Heks zit in haar bubbeltje. Ze laat de hondjes uit. Praat op afstand in een parkje met andere hondenbezitters. Ziet incidenteel een gemaskerd medemens op het eindeloze levensbal. Vanaf nu dan. Want wat op straat niet lukt, kan wel achter mijn voordeur: Hier regeert Prinses op de Erwt met haar decreet! Dat je het maar weet: Mondkapjesplicht!

Ja, ja, het is een saaie boel momenteel. Opgehokt als we zitten in onze huizen. Wij, de kwetsbaren en halve zolen. De kneusjes. Het dorre hout. Thuis voor de buis. Goed uitkijken met open vuur, potverdikkie Dor Takkewijf, voor je het weet fik je af. Nadat je al maatschappelijk bent afgebrand.

Het Coronabeleid is weer even achenebbisj als afgelopen voorjaar. Aan het begin van de uitbraak hoorde ik dezelfde stompzinnige argumenten als nu voorbij komen. En, net als van het  voorjaar, lopen de cijfers gezellig op. Binnenkort vallen ze weer bij bosje, de vitale kwetsbaren van de ANWB generatie.

Dinsdagavond gaat de bel. Het is de apotheek. Mijn medicatie wordt afgeleverd. Mijn bezwaar ‘Ik wil niet meer bij jullie naar binnen, want niemand draagt hier een mondkapje…’  is gehonoreerd. Stomverbaasd ben ik over al die mensen, die het verrekken om een beschermend lapje over hun ademgaten te trekken. Vooral op zo’n plek. Bizar.

Ja, beschermend. Voor je medemens. Het wil er maar niet in hier in Nederland. Je draagt zo’n ding voor je naaste.

‘Ik ben er op tegen, het is dit en dat, schande….’ krijg ik naar mijn arme hoofd, als ik het ter berde breng in mijn directe omgeving, ‘Bovendien gebruiken mensen ze niet goed, dat is gevaarlijk, werkt averechts, bladiebla….’ alsof ik die baardaap van de RIVM hoor kletsen. Wat heeft die man aangericht?

In de hele wereld zijn mondmaskers aanbevolen, dan wel verplicht, omdat ze helpen de verspreiding van dit virus tegen te gaan, maar in ons land zijn die dingen gevaarlijk. Zelfs de vroegere baas van de RIVM roept al sinds het begin van de pandemie, dat mondkapjes uitkomst moeten brengen. Niemand, die naar hem luistert.

En na driekwart jaar teksten debiteren, dat die dingen niet deugen, komt de RIVM met een verklaring, dat ze dat gezegd hebben, omdat er een tekort was. En nu zit hun malafide geklets ingekankerd in onze maatschappij.

Hier in Leiden, vergeven van zich onsterfelijk wanende studenten, draagt niemand een mondkapje. Op een enkeling na. Op een bezemsteel.

Zelfs sommige behandelaars van Heks doen ze niet voor. Goede vrienden zijn faliekant tegen die ondingen. Ik zit met angst en beven tegenover hen. Want ik moet die kloteziekte echt niet krijgen. Ik wil geen super ME in mijn klep. Mijn immuunsysteem is al van god los sinds een Pfeiffer infectie, dus nog eens een virale opstopper ga ik niet overleven.

En als ik het al overleef, dan zal ik zoveel moeten inleveren, dat het echt niet meer te doen is in mijn eentje op mijn flatje. Dan wordt het verpleeghuis en sondevoeding, omstandigheden, waarin een aantal doorgewinterde ME patiënten al jaren verkeerd. Doorgaans nadat ze de stompzinnige adviezen rondom dit ziektebeeld hebben opgevolgd…..

Ik zeg het nog maar eens: ‘Corona is voor mij potentieel levensgevaarlijk’. Ik zeg het nog maar eens tegen mezelf: ‘Heks, je moet dit niet krijgen. Blijf uit de buurt van je asociale medemens.’

Dat is nog niet zo gemakkelijk. Ik woon midden in een stad. Vol hersenloze studenten en andere gekkies. Soms dans ik eindeloos naar achteren in een park, terwijl een onvoorzichtige gesprekspartner me manisch achtervolgd. Alsof er iets te halen valt! Maar ik ben bang voor wat ze me onbewust proberen te brengen. Wat mankeert die mensen? Waarom houden ze geen afstand?

Het lijkt dus maar niet door te dringen in onze kaaskoppen, dat afstand houden van essentieel belang is. Maar ook andere ontwikkelingen blijven me verbijsteren. Zoals ons koor vol mensen in de risicogroep, dat vrolijk weer gaat repeteren na de zomer. Wel in een goed geventileerde ruimte. En in kleinere groepen van maximaal 40 personen. Ze doen hun best, dat moet ik toegeven.

Maar moet je het überhaupt willen in deze tijd? Ik zie, dat mijn bijna 80 jarige zangmaatje met een maatje meer en stevige hartklachten, gewoon mee repeteert. De schrik slaat om mijn hart.

Heks zou ook best zin hebben, hoor, om weer samen te zingen met mijn geliefde koor. Maar ik doe het niet. Ik repeteer online mee, maar je krijgt me met geen stok in zo’n met aerosolen vol gezongen ruimte.  Hoezeer ik het ook mis.

Intussen is ons koor accuut gestopt, nadat in een ander Leids koor een uitbraak heeft plaats gevonden. Veel van onze zangers, zingen ook in dat koor……..

Ik ga niet op vakantie, ik ga niet uit eten, ik eet niet met vrienden, ik nodig niemand meer uit. Een enkeling komt hier nog, alleen met een mondkapje op. Want ik heb besloten: In Huize Heks is het mondkapjesplicht vanaf nu. En ook behandelaars moeten voortaan zo’n ding op hun kop. Het is een kleine moeite, of je er nu in gelooft of niet.

Corona maakt de wereld transparant. Verbijsterd zie ik, hoe mensen staan te klagen, omdat ze niet op vakantie kunnen, niet uit eten, niet dit en dat…….

‘Lekker belangrijk’, denk ik dan.

Entitled. Dat engelse worden dekt de lading van heel veel onzin, die ik hoor. We denken overal maar recht op te hebben. We zijn al jaren van het padje.

Intussen woon ik in mijn gelukkig bubbel met mijn beestjes. Met mijn pup en beestenbende. En de zwarte panter! Ja, hij is weer boven water. Daarover later. De heerlijke schat.

 

Ups en downs in Huize Heks. Een lampenkap hoort om je nek. Maar niet op half zeven. Iets te lang weg gebleven: Op koor was weer van alles te beleven. En ook daarbuiten begint deze Toverkol op te leven. Maar nog steeds geen vent voor Steenvrouw en Heks. Dat is dan weer jammer. En het blijft iets geks.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dinsdagavond ga ik weer naar het koor. ‘Oh, ben je daar weer, je bent weken niet geweest,’ confronteert Anna me direct met de feiten, ‘Was je ziek?’ Ik hoorde vorige week al van een paar zangmaatjes, dat ze hevig had zitten mopperen over mijn afwezigheid. Ha! Heks wordt gemist!

‘Het komt door mijn hondje. Hij is in de lappenmand,’ Heks zit intussen op haar tablet tekeningetjes te maken van mijn monster. Anna kijkt geïnteresseerd toe. ‘Goh, wat is hij veranderd, groot geworden ook,’ zegt ze verbaasd.

Ze heeft in eerste instantie niet in de gaten, dat dit geen foto’s zijn. Tekenen op een tablet? Al die moderne techniek is gewoon niet aan mijn maatje besteed……

Heks en Anna, de lamme leidt de blinde. Voorovergebogen, bijna dubbelgevouwen, schuifelt ze aan mijn arm richting stamtafel. Even later voegen de andere stamgasten zich bij ons. ‘Kan ik er nog bij?’ vraagt de pianist. ‘Ja,’ schreeuwen we in koor. We zijn dol op die man. Hij wordt massaal beflirt door de diverse dames.

Vandaag hebben ze het over de opvallende aspecten van zijn figuur. ‘Jullie houden me goed in de gaten!’ verweert hij zich lachend, ‘Ik dacht dat alleen mannen naar billen keken!’ Hilariteit alom onder hikkende sopranen. En een incidentele schuddebuikende alt.

Wat heerlijk om weer aanwezig te zijn. We zijn lekker de Matthäus Passion aan het instuderen. Vandaag is O Mensch, bewein dein Sünde gross’aan de beurt. Onder andere. Door de jaren heen is dit een echte favoriet van Heks geworden.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Er zitten prachtige lyrische fragmenten in voor ons alten. Mijn stem is goed bij stem vandaag. Ik laat me heerlijk mee voeren de hoogte in. Dat fantastische gedeelte, waar we boven de sopranen uit zingen….. ‘dass er für uns geopfert würd….’ doet de tranen in mijn ogen prikken.

Als ik thuis kom tref ik mijn hondje over de zeik aan. Zijn lampenkap hangt losjes om zijn kop. De bovenkant is losgeschoten. Heks schrikt zich een ongeluk. Net nu het ietsjes beter lijkt te gaan, gaat er weer iets faliekant mis!

Snel haal ik hem uit zijn bench. Op de yogamatjes in de woonkamer inspecteer ik zijn wond. Die ziet er verdacht schoon uit. Het nietje is in geen velden of wegen te bekennen. Zou hij er aan gelikt hebben? Kan hij er überhaupt met die kap op half zeven bij komen? Is zijn lies (door een schurende kap) nu verdacht rood of was dat al zo?

Vlak voor ik hem in zijn hokje stopte heb ik de wond nog grondig gereinigd. Ook heb ik zijn buik en andere aangrenzende lichaamsdelen gewassen en ontsmet. Ook heb ik een hele zwik honingzalf in het gapende gat gepropt. Zat dat nietje er toen nog in? Ik weet het niet meer.

Zo ga ik dan slapen met een hoofd vol vragen. Zorgen zoemen hun antwoorden om me heen. Ik bid tot Het Grote Bijenvolk om bescherming. ‘Laat jullie honingzalf zijn werk doen,’ smeekt een wanhopig heksje.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een klasgenoot vertelde me afgelopen weekend over het succes van dit goedje bij haar kat, toen die gewond was. ‘Het geeft niks als ze er een keertje aan likken. Dat spul werkt zo goed. Het elimineert alle bacteriën…..’ Haar woorden troosten me nu. Mocht hij er aan gelikt hebben, dan is daar gelukkig die zalf…..

Woensdagmiddag rijd ik weer naar Rijswijk. Voor de zoveelste keer. Ik ben toch zo benieuwd wat de dierenarts van de wond gaat vinden. Het gat lijkt echt kleiner te worden. Of verbeeld ik het me? Zie ik dingen, die ik graag wil zien?

‘Gezien de omstandigheden gaat het heel goed!’ de dokter inspecteert de wond zorgvuldig, ‘Er zit mooi granulaatweefsel in. Het is rood, ik noem dit de tweede fase van de wond. In de derde zit hij dicht.’

Heks was in haar hoofd al in de derde fase van wondgenezing aanbeland. Ik heb erover zitten lezen op internet. Het kan me niet snel genoeg gaan.

‘Het kan nu best heel snel gaan. Maar we blijven die antibiotica voorlopig door geven. Er is een gerede kans, dat er wat bacteriën achterblijven op het implantaat.’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Over drie weken maken we een foto. Dan kunnen we zien of de ruimte rondom de Titanium kooi vol gegroeid is met bot. In dat geval kunnen de schroeven en moeren er weer uit worden gehaald. Spannend!’

‘Maar eerst die wond dicht. Het gaat de goede kant op, maar we zijn er nog niet. Ik vind 3 weken te lang duren voor een volgende controle…..’ de orthopeed aarzelt. Hij wil me niet nog meer op kosten jagen, vermoed ik.

Het is een geweldig aardige man. Ik ben blijkbaar definitief aan hem toegewezen, nadat zijn collega me onrechtmatig de oren heeft gewassen over vermeend onzorgvuldig handelen. En ik daarover heb geklaagd…..

‘Ik kom volgende week woensdag weer,’ hakt Heks de knoop door. Met een beetje geluk is dat gat dan dicht gegroeid, ‘Ik neem nog maar een flinke tube honingzalf mee…..’

Onderweg naar huis ga ik mijn monster nog even lekker uitlaten. Hij mag intussen een paar keer per dag 10 minuutjes wandelen en laten we dat dan op een leuke plek doen. Schoon droog gras vol interessante luchtjes bijvoorbeeld. Als een grote stofzuiger rent hij naast me aan de riem. Zijn kop op de grond. Diep inhalerend.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Als ik hem thuis de trap weer op sjouw ben ik aardig gaar. Ik rammel ook van de honger. Ik ben zo druk in de weer tegenwoordig, dat eten en drinken er bij in schiet als ik niet uitkijk. ‘Je vochtbalans is niet in orde, let daar op. Heks,’ sommeert mijn acupuncturist me een paar dagen geleden. Ik moet nodig lunchen. Met een lekker soepje!

Maar eerst natuurlijk mijn hondje verzorgen. Net als ik zijn pootje probeer in te smeren gaat de bel. VikThor is niet houden als hij Steenvrouw binnen ziet komen. ‘Zal ik je hondje even de trap af dragen?’

Oh, wat lief! Dat is nu helaas niet nodig. Vik moet nodig zijn hokje in. Met een flinke klodder honingzalf in zijn klep.

Even later zitten we aan de koffie. Heks eet een paar boterhammen en een soepje. We klessebessen er lustig op los. ‘Hoe is het nu met je aanbidders?’ We zijn allebei lid van dezelfde datingsite. Heks kijkt er zelden meer op, maar mijn vriendin heeft de moed nog niet opgegeven.

Een vreselijk verhaal volgt. Want op zulke sites kun je alles verwachten. Het gros van de bezoekers spoort voor geen meter. Het is zoeken naar een naald in een hooiberg wat we doen. ‘Ik kwam een keer een lievelingsneef van me tegen. Hij had me een heel leuk bericht gestuurd. “Je hebt me toch wel herkend” schreef ik hem terug. Hij beweerde van wel, hihihi.’

‘Die neef is eigenlijk perfect voor jou, dat ik daar nooit aan gedacht heb,’ vervolg ik enthousiast, ‘Een kunstenaar net als jij, hij maakt prachtige dingen. Hij ziet er heel leuk uit, een knappe vent. En hij is ook nog eens hartstikke lief! Zullen we een keertje naar een expositie van hem gaan?’

Als Steenvrouw even later haar hielen licht kruip ik in mijn bed. Het is pas een uur of 3 in de middag, maar alle vermoeidheid van de afgelopen weken lijkt er uit te komen nu. Nu het ergste gevaar geweken is.

Ik val in een comateuze slaap. Pas rond 9 uur ’s avonds kom ik weer bij mijn positieven. Ik kook een maaltje voor mezelf. Ik verzorg de beestjes. Ik wandel een lekkere ronde met Vik. Ik voer Snuitje haar tartaartje….

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Als alle klusje gedaan zijn kruip ik weer in mijn mandje. Ik kijk nog een beetje TV, maar val al snel weer in slaap. Pas om een uur of tien word ik de dag er op weer wakker. Ik ga er uit, omdat het moet. De beestjes moeten worden verzorgd. Anders lag ik er nu nog in bed te dweilen.

Vandaag ga ik ook niet veel uitvoeren. Even naar de fysio. Ik probeer mijn nek te behoeden voor verdere ellende. Afgelopen week begonnen de spieren en pezen van dit gebied ontstekingsverschijnselen te vertonen en een cortisonenprik zit er voorlopig niet in. Die heb ik met kerst nog gehad. Dat kan ik voorlopig wel schudden.

Moe dus, maar in een goed humeur. Hoopvol gestemd, ondanks alle perikelen. VikThor is jong en gezond. Die gaat wel bot rond het implantaat produceren. Daar heb ik alle vertrouwen in.

En alle locale Dettolisering, honingzalf en antibiotica ten spijt is het toch weer opvallend, dat de chute kwam op het moment, dat mijn heksenzusters mijn hondje onder hun hoede namen middels prevelementen en schietgebedjes. Dank daarvoor, lieve zusters. Ik denk dat mijn ventje het gaat redden. Dat zijn pootje het gaat redden!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

Klein geluk: Kerstconcert met het jeugdkoor en kinderkoor van B+C in de Marekerk. Ex Animo zingt mee. Voor de allerlaatste keer…….. Alles is in beweging, alles gaat voorbij, Panta Rhei, ik weet het. Ik troost me vaak met die gedachte. Maar soms is het wel verrekte jammer!

‘Ik zong altijd als kind. De hele dag,’ vertelt Anna lachend. We zitten met een glaasje Glüwein na te genieten van ons kerstconcert met het jeugdkoor en kinderkoor van B+C. Heks zong als kind ook voortdurend. ‘Allemaal psalmen en gezangen,’ vervolgt mijn zangmaatje, ze trekt een gezicht. We  schieten in de lach. ‘Ik ken het hele liedboek uit mijn hoofd,’ bekent Heks.

We zitten heerlijk te klessebessen. Anna hoort me uit over mijn liefdesleven. Er valt weinig te vertellen natuurlijk. Heks heeft een paar aanbidders. Guitig kijkt ze me aan als er eentje ter sprake komt. ‘Een hele leuke vent,’ verzucht ze enthousiast. Vervolgens geeft ze me onbedoeld een heel goed advies. ‘Een man moet zorgzaam zijn. Je moet nooit achter een vent aanlopen, dan komt het niet goed. Hij moet achter jou aan komen…..’

Naast ons zit een jongetje van het jeugdkoor. Een kind nog, met een stem zo zuiver als kristal. Ik denk dat hij met het jeugdkoor mee mag doen, omdat hij ongelofelijk getalenteerd is.

Zijn piepkleine gestalte valt op tussen de opgeschoten pubers. Het kinderkoor is echter ver beneden zijn kunnen. Moeiteloos zingt hij een compositie mee van Benjamin Britten. Bij een solo knijpt zijn keel een beetje dicht.

De vogel in zijn gouden keeltje schrikt schuw en vliegt niet vrij. Maar bij de andere stukken  hoor ik die vogel juichend zingen in de magische koepel van de Marekerk. Zijn ijle zuivere stem verrukt ons. We hebben dan ook geluk, Anna en ik, we zitten maar een paar meter bij het jeugdkoor vandaan en het joch zit precies aan onze kant……

‘Ik ben verkouden geweest en ben daarom een beetje schor,’ verlegen torpedeert de jongen onze complimenten na afloop. ‘Nou, als je zo kunt zingen na een verkoudheid…. daar teken ik voor!’ verzuchten Anna en Heks tegen elkaar.

Heks is ook schor na een flinke verkoudheid. Gek genoeg niet tijdens ons jubileumconcert, terwijl ik toen midden in een  griepaanval gepaard gaande met bronchitis zat. Mijn gebeden zijn echt verhoord! ‘Oh Godin, wat mij betreft heb ik de hele maand december geen stem, ben ik zo schor als een ouwe balkende ezel met vlerkende blafhoest, als ik maar mee kan zingen met ons jubileumconcert…..’

Bij het kerstconcert haal ik niets meer boven de hoge C. Naast me staan de koperblazers verwoed te toeteren. Ik kan mezelf dus ook nog eens helemaal niet horen en zelfs mijn achterbuurvrouwen hoor ik maar te hooi en te gras. Een poging de hoge noten toch te pakken resulteert in gekras zo vals als een kraai. Ik playback me gek.

Gelukkig zingt mijn maatje Anna die hoge noten voor twee. Drie! Ik hoor haar naast me galmen. Haar prachtige volle mezzosopraan heeft geen moeite met een hoge noot. Na afloop van het concert haakt ze haar arm in de mijne en schuifelen we gezamenlijk over de spekgladde vloer van deze oude kerk. De lamme helpt de blinde!

©Toverheks.com

‘Wat heb jij een goed humeur, Heks,’ het valt mijn oude vriendin echt op. Ja, het is zo. Een uur voor het concert liep ik nog mopperend en scheldend door de stad te wandelen met VikThor. Aanvankelijk ook in een goed humeur, maar opeens is dan de koek op, de band loopt leeg, de fut is er uit. Gaat alles pijn doen. Kom ik niet meer vooruit. Zie dan maar weer eens thuis te komen…..

‘Ik vind dit altijd zo’n leuk concert. Al die kinderen met hun prachtige stemmen. Je ziet ze veranderen. Dit jaar zijn er een paar geweldig de lucht in geschoten. En dan dat harp ensemble! Ongelofelijk, dat er zoveel kids harp spelen hier in Leiden. Heel jammer, dat het de laatste keer is dat we hieraan meewerken…’

Onze dirigent gaat volgend jaar met pensioen. Op de muziekschool, gelukkig niet bij ons. Zijn koor ‘Ex Animo’ deed altijd vrijwillig mee met dit concert. ‘Dank jullie wel daarvoor,’ spreekt onze dirigent ons toe tijdens de laatste repetitie, ‘De kinderen vinden het altijd geweldig om samen met dat hele grote koor dit concert te geven. Ze kijken er weer enorm naar uit!’

Na het concert hoef ik alleen de straat over te steken en ik ben thuis. Ik loop nog een klein rondje met VikThor. Hij heeft last van een achterpoot. Wellicht zich versprongen. Geen fietsrondes dus de afgelopen dagen. Alleen maar door de stad wandelen. Mijn prachtige stadje vol lampjes en versieringen. Een grote ijsbaan op de Nieuwe Rijn. Koek en zopie. Beslist geen straf om hier te wonen!

Ex Animo geeft jubileumconcert in de Pieterskerk te Leiden op zaterdag 30 november 2019. We zingen het spannende en indrukwekkende werk ‘Dona Nobis Pacem’ van Vaughan Williams alsmede de ontroerende ‘Messe Solennelle de Sainte Cécile’ van Gounod. Een unieke kans om een uitvoering van deze prachtige muziek door solisten, koor en orkest bij te wonen. Grijp die kans! Er zijn nog enkele kaarten verkrijgbaar!

Aanstaande zaterdag geeft mijn geweldige koor ‘Ex Animo’ een prachtig concert in de Pieterskerk te Leiden ter ere van ons honderdjarig bestaan! Het wordt fantastisch.

Al anderhalf jaar zijn we bezig met de voorbereiding. Heks kent de stukken intussen uit haar hoofd. Nu nog zien of het ook uit mijn strot wil komen allemaal, want ik ben natuurlijk snipverkouden geworden op het moment suprême. Compleet met een beginnende bronchitis.

Rillerig zit ik in bed te zwijgen om mijn fluwelen keeltje te sparen. En om te voorkomen, dat de virale invasie mijn slijmliezen volledig overneemt. Ik bel alles af. Laat alleen de hond uit en hoop vanavond naar de repetitie te kunnen…….. Maar vooral hoop ik zaterdag lekker mee te kunnen zingen. In mijn eigen stemsoort, alt. Niet als bas. Het ziet er naar uit, dat ik het net ga redden…….

Er zijn nog een paar kaarten te koop! Een unieke kans om een legendarisch Leids koor in actie te zien. Op de toppen van hun kunnen!

 

Handhaven is voor de braven. Handhaver, je zal het maar zijn. Heks in de bres voor handhavers! Handhaven is een rotklus, maar iemand moet het doen. Ja, lekker is dat. De schoorsteen moet roken. Een mens moet toch wat……

Twee oktober 2019. Heks ligt in bed uit te puffen van helemaal niets. In mijn koelkast staat genoeg hutspot met klapstuk voor een weeshuis. Vanavond komt Trui eten. Daarna gaan we even de stad in. Morgen heb ik niemand uitgenodigd. Dat wordt weken hutspot eten……

Vanmorgen om half tien gaat de telefoon. Ik lig rillend en bezweet te slapen. Rare dromen bevolken mijn frontale kwab. Rinkelende vissen trekken me naar de oppervlakte. Overal in huis hoor ik nu telefoons te keer gaan. Ook mijn debiele telefoon meldt zich nu. Hij ligt gelukkig binnen handbereik. De beller is anoniem. ‘Krijg de klere,’ mopper ik. Vervolgens draai ik me nog eens lekker om.

Vijf minuten later begint de anonieme fanaat me opnieuw te bellen. In mijn slaperige brein ontspringt intussen een het idee, dat dit wel eens de politie zou kunnen zijn. Heks heeft gisteravond haar auto op de Langegracht geparkeerd, omdat het godsonmogelijk is om vanaf vanmiddag 13.00 hier de wijk nog uit te komen met je bolide.

‘Dat je hier mag parkeren,’ dacht ik nog. Zo vlakbij de kermis en het feestgedruis. Maar een ordemannetje in een knalgele jas geeft geen krimp, als hij me op mijn gemak ziet inparkeren. Ook trekt hij geen sprintje achter me aan, als ik met mijn hondje naar huis wandel.

Ook zie ik nergens een bord of gekleurd lint om me het parkeren te verbieden. ‘Vergunninghoudersplek’ staat er levensgroot op een verkeersbord te lezen. En dat ben ik toevallig, zo’n vergunninghouder…..

‘Uw auto staat op een plek, waar de ambulance moet komen te staan….’ een agente staat me vriendelijk te woord. Of ik em maar even weg wil halen. Helaas voel ik me hartstikke ziek momenteel. Ik heb zeker een uur nodig om mezelf genoeg op te kalefateren om dat stuk naar het politiebureau te lopen. ‘Ik haal em voor 12 uur weg….’

Nou, dat is eigenlijk niet snel genoeg. De hele stad staat al weken op zijn kop in het kader van dit volksfeest. En waar vroeger de aftrap kwam met de taptoe aan het begin van de avond, tegenwoordig gaat het circus al om 13.00 ’s middags van start.

Toch gaat de agente akkoord. Ik heb nu eenmaal niks verkeerd gedaan. Ik mag daar gewoon staan. Tegen 11 uur haal ik mijn wagentje weg. Ik ben maar net uit de kreukels. ‘Niet meer hier neer zetten, hoor,’ glimt een mannetje in een gele jas tegen Heks.

Hij is op een holletje naar me toe komen rennen, zodra hij me zag instappen. Ik reageer met een paar grappen en grollen. ‘Ik dacht, dan staat mijn autootje in elk geval veilig zo in het zicht van een paar handhavers!’ De man grijnst van oor naar oor, vervolgt dan trots ‘We hebben vanmorgen al een fietsendief te pakken gehad. Die stond met een ijzeren staaf sloten open te breken……’

Dan rijd ik de binnenstad uit. Eerst maar eventjes naar het Leidse Hout. Voor het feest los barst.

Gisteren had ik het ook al aan de stok met handhavende mannetjes. Of beter gezegd: Een paar mij wildvreemde dames kregen het aan de wapenstok met een paar handhavers.

Heks kwam zoals gewoonlijk op het nippertje aan bij de kerk, waar ik met mijn koor repeteer. Een auto sukkelde nietsvermoedend tegen het verkeer in op me toe door de straat, op enige afstand woest achtervolgd door een paar handhavers. Gewiekst reden ze de wagen klem. Precies zoals ze dat een jaar geleden bij Heks deden.

‘Ik zou die bon aanvechten,’ raad ik de nieuwe slachtoffers van ongelofelijk onduidelijke verkeersborden in deze straat aan, als ik hen passeer. De dames staan stomverbaasd naast hun auto te dazen. Perplex dat ze klem zijn gereden. Zich totaal niet bewust dat ze iets verkeerd hebben gedaan….

Heks heeft vorig jaar met succes precies dezelfde overtreding aangevochten. En ze kreeg gelijk van de rechter. Ik moest evenzogoed toch nog 50 euro betalen. Heel vreemd. Belachelijk ook.

En niemand heeft intussen de moeite genomen om de situatie ter plekke recht te zetten. Het bord verboden in te rijden is nog steeds niet zichtbaar vanaf de voorrangsweg als je aan komt rijden. Wat wel in zicht staat is een bord max 30 kilometer, dat ze zijn vergeten weg te halen.

Dat bord is van toepassing op de oude situatie, Tot twee jaar geleden mocht je namelijk wel deze straat vanaf deze kant in rijden. Verwarrend tot op het bot.

Het is natuurlijk prijs schieten voor de handhavers. Zij posteren zich tegenover de straat en gaan als een gestoorde achter iedere nietsvermoedende burger aan, die het waagt er aan deze kant in te rijden. Als een stelletje dollemannen in hun handhaaf autootje. Ja, zo kom je wel aan je quotum bonnetjes uitschrijven……

‘Mevrouw, wij beloven beter te handhaven in uw straat,’ zegt een bobo van het Leidse handhaaf-team onlangs tegen me aan de telefoon, ‘Maar belooft u me dan om eens een positief verhaal over onze dienst te vertellen op het eerstvolgende verjaardagsfeest…..’ De man heeft ongetwijfeld humor. Een leuk verhaal vertellen over handhavers, hoe komt hij er bij?

Ze slingeren je altijd op de bon om iets onnozels en de grote jongens kunnen gewoon hun goddelijke gang gaan. Ofwel: Ze staan mensen op te wachten, die nietsvermoedend een straat in rijden, waar het verbodsbord bijvoorbeeld achter een boom is verdwenen om hen genadeloos een vette prent te geven, dat geintje vorig jaar was aanvankelijk 150 euro…..

Anderzijds staan bij Heks in de steeg bijvoorbeeld altijd auto’s midden op straat geparkeerd en geen haan die er naar kraait. ‘Wij nemen echt geen bosjes bloemen aan van de winkel op de hoek,’ weerlegt de bobo aan de telefoon mijn insinuaties geuit in een recent mailtje.

Heks schiet in de lach. ‘Ik wilde jullie een beetje prikkelen, meneer, want het is toch vreemd, dat hier soms vier, vijf auto’s en zelfs bussen midden op straat staan geparkeerd. En niemand krijgt ooit een bon…..’

‘Maar als ik eens in de twee jaar mijn vakantiepullen sta in te laden, krijg ik van jullie mannetjes te horen, dat ik vooral op moet schieten vanwege hulpdiensten. Die moeten er langs kunnen. Ik heb een kabouterautootje. Dat ook nog.’

Ja, er zit geen rechtvaardigheid in. Het is waarschijnlijk echt toeval, dat hier voor de deur zelden bonnen worden uitgedeeld. Omdat je hier niet mag staan controleren ze dat ook niet. Het klinkt tegenstrijdig.

Maar op parkeerplekken aan de andere kant van de straat worden juist veel bonnen uit geschreven, omdat mensen onterecht op vergunninghoudersplaatsen staan. ‘Vorig jaar hebben we zus en zoveel bekeuringen uitgedeeld in uw straat….’ roept de bobo opgewekt. De man is echt grappig.

Het zal je vak ook maar zijn. Het is net zoiets al beulsfamilies in de middeleeuwen. Iemand moet het doen. En je moet het ook goed doen, het is een vak apart. Iemands kop er af hakken met een botte bijl was bijvoorbeeld not done. Dan werd je zonder pardon uit het beulsgilde gesodemieterd.

Het beulsvak bleef binnen de familie. Het werd doorgegeven van vader op zoon. Ik geloof niet dat er vrouwelijke beulen waren. Beulen stelden ook eer in hun werk. Het onthoofden moest in 1 klap gebeuren. Precies op de goede plek van de nek met een haarscherpe bijl!

Ook verzonnen zij niet wie er moet worden onthoofd, dat deed de rechtgevende macht. Of een potentaat uit de heerende klasse.

‘Wij gaan niet over verkeersborden,’ zegt de handhaver gisteren tegen Heks in de stromende regen. De twee beteuterde bekeurde dames staan erbij als verzopen katjes. ‘Vind u het niet gek, dat er nog nooit iets aan de situatie ter plekke gedaan is, terwijl ik anderhaf jaar geleden al gelijk heb gekregen van de rechter over deze kwestie?’

De man gaat al niet over verkeersborden….. Ook is zijn hoofd niet bedoeld om zelf na te denken. En wat zou je een gouden locatie om bonnen te schrijven op de schop gooien? Een avondje posten als er weer zo’n enorm koor rijke pensionada’s repeteert in die kerk of als er een buslading hippe ouwe taarten in de school om de hoek naar de poweryoga gaan werpt genoeg vruchten af. Dus: Houden zo!

 

Lalalalalala, Mien waar is mijn feestneus? Ja, een reisje langs de RijnRijnRijn, Cantabilee-hee lalielalielalielalielalielalielaliela, pompompom. Gaat het wel goed met je, Heks? Jazeker. Nieuw muzikaal hoogtepunt voor jarig Ex Animo en Swift: Het enige echte Leidse Zangfietspad is geopend!

Vrijdagmorgen mis ik mijn prikken. Ik krijg mezelf niet op tijd gereanimeerd om acte de présence te geven bij de doktersassistenten. Nu heb ik de afgelopen maanden bijna alle afspraken gemist wegens opstartproblemen vroeg in de morgen. De dames begonnen zich al ernstig zorgen te maken, want waar zit mevrouw Toverheks toch?

Ik bel de afspraak af. Dat wordt enorme gewaardeerd is me verteld. Dat afbellen. Niet speciaal het feit, dat ze verschoond blijven van het tegen mijn slaperig smoelwerk aankijken……

Net als ik denk, dat het een lekkere rustige start gaat worden piest Snuitje in mijn bed. Sinds ze het aan haar niertjes heeft is dit aan de orde van de dag. Heks heeft speciale geplastificeerde picknickkleden over haar bed uitgespreid. Meestal voorkomt dit verdere problemen.

Niet vandaag. Pontificaal heeft mijn pissebedje precies naast het beschermende kleed gepiest. Scheldend begin ik aan een enorme berg was. Stapels wasgoed. Lakens, dekbedden, matrashoezen……. De wasmachine eet alles gulzig op.

Wat een geluk dat ik zo’n machine heb. Dat we niet meer op de hand aan een stinkende gracht op blote knietjes hoeven te boenen. Met een wasbord. Dat is een ouderwets gebruiksvoorwerp, niet een afgetrainde buikpartij. Dit voor eventuele jonge lezers….

Op de televisie is een dominee aan het woord in ‘Het Vermoeden‘. Het is zondagmorgen. De man vertelt over de betekenis van de naam Abel. ‘Nietigheid, zuchtje wind, kwetsbaarheid.’ En laat God zich nu net over die mensen druk maken, beweert de man. En laat Kaïn dat nu niet kunnen uitstaan. Hij wil die aandacht graag alleen voor zichzelf. Hij slaat zijn broer dood.

Het is een interessante kerel, die dominee, Carel ter Linden. Stokoud. Jong van geest ook. Hij zegt geweldige dingen. Zo helder als glas.

‘Mijn ouders, mijn gestoven vrouw, ze zijn in mij,’ hij zegt precies dezelfde dingen als Thich Nhat Hanh over de dood.

Mooi begin van de dag toch weer. God houdt van kneusjes. Heks boft hier echt enorm mee. Helaas ken ik ook het fenomeen jaloezie. Tot mijn verbijstering zijn de meest succesvolle, rijke, met nazaten gezegende, dik in de spullen zittende en anderszins spekkopende medemensen met enige regelmaat stikjaloers op Heks geweest.

Waarop is me echt een raadsel, maar het is de enige verklaring voor het absurde gedrag van dat pootje lichtende volkje. Maar ik ben nooit dood geslagen. Iemand heeft wel eens halfslachtige pogingen gedaan, dat wel. Ook ben ik regelmatig monddood gemaakt, helaas. Maar daar heb je dan dit soort blogs voor.

Soms vind ik het jammer, dat het niet louter wildvreemden zijn, die het lezen. Ik ben met enige regelmaat op de vingers getikt over de inhoud van mijn schrijfsels door lieden, die vinden dat ik gewoon mijn bek moet houden. ‘Heks in je hok.’

Mijn hulp arriveert vlak nadat ik een smoothie door de keuken heb gelanceerd. Mijn voornemen  ‘Laat ik eens een lekker opbouwend en gezond fruithapje maken voor mezelf’ heeft volstrekt averechts uitgepakt.

Heks tikt met haar ongeleide wapper-armen een glazen potje met medicijnen uit haar keukenkastje. Het geval landt precies op de rand van het Hoegaardenglas vol plakkerige fruitprut.

De boel explodeert. Het glas versplintert in duizend stukjes en vliegt door de hele keuken. De smoothie wordt gelanceerd tot in mijn bestekla. De klodders vliegen om mijn oren. Kleffe glassplinters landen in een spoelbak vol afwas…… Snel dep ik de ergste troep met keukenpapier.

Nu moet ik echt benen maken, want om half twee moet ik de deur uit. We gaan optreden met het koor. We krijgen een fietspad aangeboden, samen met de jubilerende wielerclub Swift.

Gelukkig is het prachtig weer. Niet te warm. Ik neem VikThor mee. Hij draaft opgewekt het hele stuk naar Cronesteyn naast de fiets. Natuurlijk ben ik aan de late kant. Niet dat het al begonnen is, maar er wordt verwoed ingezongen.

Het komt me op de zoveelste zure opmerking te staan van een sopraan. Heks is echter al lang blij, dat ze het weer heeft gered vandaag. Ik ben compleet achterstevoren begonnen vanmorgen…..

Een stoere wethouder in bloemenjurk houdt een vlammend betoog en vervolgens wordt het bord onthuld. ‘Zangfietspad, hier mag je officieel (mee)zingen op de fiets. Geen vreemde pauzes meer in je liedje, omdat er iemand langsfietst.’ 

Zingend fietsen we het hele pad af, de leden van Swift en Ex animo. ‘ja, we rijden op het zangfietspad…….’ op de wijs van ‘Ja, een reisje lang de Rijn Rijn Rijn…..’

Aan de andere kant staat nog een verkeersbord. Ook dit wordt onder luid applaus onthuld. Het pad is officieel geopend!

Swift is echt exact vandaag jarig. We worden uitgenodigd in hun fantastische clubgebouw. ‘Wat een geweldig clubhuis, dat willen wij ook wel voor ons koor,’ grappen we onderling. Heks krijgt zin om lid te worden van deze sportieve vereniging.

Een vrouw van de organisatie houdt een vlammend betoog over de mogelijkheden voor mensen met een beperking. Swift houdt ook van kneusjes, net als God. Er worden allerlei initiatieven voor hen ontplooid binnen hun mogelijkheden. Het duizelt me werkelijk, zoveel aanbod.

Helaas vraagt elk initiatief toch om het investeren van een zekere hoeveelheid energie. Die ik niet heb. Ik wurm me dus uit het gesprek en ga er vandoor. Ik ben meer op mijn plek in het koor. Maar het kriebelt nog steeds, mijn verlangen om te sporten.

Wat een leuke middag toch weer. Wat hebben we toch een geweldig koor. Heks peddelt op haar gemak naar huis. VikThor springt in de eerste beste vaart. Ik laat hem nog eventjes lekker zwemmen. Op weg naar huis sprokkel ik een maaltje bij elkaar. Nog een paar uur met de dame van Cuprum vervelende klusjes doen en dan zit de week er eindelijk op…..

 

Ex Animo bestaat vandaag precies honderd jaar! We vieren dat in stijl met een speciaal uitgegeven boek over de geschiedenis van ons koor, alsmede de première van een film over onze voorbereidingen rondom de Matthäus Passion. Maar eerst zingen we diezelfde ‘MP’ van Bach in een stampvolle Pieterskerk. Sinds 1942 een vaste traditie van dit onvolprezen geweldig leuke koor!

Woensdagmiddag generale repetitie. En oh, wat gaat het slecht. ‘Hoera!’ glimmen we na afloop tevreden tegen elkaar. Een waardeloze generale repetitie staat garant voor een sublieme uitvoering. En vice versa.

‘Weet je nog hoe goed de generale vorig jaar ging?’ herinneren we elkaar nog maar eens aan deze ijzeren wet. Ons hoekje raakte toen bij de uitvoering echt de kluts kwijt. Aanstichtster was een dame, een projectlid, die het bij de repetities echt heel aardig deed.

De stress van de uitvoering zorgde voor een geheel eigen interpretatie van de altpartij van koor 1. In feite was er sprake van een geheel nieuwe derde altpartij. Keihard in de rondte getoeterd.

Je kunt ook je mond houden natuurlijk. Dat valt totaal niet op in zo’n enorm koor. Zij koos er echter voor om als een enorme vleesgeworden stoorzender te brulboeien alsof haar leven en niet dat van de Heiland ervan af hing…..

Dit jaar sta ik in een geweldig hoekje. Naast me mijn maatje Anna met haar gouden keeltje. En achter me een heel rijtje heerlijke zangvogels, waarvan er eentje ongelofelijk vast zingt. Geen noot ernaast. Alles precies op de tel! Technisch uitstekend.

Dus Heks boft. Ik kan gerust een steekje laten vallen. Een nootje missen of laten zitten. We vullen elkaar perfect aan.

Rond zeven uur stroomt de kerk vol. Heks is al aardig door haar zorgvuldig opgebouwde voorraadje energie heen. Maar tegelijkertijd zo ontzettend volgepompt met adrenaline…… Ik ga het wel uitzingen vanavond.

Achter in het Koor zingen we in. Wim zwaait met zijn armen door de lucht. ‘Wat is die dirigent van jullie ongelofelijk beweeglijk,’ zal een vriendin van Heks achteraf opmerken. En het is waar. Zijn kleine gestalte danst bezield met sierlijke zwaaibewegingen voor onze neus, zijn mond meebewegend met onze zang. En dat gedurende de hele uitvoering!

In ganzenpas lopen we de kerk in. Doodstil wachten we totdat de eerste tonen van dit magistrale werk door de volgepakte kathedrale kerk klinken. Zoals altijd schiet ik vol. Mijn keel schroeft dicht. Tranen prikken achter mijn droge ogen.

Goddank is het een enorm lang intro. Heks heeft tijd genoeg om zich te herpakken. En dan: ‘Kommt! Kommt! Kohohohommt Ihr Töchter helft mir klahahahahahaaaaaa….hahhahahhhaaaaaa…..hahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahaaaaa hahahahaaaaa…hahahaaaaa….hahahahHAhahahahahagen…..’ Moeiteloos komt deze draak van een openingszin uit mijn mond gerold. Ik heb erop geoefend en dat heeft geholpen….

‘Ik ga niet naar de MP. Vreselijk. Zo’n afschuwelijk ellenlang stuk. Veel te langdradig. En dan al die eindeloze lappen gezongen tekst. En een countertenor, brrrr. Nee, mij krijg je er met geen stok heen…’ niet iedereen loopt warm voor dit muziekstuk. Sommigen van mijn vrienden willen er nog niet heen al krijgen ze flink geld toe.

Voor Heks vliegt de avond echter voorbij. Jeetje, is het nu al pauze? Ik loop de kerk in. Steenvrouw en Fiederelsje zijn komen luisteren. En mijn homeopaat is van de partij. ‘Oh Heks, wat is het prachtig,’ mijn publiek is enthousiast, ‘En die concentratie! Zo intens! Ik ben echt helemaal ontroerd.’

‘Ik sta toch zo lekker te zingen, meisjes,’ vertel ik mijn vriendinnen, ‘Ik ben bij stem, heb energie genoeg, ik sta in een heel goed hoekje tussen heerlijke dames. Het is een superuitvoering!’

Ook het tweede deel vliegt voorbij. Aan het eind staat onze dirigent letterlijk in zijn handjes te knijpen. ‘Hij is echt blij,’ sissen de alten om me heen verheugd. We houden van onze dirigent. We willen hem blij maken. Hij trekt er hard genoeg aan.

Hij verdient het dat we niet inzakken aan het eind van een zin. Hij verdient het dat we hem aankijken tijdens het zingen. Het koor draagt hem op handen!

Ik drink achteraf nog iets met mijn vriendinnen en Anna. Die is helemaal op dreef en voert het hoogste woord. Hele ondeugende dingen roept ze gewoon voor de grap. Heks ligt dubbel.

Thuisgekomen kan ik niet slapen. Tot een uurtje of vier stuiter ik door mijn woonkamer. De echo van de muziek dreunt door me heen. Emoties komen los. Ik moet echter naar bed, want om half negen gaat de wekker weer. Een uurtje later word ik opgehaald door vrienden. We gaan naar een begrafenis…..

Zo duurt het dagen voordat ik een beetje ben bijgetrokken van ons concert. De generale repetitie gevolgd door de uitvoering op dezelfde dag, gevolgd door een droevig afscheid een kleine halve dag later trekt de toch al miezerige tank helemaal leeg.

Dodelijk vermoeid haal ik ’s avonds mijn hondje op. De oppas, zelf ook zeer energiebeperkt, is helaas in slaap gevallen en daardoor is de laatste uitlaatronde erbij ingeschoten. Moet ik toch nog aan de bak…..

Op weg naar huis vliegt er een jongedame, haar debiele telefoon aan een roodgloeiend oor geklemd, bijna op de voorklep van mijn auto. Ik kom rustig van rechts aanrijden op een gelijkwaardige kruising en ben bezig linksaf te slaan. Het mokkel kijkt niet op of om en stormt met een noodvaart diezelfde kruising op. Met gierende remmen red ik haar leven.

Verstoord kijkt ze op alsof ik iets raars doe. Ik toeter en wijs naar mijn hoofd. Maak een telefoonbeweging en wijs nog eens. Gek!

Geërgerd gaat ze express pal voor me fietsen op de gracht, zodat ik er niet langs kan. Nog immer bellend. Ik toeter nog eens. Mondjesmaat maakt ze ruimte, ik mag er zowaar langs.

Even verderop parkeer ik midden op straat en wacht haar op. Voor een overvol terras veeg ik haar de mantel uit. Hoe ze me de doodschrik op mijn lijf jaagt door als een blind ongeleid projectiel door het verkeer te schieten. ‘Ik had voorrang! Dat is je niet eens opgevallen. Maar als ik je aanrijdt heb ik het gedaan, dom kind!’ Ze is niet onder de indruk. Belt gewoon verder…….

‘Je moet naar je bed, Heks,’ zeg ik tegen mezelf als ik veilig thuis ben gekomen. Over lijden en sterven zingen, een begrafenis meemaken en vervolgens bijna zelf iemand te pletter rijden is een beetje teveel van het goede op 1 dag. Om acht uur lig ik plat.

Tweede paasdag bestaat mijn koor precies honderd jaar. Om half tien worden we verwacht in een oude bioscoop hier in de binnenstad. Op ons paasbest! Daar krijgen we dan eindelijk die prachtige film over ons koor te zien. Het speciaal vervaardigde boek met daarin een DVD van de film krijgen we mee naar huis. Het is een feestelijk gebeuren…..

En het allerleukste gaat nog komen: De koorreis naar Trier. Over een kleine maand gaan we een lang weekend op stap met 85 van de 100 leden. Een grote opkomst dus!

Ex Animo is net niet het alleroudste oratoriumkoor uit Leiden. Maar wel het allerleukste koor van de hele regio!

 

Het is weer bijna zo ver: De jaarlijkse uitvoering van de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach door C.O.V. Ex Animo! Komt dat zien! En vooral horen natuurlijk. De repetities zijn in volle gang. Heks kent het stuk inmiddels uit haar hoofd…… Het wordt prachtig!

Het is weer bijna zover! Ons jaarlijkse concert: de Matthäus Passion. De eerste rang is al bijna uitverkocht, maar er zijn nog genoeg kaartjes beschikbaar voor de tweede en derde rang. Maar wacht niet te lang met bestellen: Vorig jaar moesten we zelfs extra stoelen bij zetten!

Ex Animo is al maanden druk aan het repeteren. Het wordt weer een prachtig concert!

Ex Animo viert feest! Onze dirigent is vandaag precies veertig jaar verbonden aan ons koor! Het dak gaat er af tijdens het optreden van onze tenor! Maar ook alle andere bijdragen mogen er zijn! Wat is het toch fijn om lid van deze zangvereniging te zijn!

Een kleine week na ons concert viert Ex Animo feest. Al maanden gonst het in het koor van de stiekeme voorbereidingen. Het is namelijk een verrassingsfeestje voor onze onvolprezen dirigent; HIJ IS VANDAAG PRECIES 40 JAAR IN DEZE FUNCTIE VERBONDEN AAN ONZE ZANGVERENIGING!

Hij weet van niets, bepaald geen sinecure in een koor, waarin nieuws galmend rondzingt nog voordat het je mond verlaten heeft.

Heks zelf durft het onderwerp nauwelijks aan te roeren. Doodsbang dat zij degene zal zijn die de boel verklapt. Ik hoef er ook niet over te praten, want ik werk niet mee aan de voorbereidingen. Ik moet eerst ons concert overleven en ervan bijkomen. Daar heb ik mijn handen meer dan vol aan.

De rest van het koor is in rep en roer. Er worden liedjes in elkaar geflanst en  ingestudeerd door allerlei subgroepjes. Er is een dreamteam belast met het voorbereiden van een buffet. Cadeautjes worden gekocht. De zaal wordt versierd……..

De avond zelf is een groot succes. Iedereen is gekomen. Met een glas champagne in de hand kijken we op een groot scherm hoe onze dirigent wordt opgehaald door ons erelid. Stomverbaasd staat hij te stamelen dat hij die avond helaas moet repeteren. Volstrekt overrompeld! Haha.

Nog nooit hebben we hem sprakeloos gezien, maar nu staat onze muzikale leidsman met zijn mond vol tanden. Ook uren nadat hij in zijn kloffie op het feest is gearriveerd hangt er nog een waas van verbijstering om hem heen. Hij heeft echt niets in de gaten gehad.

Wij zitten er allemaal op ons paasbest bij. De stemming zit er geweldig in. De avond vliegt voorbij met als hoogtepunt toch wel het optreden van onze tenor. Hij zingt een fenomenale ‘Parelvissers’ samen met een bevriende bas. Maar ook het lied ‘Hoe wonderbaarlijk is toch Wims agenda’ scoort hoog. Met de Matthäus vers in ons geheugen zingt het koor vierstemmig mee met deze vrije bewerking van ‘Wie Wunderbarhlich ist doch diese Straffe’.

Helaas gaat het optreden van mijn zangmaatje Anna niet door door een communicatiestoornis. ‘De voorzitter had beloofd dat er een pianist zou zijn,’ moppert ze zachtjes voor zich uit met een teleurgesteld snoetje. Ik vind het ook enorm jammer. Ze kan zo prachtig zingen!

Heks is verkleed als snoepje van de week. Eindelijk hangt er lente in de lucht, hetgeen resulteert in een knalroze jurk met bijpassend hoedje. Op de terugweg regent het echter pijpenstelen. Kletsnat arriveer ik weer in Huize Heks.

Wat is het toch een heerlijk koor, de Christelijke Oratoriumvereniging Ex Animo. Met weer vijf nieuwe vaste leden erbij! We groeien gestaag.

Aan het begin van de avond kijkt onze dirigent terug op ons recente concert. En de tegenvallende recensie.

‘Ach ja, die recensie. Vorig jaar Himmelhoch jauchzend. Om dan dit jaar onze prestatie te gaan vergelijken met dat concert vind ik niet erg professioneel. Ook mis ik muzikale criteria, waarop de recensie is gebaseerd. Je kunt natuurlijk altijd iets ergens van vinden zonder dat het waar dan ook op gebaseerd is, maar zet dat dan niet in de krant. Ik trek me hier dan ook niet al teveel van aan.’

 

‘Jullie hebben prachtig gezongen. Onze sessies stemvorming met Margot Kalse hebben absoluut vruchten afgeworpen. Ik ben dan ook zeer tevreden. Er gaat natuurlijk altijd wel ergens iets mis. Kortom: Het is leuk als je een geweldige recensie krijgt en heel jammer als het niet zo is, maar jullie hebben echt goed gepresteerd!’

Volgend jaar bestaan we honderd jaar. Om het met het hele gezelschap te vieren gaan we op koorreis. Met z’n allen in een bus naar het buitenland! Heks gaat zeker mee. Ik zit stiekem al liedjes te verzamelen voor in de bus. Klassieke canons en gekke versjes. Het wordt een geweldige reis. Ik voel het aan mijn zingende eksteroog.

Ex Animo voert de Matthäus Passion van Bach uit in de Pieterskerk te Leiden. Onder bezielende leiding van Wim de Ru. De kerk zit afgeladen vol. Het concert wordt zeer goed ontvangen, hoewel de recensie maar zozo is. Heks zingt weer mee. Uit volle borst. Wat heerlijk toch, dit jaarlijks terugkerend spektakel. Met mijn koor. Die geweldige Christelijke Oratoriumvereniging Ex Animo!

Woensdag is de dag. Het is weer zover. Hoera! We gaan gezamenlijk treuren in de Pieterskerk. Heks houdt dagen van tevoren haar gemak. Mijn koelkast staat vol klaargemaakt heerlijk voedsel, zodat ik daar geen omkijken naar heb. Mijn hondje logeert bij mijn hulp. Aan het eind van de ochtend haalt ze hem op. Ik heb mijn handen helemaal vrij.

Omdat er opnamen worden gemaakt voor ons jubileum volgend jaar worden we geacht om in koorkleding naar de generale te komen. Brrr. Het is ijskoud natuurlijk in die enorme grote kerk. Vanavond warmt het vanzelf redelijk op met al die enthousiaste toeschouwers, maar nu…… Heks doet een dik zwart vest over haar koorkledij.

Helemaal op tijd, haartjes gewassen, goeie kwast over de bleke kaken en in mijn lange zwarte rok arriveer ik in de kerk. Een enorme bijenkorf vol zoemende bezige bijtjes. Er worden extra stoelen klaargezet, want we zijn meer dan uitverkocht. Waxinelichtjes staan klaar om de pilaren. Het orkest zit al te stemmen en te rommelen. De zangers hollen door elkaar heen in het koorgedeelte.

We zingen kort in en daarna wordt de hele Matthäus doorgenomen. Op een incidenteel koraal na. Een behoorlijke klus. Het gaat natuurlijk niet goed, precies zoals het hoort op een generale repetitie. Noodzakelijk ook. Zodat iedereen zich een ongeluk schrikt en vanavond beter op gaat letten. Zodat de koorleden naar de dirigent gaan kijken in plaats van in hun boek…….

In de pauze ben ik mijn zangmaatje Anna kwijt. Ik vind haar terug in de kerk, waar ze stiekempjes zit te genieten van onze stamtafelgenoot, die vandaag continuo meespeelt met het orkest. Ze zijn nog steeds druk bezig. ‘Kijk hem spelen, Heks. Leuk hè?’ zucht ze vertederd. Maar als ik voorstel om hem dan maar een kopje thee te brengen steekt ze daar resoluut een stokje voor. ‘Stoor hem nu maar niet, Heks!’

Oefenen is iets geheel anders dan uitvoeren. Bij de uitvoering moet je scherp zijn. Alert. Alles moet precies samen komen. Fouten moet je kunnen opvangen. En voor ons alten geldt: Als je het niet meer weet houdt dan je mond. Er zijn genoeg alten, die het wel weten.

Achter Heks staat iemand, die juist extra hard doorbalkt als ze het niet weet. Bij ‘Der du den Tempel Gottes zerbricht’ raakt het hele vak ontregeld. Nou ja. Vanavond zal het wel loslopen…… Heks zal de stukken waar het mis ging nog eventjes heel goed doornemen, zodat ik niet meer in de war raak!

Tussen de generale en de uitvoering ga ik een uurtje plat. Bij lange na niet genoeg om  bij te trekken, maar alle beetjes helpen. Goddank woon ik een paar minuutjes fietsen bij de Pieterskerk vandaan. Ik moet er niet aan denken, dat ik die paar uur in de stad stuk zou moeten slaan…..

En dan begint het feest. Rond half acht trappen we af. Uit volle borst. Als een droom vliegt de avond voorbij en in no time is het alweer pauze. Mijn tante en nicht zijn speciaal komen kijken. Helemaal uit Dronten en de uithoek van Zeeland. Fantastisch! Heks is in de wolken.

Fiederelsje is er ook. Met zijn vieren staan we al snel te lachen. Tante vertelt over de tijd, dat zij bij Ex Animo zong, zo’n 65 jaar geleden! ‘Er zitten echt nog mensen op uit die tijd,’ verzeker ik haar. ‘Wij zongen nog niet in de Pieterskerk, hoor,’ verzucht tante, terwijl ze de prachtig verlichte oeroude kerk kijkt. Ja, we hebben mazzel met deze locatie. Afgeladen vol ook nog.

Later op de avond, na het concert, nemen we foto’s. Tante gooit voor de gelegenheid haar wandelstok weg, drie meter door de lucht, want die mag er natuurlijk niet op. Een jongeman kan nog maar net opzij springen. Dit tot grote hilariteit van ons allen. Slap van de lach maken we een heleboel kiekjes.

Een dag later krijgen we de recensie toegestuurd. Bij lange na niet zo lovend als vorig jaar, maar dat was ook niet te overtreffen. Ons gehark tijdens ‘So schlafen unsere Sünden ein’ is bepaald niet onopgemerkt gebleven. Want ja, tijdens de uitvoering ging diezelfde dame in ons vak weer snoeihard iets anders zingen. Tot grote verwarring van de rest van de alten.

Als ze later ook nog opgewekt met het andere koor meezingt, terwijl wij allemaal zwijgen, iets wat mij tijdens een repetitie wel eens is overkomen, kijkt Anna me met een uitgestreken gezicht aan vanuit haar ooghoeken. Ja. Er gaat dus genoeg mis. Maar de meeste kleine missers verdwijnen in het geheel.

Ik lig een dag volstrekt uitgeteld na deze topprestatie. En de dag erna doe ik ook geen bal. Behalve naar de Matthäus Passion kijken op telvisie. Onder leiding van Jos van Veldhoven. In de grote kerk in Naarden. Prachtig. Alleen jammer dat die kop van Rutte steeds in beeld komt. Hij detoneert enorm in deze omgeving. Je verwacht elk moment dat hij naar de camera gaat zitten lachen, terwijl hij zijn duim opsteekt.

Ademloos laat ik me weer meevoeren. Voor de zoveelste keer. En nu kan ik het intussen ook helemaal meezingen van binnen. Ik hoor veel meer dan vroeger. Ik kan de structuur beter doorgronden en nog ontdek ik steeds nieuwe dingen. Nou ja, wie niet? Ik bedoel wie niet die verzot is op deze passie? Half Nederland dus.