Heks loopt weer lekker te schelden de laatste tijd. Is het je opgevallen? Maar geen nood : Uit onderzoek is gebleken dat veel schelden zonder meer gekoppeld kan worden aan een bijzonder grote woordenschat en een geweldig hoog IQ, kukeleku!

Vandaag alweer een dag. Het gaat maar door. Fantastisch natuurlijk. Je zou raar opkijken als het opeens ophield. Toch verzucht ik momenteel bijna dagelijks ’s avonds laat dat ik blij ben dat het er weer opzit. Ik heb mijn best weer gedaan. Opgestaan, beesten eten gegeven, gewandeld en uiteindelijk iets eetbaars in mezelf gepropt. Dat laatste schiet er nogal eens bij in moet ik eerlijk toegeven.

En dat allemaal met een extreem pijnlijk lijf.

‘Au,’ schreeuw ik mezelf wakker als ik me omdraai in bed. Met moeite sleep ik me er vervolgens uit. Ga weer eventjes in de woonkamer zitten. Beetje medicinale cannabis dan maar. Weer verder proberen te knorren. Of toch maar weer televisie kijken? Omdat pijn me verhindert weer in te slapen. Kortom: Doorwaakte nachten.

‘Auwwaaww,’ kreun ik als iemand me omhelst ter begroeting. Verschrikt deinst hij terug. Maar zelfs de geringste aanraking is nog te pijnlijk. Naar me wijzen doet al zeer.

Ik gil het uit bij de fysiotherapeut. En na de behandeling voel ik me nog net zo belabberd als ervoor. Bovendien is de boel door al dat gewroet en geknijp nu helemaal overprikkeld. ‘De bovenkant van je rug zit helemaal vast, de wervels en zenuwbanen zijn zwaar geïrriteerd, ik heb het wel iets losser gekregen,’ koelbloedig steekt mijn fysio er nog een naald in.

Ik voel inderdaad nog wat losspringen hier en daar. Maar het is een druppel op een gloeiende plaat. Of beter gezegd op een gloeiende draad, want zo voelen mijn zenuwbanen momenteel. Het enige wat me rest is bewegingsloos televisie kijken. Maar dat kan nu eenmaal niet altijd. Je hebt zo wel eens je verplichtingen…..

Ik prop mezelf vol pijnstillers. Niets schijnt te werken. Een ontspoorde zenuwbaan vlamt vanaf halverwege mijn rug door spieren en pezen mijn linkerarm door. Een soort hevige kiespijn in mijn ledemaat. Dag en nacht niet aflatend. Alleen kun je een kies nog verwijderen. Desnoods zelfs met een touwtje en een deur. Bij zo’n arm ligt dat lastiger.

Ik zie dan ook niet zoveel mensen. Twee keer per week mijn thuishulp. Twee keer per week de doktersassistenten. En ook een paar keer per week de fysiotherapeut. De dierenarts heb ik ook gezien gisteren. En dan ga ik natuurlijk naar het koor. Een hoogtepunt in de week.

En dat is het dan wel zo’n beetje over het algemeen. Door de bank genomen. Triest inderdaad.

Niet zo gek dat ik in mezelf loop te leuteren. Ik probeer het tegen te gaan, maar ik draai me om en ik klets alweer uit mijn nek. Hopeloos. Zonderling.

Ook niet vreemd dat ik behoorlijk kan schelden. Er valt gewoonweg genoeg te mopperen. Vooral als ik heel moe ben. Dagelijks dus. Afgeven op alles en iedereen, mijn miserabele amoebe bestaan, de verdorven mensheid in het algemeen en de prachtige ‘Welt an sich’. Want alles moet er dan aan geloven.

In de meest bloemrijke bewoordingen maak ik overal gehakt van. Het heeft een goddelijk aspect, een zeker Shiva element: Ik mag dan niet al te geslaagd zijn als schepper van mijn eigen leven, ziekte/armoede/eenzaamheid, de andere kant van het spectrum beheers ik als geen ander! Ik ben een uitstekend vernietiger van mijn eigen universum. Verbaal dan. Fysiek geweld is me vreemd.

Intussen word ik ook gek van de troep hier in huis. Soms ruim ik een hoekje op, maar andere hoeken van de kamer groeien intussen helemaal vol met rommel. Mijn kledingkast lijkt te jongen. Als ik al eens iets weggooi komt het tienvoudig terug……

Ik sleep spullen mijn huis uit, maar door de achterdeur sluipen de frutsels en hebbedingen weer gewoon naar binnen. Een nauw bedwongen chaos. Een tijdelijk evenwicht. Dat is het best haalbare hier in huis. Al jaren……

Klaag, klaag, zeur, zeur……

Vanmorgen lees ik een magazine online. Geen idee waarom dat steeds opduikt in mijn digitale brievenbus. Meestal smijt ik het direct weg, maar vandaag lees ik een artikel waar ik helemaal van opvrolijk.

In jezelf kletsen? Een chaotisch huis? Schelden als een bouwvakker? Het zijn allemaal tekenen van een grote woordenschat en een hoog IQ. Helemaal niet erg dus. Een pak van mijn hart.

Niets om je voor te schamen. Ik hoef niet langer pogingen te doen mijn scheldkannonades  terug te dringen. Laat staan me extreem in te spannen om al die overbodige troep op te ruimen. Ook kan ik met een gerust hart de stilte hier in Huize Heks verbreken voor een gezellig kletspraatje met mezelf. Het is normaal voor iemand met zo’n hoog IQ en ruime woordenschat!

Wat een opluchting toch weer. Want zeg nu zelf, een Toverheks met maar liefst zeven zeven-sloten-tegelijk-katten en ook nog een schattig wonderhondje is al zonderling genoeg. Toch?

 

 

 

Giftige dampen stijgen op uit mijn heksenketel. Varkentje krijgt er de oren mee gewassen: Ome Frogs is een held! Gif heeft zo zijn nut, maar giftige mensen horen in de hel. Hun eigen hel wel te verstaan……

Vrijdagmorgen om tien uur staat mijn trouwe boezemvriend Frogs op de stoep om Ysbrandt zijn wekelijkse gifbad te geven. Ik heb mijn ogen nog niet echt open na een slechte nacht. Bijverschijnsel van al die griepjes…. Op de tast meng ik het gif met heet water. Mijn kikkervriend staat al klaar met mijn hondje in de frisse buitenlucht. Het is ijskoud. Giftige dampen stijgen op uit de heksenemmer.

Varkentje staat gelaten klaar als Heks begint met het insmeren van zijn koppie. Eerst de oren….. Nukkig trekt hij zijn hoofd weg. Wat krijgen we nu? Protesten?

Ja, inderdaad. Het water is gewoon nog te warm. Ik laat het iets meer afkoelen, maar echt zin heeft mijn hondje er niet meer in. Als Frogs de rest van zijn lijf te grazen neemt blijft hij flink tegenstribbelen.

Na het bad gaan mijn schatjes aan de wandel. Het gif moet grondig uitdampen en dat duurt nu eenmaal wel een uurtje. Heks spoedt zich naar de dokter voor een serie prikken. Bah, wat een smerig weer. Ik maak me zorgen om mijn hondje. Kleddernat loopt hij ook in deze druilregen te wandelen. Het is echt hondenweer, vroeger maalde hij daar niet om, maar hij wordt een dagje ouder…….

Vandaag heb ik dus zomaar mijn handen een beetje vrij. Een paar uurtjes thuiszorg en verder helemaal niks. Morgen ga ik naar mijn narcistencursus, dus dan moet ik fit zijn. Zodoende hou ik mijn gemak. Ik lees een beetje in de narcistenbijbel van Iris Koops. Goeie hemel, wat is dat toch een ongelofelijk goed boek. Maar wel confronterend.

Het is bepaald niet zo, dat je leest wat je graag zou willen lezen. De realiteit van narcistische mishandeling staat bijzonder accuraat beschreven, zo ook de uitzichtloosheid van een relatie met een narcist. Wat voor’n relatie dan ook. Of je nu in je werk, binnen je familie of in je vriendenkring te maken hebt met een narcist: Het is altijd hopeloos!

Het contact verbreken is zonder meer de beste optie, maar dat kan nu eenmaal niet altijd. Als het je vader of moeder is dan zit je er toch er toch zeker zo’n 18 jaar aan vast! Op zijn minst. Tenzij zo’n figuur je in een kindertehuis stopt natuurlijk. Ook niet leuk, maar je bent ongetwijfeld beter af, dan in de meedogenloze en vaak gewelddadige handen van de gemiddelde schadelijke narcist……

Het boek is dus een echte eyeopener, maar blij word ik er niet van.  Mijn wereldbeeld is echt geschokt door de aangereikte inzichten. Dat prachtige leven, waarin iedereen mijn partner is ligt aan diggelen. De goedheid van de mens is betrekkelijk. Er is dus een klein percentage mensen, narcisten vormen ongeveer 1% van de bevolking, helemaal niet goed. Het onschuldige kind in ons is in deze gevallen een gestoord kind. Kwaadaardigheid in persona bestaat!

Nogal een schok voor Heks. Misschien is dit wel de reden dat ik het fenomeen narcisme stomweg nooit bewust heb waargenomen. Het bestond gewoon niet in mijn beleving! Het kon gewoon niet waar zijn, dat mensen zo liefdeloos, egocentrisch, manipulerend en geslepen zijn.

Het is wel waar, daar ben ik nu wel achter. God houdt van iedereen, ook van Adolf Hitler en Saddam Hoessein beweer ik altijd. En dat gaat natuurlijk ook op voor andere psychopaten en narcisten. Het goddelijke maakt geen onderscheid. Het goddelijke heeft onvoorwaardelijk lief. Maar ja. Het goddelijke hoeft dan ook niet met het kwaad op vakantie bijvoorbeeld. In een tent met zo’n giftige vent valt echt niet mee! Dat kan ik je wel vertellen……

Zo vliegt de dag voorbij. In de loop van de middag brengt Frogs mijn viervoetige vriend terug. Het arme beest stink nog steeds als de hel. En dat terwijl kwaadaardigheid hem echt vreemd is. Het is een superhondje, mijn Varkentje. Voor de duvel niet bang. En goddank knapt zijn huid aardig op. Dankzij de volhardende inspanningen van zijn grote absoluut niet giftige kikkervriend en suikeroompje ‘ome Frogs’!

Iris Koops: Het verdwenen zelf, herstellen van narcistische mishandeling.