Beter een verre vriendin dan een kwaaie buur. Heks vraagt iets simpels en wordt tureluurs van die stuurse buurman aan lager wal. Liever een beurse stuurman die van twee walletjes eet, dan in de clinch met dit secreet.

‘Buurman, ik heb sinds kort een scootmobiel, waarmee ik mijn berging in en uit moet. Maar dat is lastig als jouw fiets midden in de gang staat. Kun je die voortaan in je berging zetten?’ Ik heb het zonet aan zijn ongelofelijk aardige vriendin gevraagd, maar die ging er razendsnel vandoor. Na me een angstige verwilderde blik toe te hebben geworpen. Het is niet haar fiets. Maar wel haar vriend. En dat wil ze natuurlijk zo houden.

De buurman zet al sinds jaar en dag zijn fiets midden in de gang van de berging. Al zeker tien jaar. Zo lang meneer de Koekenpeer hier woont. ‘Waarom staat jouw fiets in de gang van de berging,’ begon hij een paar jaar geleden te zuigen, toen Heks zelf een oude fiets tijdelijk in de gang had geparkeerd, ‘Waarom heb je drie fietsen, waarom, waarom?’

Ja, waarom zijn de bananen krom? Wat een rare vragen voor iemand, die zelf altijd zijn fiets pontificaal in de algemene berging laat staan. ‘Jouw fiets staat voor de muur van mijn berging,’ gromt de man vervolgens verbolgen. Daar heeft zijn muur blijkbaar last van.

‘Jij loopt gewoon op mijn plafond,’ dien ik hem nijdig van repliek. Ja, hoe durft hij!

Je hoort het al, er is geen land te bezeilen met die man. En zo onnavolgbaar! Wat voor hem geldt, geldt niet voor de rest van de wereld. Hij mag zijn fiets gewoon overal neerkwakken. Wij moeten onze fietsen allemaal netjes in onze bergingen proppen.

Heks heeft er dus niet al teveel fiducie in, dat die gast zijn fiets weg zal halen. ‘Oh,’ begint de man direct te zagen, ‘Jij had ooit zelf een fiets in de berging staan en die raakte mijn fiets aan,’ hij haalt diep adem om eens flink verbaal verder te zeiken, ‘Jij wilde die fiets toen niet weg halen!!!!!! Dus je begrijpt…’

Heks wacht de rest van zijn gezemel niet af. ‘Ik regel het wel met de woningbouwvereniging,’ val ik hem bot in de rede, ‘Ik wilde het eerst gewoon aan je vragen. Dat leek me wel zo netjes. Wellicht dat ik eens een normale reactie zou krijgen, de wonderen zijn de wereld nog niet uit, tenslotte. Maar ik hoor het al. Je redeneert nog even idioot als altijd. Ik had ook niet anders verwacht, eerlijk gezegd. Maar ik wilde het toch een kans geven…’

Ik rijd mijn fiets met kar en al rakelings langs zijn kleutervouwfiets de berging uit en ga er als een haas vandoor. Arme vriendin van die man. Je bent er toch maar mooi klaar mee. Met zo’n figuur. Riekt naar narcisme.

Ik heb me toch weer lopen opwinden, ondanks mijn voornemen me helemaal niet druk te maken. Maar ja. narcisten roepen nu eenmaal een sterke allergische reactie bij me op. Compleet met vliegende meukjeuk en kriebelige uitslag. Morgen eerst maar eens de woningbouwvereniging bellen. En dan weg met die fiets.

Wat zei die idioot ook alweer de vorige keer? Dat hij mij gedoogde, ja, dat was het. Om je suf te lachen. De man, wiens straalbezopen vrienden op mijn deurmat kotsen, wiens stomdronken maten midden in de nacht bij me aanbellen, de man, die ’s nachts meent keihard muziek te moeten draaien, die met zijn bezopen bezoekers op het balkon de hele buurt bij elkaar blèrt als het hem uit komt….

Die man gedoogt mij. Ik ben heel benieuwd in welk opzicht. Het lijkt me meer een gevalletje van de aanval is de beste verdediging.

Nu heb ik het nooit erg getroffen met mijn buren. Eerst hadden we hier in het portiek jarenlang last van het Aarsvetertje. Toen die eindelijk de plaat had gepoetst kreeg ik last van een soort kwaadaardige lama. Grote klodders spuug op mijn spullen. God mag weten waarom.

En hier word je toch ook niet blij van. Ik niet in elk geval. Maar goed. Met een beetje hulp van de woningbouw moeten we er toch wel uitkomen, lijkt me. Want het mag gewoonweg niet. Fietsen moeten in je berging staan. De gangen moeten vrij blijven.

Met mijn portie dagelijkse ergernis net achter de kiezen fiets ik naar het Leidse Hout. Het is al licht aan het schemeren, als ik er aan kom. Het restant wandelaars dromt goddank naar de uitgang, als Heks het bos in fietst. De hemel zij geprezen! Ik wil geen mensenmassa’s om me heen. De hele stad loopt al vol gekken. En het bos dus ook, blijkt nu. Gelukkig hoepelt iedereen net op naar huis.

Op mijn gemakje peddel ik door het Hout. Bij het grote veld gooi ik een dummy voor mijn ene hondje. Mijn andere hondje rent enthousiast achter dat ene hondje aan. In de verte zie ik een bekende. Het is mijn Poolse hondenvriendinnetje. Zij heeft een Engelse Springer Spaniël, net als Heks, maar haar hondje is uit de showlijn.

Arie’s oren zijn twee keer zo lang als die van VikThor en Freya. Zijn kop is twee keer zo groot. Hij is ook anderhalf keer zo zwaar als Vikthor. Hij was een jaar geleden twee keer zo zwaar, maar sinds hij streng op dieet is geweest is hij niet meer echt dik. Alleen lekker plomp en lomp. Arie is nog niet de helft zo actief als mijn hondjes, maar wel heel erg lief.

Thuis heeft mijn Poolse vriendin haar zieke man, waar ze voor zorgt. Hij is volledig bedlegerig. Dat was niet altijd zo, vertelt ze me vandaag. Hij was wel al ziek, maar sinds hij een keer is gevallen ging het snel bergafwaarts met hem….

‘Mijn man is eigenlijk kapot gemaakt in een verpleeghuis. Hij had zijn heup gebroken, daarvoor kon hij gewoon lopen, ondanks zijn Parkinson. Maar na een half jaar opgenomen te zijn geweest in dat tehuis kon hij helemaal niks meer. Ik heb gestreden voor fysiotherapie, maar dat gaven ze niet. Ze zeiden van wel, maar deden het niet….’

‘Of hij had bijvoorbeeld een afspraak bij fysiotherapie, maar dan had het verplegend personeel hem nog niet uit bed gehaald en gewassen. Dus dan kreeg hij die therapie weer niet. En als ik er iets van zei, dan zeiden ze gewoon, dat hij zelf maar moest zorgen, dat hij op tijd bij die fysiotherapeut was. Ja, hoe dan? Als je niks kunt, zelfs niet lopen? Of zelf uit je bed komen?’

‘Ze hebben hem daar gebroken. Zowel lichamelijk als geestelijk. Ik kreeg een hele andere man terug na een half jaar. Zijn vingers krom getrokken van ellende. Ja, omhoog krom getrokken, heel vreemd,’ ze doet me voor hoe zijn vingers er nu uit zien, ‘ ik snap niet hoe dat is gekomen…’

Heks kijkt naar haar stoere vriendinnetje. Wat is het toch een ongelofelijk schat. Zonder morren zorgt ze sinds jaar en dag voor haar invalide man. Niet geholpen door wie dan ook. Alleen een beetje thuiszorg.

‘Door die thuiszorg hebben wij allebei Corona gehad. Ze wilden hun mondkapjes niet op. Ze hadden ze gewoon in hun zak zitten, maar weigerden om er eentje op hun kop te zetten. Stom ? Mooi dat mijn man en ik allebei heel ziek zijn geweest. Ik ben nog nooit zo beroerd geweest, ik kon bijna niet meer voor mijn man zorgen, want ik viel steeds flauw. Dat was echt heel erg…’

Dan is het opeens aardedonker op het grote veld, waar we balletjes staan te gooien voor onze honden. ‘Iek ben mijn baalletje kwaijt,’ roept de Poolse, ‘Het ies een knaalorranje baal, dus we moeten hem kuunen vienden…’ ze praat toch zo geinig Nederlands. Samen speuren we het het hele veld af. VikThor zet zich met name enorm in, maar de bal is pleite.

We nemen afscheid en Heks gaat nog lekker door het lege donkere bos fietsen. Op mijn geheime bankje ga ik nog een tijdje zitten schemeren. Zacht schuddend met een samba eitje. ‘Wie woont hier, tierelier?’ zing ik zachtjes, humptiedum. Mijn boze bui is helemaal weg.

Er woont een Biebabomenman, ellenlang. En een watervrouw: Als ze je bijt doet het au. In het bos, in het koude bos. Kabouters gluren vanuit het mos. Om mijn hoofd: Glijdende vlijende vleugeltjes. Laat vieren je teugeltjes……

Magische boom komt zonder schroom wonen in mijn heksenhuis, voelt zich er direct ook thuis. Fluistert zijn naam zonder dralen. Vertelt zonder omhaal wonderlijke verhalen. In de taal der talen: Kerstbomentaal.

‘Ik vind het prima, Don, blijf maar lekker thuis met kerst, in je eigen holletje. Ik ga ook niks bijzonders overhoop halen. Ik wil eigenlijk wel een kerstboom, maar ik zie mezelf niet dat ding naar binnen slepen en vervolgens optuigen.’

Heks zit met haar oude vriend aan de telefoon. Het is zondagavond. Anderhalve week voor kerst. De kogel is door de kerk, hij komt niet met de feestdagen deze kant op. Hij krijgt het niet voor elkaar. Heks is opgelucht. Ik ben bang om mezelf te verliezen in de voorbereidingen. Met een lijf dat niet wil.

Maar ja. Ik wil wel een boom dit jaar. Een enorme boom, waar al mijn ballen in passen….

Maandagmorgen haast ik me met VikThor naar een parkje. Mijn hulp staat over een half uur op de stoep en er moet nog gepoept worden. Door mijn lekkere stinkhondje. Enthousiast kwijt hij zich van zijn belangrijke taak. Heks zoekt zich vervolgens een ongeluk naar die drol tussen alle rottende bladeren en de flirterige veertjes van de tot monsterachtige hoogte opgeschoten moerascipres.

Met mijn hondje, zijn vacht vol flirtveertjes, spoed ik me weer naar huis. Ik rijd langs mijn bloemenman op het Noordeinde.  Op zijn stoep staat mijn droomboom. Ik had hem op de heenweg niet gespot, maar vanuit deze hoek springt hij in het oog. Mijn oog. Een reus. Grote dikke takken. Bijna drie meter hoog…..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik parkeer mijn fiets en ga er eens naast staan. Steek mijn armen in de lucht. Zo ben ik ongeveer twee meter dertig. Minstens. De boom is beduidend hoger. Ik schat het verschil tussen mijn uitgestrekte gestalte en de boom. ‘Kunnen jullie een stuk afzagen en de boom in mijn standaard zetten? Behoort thuis bezorgen tot de mogelijkheden? Wat kost hij eigenlijk?’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een zwaar verliefde Heks hoort de absurd lage prijs voor deze joekel. ‘Ik kon een partij goedkoop krijgen, maar ik wil er vanaf. Deze is inderdaad wel erg groot…. Waar woon je?’

Een uur later fiets ik nog een keer op en neer met mijn enorme kerstboomstandaard. De stam past er met gemak in. Terwijl de bloemenman nog een stuk van de onderkant af zaagt , raken we aan de praat.

‘Wanneer kom je nu bij ons koor?’ mekkert Heks voor de zoveelste keer. De bloemenman heeft een juweel in zijn keel. Ik weet dat, omdat hij als jongeman zo’n veertig jaar geleden altijd heerlijk stond te zingen onder het draaien van boeketten. Tegenwoordig zingt hij minder. Maar hij kan het nog prima!

‘Dat vroeg een andere klant laatst ook al. Een man. Ik ga in januari een keertje kijken bij zijn koor.’ De schrik slaat me om het hart. Gaat nu een ander koor er met deze fantastische countertenor vandoor? ‘Was het een hele lange man met een baard?’ vraag ik hoopvol……

‘Ja,’ de bloemenman kijkt me perplex aan. ‘Ha, dat is de penningmeester van ons koor, ik had hem gevraagd om hier eens een bloemetje te kopen en een balletje op te gooien over meezingen met dit fantastische oratoriumkoor…..’ lach ik opgelucht. Mijn tactiek heeft gewerkt! De penningmeester heeft hem over de streep getrokken!

Zo komt mijn bloemenman aan het begin van de avond de boom afleveren. Jeetje, wat is de spar groot. En breed! Hij past nauwelijks door de voordeur.

Samen met mijn buurman sjouwt de zingende bloemenverkoper hem de trap op en mijn overvolle heksenhuisje in. Verbluft kijkt hij naar al die teringzooi. De boom wordt op de leeggemaakte plek voor de spiegel geplaatst. Hij past precies tussen vloer en plafond. De piek buigt een beetje om, maar die gaat er dan ook af.

De hele woonkamer staat vol boom. Ik lieg niet als ik zeg dat het ding zeker 1 meter 80 doorsnee is!

©Toverheks.com

‘Ons koor heet Ex Animo, niet bij een ander koor gaan zingen, hè,’ roep ik bij het afscheid. De buurman kijkt verbaasd. Waar hebben die twee het over. ‘Nee, hoor, ik kom naar jullie koor,’ lacht mijn bloemenvriend. Luid zingend sprint hij de trap af. Een prachtig helder geluid vult het hele trappenhuis. Buurmans mond zakt open.

Rozenhart heeft de afgelopen middag alle dozen met kerstspullen uit de berging gehaald. Wel tien dozen staan opgestapeld in de hoek bij de piano. Ook in de keuken staan nog een paar kratten. Vol leuke engeltje en lichtjes voor op de keukentafel.

Die avond hang ik de lampjes in de boom. Vervolgens kan ik het toch niet laten om er alvast wat ballen in te hangen. Het is zo lekker rustig. Ik ben zo heerlijk aan het rommelen. Bal na bal verdwijnt in het groen. Het wordt later en later. Om half twee hangen alle versieringen in mijn nieuwe huisgenoot.

Uitgeput val ik in mijn stoel. Ik heb accuut medicinale cannabis nodig, want au, au, au. Zo lang ik bezig ben kan ik de pijn negeren. Maar nu ik rustig onder die prachtige boom zit, crepeer ik werkelijk van de pijn. Ik gooi er nog wat pijnstilling tegenaan. Smeer mijn hele rug en nek in met Voltaren emugel. Na een uur ben ik weer een beetje uit de ergste kreukels….

Hondje uitlaten. Bijkomen daarvan. Nog een uurtje bij de boom zitten….

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Opeens gaat de boom tegen me praten. Terug praten, want ik klets al uren de oren van zijn kop. Hij vertelt hoe de bomen in het kerstbomensprookesbos zich ernstig zorgen begonnen te maken. Al twee jaar geen boom in Huize Heks. De meest geambieerde plek onder alle bomen in heel kerstbomensprookjesland.

‘Elke kerstboom droomt erover om in Huize Heks terecht te komen,’ mort mijn nieuwe bomenvriend, ‘En dan besluit jij om alleen een paar stomme takken op een paspop te hangen. Schandalig natuurlijk. Gelukkig ben je tot inzicht gekomen…..’

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Het kerstmannetje van mijn vader mengt zich in het gesprek. ‘Je oudeheer vond het ook niks, Heks. Hij heeft deze reusachtige boom op je pad gezet.’

Ja, dat kun je wel zeggen. Ik kon werkelijk niet om die boom heen. Nog steeds niet trouwens. Elke keer dat ik mijn woonkamer in loop schrik ik me een plezierig ongeluk, zo groot is hij.

Stilletjes luister ik naar mijn boom. Zing een bomenlied. Dan vertelt mijn nieuwe vriend zijn naam. Een teken van diep vertrouwen. Het is een hele mooie naam, een echte bomennaam, vol sissers, vreemde vaagklinkers en plofploppers.

Een dag later denk ik nog eens na over de naam, die boom me gaf. Het is tevens een wens ontdek ik, als ik goed luister naar de fonetische uitspraak van deze magische sis-plof-bomennaam.  Een prachtig mantra voor het nieuwe jaar.

Vrij vertaald: ‘Je bent goed zoals je bent. Helemaal prima de luxe en ok. Olé!’

Ik bel de Don. ‘Mijn boom staat, kijk maar naar de appjes met foto’s, die ik je heb gestuurd. Hij is gigantisch!’ schreeuwt Heks enthousiast in de hoorn. Na al die inspanningen ben ik helemaal hieperdepieper.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De Don is sprakeloos. Ook hij wordt helemaal blij van deze enorme kerstboom. Vol licht en magie. Opeens bespreken we weer de mogelijkheid om samen kerst te vieren. We slaan spijkers met koppen. ‘Ik kom de middag voor kerst naar je toe Heks.’

Mijn magische kerstboom vol elfjes, hondjes, engelen, kerstmannetjes, lichtjes en versieringen, die wonderboom met de inspirerende naam heeft ons in 1 klap genezen van onze winterdip.

Heks heeft nog ruim een week om bij te trekken van dit krankzinnige karwei, mijn lijf ligt volstrekt in de vernieling natuurlijk. ‘Gelukkig zijn die kerstballen heel licht. Het is eigenlijk een prima training, Heks,’ grapt mijn fysiotherapeut, als hij me vakkundig martelt.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Heks heeft het ervoor over. Zielsgelukkig zit ik onder mijn boom. Ik zing liedjes voor mijn nieuwe huisgenoot. ‘Hij staat alleen nogal scheef, Don. Tijdens het optuigen is hij steeds meer voorover gaan hangen…… Ik heb hem maar met een paar vislijnen aan de boekenkast vastgetimmerd. Ik hoop dat hij niet omvalt….’

Zo blijft het een beetje spannend allemaal. Mijn amoebe-bestaan de boom in!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

©Toverheks.com

©Toverheks.com

©Toverheks.com

©Toverheks.com

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Van de wal in de sloot. Heks maakt een klapper, maar houdt zich groot. Halfzijdig bont en blauw incasseer ik nog een domper. De dag begon zo vrolijk en nu ben ik weer somber. Heksje huilt, Heksje lacht. Dat laatste echter niet vandaag.

Opgewekt smeer ik een make upje op mijn grijnzende smoelwerk. Ik heb zowaar een nachtje 7 uur achter elkaar geslapen. Een unicum! Buiten stampende koppijn heb ik er een geweldig goed humeur aan over gehouden. Zo goed, dat ik me echt leuk aankleed en een kwast over mijn bleke toet trek. Zo.

Koffie er in. Pijnstillertjes er in. Beesjes eten geven. En nu prikken halen bij de huisarts. Opgewekt klim ik op mijn fiets. Mijn hondje braaf dravend naast me haast ik me naar de doktsterspost.

Onderweg vind ik een regenjas. Hij ligt gewoon op straat te dweilen. Het is precies zo’n jas, die ik al een tijdje ambieer. Flinterdun maar wel waterdicht. Alleen de legergroene kleur vind ik nogal saai. ‘Ik had liever een knalgeel exemplaar gevonden,’ kijk ik dit gegeven paard in de bek.

De doktersassistente jast vakkundig drie prikken in mijn lijf. Eentje in mijn schouder, eentje in mijn bovenbeen en de laatste in mijn bil. Bij elke prik spring ik eventjes tegen het plafond. Mijn zenuwstelsel staat al weken op tilt. Vandaar.

Intussen kletsen we opgewekt over het voordeel van een goeie legging boven zo’n kutpanty. ‘Dit zwarte exemplaar is ongeëvenaard sterk. Het lijkt wel een broek!’ prijs ik de mijne aan, niet wetende, dat deze ijzersterke legging binnen een kwartier zwaar op de proef zal worden gesteld.

Bij de balie regelen we nog de nodige recepten. LDN bijvoorbeeld. Moet ik zelf betalen. Kost me zo weer 120 euro. En de citrusinjecties. Moet ik zelf betalen. Kost me zo weer 75 euro. En de medicinale cannabis. Moet ik zelf betalen. Kost me ook weer honderden euro’s.

Krijg ik eigenlijk nog wel eens wat vergoed? Nou, af en toe. Ibuprofen bijvoorbeeld.

Dan nu snel naar huis. Onderweg even het hondje uitlaten. Ik lijn mijn dier aan en stap op mijn fietsje. Net als ik lekker op stoom ben kom ik een oude vriendin tegen met haar hond. Die loopt los. Even goed opletten, dat hij niet voor mijn fiets langs naar mijn hondje toe rent. Ik kijk en groet en val op mijn snoet. Met een grote klap lig ik op mijn linkerzij.

Wat gebeurde daar nu?

De gevonden jas viel op de grond en mijn wiel gleed weg over die gladde nattigheid…… ‘Het kwam door je jas,’ roept een hevig geschrokken vriendin. Ze voelt zich een beetje schuldig merk ik, want de jas ontglipte me net toen ze me vrolijk groette.  Een ongeluk zit altijd in een klein hoekje.

Heks is helemaal gek van de pijn. Mijn hele linkerkant schreeuwt het uit. Een diep gebrul stapelt zich op in mijn borst. Maar ik moet ook echt naar huis nu, want ik heb een afspraak.

‘Laat me maar.’ wimpel ik de geboden hulp af, terwijl ik mezelf bij elkaar hark. Ik wil niet gaan brullen nu. Of keihard huilen. Houterig hijs ik mijn pijnlijf weer op die klotefiets. Ik gooi mijn hondje onderweg nog een park in. Terwijl hij drolletjes draait brul ik het uit. Een ellendig geluid worstelt zich omhoog vanuit deze venijnige binnenbrand. Tranen druppen mijn make up richting kin. Die moeite had ik me dus ook kunnen besparen.

Ik verman me en fiets het laatste stuk naar huis. Vraag me niet hoe. Het regent pijpenstelen intussen, dus mijn tranen vallen niemand op. Thuisgekomen neem ik de schade op. Blauwe linkerelleboog, paarse linkerheup en een zwarte linkerknie met schaafplek. Bovenkant linkervoet is ook flink geraakt alsmede gek genoeg mijn rechteronderarm…. De superieure legging is nog heel.

Ik druppel jodium op de wond en knip een grote pleister op maat. Dan gaat de bel. Rozenhart komt me helpen met van alles en nog wat.

Geschrokken geeft ze me een glas water. Het duurt zeker een kwartier voor ik weer aanspreekbaar ben. Wat een verdriet om zoiets stoms als van mijn fiets vallen. Het is alweer de zoveelste keer dit jaar. ‘Ik wil dat toch wel melden bij die man, die met die scootmobiel bezig is. Want het is echt niet normaal om zo vaak van je fiets te vallen….’ zegt Rozenhart.

We ontdekken, dat we belangrijke post over de aanvraag van de scootermobiel, zoals de man van de gemeente dit voertuig consequent noemt, hebben gemist. Hij heeft zeker een maand geleden al een uitgebreide brief hierover gestuurd. Die is ons compleet ontgaan. Ik vond al dat het zo idioot lang duurde allemaal.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dan gaan we aan de slag met vragenlijsten van de psycholoog. Daar staat iets alarmerends in. Namelijk dat ik in een ongecontracteerd traject ben beland. Hoe kan dat nu? ‘Je hebt toch alleen de gecontracteerde praktijken voor me uitgezocht?’ vraag ik aan Rozenhart. Ik heb haar namelijk op het hart gedrukt, dat ik uitsluitend met deze praktijken in zee wil gaan. Ik betaal al genoeg zelf.

‘Maar sommige niet gecontracteerde praktijken worden toch vergoed,’ riep ze toen als antwoord. ‘Ja, dat zeggen ze misschien, maar ik weet uit jarenlange ervaring, dat dit toch problemen kan opleveren. Dus ik wil alleen met gecontracteerde hulpverleners in zee. Ik wil niet voor rare verrassingen komen te staan…..’

En wat blijkt? Rozenhart heeft een ongecontracteerde club opgeduikeld. ‘Maar ze hebben alleen geen contract met Menzis en CZ,’ probeert ze me gerust te stellen. Heks is er niet gerust op. Ik google Nationale Nederlanden en CZ en vind direct een alarmerend bericht. CZ is een soort overkoepelende zorg-inkoopclub van diverse verzekeraars. Waaronder Nationale Nederlanden. Mijn behandeling word dus niet vergoed.

Rozenhart gaat bellen met de psychologen-praktijk. Die bevestigen dat ik een deel zelf zal moeten betalen. Slechts 10%. Een behoorlijk bedrag als je in aanmerking neemt, dat ik voor een langdurig traject ben aangemeld en ik minstens 1 keer per week een sessie zal krijgen en dat misschien jarenlang…..

Mijn hart vult zich met wanhoop. Na een jaar zoeken en overal weggestuurd worden ben ik nu eindelijk binnen bij de verkeerde club. Doordat iemand weer eens een keertje niet naar me heeft geluisterd. Want ik heb luid en duidelijk gezegd, dat ik niet wilde, dat er ook maar gekeken zou worden naar ongecontracteerde praktijken. Ik had nota bene een waslijst met alle door mijn verzekering gecontracteerde hulpverleners opgezocht.

‘Ik zoek het verder voor je uit,’ zei Rozenhart toen. En zie hoe dat heeft uitgepakt. Heks zit weer met de gebakken peren. Ik kan weer wekelijks gaan lopen dokken.

Wat mankeert mensen toch, dat ze niet naar me luisteren?

‘Sorry Heks,’ zegt Rozenhart. Ze voelt zich vreselijk over deze ontwikkeling. Dat is duidelijk te zien. Heks is er eventjes klaar mee. Straks heb ik een afspraak met de psychologe. Wat moet ik daar nu allemaal mee aan? Gewoon maar weer diep in de buidel tasten en dit ook maar weer gedeeltelijk zelf betalen? Mijn hoofd is helemaal murw van al dit gedoe.

Bont en blauw doe ik Rozenhart uitgeleide. Dan kruip ik in bed. Mijn hulp is intussen gearriveerd en ik kan even niet tegen het geluid van de stofzuiger. Ik wil het liefst mijn kop er af zagen. Ik ben al opgestaan vanmorgen met barstende koppijn. En nu ben ik ook nog bont en blauw. En helemaal door elkaar geschud door die klapper. Wiebelig en huilerig……. Mijn goede humeur is verdwenen als sneeuw voor de zon.

Waarom? Kan er nu nooit eens iets gewoon goed gaan?

 

 

Deukje daar of hier? Krasje op je ziel? Ongelukjes loeren in gaten en hoeken. Zoeken mijn zwakke moment. Slaan dan toe…. Heks is toch zo moe. Maar ook geroerd door mooie verhalen. Over snotlappen en troostzakdoeken. Over de hemelse vasteplantekwekerij. Over mijn voorouders. Ver weg en dichtbij.

Woensdag ben ik de gehele dag druk met mijn kat. En dat terwijl ik me vreselijk slecht voel. Een narrig griepje piept in mijn gewrichten, klappert in mijn kaken en knerst in mijn kop. De dag ervoor heeft de huisarts een Lidocaïne-injectie in mijn nek gezet, maar het effect is weinig pijnstillend te noemen.

‘Het lijkt verdorie wel alsof hij er pijnverwekkers heeft ingesproken. Mijn hele nek is op tilt geslagen. Maar ook mijn armen, schouders, ellebogen, heupen en knieën zijn extreem pijnlijk geworden….’ mompel ik verbluft. Aan het eind van de dag wil ik mijn hoofd het liefst afzagen.

Weg met dat zware gewicht daar bovenop. Ik leef wel verder als kip zonder kop.

Donderdag kan ik dan eindelijk een dagje bijtrekken. Toegeven aan allerlei vage griepverschijnselen. Mijn pijnlijke hoofd te ruste leggen. Alleen het hondje krijgt vandaag wat van mijn beperkte energie.

Ik moet bijkomen en energie sparen. En bijtrekken. En alvast vooruitplannen: Spaarzaam mijn energie om komende bezigheden heen organiseren. Morgen is de begrafenis. Ik check de rouwkaart een keertje of zestien. Ja, het begint echt om twee uur in de middag.

Bij de begrafenis van tante had ik verkeerd gekeken. Dingen door elkaar geklutst. Ik zal wel extreem moe zijn geweest. Kwam ik een half uur te laat. Gelukkig heeft niemand dat toen gemerkt…

Vrijdagmorgen moet ik direct aan de slag. Hondje uitlaten, zelf uitdeuken, bed opmaken samen met mijn hulp, lunchen en douchen en iets stemmige aan trekken. De laatste onderdelen komen in het nauw. Ik douch en trek iets aan, maar de lunch schiet erbij in. Ik neem een broodje sesampasta mee. Daar moet ik het dan maar op doen vanmiddag.

Op de heenweg word ik bijna zijdelings geplet door een kerel in een bestelbus. Hij komt helemaal mijn weghelft op en snijdt me flink af. Ik word gedwongen op de andere baan te gaan rijden, maar daar rijden dus tegenliggers.

Ik toeter en zie de chauffeur van het busje met opschrift ‘Jan van Rhijn’ opschrikken vanachter zijn telefoon. Hij zit al rijdend te SMS’en midden op het kruispunt bij de Lammenschans. Waar het hectisch is en onoverzichtelijk. Waar je uit je achterlijke doppen moet kijken, lul!

Ik wijs op mijn hoofd. Kierewiet. ‘Jeetje, je zal maar een ongeluk krijgen op weg naar een begrafenis,’ denk ik bij mezelf. Stel je voor. Stond ik nu schadeformulieren in te vullen met die idioot. Goddank is het goed afgelopen.

Na de begrafenis rijden we in colonne het terrein af. Voor me rijdt een flinke SUV. Een tegenligger wil er per se langs. Ook langs mij, maar ik rijd net langs een geparkeerde auto. Ik kan geen kant op, pal achter me rijdt ook alweer iemand.

Met mijn halfzachte kop stuur ik ietsjes naar links. Glijdt een beetje opzij, schamp licht tegen de geparkeerde auto. Shit.

Een oud kereltje met skistokken in de hand komt als een duveltje uit een doosje tevoorschijn. Direct begint hij zich met het geval te bemoeien. Ik let maar niet teveel op hem, maar bel aan bij het kolossale huis van de eigenaar van de auto. Zoveel heeft dat gekke kereltje me wel verteld.

Het rare baasje springt nerveus om me heen, als de eigenaar van de auto de voordeur open doet. Direct begint hij te ratelen tegen de man. Dat ik zijn auto heb aangereden en dat hij me direct in mijn kippennek heeft gegrepen…..

De eigenaar wuift de man weg. Eindelijk ben ik van dit kwelduiveltje verlost. We nemen de schade op. Ja, een paar krassen op de voorbumper. Kan evenzogoed een dure grap worden….. De auto is overigens net zo’n deukbak als die van Heks. Over de hele zijkant lopen krassen en butsen.

‘Ik doe tegenwoordig niets meer aan al die beschadigingen. Geen doen in de stad. Om de haverklap maakt er weer iemand een nieuwe deuk in en er hangt nooit een briefje bij. Behalve 1 keertje dan. Maar die persoon had een valse naam en telefoonnummer opgegeven. Iemand zal em wel betrapt hebben, net als dat baasje zonet hier…’ vertel ik de eigenaar.

‘Wat erg voor u,’ reageert hij begripvol. Ja, zo gaat dat in de grote stad. Ik heb hem echter niet op een idee gebracht…..

Gelaten laat ik het allemaal maar over me heenkomen. Ik kan me er niet druk om maken. Wel gek, dat ik een gedachteflits had over het krijgen van een ongeluk, net als van de zomer toen ik zonder benzine kwam te staan op een ongelofelijk ongelukkig punt op de snelweg naar Parijs…… Gelukkig was het in beide gevallen een onschuldig ongeluk. Niets ernstigs. Alleen ongemak en blikschade.

We eten broodjes en drinken koffie met alle genodigden. Wijn, bier en bitterballen volgen. Heks eet haar boterham met sesampasta. Ik zoen tantes en ooms, neven en nichten.

Ik zie hoe de enorme genensoep kromme neuzen door de familie heeft verspreid alsof het niets is. Mij onbekende jonge mensen met mijn neus! Of met andere familietrekken of typische clan-kenmerken.

Ik hoor mooie dingen over mijn oom. Hoe hij altijd twee schone zakdoeken bij zich droeg. Eentje om zijn eigen neus desgewenst in te snuiten en eentje om iemand te troosten! Ook nu heeft hij er twee bij zich!

‘Hij geloofde absoluut in een weerzien met zijn geliefden. Volgens hem is er een enorme kwekerij in de hemel met een grote schuur. Daar zitten al zijn oude medewerkers al stekkend op hem te wachten. Jouw vader is er ook bij…..’ vertelt zijn oudste zoon.

Intussen kun je me natuurlijk wel opvegen. Het was al niet veel de laatste dagen, maar de koek raakt aardig op. Ik begin aan de afscheidsronde.

Een dierbare tante heeft een vraag voor me. Dus ik begin bij haar. Wat ze me echter vraagt is zo ongelofelijk in de pijnlijke roos. Doet zoveel stof vanbinnen opwaaien. Geeft een scala aan inwendige chemische reacties. Ik voel hoe er stoom uit mijn oren ontsnapt. Ik moet nu echt dringend wegwezen hier……

Zo zeg ik alleen tante en lievelingsnicht gedag. Ik zwaai vriendelijk in de rondte. Wapper nog een beetje na dat ik ga. En foetsie ben ik.

Op de terugweg krijg ik het toch nog even te kwaad. Een verlate reactie zoals dat vaker gaat. Thuisgekomen ga ik een enorm end fietsen met VikThor. Hij moet zijn energie kwijt en ik iets anders. Mijn trouwe elektrische Beixo scheurt door de polder. VikThor rent er uitgelaten achteraan.

Wie A zegt moet B zeggen. Wie zegt dat het altijd gemakkelijk is? Als je echt verandert willen mensen je altijd terug in je oude groef. Vooral als je besluit geen pleaser meer te willen zijn. Niet meer overal achteraan te rennen. Of als je ongeschikt raakt als zondebok.

Maak er geen drama van, Heks. Je hebt gedaan wat je kon en nu is het op. Misschien moet iemand anders maar eens op de proppen komen. Je hebt 1 groot voordeel: Je kunt je onttrekken aan wetten van ruimte en tijd. Je kunt je op andere manieren met iemand verbinden. Jij hoeft niet fysiek op bezoek te gaan om iemand te bezoeken.

Vannacht slaap ik ellenlang. Ik meld me af voor de koorrepetitie van vandaag. Eerst maar eens helemaal bijkomen.

Zingen met een brok in je keel. Geen jokkebrok, maar ontroerend afscheid. Blij thuiskomen om je vervolgens dood te schrikken. Kat in het nauw en Heks maakt rare sprongen. Gelukkig komt het goed voor nu. Maar ik zie een muisje in mijn glazen bol. Een miezermuisje dat nog een flink staartje gaat krijgen……..

Dinsdagavond scheur ik naar het koor. Zoals altijd rijdt er een lesauto voor me. Als een dikke constipatieve drol glijdt hij langzaam door stads’ darmkanaal. De stoplichten leveren stevige antiperistaltiek. De lesauto stopt ook nog eens voor iedere medeweggebruiker. Voorrang of niet. Kortom: Het schiet niet op!

Heks zit lekker te schelden. Zo warm ik mooi mijn stem alvast op. Naast me zit mijn oom. Hij is ons onlangs ontvallen. Hij wist niet hoe snel hij weg moest komen. Naar zijn geliefde, terug naar huis!

Maar nu zit hij dan toch naast me in de auto. ‘Ik ga mee naar het koor,’ verklaart hij opgewekt. Mijn oom was een verwoed zanger, net als Heks. Ook had hij gouden straalkachelhandjes net als Heks. Mijn genetisch geaarde oom kon hoofdpijn weghalen als de beste!

Opeens vind ik het niet meer erg om min of meer rijdend achter een lesauto te zijn geparkeerd. Op mijn gemak tuf ik het laatste stukje naar de Vredeskerk. Het zijn de allerlaatste repetities voor de uitvoering. Vanavond wordt er dus flink doorgezongen. We beginnen met het openingslied ‘kommt ihr Töchter helft mir klagen….’ Hoe toepasselijk!

Halverwege voel ik mijn oom naast me. Hij staat enorm te genieten. Mijn keel schroeft dicht van ontroering. Maar dat is nu ook weer niet de bedoeling. Er moet toch echt gezongen worden krijg ik te horen.

Eenmaal thuis wacht me een onaangename verrassing. Mijn zwarte kater wordt weer eens te grazen genomen door de Bengaalse kat van de buren. Voor de zoveelste keer. Op heterdaad betrapt deze keer.

Heks hoort een enorm tumult in de steeg. Vliegensvlug steek ik mijn hoofd uit het raam. De Bengaal valt mijn Panter aan, vlak voor de voordeur. Plukken haar vliegen in het rond.  Trillend van schrik begin ik te schreeuwen. Net zo lang tot die klotekat is verdwenen. Dat duurt eventjes, het pokkebeest is niet snel onder de indruk. Dan haal ik als een haas de Panter binnen.

Ik zet hem in bed. Maar oh, wat een schrik: Zijn achterlijf zwalpt alle kanten op. Hij kan werkelijk geen normale stap meer zetten. Met zijn voorpoten tijgert hij rusteloos door het bed, volledig in paniek nu. Heks raakt ook in paniek. Lieve hemel, wat is dit nu weer? Gebroken rug? Hernia? Herseninfarct? Komt het door die klote-Bengaal? Nierfalen? Help!

Het is natuurlijk intussen een uurtje of 1 in de nacht. Ik moet mijn schat kalm zien te krijgen. Hij blijft maar op zijn voorpoten rondjakkeren. Zijn achterlijf zwabbert er krachteloos achteraan.

Snel geef ik hem een pijnstiller. Ik wil niet dat hij pijn heeft. Dan ga ik lekker naast hem liggen. Ik zet een veld rust en vrede om ons heen. ‘Morgen gaan we naar de dokter, lieverd. Ga nu in hemelsnaam slapen. Toe maar….’

Uiteindelijk vallen we allebei in slaap. De volgende morgen bel ik als eerste de dierenarts. Daar kunnen we aan het begin van de middag terecht. Snel ga ik mijn hondje uitlaten. Ik stop de Panter in een vervoersmand. Hij loopt ietsjes beter dan gisterenavond, maar zijn achterhand zwabbert nog steeds……

De dierenarts weet ook niet wat hij ervan moet denken. Mijn kat wordt grondig onderzocht. ‘We houden hem een middag hier, zodat we het even kunnen aankijken. We gaan zijn bloed onderzoeken, misschien heeft hij slechte nieren…… Er is iets aan de hand, dat zie je zo. Maar wat is het? Hoe komt het?’

Aan het eind van de middag mag ik mijn patser komen ophalen. ‘Ik heb hem helemaal nagekeken. Die kat is kerngezond, werkelijk alle waarden volgens het boekje. Ook heb ik geen neurologische schade kunnen ontdekken. Ik heb nog met een collega overlegd en we zijn tot de conclusie gekomen, dat hij een enorm pak slaag heeft gehad. Dat is de enige verklaring. Het zal die Bengaal wel weer geweest zijn, die beesten hebben veel meer spiermassa dan huiskatten. Hij heeft jouw kat volledig in elkaar geramd….’

Zo zit ik dan weer met een miauwende patiënt thuis. Gekweld loopt hij door het huis. In de loop der dagen lukt dat steeds beter. De bloeduitstortingen en blauwe plekken trekken langzaam weg. Een flinke pijnstiller topt de ergste pijn af. Mijn panter is bovendien een ongelofelijke bikkel…..

Maar ja, hoe nu verder? Vandaag of morgen slaat die kut Bengaal mijn kat dood. Met de eigenaren is het slecht kersen eten. Het is een onwaarschijnlijk echtpaar. De zwijgzame man smijt zonder meer de deur dicht in je gezicht als je aanbelt om je over hun kat te beklagen. De vrouw scheldt als een viswijf, zodra je iets zegt dat haar niet bevalt. Tot die tijd is ze bedrieglijk joviaal.

Bengaalse kat, Bengaal

Heks houdt haar kat voorlopig binnen. Eerst moet hij weer helemaal goed kunnen lopen. Mijn panter is niet blij. Naar buiten wil hij. ‘Het is lente, kom op baas, doe die deur open. Voor zo’n Bengaal moet je niet weglopen…….’

Je hoort het al, als het aan hem lag was er niets aan de hand. Maar ik tel de ernstige verwondingen toegebracht door die klotekat het afgelopen half jaar al niet meer op 1 hand. Een knakstaart, 2 abcessen en een bloederig rafeloor, Afgestorven spier in schouder door zo’n abces. Grote voortand eruit geramd en nu dus weer een enorm pak slaag, waardoor mijn kat een dag halfzijdig verlamd is geweest.

Het trekt langzaam bij. En dat maakt me echt blij.

Ik ben overigens niet de enige, die zich zorgen maakt over de opmars van de Bengaal en andere kruisingen met wilde katten:

Een puntje van kritiek:
Als men een “Asian Leopard cat” met een foundation cat kruist wil men hiermee bereiken een kat te verkrijgen met een wild uiterlijk en een “huiskat karakter”. Soms komt ook het omgekeerde voor, een ogenschijnlijk huiskat uiterlijk met een wild karakter. (een kat die dus niemand! wil hebben) Organisaties als  “Big Cat Rescue”   proberen mensen te overtuigen dat hybride katten geen goed idee zijn. (als argument: de huiskat is circa 5000 jaar oud, dat kan niet in vier jaar overgedaan worden)

Gestrande Heks likt wonden en zindert na van haar bijzondere consult bij paragnost Peter van der Hurk. Laven aan stenen en eten met steenvrouw! Stormachtig weer. Verdraaid: Bezemsteel vergeten…..

steenvrouw12

Rian Geurts, Marmeren beelden, Expositie in ‘Ars Aemula Naturae’ te Leiden

Na mijn bezoek aan de paragnost lig ik een paar dagen omver. Mijn kloppende rauwe en blauwe knie beperkt mijn actie radius aanzienlijk. Ook is de buikgriep weer terug van nauwelijks weggeweest. En ik ben doodmoe.

‘Je hebt er geen zin meer in. Je bent op!’ aldus Peter van der Hurk. Het is waar. Een dodelijke vermoeidheid ontrekt het laatste beetje energie aan  mijn doorgaans toch al beperkte niveau.

‘Je moet wel meer eten en drinken, Heks,’ krijg ik ook te horen tijdens het consult. Lastig natuurlijk met al die vage griepjes. Toch ga ik beter mijn best doen, neem ik me voor. Ik hou enorm van lekker eten. Alleen moet het wel mogelijk zijn om het door te slikken.

‘Er zit allemaal emotie op je keel,’ verklaart Peter dat probleem. Als ik weer een beetje wil eten, moet ik gewoon met anderen afspreken. Samen eten is nu eenmaal veel leuker!

Zo dweil ik dan een paar dagen met de kraan open. Ik doe slechts het hoogstnoodzakelijke: Hondje uitlaten, nog eens hondje uitlaten en weer hondje uitlaten. Het is doorgaans vies pestweer, dus het geeft niks om binnen op de bank te hangen.

Intussen lik ik mijn wonden. De verkregen informatie geeft dan wel veel opheldering, het vraagt ook om een grondige herziening van mijn herinneringen. Onschuldige gebeurtenissen worden geüpgraded naar waardeloze lieg-en bedriegpraktijken. Bedrieglijk mooie herinneringen krijgen een bedrogen kader. Geluk wordt gelul……

‘Ja maar ik zag op een gegeven moment engelen om ons heen staan, zo bijzonder!’ roep ik tegen Peter over een bepaalde relatie met iemand in mijn leven, die erbarmelijk mis is gegaan. ‘Ja, jij zag dat. Dat ben jij! Dat zijn jouw intenties!’ geeft hij terug…….

Ik zie mijn eigen pure intenties gestrand in een moeras van leugens en vreemdgaan. Sommigen, die ik liefhad bestaan niet, elk aanknopingspunt is verdwenen. Wel vallen er heel veel dingen op hun plek. Honderden vallende kwartjes rinkelen me om de oren, alsof ik de hoofdprijs win tijdens gokken met een fruitautomaat!

Al die prachtige intenties keren spontaan bij me terug. Dat is dan wel weer het mooie van dit proces. Ze horen namelijk bij mij. Ze zijn onlosmakelijk met mij verbonden! Die liefde en toewijding vult nu mijn eigen hart. Ik laat het gebeuren. Het is goed.

Zondag ga ik even bij Steenvrouw buurten. Zij exposeert bij ‘Ars Aemula Naturae’ met haar prachtige beelden. Ik maak een paar foto’s, maar de opstelling van de kunstwerken is niet grandioos. ‘Jammer dat ze zo laag staan, schat, ze komen niet zo mooi uit op deze manier.’ ‘Je hebt gelijk. Die sokkels zijn niet goed, we gaan er binnenkort iets aan doen, Heks.’

Mijn vriendin schenkt een glaasje wijn in. We proosten. ‘Zullen we morgen weer eens samen eten? Ik moet beter eten en ook meer. Maar in mijn eentje bak ik momenteel weinig van…’ Steenvrouw nodigt me direct uit om iedere maandag te komen eten, zoals ik dat deed in de tijd dat ik te ziek was om zelf te koken.

Zodoende rijd ik maandagmiddag vanouds naar het gezellige huis van mijn maatje. Ze staat al uitgebreid te kokkerellen. Haar knappe dochter en zoonlief schuiven aan. We kletsen en smullen van heerlijke pompoensoep en zalmpasta. We lachen om de gekke verhalen die over de tafel vliegen. We tafelen nog een beetje na…..

‘Ik ga je er weer uit gooien, lieve Heks,’ zegt mijn vriendin, net op het moment, dat ik mijn jas pak. Ik moet het Varken nog een goeie slinger geven, maar het is zulk vreselijk weer. Weliswaar droog, maar stormachtig!

We pakken elkaar even lekker beet. ‘Dag schat, dank je wel voor het verrukkelijke eten. Ik kan er weer helemaal tegenaan.’

Niet veel later loop ik langs de Vliet. Heen kan ik tegen de lucht aanleunen. Met moeite worstel ik me richting brug in de verte. Terug laat ik me langs het water waaien. Jammer dat ik mijn bezemsteel niet bij me heb, het is echt weer om een beetje te stunten……

Eerst naar de kerk en dan naar de kroeg. Zo hoort het. Kortjakje en Janneke hebben veel te bespreken. Jip kan niet mee. Hij heeft corvee.

jip en janneke, dansen, blij, eten, drinken, spelen

Zondagmorgen ben ik al vroeg uit de veren. Mijn wekker staat nog op zomertijd en zodoende is het nog veel vroeger dan ik in de gaten heb. Pas als ik een kop koffie achter mijn kiezen heb valt het kwartje.

love, liefde, amor, amour, liebelove, liefde, amor, amour, liebelove, liefde, amor, amour, liebe

Mooi zo. Nu kan ik op mijn gemak het hondje uitlaten alvorens naar de kerk te gaan. De laatste keer dat ik mijn gezicht daar heb laten zien is al maanden geleden. Griep en gedoe hielden me aan huis gekluisterd. Vandaag ga ik mijn zonden maar weer eens laten vergeven. Een beetje absolutie kan geen kwaad in mijn geval. In ieders geval. Dat in elk geval!

jip en janneke, dansen, blij, eten, drinken, spelen

Omdat ik zo buitensporig vroeg ben voor mijn doen, kom ik zelfs op tijd in de kerk. Ik schuif naast Jip en Janneke aan. ‘Hoe gaat het met je?’ fluistert mijn vriendin. Ik draai met mijn ogen en trek een bek.

‘Waardeloos, ik heb een vervelende tijd achter de rug.’ ‘Laten we straks ergens gaan koffiedrinken…’ Haar laatste woorden verdwijnen in de eerste klanken van het openingsgezang, maar Heks heeft het goed begrepen: Na de kerk gaan we naar de kroeg.

jip en janneke, dansen, blij, eten, drinken, spelen

Vandaag gaat onze dirigent, Wim de Ru, voor. Hij preekt over de kracht van muziek. Heks weet er alles van. Al weken zingt een prachtige alt onafgebroken het ‘Erbarme Dich’ van Bach in mijn innerlijke geheime klankkast. Mij tot tranen toe beroerend. Telkens weer! Gelukkig is ze tijdens de dienst even stil…..

Als er echter gebeden wordt voor alle mensen, die iemand waar ze veel van houden hebben verloren stromen de tranen weer volop. Heks is een vat vol hevige emoties. Gek word ik ervan.

Na de dienst spoed ik me met Janneke naar het cafe. Jip heeft verplichtingen elders. We bestellen bier en wijn en frietjes. ‘Ik neem ook koffie,’ verzucht Janneke tegen de ober, ‘We hebben een zware preek achter de rug.’ De jongen begint te grijnzen. ‘Wat een pittig wijfie,’ zie ik hem denken. En dat is ze ook. Met haar gekke felle verhalen maakt ze me verschrikkelijk aan het lachen.

 

Vooral als ze vertelt hoe ze een vermeende vreemdganger in haar sociale cirkel bij de kladden heeft gegrepen. ‘Verhalen ophangen dat je op de bank bij die vrouw hebt geslapen, ha! Wie denk je wel dat je voor je hebt? Ik ben de zeventig gepasseerd! Ga iemand anders die onzin maar wijsmaken! Je hebt gewoon de hele nacht liggen ….!’

Ondeugend kijkt ze me aan als ze vertelt hoe haar slachtoffer met de staart tussen de benen het veld ruimde. ‘Welke staart?’ vraag ik onschuldig. We liggen dubbel!

jip en janneke, dansen, blij, eten, drinken, spelen

Het is heerlijk om weer eens uitgebreid bij te praten. Voor we het in de gaten hebben is het alweer half drie. We moeten er vandoor!

Thuisgekomen gaapt een lange lege zondag me aan. Ik heb al zovele zondagen alleen stukgeslagen in mijn leven. Maar vandaag valt het me zwaar.

jip en janneke, dansen, blij, eten, drinken, spelen

De telefoon rinkelt. Het is Joy. Ze komt op de thee met een verlaat verjaarspresentje. Wat lief! Zo kom ik de dag wel door. Vooral als Frogs ’s avonds ook nog eventjes iets langs komt brengen.

jip en janneke, dansen, blij, eten, drinken, spelen

Liefde is het mooiste wat er is. Helaas kunnen wij mensen er maar beperkt mee uit de voeten. Om een eindeloze bron aan te boren moet je toch niet bij je gelimiteerde zelf zijn. Daar is meer voor nodig. Verbinding. Met Godin, God, Bron, Eeuwige, Allah, Boeddha, Jahwe of één van de vrouwelijke varianten op de laatstgenoemden.

Een keertje naar de kerk gaan kan dan geen kwaad. Zeker niet voor een Toverheks!

love, liefde, amor, amour, liebe

1 Korintiërs 13:

1  Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak,

maar had de liefde niet,

ik ware schallend koper

of een rinkelende cimbaal.

2  Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette,

maar ik had de liefde niet,

ik ware niets.

3  Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand,

maar had de liefde niet,

het baatte mij niets.

love, liefde, amor, amour, liebe

4  De liefde is lankmoedig,

de liefde is goedertieren,

zij is niet afgunstig,

de liefde praalt niet,

zij is niet opgeblazen,

5  zij kwetst niemands gevoel,

zij zoekt zichzelf niet,

zij wordt niet verbitterd,

zij rekent het kwade niet toe.

6  Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid.

7  Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.

8  De liefde vergaat nimmermeer;

maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben;

tongen, zij zullen verstommen;

kennis, zij zal afgedaan hebben.

9  Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren.

10  Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.

11  Toen ik een kind was,

sprak ik als een kind,

voelde ik als een kind,

overlegde ik als een kind.

Nu ik een man (VROUW) ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was.

12  Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen,

doch straks van aangezicht tot aangezicht.

Nu ken ik onvolkomen,

maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.

13  Zo blijven dan:

Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.

love, liefde, amor, amour, liebe

Bloedmaan, slijmklodders en dodelijk verveelde Heks. Evenzogoed voel ik me prima. Ik maak me nergens druk om. Mijn snotterkopje krijg je niet gek!

bloedmaan, 2014, vier keer bloedmaan

Bloedmaan valt altijd samen met Joodse feestdagen!

Al dagen dobber ik in mijn snottebel. Het heeft wel iets vredigs. Tussen mij en de  boze buitenwereld heeft zich een muur van slijm opgetrokken. Ik hoor, ruik en proef maar een fractie van wat er allemaal voorbijkomt. Ook lijk ik minder te voelen. Althans: Ik kan me nergens druk om maken. Alleen mezelf warm houden telt. En wat vitamientjes binnen krijgen….

bloedmaan, 2014,

Moeder Maan is gewoon Bloedmooi!

Het enige wat je kunt doen bij zo’n echte ouderwetse griep is eraan toegeven. Wachten tot het over is. Je niet druk maken.

De laatste dagen ben ik toch een beetje in de weer geweest. Niks bijzonders hoor. Thuishulp, fysiotherapie, acupunctuur, hondje uitlaten. Paar boodschappen halen…. Vandaag echter ben ik teruggeschakeld naar een slakkengang . Als ik dan toch zo slijmerig ben als een huisjesslak, kan ik net zo goed hun trage tempo aanhouden!

bloedmaan, 2014,

Is het dan eindelijk zover?

Omdat er een bronchitis de kop op steekt haal ik mijn pufmiddelen uit de kast. Ik ben op alles voorbereid. We gaan dit virus de deur uitjagen. Op passieve wijze wel te verstaan. Ik ga net zo lang voor pampus liggen, totdat het virale monster zich net zo gaat vervelen als Heks. En de benen neemt.

bloedmaan, 2014, vier keer bloedmaan

Gisteren was de laatste van deze reeks.

Zou het samenhangen met bloedmaan? Vannacht was het de vierde van dit jaar. Is het einde der tijden nabij? Ach wat kan het schelen. Ik snotter sluimerend de dag door.

Gelukkig heeft Frogs Varkentje opgehaald. Straks komt hij hem terugbrengen. Dan kletsen we eventjes. Zie ik een medemens. En wat voor één!

bloedmaan, 2014,

Heks houdt van Maan

bloedmaan, 2014, bloedmaan, 2014, bloedmaan, 2014, bloedmaan, 2014, bloedmaan, 2014, bloedmaan, 2014, bloedmaan, 2014,

Stad maakt zich klaar voor volksfeest: Leidens Ontzet! Verlossing na jarenlange belegering. Door Spanjaarden nog wel. Je kunt je er niets meer bij voorstellen…. De moeite van het vieren waard! Niet iedereen wordt altijd verlost van kwelgeesten. Gerechtigheid is vaak ver te zoeken…..

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

De stad is in licht opgewonden staat. Hele stukken zijn onbegaanbaar. Grote kerels met klauwen van handen schroeven enorme kermisattracties in elkaar. Friettenten schieten als paddestoelen uit de grond. Een vage geur van hutspot vult de straten. Langs de grachten verschijnen de eerste kraampjes met dingen die je niet nodig hebt. Studenten zijn zich alvast aan het indrinken. Nog een nachtje slapen en dan barst het feest los.

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Ik heb mijn auto voor het politiebureau geparkeerd. De veiligste plek lijkt me. Bovendien bereik ik met het gele gevaar vanuit mijn wijk op geen enkele manier meer de bewoonde wereld. Dat wordt te voet al moeilijk. Hondje uitlaten is werkelijk een ramp de komende dagen. En waarom? Vanwege ons eigen Leidse volksfeest: 3 oktober.

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Gisteren is per ongeluk mijn vriezer ontdooid. Ik kwam er iets te laat achter, dus mijn hondje had een hele goeie dag. Het was een enorme klus om alles uit te zoeken en schoon te maken. Een aantal dingen zijn nog te gebruiken, dus ik ben aan het kokkerellen geslagen. Hoewel ik eigenlijk lekker wil uitrusten, om het komende weekend te overleven, ben ik de hele tijd druk in de weer.

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Nu staat er een enorme schaal klapstuk in de oven. Ik ga zo aardappelen schillen, pastinaak en uien schoonmaken, wortel en ui door een keukenmachine halen…… Of zal ik lekker vroeg naar bed gaan? Morgen is er weer een dag uiteindelijk. Het enige, dat echt af moet is al dat vlees in de oven.

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Op de televisie is een drama aan de gang. Iemand krijgt tijdens een operatie een bijna dood ervaring. Het grijpt me aan. Heks is ook een keertje in het ziekenhuis de pijp uitgegaan en toch blijven leven. Tegen alle verwachtingen in. Technisch gezien had ik dood moeten zijn.  Er zat meer bloed in mijn buikholte, dan in mijn aderen…..Sindsdien kijk ik heel anders tegen de dood aan. Het idee, dat we ook maar iets weten en begrijpen heb ik helemaal losgelaten. Nieuwsgierig ben ik nog steeds.

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, paradefanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Als ik vanmiddag eventjes in het ziekenhuis ben voor wat medicatie, loop ik een bekende tegen het lijf. Het is iemand, die vroeger heel lullig tegen me deed over het feit dat ik een ziekte heb. Door meditatie en bewustzijn zou ik dat gewoon weg kunnen krijgen. Zieke mensen vond ze sowieso erg irritant. We mediteerden ooit samen in een groep. Daar zaten relatief veel zieke, zwakke en misselijke zielen in. Op zoek naar wat verlichting…. Regelmatig kreeg deze of gene met een gebrek een veeg uit de pan.

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Gek genoeg werkt ze wel in een ziekenhuis! Ik zit eventjes zit te wachten, terwijl ze een telefoongesprek voert. Vol verbazing observeer ik haar. Liefdevol en geduldig staat ze de patiënten te woord!

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, paradefanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Ik informeer hoe het met haar gaat. Ze heeft zelf enige tijd geleden een ernstige ziekte doorgemaakt. Aanvankelijk riep ze dat ze het wel eventjes weg zou mediteren. ‘Ik hoef geen chemo, bestraling of operatie. Ik ga het op een andere manier aanpakken.’ Later bleek ze het toch niet te redden zonder behandelingen. Maar het gaat weer goed met haar! Gelukkig.

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Ik ben natuurlijk benieuwd of deze ervaring haar iets milder heeft gemaakt. Ze werpt zichzelf links en rechts altijd op als geestelijk leider, maar ik zou nog geen gezond schaap aan haar kudde toevertrouwen. Laat staan een mens met sores. Maar misschien heeft haar ziekteproces louterend gewerkt?

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

‘Oh, die ziekte, daar denk ik niet meer aan. Als het terug komt zien we wel weer. Ik ben nu zover, dat ik weet waarom ik ziek ben geworden.’ Dus ziekte heeft een reden! Je kunt er achter komen waarom dit lot je treft! Vervolgens vertelt ze over haar nieuwe spirituele leraar. Ik heb over hem gehoord.

Het is een afvallige monnik. Jarenlang verbleef hij in het klooster van mijn leraar Thich Nhat Hanh. Hij is intussen enigszins omstreden in die kringen, want hij is getrouwd. Heks maakt het allemaal niet uit. Maar ik heb dan ook niets tegen seks. Ik heb meer moeite met het celibaat. Niet als gedrag, maar als gedragsregel. Volgens mij is het niet zonder gevaar om seksuele energie te onderdrukken. Kijk maar naar het seksuele misbruik door de celibatairen in de Katholieke kerk….

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel

Het lijkt er niet op, dat mijn kennis veel opgestoken heeft van haar ziekte, maar ik kan me vergissen. Ze is er in elk geval niet milder van geworden betreffende het fenomeen ziek zijn. Ik heb nog steeds het gevoel, dat ik een sukkel ben in haar ogen met mijn ziekte. Als ik iets beter mijn best zou doen was ik er al lang vanaf. Maar ja, ik krijg geen chemo en bestraling. Ik moet het maar zo’n beetje zelf uitzoeken…..

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Zij is niet de enige, die me zo’n gevoel heeft bezorgd onlangs. In het MEpatiëntenblad van deze maand staat een artikel, dat me treurig maakt. Het is een verhaal over de ervaringen van een aantal mensen met een wat schimmige behandeling. Binnen drie dagen van je klachten af. De patiënten leren om bepaalde patronen te doorbreken en hopla, je bent weer fris en fruitig. Wat een gelul.

 

Ze vertellen er overigens niet bij, hoe ze dat resultaat bewerkstelligen. Eigenlijk staat er niets in het verhaal waar je uit kunt opmaken, wat ze met je gaan uithalen in die drie dagen. Uiterst mysterieus. Er zal wel een lekker prijskaartje aan hangen. Pure geldklopperij vermoed ik.

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

Als ik check of het soms om een advertentie gaat, blijkt het wel degelijk een artikel te zijn. Niet redactioneel. Mensen hebben stomweg hun ervaringen opgeschreven……. En dat wordt dan over ons, patiënten,  heengestort…….

Wat ik wel erg vind is dat dit blad, MEdium, hieraan meewerkt. We hebben al zoveel problemen om serieus genomen te worden. Als onze eigen mensen nu ook al beginnen met dit soort flauwekulverhalen, dan is het einde compleet zoek!

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel

Onder mijn raam begint de fanfare te toeteren. Hun oefenhol is hier om de hoek. Ze gaan meedoen aan een Jamboree. Ik schreeuw wat aanmoedigingen naar buiten. Maak een paar foto’s De komende dagen zullen ze nog heel wat charges doen vanuit deze steeg. Taptoe, optocht, Reveille! Het feest is nu officieel begonnen.

fanfare, toeters, trommels, bewegende fanfare, drumband, trompet, blaaskapel, parade

 

Kleurrijke parade van Japanse Kimono’s door Leidse binnenstad. Heks loopt mee! Ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling van het werk van Fred Rohde ‘Japan now & then’.

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

Heks en Appeltje

 

Vrijdag komt Cowboy naar Leiden. Hij geeft me een cadeautje. Een beeldig en kleurrijk sjaaltje van Oilily. ‘Als aandenken. Zal ik er wat aftershave op spuiten?’ Heks gniffelt. ‘Ga er maar mee hardlopen, dan geurt ‘ie pas echt naar jou!’ Ik vind mijn lief heerlijk ruiken!

We slaan een paar fantastische dagen stuk samen. We doen niets bijzonders. Hondje uitlaten, kletsen, eventjes de stad in. ’s Avonds roosteren we heerlijke hapjes op de buitengrill. We genieten ten volle van dit laatste weekend samen. Ysbrandt heeft zo zijn eigen agenda. Hij heeft een maag/darmvirus opgelopen en is een hele sneue versie van zichzelf……

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade, het kimonogenootschap

De dames van het Kimono Genootschap met Appeltje

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

Een laatste overleg tussen True en de directeur van het Siebolthuis

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono paradevrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

 

Zondagmiddag voeg ik me bij True en haar assistentes in het Siebolthuis aan het Rapenburg. Vanmiddag loop ik mee in een Kimono Parade ter ere van de opening van de fototentoonstelling van Fred Rohde ‘Japan now & then‘. In ‘Vooraf en toe, Eet-, Drink en Kunstlokaal’. Een leuke horecagelegenheid aan de Botermarkt, waar je alleen maar voorafjes en toetjes kunt eten…..

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono paradevrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono paradevrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

 

Boven in het museum is een kleine ruimte vol vrouwen, kimono’s, doeken, linten en kobi’s. Het is er een nerveuze drukte van belang. True staat druk gebarend iedereen te instrueren. Letterlijk alles haalt ze uit de kast om dit volgende hoogtepunt in het jubileumjaar van haar fotograferende echtgenoot luister bij te zetten…..

Onhandig sta ik daar met die enorme kimono. Hoe moest het ook alweer. Ik ben vorige week nog wel op cursus geweest in de galerie van dit creatieve echtpaar. Gelukkig is er een kordate Japanse dame, die me vakkundig aankleedt. Af en toe moet ze op haar tenen staan, het is een wonder dat die kimono past. Heks is weer een reuzin tussen de Aziatische dames.

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

De fluitspeler komt tevoorschijn

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

True gaat voorop

 

Heks heeft ook een kleine bijdrage geleverd aan de kostuums. Ze heeft een paar kussentjes in elkaar geflanst om onder de Kobi (die strik op de rug) te dragen. Leuk om weer eens een beetje te fröbelen. De meeste dames hebben echter hun eigen kussentje. En witte teensokjes.

Als ik helemaal in de kleren zit, voeg ik me bij het gezelschap buiten. Voor het Siebolthuis is een Japanse markt. Ik maak kennis met de oer-Hollandse dames van ‘Het Kimonogenootschap’. Ze zien er fantastisch uit. Regelmatig kleden ze zich zo. Superleuk toch?

 

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

We zijn op weg

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

Deze jongetjes keken met grote ogen naar ons

 

Van alle kanten worden we gefotografeerd. Heks kan het ook niet laten. Het is zo’n feest voor het oog, deze parade. Een waardig eerbetoon aan het oeuvre van iemand met een goed oog bij uitstek. Het feestvarken zelf is ook druk met zijn royale camera in de weer. Natuurlijk!

 

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

Een kleurrijk lint

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

door de Leidse binnenstad

 

Bij het aankleden boven hoorde ik plotseling een bekende stem. Mijn oude vriendin Appeltje bleek ook gestrikt te zijn voor de parade. Vakkundig trok ze haar kimono aan. De kloosterversie is beduidend minder ingewikkeld…. En zij heeft veel ervaring, want ze gaat regelmatig naar Japan, om haar zen-leraar te bezoeken. Ze vergezelt hem op zijn vele reizen. En indien nodig slaat ze de scepter in zijn klooster…..

Buiten kletsen we even lekker bij. Samen lopen we in de parade. Wat gezellig! En wat hebben we weer veel te bespreken! Het doet me denken aan vroeger, toen we samen filosofie en muziekwetenschap als bijvak volgden. Eindeloos konden we hierover filosoferen…. Tot in de kleine uurtjes!

 

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

Fred Rohde, het feestvarken

vrouw in kimono, Japan, traditioneel

Een stralende True, de aanstichtster van dit event

 

Eindelijk is het zover. Op het bordes van het museum verschijnt een traditionele fluitspeler naast True. Zij geeft de aftrap. Als een rattenvanger van Hamelen zet hij de stoet in beweging. We slingeren als een kleurig lint door de stad. Overal staan fotografen. De Leidse bevolking kijkt haar ogen uit. Omroep Rijnland filmt onze aankomst bij de expositieruimte. Kortom: Het is een groot feest!

vrouw in kimono, Japan, traditioneel, kimono parade

Hier bloeit iets moois!

vrouw in kimono, Japan, traditioneel

 

Binnen opent de directeur van het Siebolthuis de tentoonstelling. Ze bespreekt met name  1 foto van Fred. In Japanse termen is die foto volmaakt. Ik zie wat ze bedoelt. De kleur rood, die overal terugkomt. De compositie. Er gebeurt van alles en toch is het volmaakt in balans…..

Maar ook de andere foto’s mogen er zijn. Echt prachtig. Wat een talent heeft hij toch!

vrouw in kimono, Japan, traditioneel

vrouw in kimono, Japan, traditioneelvrouw in kimono, Japan, traditioneelvrouw in kimono, Japan, traditioneel

 

Achterin de gelegenheid begint een dansperformance door Risa Takita. Buiten kun je Sushi eten en Sake drinken. Er is een Ikebana demonstratie, die subtiele bloemsierkunst uit het land van de rijzende zon. Iemand maakt trefzekere tekeningen met penseel en inkt. En overal prachtige vrolijke mensen.

Goeie hemel, True. Het is je weer gelukt! Je hebt het weer geflikt! Al die heerlijke mensen heb jij bij elkaar gebracht en weten te motiveren. ‘Sorry Heks, dat ik zo bazig bezig was vorige week’, fluisterde ze me aan het begin van de middag toe.

Tijdens de Kimono instructies  moesten we van alles opschrijven, op een bepaalde manier opvouwen en in kleurige doeken inpakken. Op Japanse wijze. Ook moesten we door de straat lopen met kleine pasjes, schouders naar voren, zodat je nek goed uitkomt. Want daar worden ze  in deze cultuur wild van…. Het is geen land van boob jobs……

Zie je wat een voorbereiding er vooraf is gegaan aan deze middag? Ongelofelijk. En dit is slechts een tipje van de sluier….

Hulde aan Fred Rohde en zijn prachtige foto’s. En hulde aan True met haar grote talent om mensen te verbinden…… En haar enorme doorzettingsvermogen!

Japanse dans in kimono,muziek traditioneelJapanse dans in kimono, traditioneelJapanse dans in kimono, traditioneel

Japanse dans in kimono, traditioneel Japanse dans in kimono, traditioneel

Japanse dans in kimono, traditioneel

Japanse dans in kimono, traditioneelJapanse dans in kimono, traditioneel

Japanse dans in kimono, traditioneel

Japanse dans in kimono, traditioneelJapanse dans in kimono, traditioneelJapanse dans in kimono, traditioneelJapanse dans in kimono, traditioneel