weer bij mijn positieven. Ik kook een maaltje voor mezelf. Ik verzorg de beestjes. Ik wandel een lekkere ronde met Vik. Ik voer Snuitje haar tartaartje….

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Als alle klusje gedaan zijn kruip ik weer in mijn mandje. Ik kijk nog een beetje TV, maar val al snel weer in slaap. Pas om een uur of tien word ik de dag er op weer wakker. Ik ga er uit, omdat het moet. De beestjes moeten worden verzorgd. Anders lag ik er nu nog in bed te dweilen.

Vandaag ga ik ook niet veel uitvoeren. Even naar de fysio. Ik probeer mijn nek te behoeden voor verdere ellende. Afgelopen week begonnen de spieren en pezen van dit gebied ontstekingsverschijnselen te vertonen en een cortisonenprik zit er voorlopig niet in. Die heb ik met kerst nog gehad. Dat kan ik voorlopig wel schudden.

Moe dus, maar in een goed humeur. Hoopvol gestemd, ondanks alle perikelen. VikThor is jong en gezond. Die gaat wel bot rond het implantaat produceren. Daar heb ik alle vertrouwen in.

En alle locale Dettolisering, honingzalf en antibiotica ten spijt is het toch weer opvallend, dat de chute kwam op het moment, dat mijn heksenzusters mijn hondje onder hun hoede namen middels prevelementen en schietgebedjes. Dank daarvoor, lieve zusters. Ik denk dat mijn ventje het gaat redden. Dat zijn pootje het gaat redden!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

Teken van leven: Toverheks! Waer bestu bleven? Mi lanct na di gheselle mijn! Jaja, dat zal vast wel zo zijn. Een virus heeft me klein gekregen! ’T laatste restje energie uit me gezeverd. Ons koorweekend was echter echt fijn!

Dinsdag herrijst Heks uit haar as en gaat naar het koor. Het lukt me net om twee uurtjes op een stoel te zitten en mee te krassen met de repetitie. Maar daar is ook alles mee gezegd.

Als ik om me heen kijk zie ik wel erg veel lege plekken. Waar is iedereen? Massaal met voorjaarsvakantie? Wat een kaalslag! Maar nee. In de pauze spreekt onze voorzitter ons toe over dit opvallende fenomeen: Een virale nasleep van een geweldig koorweekend!

‘Zeker zeventien mensen zijn behoorlijk ziek geworden na het weekendje weg. Drie van hen hebben er zelfs een longontsteking aan over gehouden…… We hebben contact gehad met de GGD bestrijding infectieziekten…… Een heel naar virus met lange nasleep is hun conclusie. Als jullie meer willen weten, er is een mailtje gestuurd met een telefoonnummer……’

Heks zit met tutende oren te luisteren. Ze ploppen open en dicht. Hoor ik dit nu allemaal goed? Ook ik ben doodziek thuis gekomen van het reisje naar Trier. Eenmaal thuis ben ik in bed gerold om er dagenlang niet meer uit te komen. In geen jaren heb ik me zo ongelofelijk ellendig gevoeld van een griep.

Ik zeg al mijn afspraken voor de komende week af. Nog niet zo eenvoudig als je helemaal geen verstaanbaar geluid meer produceert. Mijn hulp neemt VikThor in huis. Heks verdwijnt in snotland. Kotsmisselijk met een stampend hoofd en nauwelijks lucht in mijn longen zweef ik dagenlang ijlend in het niets……

Een vangnet heb ik niet. Nog steeds niet. Ik mag al blij zijn met mijn geweldige hulp.

In de vriezer vind ik uiteindelijk een bak tomatensoep. Die lepel ik gedurende enige dagen in etappes leeg. Verder heb ik niks in huis. Geen sapjes. Geen dropjes. Ik overleef op de tomatensoep met kamillethee en crackers. Het interesseert me weinig. Bewegingsloos wachten tot het beter gaat is het devies.

Geen mens heeft in de gaten hoe klote ik me voel. What’s new? Hoe vaak lig ik niet zo te stumperen? Het hele afgelopen najaar heb ik in bed doorgebracht, zonder dat het een medemens op viel. En ook nu ben ik al weer drie weken grotendeels onder water verdwenen. Frustrerend, want gekmakend.

Ik ben dan ook blij, dat ik het gered heb naar het koor. De dagen er op ben ik weer terug bij af. Ik kan me werkelijk niets permitteren qua energie.

Mijn voorafgaand aan het koorweekend zorgvuldig opgebouwde voorraadje was direct op toen we om 7 uur ’s morgens vertrokken. Veel te vroeg voor Heks! Ik ben dan nog hondsberoerd van mijn dagdagelijkse kater. Bovendien had ik natuurlijk veel te kort geslapen door de vakantiestress.

De rest van het weekend heb ik ingeteerd op toekomstige energie. Hetgeen betekent, dat ik voorlopig, een maand of wat, geen millimeter over zal hebben. En dan nog de virussen. Heks had namelijk nog een tweede virus opgepikt in datzelfde weekend, een maagdarmparg. Anderen heb ik er niet over gehoord, behalve mijn maatje Anna.

Twee voor de prijs van 1! Spekkoper! Bofkont!

Het was een geweldig leuk weekend. Maar oh, oh, wat betaal ik een prijs. Vier dagen pret, een paar weken ziek in bed……. En dan maanden herstellen. Je moet er wat voor over hebben! Als ME patiënt……

Ik verdenk overigens de airco van de zeer luxe dubbeldekker ervan verantwoordelijk te zijn voor de efficiënte distributie van de diverse virussen. Heks haat airco’s.

Lac Caninum gooit roet in mijn pikorde-soep. Die soep wordt zeer heet gegeten, hoewel nooit opgediend. Chagrijnig Heksje wil het niet weten. Ik kan beter weer eens daten. En de rest gewoon vergeten!

‘Lac Caninum, dat ga ik je geven,’ mijn homeopate heeft weer een goed idee. Hondenmoedermelk. Toe maar. Het is eind september en Heks heeft al zoveel griep voor haar kiezen gehad dit najaar: Genoeg voor een lange koude winter.

Het heeft het slijmerige vernislaagje weerstand van mijn immuunsysteem geveegd. Uitgeteld begin ik met opkrabbelen. Geen mens, die het in de gaten heeft. Ik sla het koor een paar keer over, ga helemaal niet meer naar meditatie of kerk. Geen beginnen aan met dit lijf.

Ik voel me alleen. Op mezelf terug geworpen. Ik zie geen hond. Wekenlang niet. Ik ben een vergeten groente. Niemand weet, niemand weet, dat ik raapsteeltjes eet. Dat ik een eenzame bezemsteel ben. Nee, niemand weet hoe weinig dit bezemsteeltje nog eet. En hoe slecht ze slaapt. En hoeveel tijd ze in haar eentje stuk slaat. In een uitermate pijnlijk lam lijf..

‘Hondenmoedermelk is een middel voor mensen, die zich verschopt en verstoten voelen. Stumpers onder aan de pikorde. Diegenen, waar iedereen vrolijk tegenaan pist. Of overheen kotst. Waar niemand om geeft. De laagst geplaatsten in rang. Waar je geen rekening mee hoeft te houden. Het absolute afvalputje.’

Natuurlijk laat ik me niet kisten. Ik krabbel op. Slik allerlei middelen, laat me prikken en porren. Zonder morren. Laat me beledigen door behandelaars en artsen. Of betuttelen. Geef mezelf een keiharde schop onder mijn kont. Elke dag opnieuw.

Ja, ik voel me verschopt en verstoten. Onbelangrijk. Eenzaam en verlaten.

Laat ik eens een feestje geven.

Mijn verjaardagsfeestje is gezellig, maar het gevoel beklijft niet. Een grote vermoeidheid trekt me vervolgens naar beneden. En ik blijf me maar ellendig voelen en alleen. Ik heb ook gewoon veel te weinig mensen om me heen. Mijn bovenmatige inspanningen voor het piepkleine feestje hebben de laatste restjes energie in mijn systeem opgesoupeerd.

Ook lukt het me niet meer om om allerlei dingen heen te kijken. Vroeger praatte ik alles goed. Ik had je de klap al vergeven voor je em had uitgedeeld. Bij wijze van spreken. Maar nu gaat dat niet meer. Misschien maak ik ergens nog eventjes een mooi verhaal van, maar een dag later gooi ik genadeloos mijn ware gevoelens op tafel. Weliswaar als ik alleen ben. Op mijn eigen eenzame tafeltje.

Ik zie dingen voor wat ze zijn en dat op zich is natuurlijk goed. Maar verre van leuk. Wat moet je er mee? Mensen, die aan je denken maar er nooit zijn? Mensen, die je na jaren radiostilte een felicitatiebericht sturen met een tekst alsof ze je een draai om je oren proberen te verkopen.

Heks heeft last van allerlei ongewenste gevoelens. Ik word er niet goed van. In plaats van blij met een dooie mus ben ik boos. Op die mus. Die er ook niks aan kan doen, dat iemand me blij met hem wil maken…….

Rondom mijn verjaardag ervaar ik een hoog dooie mussengehalte. Ik kan het niet helpen. Dit jaar is het alsof de duvel ermee speelt. De ene afknapper na de andere.

Normale mensen hebben natuurlijk familieleden, die onvoorwaardelijk van hen houden en een beetje voor hen zorgen indien nodig. Of een partner, kinderen. Heks heeft dat allemaal niet.

Mensen willen overigens wel altijd graag dat ik voor hen zorg en naar hen luister. Maar andersom moet ik die kwaliteiten regelmatig met een kaarsje zoeken. Ook bij mensen, die ze wel degelijk bezitten.

Die denken misschien, dat die Heks geen zorg behoeft. Die toverkol redt zich wel. Kijk maar, daar loopt ze te wandelen met haar hondje. Ze ziet er ongelofelijk leuk uit. Bekroond met een fruitig lippenstiftje.

Ze willen wellicht liever dat ik er voor hen ben.

Of ze hebben niet zo’n boodschap aan mijn ellende. Geen zin in die ziekte. Geen trek in mijn gebrek. Zo’n vage kwaal, die nooit over gaat. Waar je niet dood aan gaat. Een levend lijk! Niet bepaald aantrekkelijk.

Heks moet vooral positief zijn en ravissante feestjes geven. De kwast er over. Eruit zien als een filmster. Leuke persoonlijke cadeautjes geven. Aandacht geven. Liefde geven. Niets vragen. Hooguit een broodje met tevredenheid. Dan en slechts dan wil men met mij vertoeven…….

Goddank heb ik een paar goeie vrienden, die van me houden zoals ik ben. Lieve schatten, die om me geven. Rekening met me houden. Iets voor me over hebben. Vrienden, die de moeite nemen om bij mijn feestje aanwezig te zijn. Schatten, die een leuk cadeautje voor me meenemen. Om me een plezier te doen.

Ik weet het, dit is een groot goed. Er zijn mensen, die helemaal geen vrienden hebben. Ik ben wel eens met zo’n medemens bevriend geweest. Totdat die persoon me ging uittesten en pesten! Een lot dat al haar potentiële vrienden trof. Ik ben uiteindelijk dan ook afgehaakt……

Ik ben zo moe. Het lukt me niet meer om overal een mooi verhaal van te maken. Ik begrijp heel veel dingen al niet. Laat staan, dat ik er een positieve slinger aan kan geven.

Rond mijn verjaardag worden geven en nemen in mijn leven opeens heel helder belicht. Zoals iedere jaar ontvouwt zich hetzelfde scenario, maar mijn blik is niet meer vertroebeld. Haarscherp zie ik alles voor wat het is. Voel teleurstelling tot op het bot. Over nare felicitaties. Of het helemaal laten afweten. Of …. of……

Dat is het gevoel, dat ik over heb gehouden aan mijn  verjaardag…..Stom genoeg. Ik weet dat het ondankbaar klinkt. Na al die jaren blijdschap met dooie mussen verwacht geen mens dit van mij. Je kunt me gewoonlijk recht in de bek schijten en nog zeg ik dank je wel……

Bovendien vergeet ik zelf werkelijk ieders verjaardag. Als ik niet wordt uitgenodigd voor een feestje of op zijn minst op de aankomende verjaring wordt geattendeerd kun je het bij Heks echt vergeten: Je hoort helemaal niks van me. Al ben je mijn zuster,  lievelingstante of beste vriendin……

Er is een hele grote omwenteling gaande diep in mij. Alle interne actie- en reactiecircuits staan onder druk. Er is geen pijl op te trekken hoe ik nu weer ga reageren. Maar: Nooit zal het meer hetzelfde zijn. Vanaf nu.

Gisteren zit ik bij mijn homeopate. Ik vertel haar over de diverse afschuwelijke sociale interacties waar ik aan ben blootgesteld de afgelopen tijd. Ik lees haar rare appjes voor en een enkele vreemde mail. ‘Ben ik nu gek, dit is toch een klap in je gezicht, zo’n felicitatie?’ ‘Wat staat hier nu eigenlijk? Niets toch?’

Ik vertel haar over mijn onvermogen om te reageren als mensen me teleurstellen…… Over mijn schaamte. De ‘Ik ben gewoon geen knip voor de neus waard’gevoelens. Overgehouden aan de tijd, dat ik de persoonlijke boksbal alsmede pispaal was van een enorm agressieve narcist. Overgehouden aan een hopeloze positie binnen een zeer disfunctioneel gezin. Het laagste van het laagste. De laaggeplaatste helhond.

Volgens mijn behandelaar ben ik op de goede weg. Het is gewoon heel ellendig als je in zo’n periode van verandering zit. Het oude valt weg en er is nog niets nieuws voor in de plaats gekomen. Als er al ooit iets nieuws komt natuurlijk. Dat valt nog maar te bezien.

‘Het feit, dat je je bewust wordt van al die gevoelens is een enorme stap vooruit. Ik vind het zo erg voor je Heks, dat je je zo moet voelen nu. Het gaat voorbij, maar leuk is anders….’

img_0248

Ysbrandt, ik mis je nog steeds………

Eenzaamheid grijpt me bij de kladden. Vouwt zich in een wurggreep om mijn kwetsbare keel. Opent visioenen van vallen en onderkoelen. Ten onder gaan zonder vangnet. Een cel buiten een lichaam kan niet overleven. Een outcast. Een verstotene.

©Toverheks.com,

©Toverheks.com,

Heks is eenzaam. Hele dagen en vooral nachten sla ik in mijn uppie stuk. Met een lam pijnlijk lijf. Na de euforie van een kleine maand in Plumvillage ben ik weer helemaal terug bij af. Helemaal?

Het lijkt er op. Maar het is niet zo. Ik ben intussen lid van de Blauwe Knoop en ik ben opnieuw toegetreden tot de Leidse Sangha. Helaas merk ik totaal geen verschil met mijn leventje voor deze heugelijke feiten.

Nog steeds sta ik ’s morgens op met een zware kater. En de Sangha is met enige regelmaat geen haalbare kaart. Ben ik de hele dag bezig om genoeg energie over te houden om er heen te gaan en lig ik evenzogoed helemaal om voordat ik de deur uit ben.

Of ik ga wel, maar kan het nauwelijks volhouden om op de grond te zitten. Of op een stoel.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Het koor is ook weer begonnen. Die avonden bijwonen lukt me iets beter, omdat we halverwege een pauze hebben. Tevens leidt het samen zingen enorm af van mijn pijnlichaam. Door het zingen gaat mijn cortisolniveau omhoog, waardoor ik me veel beter ga voelen. Ik ga er doorgaans vloekend naar toe, maar op de terugweg zit ik altijd luidkeels te zingen!

Zing een lied
Laat de buren maar lullen, jouw opera in de douche is absoluut de moeite waard. Een studie, gepubliceerd in het Journal of Behavioral Medicine laat zien dat door hardop zingen je cortisolniveau (cortisol is een hormoon dat stress veroorzaakt) daalt en dat de productie van oxytocin omhoog gaat, dat er voor zorgt dat je relaxt.

Op het koor ben ik eventjes niet ziek. Althans, ik ben er niet mee bezig. Ik vermijd dan wel het inzingen met alle gymnastiekoefeningen. Tevens zit ik de gehele avond op mijn stoel vastgeplakt, waar anderen zich uitputten in opstaan en weer gaan zitten……

Donderdagavond wil ik naar de Sangha. Ik red het maar net om ook daadwerkelijk te gaan. VikThor krijgt een miezerige uitlaatronde. De arme schat. Even voor achten schuif ik het kapelletje van Verbum Dei binnen. Ik giet een kop thee naar binnen, wissel drie woorden met de anderen. Dan klinkt de bel. We gaan beginnen.

Tijdens het mediteren zwabberen mijn gedachten alle kanten op. Sombere zware gedachten. Over hoe alleen ik me voel. Hoe ik de pest heb gekregen aan bepaalde dierbaren. Ja, ik weet het: Het klinkt tegenstrijdig.

En dat is het ook. Het lukt me niet meer om liefde te genereren tot in het oneindige, terwijl ik tegelijkertijd in de bek gescheten word door dezelfde mensen, die ik tracht lief te hebben. Waarom doe ik zoveel moeite? En slaat het ergens op? Denken aan degenen die me kwellen genereert op dit moment alleen maar woede.

©Toverheks.com,

©Toverheks.com,

En wanhoop.

Ik zie mezelf van een flat springen met mijn hoofd naar beneden. Of voor een trein. Dingen, die ik nooit ga doen. Maar mijn voorstellingsvermogen trekt zich daar niets van aan.  ‘In de sneeuw zitten en langzaam onderkoeld raken,’ tipt mijn kikkergeest me opeens. Dat klinkt best aantrekkelijk voor dit Elfstedenlid. Beter nog dan naar Engeland zwemmen.

Het zorgt voor een zachte dood. Je dooft als het ware uit. En je schijnt prachtige visioenen te krijgen op de valreep.

Ons klimaat is daar echter niet naar. Dus ik zal het moeten volhouden. Ook al zit ik veel te veel alleen. Voel ik me ontzettend eenzaam. Heeft bijna geen hond in de gaten hoe de zaken er voor staan in mijn lullige leventje.

Na het mediteren bekijken we een video. Sister Gina houdt een heel verhaal over ‘right livelihood’, maar ik kan me er niet op concentreren. Ze tekent schema’s op een bord. Verbind het ene begrip met het andere. Right thinking, right action, right dit, right dat…….

Heks voelt zich hondsberoerd. Haar schouders hangen uit de kom, dus zitten is een crime. Tijdens de loopmeditatie ben ik niet vooruit te branden en ook de video pakt me niet. Dikke machteloze tranen prikken achter mijn ogen.

Tijdens het dharma-delen over de video neem ik uiteindelijk het woord. Ik vertel over mijn ziekte. Over de eenzaamheid. Hoe ik op zie tegen de winter. Met de korte dagen, de rondwarende virussen, het opgesloten zijn in mijn huis. In mijn lijf.

Over mijn disfunctionele familie. Over hoe mijn demente moeder me niet meer wil zien. Alsof ik iets verkeerd heb gedaan! De omgekeerde wereld! Het intense verdriet hierover…..

Ik weet ook niet waarom ik erover praat. Het lost niks op. ‘Ik ben een paar keer niet geweest en dat heeft een reden….’ begin ik haspelend.

Bij het afscheid pakt iemand me even beet. Een ander maakt een praatje. Een derde zegt iets liefs. Ik krijg een fijne mail van weer iemand anders. Mijn delen lost misschien niks op, maar ik word wel gezien. En dat is al heel wat.

Op weg naar huis druppen tranen langs mijn wangen. Ik huil en huil. De bevroren vijver in mijn borstkas ontdooit.  De sluizen gaan helemaal open. En ook de dagen erna blijf ik maar janken. Wat een verdriet.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Verdriet over een verloren leven. Een leven, dat spaak is gelopen. Zonder dat iemand het in de gaten heeft.

‘Jij bent mijn meest getalenteerde kind, maar je doet er helemaal niets mee,’ zei mijn moeder altijd, toen ze nog goed bij de pinken was. Ik had toen al jaren ME. Om me op bizarre wijze een hart onder de riem te steken? Om me nog eens extra onderuit te halen? Wat ze er ook mee voor ogen had, het getuigt niet bepaald van begrip voor mijn conditie..

‘We hebben allemaal wel eens wat,’ roept een zus van me altijd, zodra dit onderwerp ter sprake komt. Ik vermijd dit gespreksonderwerp dus maar met haar. Een andere zus zong me een paar jaar geleden vrolijk toe samen met haar dochter, tijdens een weekend uit met de familie.

Heks moest alle zeilen bijzetten om überhaupt acte de présence te geven tijdens dat uitje. Maanden erna was ik nog totaal van slag door de enorme inspanning. Maar wat zongen zij voor mij? Een liedje van Brigitte Kaandorp! ‘Ik heb een heel zwaar leven, heel zwaar. Ik heb een heel zwaar leven, echt waar. Moeilijk, moeilijk, moeilijk…..’

©Toverheks.com,

©Toverheks.com,

Ik haat dat lied natuurlijk. En die Kaandorp vind ik ook helemaal niks. Dat begrijp je ook wel.

Moeder en dochter zongen samen het hele lied uit. En nog eens. Bij wijze van toegift. Gierend van de lach. Deze twee gelovige christenvrouwen. Is uitlachen soms een vorm van empathie? Hoe moet ik dit interpreteren?

Ik krijg dus al jaren de raarste dingen naar mijn kop, zodra het over mijn ziek zijn gaat. ‘Je wilt gewoonweg niet beter worden,’ bijvoorbeeld. Huh? Ja echt.

Ook zijn er mensen, die van geen geklaag willen horen. Zo lang Heks positieve praatjes produceert is het goed. Maar als ik probeer te delen, wat er echt in me leeft zijn de rapen gaar. Dat mag ik niet voelen. Ik moet sterk zijn. En blij met een dooie mus.

En als ik dat niet voor elkaar krijg lig ik er uit. Zie ik iemand een hele tijd niet. Tot het me weer lukt om lekker positief te doen. Of tot zo iemand me ergens voor nodig heeft. Om lekker positief te doen bijvoorbeeld………

©Toverheks.com,

©Toverheks.com,

Het komt ook voor, dat zo’n persoon tegen mij aan gaat klagen. Zijn ze opeens zelf ziek, zwak of misselijk. Zitten ze opeens zelf thuis achter de geraniums te koekeloeren. Rekenen ze op mijn begrip. For the time being, want zodra ze zijn herstelt is het weer uit met de pret.

Het is dan ook een verademing om vanavond op de Sangha mijn hortende verhaal te doen. Hierna kan ik niets meer zeggen. Laat staan iemand aankijken. Gek genoeg schaam ik me ook een beetje. En ik ben bang, dat mensen me allemaal tips gaan geven. Of met oplossingen aan zullen komen. Of de boel gaan relativeren…….

Niets van dit al. Er wordt gewoon geluisterd.

Het effect is dramatisch. Al op weg naar huis voel ik hoe ik weer zacht word vanbinnen. Hoe de verbinding met de Sangha me ontdooit. Je kunt niet zonder anderen……

En ook al huil ik de dagen erna de ogen uit mijn hoofd, toch heb ik het gevoel op de goede weg te zitten. Ik wil ergens bijhoren. Ik wil niet altijd alleen zijn. Heks heeft mensen nodig, die echt van haar houden. Niet alleen als het hen uitkomt. En ook niet alleen als Heks positieve praat uitslaat…..

Want ik heb een heel zwaar leven. En het is moeilijk. Veel moeilijker dan de gemiddelde mens zich kan voorstellen.

Kun jij je voorstellen, dat je ELKE dag doodziek opstaat? En dat al dertig jaar lang? En dat je maar een fractie van de energie te besteden hebt van wat je nu te besteden hebt? Maar dat je wel ALLES met die energie moet doen?

Altijd pijn. Altijd van slag. Altijd griep. Altijd je lijf op tilt. Altijd doodmoe……..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

ME is een ernstige multi systeem ziekte, waarvan niemand nog weet hoe het ontstaat. Laat staan dat er een geneesmiddel is. Omdat de patiënten louter overlijden door zelfdoding word er weinig onderzoek naar gedaan. Kortom: Je gaat er niet dood aan. Je verandert in een levend lijk!

Het is een godswonder, dat ik nog altijd een hart vol liefde heb. Dat er zo weinig voor nodig is om weer liefde te voelen voor mijn medemensen. Zelfs als ze me pijn doen.

Want houden van heeft niks te maken met hoe mensen zich naar jou toe gedragen.

Houden van is een vermogen van het hart. En als je hart liefheeft, maakt het object van die liefde niet meer uit. Zelfs al zingen ze nare liedjes voor je. Of geven ze je louter dooddoeners cadeau…… Een functionerend hart weet er wel raad mee.

‘Om te functioneren heeft mijn hart jullie nodig. Draag me in jullie hart, asjeblieft..’ stamel ik tegen de Sangha. Ik kan het niet alleen. In mijn eentje verander ik in een bitter boos wijf, die van flats wil springen. En daar wordt niemand beter van.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

 

 

 

Primadonna Prunus versiert mijn autootje. Of is het een Primadon? Heks maalt er niet om. Ik hou van deze kanjer. Bernard hield van z’n anjer, maar geef mij maar een bosje boom! Wolken bloesem dansen door de stad. Mijn trouwe kanarie als trouwauto? Haha!!!! Dat is me wat!

Al jaren onderhoud ik een intens liefdevolle relatie met een boom hier in de steeg. Het is een oude Prunus en hij staat in een eveneens eeuwenoud hofje. Zijn kroon overspant intussen de hele steeg. Door het jaar heen zijn we trouwe kameraden. Maar in het voorjaar raken we weer verliefd.

Zodra zijn eerste knoppen zwellen slaat mijn hart op hol. Elke avond breng ik hem een kort bezoekje om te kijken hoe de zaken ervoor staan. Tot dan eindelijk de grote explosie van roze bloesem volgt. Dan sta ik avond aan avond ademloos te kijken en vooral ruiken. Dan droom ik van elfenfeestjes met vlierbloesemsiroop en mede.

‘Ga je vannacht in de Prunus logeren?’ Ferguut staat bij de deur. Hij wil per se naar buiten. Mijn panter houdt ook van deze boom. Ik verdenk hem ervan dat hij vrolijk meefeest met alle elven en kabouters hier uit de steeg. ‘Doe hen de groeten, vooral mijn vriend Pleingodje,‘ roep ik mijn monster na als hij van het dak springt.

Dinsdag ga ik naar het koor. Ik ben zoals altijd een beetje laat. Al die voorbereidingen ook. Hond uitlaten, beesten eten geven, mezelf eten geven, mezelf reanimeren, toonbaar maken ook vooral, dus mezelf insmeren met make up, omkleden of zelfs douchen……. Een hele klus. Voor een MEer.

Als ik bij mijn auto arriveer kom ik voor een verrassing te staan. Mijn kanariepiet is helemaal roze van de Prunus. Hij staat pal onder mijn geliefde boom. Gisteren lag er een bescheiden laagje op, maar nu is hij helemaal knalroze.

Ik heb geen tijd om er een foto van te maken, maar dat heb ik gelukkig gisteren wel gedaan. Toen dacht ik nog: ‘Heks, zorg dat je morgen bijtijds de deur uitgaat, want je moet eerst tienduizend bloemetjes van je auto halen…..’

Maar ja, helemaal vergeten intussen……

Ik veeg de ergste bloesempracht van mijn ruiten, zet de ruitenwissers even aan…. Maar dan moet ik toch echt gaan. Ik zie wel hoe het uitpakt.

En het pakt uit! In een wolk van roze bloesem vlieg ik de straat uit. Over de Oude Vest, de Langegracht…….Eén grote dwarrelde liefdesverklaring aan het leven. Fantastisch. Ik word er helemaal gelukkig van.

Links en rechts blijven mensen stokstijf stil staan om dit tafereeltje verrukt gade te slaan…..

De repetitie is ook al geweldig. We zijn begonnen aan een paar fantastische nieuwe stukken voor ons honderdjarig jubileum, waaronder een lekker modern werk van Vaughan Williams. Echt smullen!

Ook is de harmonie in het altenvak intussen herstelt. Iedereen is weer helemaal tevreden met haar zitplaats alsmede haar buurvrouw. Een hele verademing!

Als ik later naar mijn auto loop word ik ingehaald door een paar sopranen. ‘Oh Heks, wat is je auto mooi! Het lijkt wel een trouwauto!’ jubelen ze enthousiast. En ja, het is waar. Het knalgele wagentje met de roze versiering is een lust voor het oog. En oogt bovendien trouwlustig!

Je zou er bijna zelf trouwlustig van worden. Gelukkig ben ik gelukkig met mijzelf getrouwd. Alweer bijna negen jaar!

Heks plakt het koor aan de muur, maar niet uit vrije wil. Het is die fiets, die klotefiets, die fiets van niets…… Het pokkeding staat stil. Alweer. En min of meer op dezelfde plek. Wat gek! Heeft ie soms een zachte plakkerd? Of doet ie gewoon wat hij wil? Het is in elk geval niet wat ik wil……..

Dinsdag heb ik geen zak zin om naar het koor te gaan. Dat gebeurt me bijna nooit! Maar na twee zeer brakke korte nachten is de beperkte energie echt op.

Bovendien is het prachtig weer. Ik ben de gehele dag binnen gebleven om allemaal kleine kutklusjes te doen. Ook al niet verstandig als je kapot moe bent. En nu wil ik naar buiten. En daar blijven.

Maar helaas ben ik zo plichtsgetrouw als wat. Ik verzuim zelden tot nooit. Tenzij ik half dood ben. En dat is dan toch weer best vaak. En zelfs dan ga ik meestal toch! Zelfs als ik nauwelijks stem heb. Hetgeen ook nogal eens gebeurt, want ME zit bij mij sinds jaar en dag als een barometer op mijn stembanden. Hoe beroerder ik eraan toe ben, hoe minder stem……

Dus Heks gaat naar het koor. Ook als het fantastisch mooi weer is na een lange koude winter. Ik ga sowieso. Behalve als het echt, echt niet gaat. Als het me niet lukt om twee uur op een stoel te zitten.

Om een uurtje of zes fiets ik met mijn hondje de stad uit op mijn elektrische Beixo vouwfiets. Een geweldig apparaat. Als ie het doet. Helaas ben ik intussen al een motor, vier opladers en veel ergernis verder, zonder dat ik nu echt veel op dat pleurisding gefietst heb. Een rib uit mijn lijf bovendien. Maar vandaag fietst ie als een zonnetje.

Totdat ik bij het Joppe kom. Op precies dezelfde plek als vorige week krijg ik een lekke band. Zou er soms iemand spijkertjes strooien? Of punaises……. Heel langzaam loopt hij leeg. Eerst denk ik weer dat mijn fiets doormidden is gebroken, maar nee. Lek.

Ik bel de Grote Vriendelijke Reus. Die woont hier om de hoek. ‘Bel ik je wakker?’ antwoord ik op zijn gegrom. Ja dus. Hij is net als Heks enorm energiebeperkt. En net als ik knapt hij dus nogal eens een uiltje tussendoor. Op de meest gekke tijdstippen……

Even later vlieg ik hem om de hals. ‘Heel goed hoor, dat je me wakker belt. Anders zit ik vannacht om drie uur weer klaarwakker op de bank te koekeloeren!’ Herkenbaar!

VikThor spring als een dolle in het rond. Hoera! We zijn bij zijn grote vriend op bezoek! Hij krijgt een lekkertje, vindt een verdwaalde tennisbal en kruipt uiteindelijk naast zijn vriend op de bank. Zielstevreden.

De vouwfiets wordt op zijn kop midden in de kamer gezet, maar we gaan eerst maar eens een sapje drinken en lekker kletsen. Dat koor kan ik vanavond toch wel vergeten.

Nou ja, ik vind het niet zo erg. Ik had al geen zin. Bovendien brak vorige week de pleuris uit onder de alten. Een voormalige sopraan wierp de ene knuppel na de andere in dit hoenderhok. Een enorm gekakel was het gevolg. Gekrakeel in de pauze.

Heks had geen benul waar het allemaal over ging en dat alles wat ik zei ook nog eens tegen het zere been was van de overgelopen sopraan. Het is niet aan mij besteed, dit soort dingen. Maar helaas zat ik er wel helemaal middenin.

‘Volgende week is de boel vast weer gesust. Het komt me prima uit om eens een keertje over te slaan!’ vertel ik mijn reuzenvriend. Hij heeft ook jarenlang in een koor gezongen en is dan ook goed bekend met dit soort dynamiek. Laten we eerst die band maar eens repareren.

Op ons gemak gaan we op zoek naar het gaatje in de band. Het zit vlak bij twee andere plakkers. Mmmm. Misschien zit er een stuk glas in de buitenband. Of een kabouterspijkertje. Intensieve controle van de band levert echter niets op. Dus zetten we de geplakte binnenband er maar weer in.

‘Nou Heks, ik kan wel zien dat je vroeger veel geklust hebt,’ de GVR kijkt naar mijn zwarte handen, ‘En dan zeg je dat je geen kracht meer hebt in je handen. Jij moet vroeger echt heel sterk zijn geweest!’ Ja, dat is ook zo. Ik was in mijn jonge jaren een enorme kleerkast.

‘Fijn dat die plakkers tegenwoordig zo mooi vervloeien met de band. Vroeger had je alleen van die harde plakkers. Die rolden er soms direct weer af…..’ antwoord ik, terwijl ik de randen van het plakkertje goed aandruk. ‘Oh ja, die harde plakkers. Daar kreeg je gewoonweg een harde plakkerd van,’ verzucht de GVR ondeugend. We liggen dubbel.

‘Haha, een harde plakkerd. Mafkees,’ giebel ik, terwijl we de band weer oppompen. Het euvel lijkt verholpen. Ik kan op de fiets naar huis. Intussen is het alweer bijna half negen. Ik krijg een beetje trek, want ik heb nog niet gegeten.

Al kletsend, leuterkoekend, kakelend en giebelend begeven we ons naar de voordeur. Op de stoep raken we alsnog in een diep gesprek. Maar uiteindelijk stap ik dan toch op mijn bolide. Ik fiets nog een rondje om het golfveld en dan via de Broekweg weer naar de stad.

Halverwege dit polderpad breekt mijn fiets weer in tweeën. Potjandrie. Weer een lekke band. Moet ik alsnog dat hele end lopen. Sjokkend kachel ik het hele stuk terug naar de stad. Bah. En au. Alle spieren schieten in de knoop.

Na vijf minuten loop ik te schelden. Het geeft me de energie om door te lopen. Dus dat achterlijke advies om minder te schelden, zodat ik minder moe zou zijn onlangs van een of andere stomme hulpverlener slaat echt helemaal nergens op. Ik wist het al: Soms kikker ik juist op van wat vuilbekkerij!

Eenmaal in Huize Heks krijg ik een appje van de GVR. ‘Veilig weer thuis?’ Ik vertel hem van de deceptie: Weer een lekke band! ‘Daar krijg ik een zachte plakkerd van, Heks,’ reageert hij enorm ad rem. Zo beëindig ik deze dag toch met een gierende lach. Een zachte plakkerd. Je zult er maar last van hebben! Dat is me gelukkig bespaard gebleven tot nu toe.

Oh, wie lieblich! Onze uitvoering van de Jahreszeiten is een groot succes! Het publiek is razend enthousiast. Volgens mijn uiterst kritische zangmaatje had het beter gekund, maar Heks is zeer tevreden: Van tevoren krijg ik precies op het juiste moment een lekkere adrenaline-stoot, ik heb het concert uitgezongen zonder mijn stem kwijt te raken en overleefd met relatief weinig schade!

Vrijdagavond om een uurtje of twaalf staan de aartsengelen voor de deur. Ze komen een paar dagen logeren. Ik ben een kwartiertje eerder langs hen neen gestoven mijn huis in. Met stoom uit mijn oren en vuur in mijn hart. De stoom is ontstaan na een kleine ontploffing in mijn berging.

Daar hangt een boze buurman plotseling stomme briefje op: Mijn fiets mag niet voor de muur van zijn berging staan. Hij schrijft deur, maar daar sta ik nooit. Dus blijkbaar is dat hele stuk gang voor zijn berging opeens van hem. Inclusief de lucht. Een geheel nieuwe vorm van landjepik.

Bovendien eentje die ik niet begrijp. Schiet me maar lek. Wat mankeert die man? Zijn fiets staat al sinds jaar en dag in de buurt van mijn berging! Ik struikel er met enige regelmaat over.

Maar goed. Gooi het over je schouder, Heks. Hij heeft blijkbaar niks beters te doen. Of het is een narcist op zoek naar een zondebok. En een stok om die hond te slaan! Toe maar. Bizar.

Mijn hart gloeit nog na van ons prachtige concert! Vanavond hebben we de sterren van de hemel gezongen in de aloude Pieterskerk. En het ging goed! Op wat minimaal gebroddel van de alten na, maar dat was niet te horen heb ik me laten vertellen. Dat is het voordeel van zo’n enorm koor. Kun je je nog eens een foutje permitteren!

’s Middags nemen we het hele stuk door met orkest en solisten. Ruim drieënhalf uur zitten we op het podium onze longen uit ons lijf te zingen om de puntjes op de i te zetten. ‘We slaan het Jagerskoor en het Wijnkoor over. Daar is geen tijd voor,’ onze dirigent ploetert onverstoorbaar door, ook al gaat er opeens van alles mis.

‘Het is de eerste keer dat we met orkest en solisten in deze geheel andere ruimte repeteren. Dan gaat er altijd wel iets niet helemaal goed. Vanavond is dat vast een ander verhaal. Dan wil ik geen serieuze gezichten meer zien, koor! Het publiek moet zien hoezeer jullie je verheugen op de jacht en de wijn!’

Achter me hoor ik een alt angstig piepen dat het toch wel heel erg uien was vanmiddag. Heks maakt zich niet te sappel. Met Wim de Ru als dirigent komt het uiteindelijk altijd goed. Die man weet gewoon wat hij doet. Ikzelf heb vanmiddag echt mijn krachten gespaard. Op aanraden van diezelfde dirigent. Vanavond gaan we knallen!

Om half acht kom ik met stoom uit mijn oren aan in de Pieterskerk. Een bijzonder achterlijk briefje van de boze buurman boven mijn nietsvermoedende fiets heeft de adrenalinestroom lekker op gang gebracht. Perfect. Had ik net nodig!

Eerst gaan we inzingen. Vervolgens stellen we ons aan weerszijden van de kerk op in nauwkeurig genummerde rijen. In ganzenpas lopen we naar onze zitplaatsen. Ik speur door de kerk naar mijn vrienden Fiedeltje en Co. Ze blijken achter een blokhoofd en een afrokapsel te zitten hoor ik in de pauze. ‘We kunnen je net zien, Heks. Wat is het overigens prachtig!’

Ja, de reacties zijn bijzonder enthousiast. Dat geeft de burger moed. Na de pauze doen we er nog een schepje bovenop. Vol overgave storten we ons op de jacht en de wijn!

Tijdens de instrumentale gedeeltes en de aria’s kijk ik eens goed om me heen. Oh, wat zit het orkest geweldig te spelen. Was het tijdens de repetities nog rommelig en te hard: Nu missen ze geen perfect geplaatst nootje. Als een geoliede machine glijden ze door de partituur. Gepassioneerd. Niet te geloven dat het allemaal amateurs zijn!

Als ze dat over ons koor ook denken hebben we het erg goed gedaan. ‘Ik ben niet tevreden,’ mijn zangmaatje Anna is heel erg kritisch naar eigen zeggen. Volgens haar kon het echt beter. ‘We zouden het eigenlijk volgende week nog eens moeten zingen, dan zou het perfect gaan!’

Het is zo. We voeren onze concerten altijd maar 1 keertje uit. We leven er anderhalf jaar naartoe, bergen worden verzet, het kost kapitalen: En dan is het na een paar uur alweer voorbij.

‘Gelukkig zingen we ook de Mattheus, Heks. Die kennen we nu wel zo ongeveer van buiten….’ troost Anna zichzelf voor al die moeite voor een enkel concert, waar hier en daar nog wat foutjes in zitten bovendien.

Heks heeft al die overwegingen niet. Ik geniet geweldig tijdens het concert. Ook al zing ik ergens een loopje, waar geen loopje gezongen hoort te worden. Merkwaardig hoe snel je dan geen volume meer geeft, zodra je het in de gaten hebt. Vrijwel direct dus. Een koor is echt een geheel. De onvolmaaktheden van de delen worden erdoor opgeslokt.

Ik ben blij dat het er opzit. Nu is het zaak met zo min mogelijk schade weer te herstellen. Tijdens de generale heb ik gezeten en tijdens de uitvoering heb ik er zorgvuldig voor gezorgd mijn armen los langs mijn lijf te laten hangen tijdens het zingen. Ontspannen.

Ik wil niet opnieuw een hele rare elleboog overhouden aan een uitvoering. Mijn rechterarm is nog steeds helemaal naar de kloten door de manier waarop ik bladzijden heb omgeslagen tijdens een Verdi concert afgelopen zomer. De daarvoor verantwoordelijke arme arm is sindsdien buiten gebruik. Op een halfzacht gegeven slap handje na af en toe.

Na het concert drink ik een glaasje met mijn vrienden. Even later zit ik thuis. Zoals altijd na zo’n avond begint het orkest het hele stuk van voor naar achter in mijn kop te spelen. Er lijkt een vrij accurate opnamestudio in mijn hersenpan te zitten. Ik heb dit concert nu twee keer gehoord met solisten en orkest en krijg een full blown uitvoering voor de vermoeide kiezen.

Zo stuiter ik nog uren op de adrenaline. Totdat ik ongeveer omval.

De aartsengelen zijn intussen gearriveerd. ‘Sorry engelen, ik ben vergeten witte bloemen te halen. Jullie moeten het eventjes met die prachtige rode rozen doen, die ik van mijn vrienden heb gekregen. En mijn wensen staan ook nog niet op papier. Ik zal ze jullie influisteren….’

Een wens voor mezelf. Eentje voor mijn familie. En dan nog eentje voor Moeder Aarde…..

Mijn wens onze Grote Goddelijke Moeder is dat dit prachtige concert van Haydn zal zingen in de harten van alle mensen vanavond. Een resonantie van deze fenomenale lofzang op de schepping over de gehele wereld. In de harten en zielen van alles was lebet und schwebet!

Unsre Stimmen hoch!

Een bijzonder mooie uitvoering van de Jahreszeiten!

Elk jaar in januari vindt bij Ex Animo de aftrap plaats van de Matthäus Passion! Hoera! Wij worden toch zo blij van dit lijdensverhaal! De repetities zijn een feestje! Ook Heks kikkert er helemaal van op!

De tweede dinsdag van januari begint mijn koor met de repetities van de Matthäus Passion. De kerstballen staan net weer op zolder. De eerste marathon op natuurijs is nog niet eens verreden. De oliebollen liggen nog dwars op de maag. De kerstkilos’s zwerven nog op dijen en heupen. Het kindeke ligt nog zoet te sabbelen in zijn krib. De drie koningen zijn pas op de heenreis. In Orthodox Rusland is het kerstfeest nog niet eens gevierd! Wij echter storten ons vol overtuiging op het lijdensverhaal.

Is het normaal gesproken al gezellig druk en rumoerig tijdens de repetities, nu zit de zaal stampvol. Het koor is verdriedubbeld. Uitgerust met extra projectleden. De meesten van hen zie ik elk jaar terugkeren. Heks zit op de voorste rij naast haar vaste zangmaatje. Ze zit al te zwaaien als ik binnen kom. ‘Gelukkig nieuwjaar,’ zing ik haar toe. ‘Ja, dank je, jij ook de beste wensen, hè.’ Ik glijd naast haar op mijn stoel.

In de pauze sommeert ze me om een sprint te trekken naar de koffiekamer. ‘Snel, Heks, anders hebben we geen plekje.’ Ik ren via een sluiproute naar onze vaste tafel. Een bevriende sopraan haalt de koffie. Even later zitten we lekker te lachen en kletsen. ‘Hoe heb jij de kerstdagen doorgebracht?’ Mijn maatje is naar een hotel geweest met haar geliefde zoon.

‘We hebben ons lekker laten verwennen! Het was goed hoor, Heks. Echt een heel lekker kerstdiner. En je hoeft niks te doen. Dat is ook heerlijk!’ Ze heeft maar één kind, maar hij telt voor tien. Elke dinsdag brengt hij zijn moedertje om half acht naar het koor en om tien uur staat hij enigszins ongeduldig te wachten om haar weer naar huis te begeleiden. ‘Hij is stapelgek op zijn moeder,’ Anna glimlacht verrukt. Het is haar een raadsel. Mij niet.

Eén van de dames laat al tijdje verstek gaan.  Haar man heeft in het ziekenhuis gelegen. Ja, dat hakt erin. Dan heb je wel eventjes iets anders aan je hoofd. ‘Zij is ook al 85 hoor, Heks. Dat moet je niet vergeten. Het wordt haar ook een beetje te druk allemaal, vooral nu , met al die projectleden….’

Het is alweer de derde keer dat ik meezing in de Matthäus. Het stuk zit er al aardig in, dat scheelt. Tijdens de repetities zit ik lekker te tekenen op mijn tablet. Intussen luister ik hoe de bassen zich stukbijten op een fragment. Of de tenoren. De twee sopranen, moeder en dochter, waar ik twee jaar geleden mee heb gevochten tijdens de generale repetitie zitten pal achter me. De moeder kijkt nog steeds nijdig naar me. Het deert me niet.

De dochter steunt haar chagrijnige moeder door dik en dun. Zelfs toen het mens me te lijf ging met mijn eigen muziekstandaard! ‘Sommige dochters worden gekaapt door hun moeder,’ zegt een Indiase zangvriendin tegen me, als we het er over hebben.  Ze spreekt uit ervaring. Jarenlang was zij haar moeders bitch.

Het Dikkertje Tromkoor met Heks en Buurman

Er wordt wat afgestreden in de wereld. Je zingt over het lijden van iemand, die ons liefde probeerde te leren en slaat elkaar letterlijk met de tekst om de oren. Rechtvaardigheid is vaak ver te zoeken in de wereld en liefde nog verder. Wij mensen zijn bovendien ook nog eens verzot op melodrama. De gemiddelde soap kan niet tippen aan de bizarre werkelijkheid!

Nou, melodrama kun je het niet noemen, mijn geliefde Passie. Bach heeft deze krankzinnige geschiedenis virtuoos muziekaal verhaalt.

‘Geef mij maar de Johannes Passion, Heks, die duurt tenminste niet zo lang,’ zegt een zangvriend uit een ander koor onlangs tegen me, ‘als jullie die een keertje gaan zingen, ga ik ook meedoen.’

 

 

Heks loopt weer lekker te schelden de laatste tijd. Is het je opgevallen? Maar geen nood : Uit onderzoek is gebleken dat veel schelden zonder meer gekoppeld kan worden aan een bijzonder grote woordenschat en een geweldig hoog IQ, kukeleku!

Vandaag alweer een dag. Het gaat maar door. Fantastisch natuurlijk. Je zou raar opkijken als het opeens ophield. Toch verzucht ik momenteel bijna dagelijks ’s avonds laat dat ik blij ben dat het er weer opzit. Ik heb mijn best weer gedaan. Opgestaan, beesten eten gegeven, gewandeld en uiteindelijk iets eetbaars in mezelf gepropt. Dat laatste schiet er nogal eens bij in moet ik eerlijk toegeven.

En dat allemaal met een extreem pijnlijk lijf.

‘Au,’ schreeuw ik mezelf wakker als ik me omdraai in bed. Met moeite sleep ik me er vervolgens uit. Ga weer eventjes in de woonkamer zitten. Beetje medicinale cannabis dan maar. Weer verder proberen te knorren. Of toch maar weer televisie kijken? Omdat pijn me verhindert weer in te slapen. Kortom: Doorwaakte nachten.

‘Auwwaaww,’ kreun ik als iemand me omhelst ter begroeting. Verschrikt deinst hij terug. Maar zelfs de geringste aanraking is nog te pijnlijk. Naar me wijzen doet al zeer.

Ik gil het uit bij de fysiotherapeut. En na de behandeling voel ik me nog net zo belabberd als ervoor. Bovendien is de boel door al dat gewroet en geknijp nu helemaal overprikkeld. ‘De bovenkant van je rug zit helemaal vast, de wervels en zenuwbanen zijn zwaar geïrriteerd, ik heb het wel iets losser gekregen,’ koelbloedig steekt mijn fysio er nog een naald in.

Ik voel inderdaad nog wat losspringen hier en daar. Maar het is een druppel op een gloeiende plaat. Of beter gezegd op een gloeiende draad, want zo voelen mijn zenuwbanen momenteel. Het enige wat me rest is bewegingsloos televisie kijken. Maar dat kan nu eenmaal niet altijd. Je hebt zo wel eens je verplichtingen…..

Ik prop mezelf vol pijnstillers. Niets schijnt te werken. Een ontspoorde zenuwbaan vlamt vanaf halverwege mijn rug door spieren en pezen mijn linkerarm door. Een soort hevige kiespijn in mijn ledemaat. Dag en nacht niet aflatend. Alleen kun je een kies nog verwijderen. Desnoods zelfs met een touwtje en een deur. Bij zo’n arm ligt dat lastiger.

Ik zie dan ook niet zoveel mensen. Twee keer per week mijn thuishulp. Twee keer per week de doktersassistenten. En ook een paar keer per week de fysiotherapeut. De dierenarts heb ik ook gezien gisteren. En dan ga ik natuurlijk naar het koor. Een hoogtepunt in de week.

En dat is het dan wel zo’n beetje over het algemeen. Door de bank genomen. Triest inderdaad.

Niet zo gek dat ik in mezelf loop te leuteren. Ik probeer het tegen te gaan, maar ik draai me om en ik klets alweer uit mijn nek. Hopeloos. Zonderling.

Ook niet vreemd dat ik behoorlijk kan schelden. Er valt gewoonweg genoeg te mopperen. Vooral als ik heel moe ben. Dagelijks dus. Afgeven op alles en iedereen, mijn miserabele amoebe bestaan, de verdorven mensheid in het algemeen en de prachtige ‘Welt an sich’. Want alles moet er dan aan geloven.

In de meest bloemrijke bewoordingen maak ik overal gehakt van. Het heeft een goddelijk aspect, een zeker Shiva element: Ik mag dan niet al te geslaagd zijn als schepper van mijn eigen leven, ziekte/armoede/eenzaamheid, de andere kant van het spectrum beheers ik als geen ander! Ik ben een uitstekend vernietiger van mijn eigen universum. Verbaal dan. Fysiek geweld is me vreemd.

Intussen word ik ook gek van de troep hier in huis. Soms ruim ik een hoekje op, maar andere hoeken van de kamer groeien intussen helemaal vol met rommel. Mijn kledingkast lijkt te jongen. Als ik al eens iets weggooi komt het tienvoudig terug……

Ik sleep spullen mijn huis uit, maar door de achterdeur sluipen de frutsels en hebbedingen weer gewoon naar binnen. Een nauw bedwongen chaos. Een tijdelijk evenwicht. Dat is het best haalbare hier in huis. Al jaren……

Klaag, klaag, zeur, zeur……

Vanmorgen lees ik een magazine online. Geen idee waarom dat steeds opduikt in mijn digitale brievenbus. Meestal smijt ik het direct weg, maar vandaag lees ik een artikel waar ik helemaal van opvrolijk.

In jezelf kletsen? Een chaotisch huis? Schelden als een bouwvakker? Het zijn allemaal tekenen van een grote woordenschat en een hoog IQ. Helemaal niet erg dus. Een pak van mijn hart.

Niets om je voor te schamen. Ik hoef niet langer pogingen te doen mijn scheldkannonades  terug te dringen. Laat staan me extreem in te spannen om al die overbodige troep op te ruimen. Ook kan ik met een gerust hart de stilte hier in Huize Heks verbreken voor een gezellig kletspraatje met mezelf. Het is normaal voor iemand met zo’n hoog IQ en ruime woordenschat!

Wat een opluchting toch weer. Want zeg nu zelf, een Toverheks met maar liefst zeven zeven-sloten-tegelijk-katten en ook nog een schattig wonderhondje is al zonderling genoeg. Toch?