Elk jaar in januari vindt bij Ex Animo de aftrap plaats van de Matthäus Passion! Hoera! Wij worden toch zo blij van dit lijdensverhaal! De repetities zijn een feestje! Ook Heks kikkert er helemaal van op!

De tweede dinsdag van januari begint mijn koor met de repetities van de Matthäus Passion. De kerstballen staan net weer op zolder. De eerste marathon op natuurijs is nog niet eens verreden. De oliebollen liggen nog dwars op de maag. De kerstkilos’s zwerven nog op dijen en heupen. Het kindeke ligt nog zoet te sabbelen in zijn krib. De drie koningen zijn pas op de heenreis. In Orthodox Rusland is het kerstfeest nog niet eens gevierd! Wij echter storten ons vol overtuiging op het lijdensverhaal.

Is het normaal gesproken al gezellig druk en rumoerig tijdens de repetities, nu zit de zaal stampvol. Het koor is verdriedubbeld. Uitgerust met extra projectleden. De meesten van hen zie ik elk jaar terugkeren. Heks zit op de voorste rij naast haar vaste zangmaatje. Ze zit al te zwaaien als ik binnen kom. ‘Gelukkig nieuwjaar,’ zing ik haar toe. ‘Ja, dank je, jij ook de beste wensen, hè.’ Ik glijd naast haar op mijn stoel.

In de pauze sommeert ze me om een sprint te trekken naar de koffiekamer. ‘Snel, Heks, anders hebben we geen plekje.’ Ik ren via een sluiproute naar onze vaste tafel. Een bevriende sopraan haalt de koffie. Even later zitten we lekker te lachen en kletsen. ‘Hoe heb jij de kerstdagen doorgebracht?’ Mijn maatje is naar een hotel geweest met haar geliefde zoon.

‘We hebben ons lekker laten verwennen! Het was goed hoor, Heks. Echt een heel lekker kerstdiner. En je hoeft niks te doen. Dat is ook heerlijk!’ Ze heeft maar één kind, maar hij telt voor tien. Elke dinsdag brengt hij zijn moedertje om half acht naar het koor en om tien uur staat hij enigszins ongeduldig te wachten om haar weer naar huis te begeleiden. ‘Hij is stapelgek op zijn moeder,’ Anna glimlacht verrukt. Het is haar een raadsel. Mij niet.

Eén van de dames laat al tijdje verstek gaan.  Haar man heeft in het ziekenhuis gelegen. Ja, dat hakt erin. Dan heb je wel eventjes iets anders aan je hoofd. ‘Zij is ook al 85 hoor, Heks. Dat moet je niet vergeten. Het wordt haar ook een beetje te druk allemaal, vooral nu , met al die projectleden….’

Het is alweer de derde keer dat ik meezing in de Matthäus. Het stuk zit er al aardig in, dat scheelt. Tijdens de repetities zit ik lekker te tekenen op mijn tablet. Intussen luister ik hoe de bassen zich stukbijten op een fragment. Of de tenoren. De twee sopranen, moeder en dochter, waar ik twee jaar geleden mee heb gevochten tijdens de generale repetitie zitten pal achter me. De moeder kijkt nog steeds nijdig naar me. Het deert me niet.

De dochter steunt haar chagrijnige moeder door dik en dun. Zelfs toen het mens me te lijf ging met mijn eigen muziekstandaard! ‘Sommige dochters worden gekaapt door hun moeder,’ zegt een Indiase zangvriendin tegen me, als we het er over hebben.  Ze spreekt uit ervaring. Jarenlang was zij haar moeders bitch.

Het Dikkertje Tromkoor met Heks en Buurman

Er wordt wat afgestreden in de wereld. Je zingt over het lijden van iemand, die ons liefde probeerde te leren en slaat elkaar letterlijk met de tekst om de oren. Rechtvaardigheid is vaak ver te zoeken in de wereld en liefde nog verder. Wij mensen zijn bovendien ook nog eens verzot op melodrama. De gemiddelde soap kan niet tippen aan de bizarre werkelijkheid!

Nou, melodrama kun je het niet noemen, mijn geliefde Passie. Bach heeft deze krankzinnige geschiedenis virtuoos muziekaal verhaalt.

‘Geef mij maar de Johannes Passion, Heks, die duurt tenminste niet zo lang,’ zegt een zangvriend uit een ander koor onlangs tegen me, ‘als jullie die een keertje gaan zingen, ga ik ook meedoen.’