Woensdag komt de scootermobiel. Heks is alweer ruim twee jaar bezig om een dergelijk vervoermiddel te bemachtigen. Omdat ze op slechte dagen van haar fiets valt van vermoeidheid. Met alle gevolgen van dien. Omdat haar hypermobiele lijf regelmatig niet vooruit te branden is. Heupen uit de kom knarst nu eenmaal bijzonder stom.
Heel Nederland noemt dit vervoermiddel een scootmobiel, maar bij de gemeente Leiden hebben ze het over een scootermobiel. Het werkt al sinds jaar en dag op mijn lachspieren. Al twee jaar om precies te zijn.
De man, die het apparaat aflevert zou een ergotherapeut zijn? Hij gaat kijken of mijn lange lijf goed in dit apparaat past? Niets van dit alles. De overigens bijzonder aardige man van het bedrijf, dat de scootermobiel levert, legt me vliegensvlug uit hoe dit exemplaar werkt. Vervolgens rij ik een rondje om het blok.
‘Het stoepje voor de berging is niet goed opgehoogd door de gemeente, je moet vragen of ze een druppelplaat willen neerleggen, want achteruit naar binnen rijden is met deze wanconstructie niet te doen….’ De man benadrukt nog eens, dat dat juist belangrijk is, omdat ik dan vooruit naar buiten kan rijden. Wel zo veilig in deze drukke steeg…
Als de man weg is, ga ik eens op mijn gemakje met mijn nieuw speeltje op stap. Ik sta doodsangsten uit! Het uitermate instabiele apparaat hangt scheef bij elk hobbeltje of bobbeltje. En er zijn nogal wat oneffenheden in het grillige plaveisel van de binnenstad!
Ook het bestijgen van de honderden Leidse bruggetjes is een helse klus. ‘Je moet uitkijken als je een stoepje op rijdt, altijd recht ervoor gaan staan, nooit schuin er op proberen te rijden… anders val je om…’ is het eerste dat de man bij het afleveren tegen Heks zegt. Nou, dat geldt ook voor bruggen. Schuin een brug optuffen is gewoon niet te doen….
Ook ontdek ik, dat er geen rem zit op het apparaat. Als je het gas los laat, sta je met een grote ruk stokstijf stil. Er zit wel een schildpadknop op. Een soort noodknop, voor als je plotseling vaart moet minderen. Het blijkt mijn redding te zijn, die knop.
Mijn god, elektrisch vervoer voor peuters is enorm aan banden gelegd, na een akelig ongeluk. Maar dit lijkt me ook niet ongevaarlijk, zacht uitgedrukt. Je hoort eigenlijk nooit over ongevallen met de scootmobiel, maar betekent dat ook dat ze helemaal niet gebeuren?
Of is het weer een gevalletje van weg met dat dorre hout? Dat niemand maalt om de dood van een oud of invalide medemens. Die onproductieve groep, die de maatschappij alleen maar geld kost?
Ik zoek mijn nieuwe scootmobiel maar eens op online. Eens kijken, wat ze me eigenlijk in de maag hebben gesplitst bij de gemeente. Geen arts of ergotherapeut heeft zich met de aanvraag bemoeit. Lukraak is er een apparaat afgeleverd. ‘Je bent inderdaad wel erg lang,’ is het commentaar van de man, die me instrueert, nadat ik geklaagd heb over de instabiliteit van het apparaat.
En wat zie ik bij het kopje veiligheid? Van de vijf sterren verdient dit apparaat er slechts twee. Dus mijn doodsangst is niet uit de lucht gegrepen. En ik heb juist een scootmobiel geregeld voor de slechte dagen. Als ik doodsangsten uitsta op mijn fiets. Als ik meer naast mijn fiets lig, dat dat ik er op zit. De dagen, dat ik niks in de melk te brokkelen heb. Als elk schokje pijn doet. Elk hobbeltje in de weg…..
De vering van de scootmobiel is ook niet om over naar huis te schrijven. In het rapport scoort het maar matig. Ik merk het, als ik over kinderhoofdjes rijd. Klonk, klonk. Au, au.
Toch is Heks heel blij met het onding. Vannacht om half twee rijd ik een grote ronde door de stille stad. Op het asfalt van de Singel is het best te doen, het apparaat hangt alleen nogal scheef, omdat de weg af loopt.,,,,,
Het heerlijkste is echter, dat ik van dat eindeloze staan in parkjes af ben. Er is niet altijd een bankje voorhanden. En lang staan kost me moeite. Het heeft iets met de hartfunctie van ME patiënten te maken. Daar is iets mee en daardoor houden we het niet lang vol. Nu zit ik heerlijk in mijn eigen stoeltje!
Wat ik ook prettig vind is dat ik er nu uitzie, zoals ik me voel: Een halve zool. Ik word doorgaans zwaar overvraagd door Jan en Alleman. En dat laat men wel uit zijn kop bij iemand in een scootmobiel.
Het is dubbel, want ik wil ook voor vol worden aangezien. En dat is dan weer een nadeel van dit vervoersmiddel heb ik regelmatig gezien bij mijn vriendinnetje Kras. Met enige regelmaat wordt ze benaderd door haar medemensen, alsof ze niet tot tien kan tellen. Of mensen praten met een heel hoge stem tegen haar, buitensporig positief en lief, alsof ze een klein kind is.
Dus. Zo dus.
Vanmorgen doe ik een grote ronde met de hondjes op de scootmobiel. Ik kom een vriendinnetje van vroeger tegen met haar hond. ‘Wat doe jij nu in dat ding?’ rollen haar ogen uit haar kop.
‘Weet je nog, dat je me twee jaar geleden met fiets en al onderuit zag gaan?’ herinner ik haar aan de enorme klapper, die Heks ooit maakte met haar fiets. Een tuimeling waar mijn oude vriendin toevallig getuige van was. Een vrije val, waar ik een geweldig dikke knie aan over heb gehouden. ‘Dat overkomt me regelmatig, als ik een slechte dag heb. Dan lig ik meer naast mijn fiets, dan dat ik er op zit….’
Ja, het is wennen. En mensen kijken me heel raar aan, als ik gewoon even ga staan. Of als ik doodleuk een drol ga zoeken op het grasveld in het park. De roddelbuurvrouw valt bijna om van verbazing, als ze me spot met mijn nieuwe speeltje. Ze heeft weer heel wat te vertellen hier in de buurt.
‘Het zou je actieradius wel eens enorm kunnen vergroten, Heks,’ is het droge commentaar van iemand, die het wel snapt. En dat klopt. Ik ben al een paar keer een rondje langs de Singel gaan rijden, waar ik voorheen niet verder kwam dan mijn eigen buurtje. Omdat ik het op dat moment dan niet op kon brengen. Maar in je luie stoel zittend de deur uit scheuren lukt altijd wel. Echt wel!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.