Ex Animo bestaat vandaag precies honderd jaar! We vieren dat in stijl met een speciaal uitgegeven boek over de geschiedenis van ons koor, alsmede de première van een film over onze voorbereidingen rondom de Matthäus Passion. Maar eerst zingen we diezelfde ‘MP’ van Bach in een stampvolle Pieterskerk. Sinds 1942 een vaste traditie van dit onvolprezen geweldig leuke koor!

Woensdagmiddag generale repetitie. En oh, wat gaat het slecht. ‘Hoera!’ glimmen we na afloop tevreden tegen elkaar. Een waardeloze generale repetitie staat garant voor een sublieme uitvoering. En vice versa.

‘Weet je nog hoe goed de generale vorig jaar ging?’ herinneren we elkaar nog maar eens aan deze ijzeren wet. Ons hoekje raakte toen bij de uitvoering echt de kluts kwijt. Aanstichtster was een dame, een projectlid, die het bij de repetities echt heel aardig deed.

De stress van de uitvoering zorgde voor een geheel eigen interpretatie van de altpartij van koor 1. In feite was er sprake van een geheel nieuwe derde altpartij. Keihard in de rondte getoeterd.

Je kunt ook je mond houden natuurlijk. Dat valt totaal niet op in zo’n enorm koor. Zij koos er echter voor om als een enorme vleesgeworden stoorzender te brulboeien alsof haar leven en niet dat van de Heiland ervan af hing…..

Dit jaar sta ik in een geweldig hoekje. Naast me mijn maatje Anna met haar gouden keeltje. En achter me een heel rijtje heerlijke zangvogels, waarvan er eentje ongelofelijk vast zingt. Geen noot ernaast. Alles precies op de tel! Technisch uitstekend.

Dus Heks boft. Ik kan gerust een steekje laten vallen. Een nootje missen of laten zitten. We vullen elkaar perfect aan.

Rond zeven uur stroomt de kerk vol. Heks is al aardig door haar zorgvuldig opgebouwde voorraadje energie heen. Maar tegelijkertijd zo ontzettend volgepompt met adrenaline…… Ik ga het wel uitzingen vanavond.

Achter in het Koor zingen we in. Wim zwaait met zijn armen door de lucht. ‘Wat is die dirigent van jullie ongelofelijk beweeglijk,’ zal een vriendin van Heks achteraf opmerken. En het is waar. Zijn kleine gestalte danst bezield met sierlijke zwaaibewegingen voor onze neus, zijn mond meebewegend met onze zang. En dat gedurende de hele uitvoering!

In ganzenpas lopen we de kerk in. Doodstil wachten we totdat de eerste tonen van dit magistrale werk door de volgepakte kathedrale kerk klinken. Zoals altijd schiet ik vol. Mijn keel schroeft dicht. Tranen prikken achter mijn droge ogen.

Goddank is het een enorm lang intro. Heks heeft tijd genoeg om zich te herpakken. En dan: ‘Kommt! Kommt! Kohohohommt Ihr Töchter helft mir klahahahahahaaaaaa….hahhahahhhaaaaaa…..hahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahaaaaa hahahahaaaaa…hahahaaaaa….hahahahHAhahahahahagen…..’ Moeiteloos komt deze draak van een openingszin uit mijn mond gerold. Ik heb erop geoefend en dat heeft geholpen….

‘Ik ga niet naar de MP. Vreselijk. Zo’n afschuwelijk ellenlang stuk. Veel te langdradig. En dan al die eindeloze lappen gezongen tekst. En een countertenor, brrrr. Nee, mij krijg je er met geen stok heen…’ niet iedereen loopt warm voor dit muziekstuk. Sommigen van mijn vrienden willen er nog niet heen al krijgen ze flink geld toe.

Voor Heks vliegt de avond echter voorbij. Jeetje, is het nu al pauze? Ik loop de kerk in. Steenvrouw en Fiederelsje zijn komen luisteren. En mijn homeopaat is van de partij. ‘Oh Heks, wat is het prachtig,’ mijn publiek is enthousiast, ‘En die concentratie! Zo intens! Ik ben echt helemaal ontroerd.’

‘Ik sta toch zo lekker te zingen, meisjes,’ vertel ik mijn vriendinnen, ‘Ik ben bij stem, heb energie genoeg, ik sta in een heel goed hoekje tussen heerlijke dames. Het is een superuitvoering!’

Ook het tweede deel vliegt voorbij. Aan het eind staat onze dirigent letterlijk in zijn handjes te knijpen. ‘Hij is echt blij,’ sissen de alten om me heen verheugd. We houden van onze dirigent. We willen hem blij maken. Hij trekt er hard genoeg aan.

Hij verdient het dat we niet inzakken aan het eind van een zin. Hij verdient het dat we hem aankijken tijdens het zingen. Het koor draagt hem op handen!

Ik drink achteraf nog iets met mijn vriendinnen en Anna. Die is helemaal op dreef en voert het hoogste woord. Hele ondeugende dingen roept ze gewoon voor de grap. Heks ligt dubbel.

Thuisgekomen kan ik niet slapen. Tot een uurtje of vier stuiter ik door mijn woonkamer. De echo van de muziek dreunt door me heen. Emoties komen los. Ik moet echter naar bed, want om half negen gaat de wekker weer. Een uurtje later word ik opgehaald door vrienden. We gaan naar een begrafenis…..

Zo duurt het dagen voordat ik een beetje ben bijgetrokken van ons concert. De generale repetitie gevolgd door de uitvoering op dezelfde dag, gevolgd door een droevig afscheid een kleine halve dag later trekt de toch al miezerige tank helemaal leeg.

Dodelijk vermoeid haal ik ’s avonds mijn hondje op. De oppas, zelf ook zeer energiebeperkt, is helaas in slaap gevallen en daardoor is de laatste uitlaatronde erbij ingeschoten. Moet ik toch nog aan de bak…..

Op weg naar huis vliegt er een jongedame, haar debiele telefoon aan een roodgloeiend oor geklemd, bijna op de voorklep van mijn auto. Ik kom rustig van rechts aanrijden op een gelijkwaardige kruising en ben bezig linksaf te slaan. Het mokkel kijkt niet op of om en stormt met een noodvaart diezelfde kruising op. Met gierende remmen red ik haar leven.

Verstoord kijkt ze op alsof ik iets raars doe. Ik toeter en wijs naar mijn hoofd. Maak een telefoonbeweging en wijs nog eens. Gek!

Geërgerd gaat ze express pal voor me fietsen op de gracht, zodat ik er niet langs kan. Nog immer bellend. Ik toeter nog eens. Mondjesmaat maakt ze ruimte, ik mag er zowaar langs.

Even verderop parkeer ik midden op straat en wacht haar op. Voor een overvol terras veeg ik haar de mantel uit. Hoe ze me de doodschrik op mijn lijf jaagt door als een blind ongeleid projectiel door het verkeer te schieten. ‘Ik had voorrang! Dat is je niet eens opgevallen. Maar als ik je aanrijdt heb ik het gedaan, dom kind!’ Ze is niet onder de indruk. Belt gewoon verder…….

‘Je moet naar je bed, Heks,’ zeg ik tegen mezelf als ik veilig thuis ben gekomen. Over lijden en sterven zingen, een begrafenis meemaken en vervolgens bijna zelf iemand te pletter rijden is een beetje teveel van het goede op 1 dag. Om acht uur lig ik plat.

Tweede paasdag bestaat mijn koor precies honderd jaar. Om half tien worden we verwacht in een oude bioscoop hier in de binnenstad. Op ons paasbest! Daar krijgen we dan eindelijk die prachtige film over ons koor te zien. Het speciaal vervaardigde boek met daarin een DVD van de film krijgen we mee naar huis. Het is een feestelijk gebeuren…..

En het allerleukste gaat nog komen: De koorreis naar Trier. Over een kleine maand gaan we een lang weekend op stap met 85 van de 100 leden. Een grote opkomst dus!

Ex Animo is net niet het alleroudste oratoriumkoor uit Leiden. Maar wel het allerleukste koor van de hele regio!