‘Honesty, integrity and loyalty,’ Cesar Millan kijkt doordringend in de lens, ‘Dat zijn de basisregels in de hondenwereld. ‘ Goh, ik lijk zelf wel een hond,’ mijmert Heks, ‘Ik haat liegen, ik heb een belachelijk lange adem en integriteit staat hoog in mijn vaandel.’ Niet dat het je helpt om in de mensenwereld je doelen te bereiken en jezelf te handhaven. Daar kun je beter een manipulatieve teringlijer zijn. Of een liegbeest en jokkebrok.

Heks heeft toch altijd maar veel moeite om de wereld te begrijpen. De misselijkmakende mensheid. Ik sta toch steeds weer te kijken van ons idiote en destructieve gedrag.

Mijn kop lijkt anders te werken, dan die van het overgrote deel van mijn medemensen. Als ik iets zeg meen ik het. Als ik iets beloof doe ik het. Waar veel mensen maar lopen te blaten wat een ander wil horen. Door hun tanden liegen of het gedrukt staat. En al helemaal niet doen wat ze beloven.

Belofte maakt eigen schuld, dikke bult.

Vanavond kom ik nijdig thuis van 1 van mijn koren. Het heeft een tijdje geduurd voordat ik zover was. Maar ja, ik ben kwaad. Spinnijdig op iemand, die jarenlang achter mijn kont aan heeft lopen paraderen. Redelijk kansloos overigens, maar ik ben evenzogoed altijd lief voor die persoon geweest. En aardig. Ook heb ik eindeloos geluisterd naar zijn verhalen. En hem mijn vriendelijke aandacht gegeven.

En nu word ik opeens volledig genegeerd, omdat meneer de Koekepeer verkering heeft gekregen. Hoera overigens. Ik ben blij voor dit ei. Dat er toch een potje voor dit dekselse eikeltje is opgedoken. Maar zo grof worden afgeserveerd heb ik niet verdiend. ‘We zijn vrienden, bladiebla,’ lopen beweren strookt niet met dit soort gedrag.

Wat een kwetsende kwezel. Me behandelen alsof ik lepra heb. Bah.

Heks zou zoiets zelf nooit doen. Daarvoor heb ik teveel respect voor mijn medemens. Ik kan er dan ook met mijn pet niet bij. Ik slaap er overigens geen nacht minder om.

Gedoe met mannen. Ik had hem gewoon keihard moeten afwijzen, recht in zijn gezicht. Maar ja, daar is dit zacht gekookte ei dan weer te aardig voor. En nu dan stank voor dank. Bizar.

Vorige week spreek ik met een leuke man af. We hebben elkaar ontmoet in de sauna. Ook die man liep enorm achter me aan te prossen. Om de haverklap kwam ik hem tegen. Begon hij weer een praatje.

Heks raakt uiteindelijk geïnteresseerd in de man, dus een paar dagen later ontmoeten we elkaar opnieuw in een horecagelegenheid. We drinken een glas wijn en praten over koetjes en kalfjes.

Na een uurtje zegt de man opeens ‘Jij bent zeker vrijgezel?’ Ja duh, natuurlijk. Waarom zou ik anders met je afspreken, malloot. Hij heeft echter een vriendin. ‘Gaat dit de stemming bederven?’ informeert hij langs zijn neus weg.

Intussen hebben we eten besteld. We praten nog wat verder, maar ik heb natuurlijk al lang besloten, dat het bij deze afspraak blijft. Liegen en bedriegen is niks voor Heks. Zijn vriendin is een zuster van me, ik voel me solidair met haar. En wat die man zijn huidige geliefde flikt, flikt hij natuurlijk elke partner. Vreemdgangers zijn aan mij niet besteed.

‘Kun je masseren?’ vraagt hij me opeens. Hijzelf kan het als de beste. Hij heeft een cursus tantra-massage gevolgd! Omzichtig probeert hij me te enthousiasmeren voor een lekkere massage. Voor mijn geestesoog zweeft mijn massagetafel. Op een steenworp afstand van het etablissement.

‘Ja,’ hikt Heks, ‘Dat lijkt me nu echt een heel goed idee, maar nee….’ ‘Je moet gewoon je grenzen bewaken,’ weerlegt mijn verleider mijn bezwaren. Heks moet hartelijk lachen ‘Ja, dat ken ik, dat grenzen bewaken. Ik heb wel eens een keurig getrouwde man op mijn tafel gehad voor een paranormale behandeling. We deden samen een opleiding en gingen wat oefenen.’

‘Toen ik me omdraaide om iets te pakken trok hij snel al zijn kleren uit. Nergens voor nodig. Die energie gaat gewoon door kleding heen. Lag hij daar met een paal van hier tot Tokio in zijn blote tokus……’

‘Daar masseer je dan toch gewoon omheen,’ reageert mijn gesprekspartner onverschrokken, ‘Het is gewoon een kwestie van grenzen stellen…..’ Zucht.

Heks betaalt de rekening en we stappen op. Het afscheid is wat ongemakkelijk. Het was gezellig. We hebben zeker een klik. Maar mijn verbijstering over het feit, dat hij de kluit belazert hangt al het zwaard van Damocles boven ons hoofd.

‘Hij heeft zich gewoon enorm in je vergist. Zowel qua leeftijd als qua hoe je in elkaar steekt. Hij doet dit ongetwijfeld vaker. Net als je hopeloze ex, Heks,’ pruttel ik de volgende dag tegen mezelf.

Heks is namelijk heel streng. Polyamorie? Geen enkel probleem mee, als ik er maar niet aan mee hoef te doen. Zolang je open en eerlijk opereert zal je me niet horen. Maar vreemdgaan, liegen en bedriegen vind ik vreselijk. Dat past totaal niet bij mij.

Helaas komen al die vreemdgangers hun ‘zonden’ altijd bij Heks opbiechten. Ik heb daar een vreselijke hekel aan. Weet ik weer van allemaal brave huisvaders en -moeders, dat ze hun geliefde belatafelen. Wil ik niet weten.

Zo word ik dus nogal eens verkeerd ingeschat, Bij mannen sta ik ofwel op een voetstuk en word op afstand aanbeden. Ofwel denkt iemand, doorgaans getrouwd, dat ik in ben voor het uitleven van zijn wilde geile fantasieën. Ook het fenomeen, dat mensen menen hun foute gruizige avonturen met me te moeten delen is een verkeerde inschatting.

Honesty, integrity and loyalty, daar gaat het om in de hondenwereld,’ zegt Dog Whisperer Cesar Millan in een televisieprogramma. Het klinkt me als muziek in de oren. Ach, Heks is gewoon net een hond.

Zingen met een brok in je keel. Geen jokkebrok, maar ontroerend afscheid. Blij thuiskomen om je vervolgens dood te schrikken. Kat in het nauw en Heks maakt rare sprongen. Gelukkig komt het goed voor nu. Maar ik zie een muisje in mijn glazen bol. Een miezermuisje dat nog een flink staartje gaat krijgen……..

Dinsdagavond scheur ik naar het koor. Zoals altijd rijdt er een lesauto voor me. Als een dikke constipatieve drol glijdt hij langzaam door stads’ darmkanaal. De stoplichten leveren stevige antiperistaltiek. De lesauto stopt ook nog eens voor iedere medeweggebruiker. Voorrang of niet. Kortom: Het schiet niet op!

Heks zit lekker te schelden. Zo warm ik mooi mijn stem alvast op. Naast me zit mijn oom. Hij is ons onlangs ontvallen. Hij wist niet hoe snel hij weg moest komen. Naar zijn geliefde, terug naar huis!

Maar nu zit hij dan toch naast me in de auto. ‘Ik ga mee naar het koor,’ verklaart hij opgewekt. Mijn oom was een verwoed zanger, net als Heks. Ook had hij gouden straalkachelhandjes net als Heks. Mijn genetisch geaarde oom kon hoofdpijn weghalen als de beste!

Opeens vind ik het niet meer erg om min of meer rijdend achter een lesauto te zijn geparkeerd. Op mijn gemak tuf ik het laatste stukje naar de Vredeskerk. Het zijn de allerlaatste repetities voor de uitvoering. Vanavond wordt er dus flink doorgezongen. We beginnen met het openingslied ‘kommt ihr Töchter helft mir klagen….’ Hoe toepasselijk!

Halverwege voel ik mijn oom naast me. Hij staat enorm te genieten. Mijn keel schroeft dicht van ontroering. Maar dat is nu ook weer niet de bedoeling. Er moet toch echt gezongen worden krijg ik te horen.

Eenmaal thuis wacht me een onaangename verrassing. Mijn zwarte kater wordt weer eens te grazen genomen door de Bengaalse kat van de buren. Voor de zoveelste keer. Op heterdaad betrapt deze keer.

Heks hoort een enorm tumult in de steeg. Vliegensvlug steek ik mijn hoofd uit het raam. De Bengaal valt mijn Panter aan, vlak voor de voordeur. Plukken haar vliegen in het rond.  Trillend van schrik begin ik te schreeuwen. Net zo lang tot die klotekat is verdwenen. Dat duurt eventjes, het pokkebeest is niet snel onder de indruk. Dan haal ik als een haas de Panter binnen.

Ik zet hem in bed. Maar oh, wat een schrik: Zijn achterlijf zwalpt alle kanten op. Hij kan werkelijk geen normale stap meer zetten. Met zijn voorpoten tijgert hij rusteloos door het bed, volledig in paniek nu. Heks raakt ook in paniek. Lieve hemel, wat is dit nu weer? Gebroken rug? Hernia? Herseninfarct? Komt het door die klote-Bengaal? Nierfalen? Help!

Het is natuurlijk intussen een uurtje of 1 in de nacht. Ik moet mijn schat kalm zien te krijgen. Hij blijft maar op zijn voorpoten rondjakkeren. Zijn achterlijf zwabbert er krachteloos achteraan.

Snel geef ik hem een pijnstiller. Ik wil niet dat hij pijn heeft. Dan ga ik lekker naast hem liggen. Ik zet een veld rust en vrede om ons heen. ‘Morgen gaan we naar de dokter, lieverd. Ga nu in hemelsnaam slapen. Toe maar….’

Uiteindelijk vallen we allebei in slaap. De volgende morgen bel ik als eerste de dierenarts. Daar kunnen we aan het begin van de middag terecht. Snel ga ik mijn hondje uitlaten. Ik stop de Panter in een vervoersmand. Hij loopt ietsjes beter dan gisterenavond, maar zijn achterhand zwabbert nog steeds……

De dierenarts weet ook niet wat hij ervan moet denken. Mijn kat wordt grondig onderzocht. ‘We houden hem een middag hier, zodat we het even kunnen aankijken. We gaan zijn bloed onderzoeken, misschien heeft hij slechte nieren…… Er is iets aan de hand, dat zie je zo. Maar wat is het? Hoe komt het?’

Aan het eind van de middag mag ik mijn patser komen ophalen. ‘Ik heb hem helemaal nagekeken. Die kat is kerngezond, werkelijk alle waarden volgens het boekje. Ook heb ik geen neurologische schade kunnen ontdekken. Ik heb nog met een collega overlegd en we zijn tot de conclusie gekomen, dat hij een enorm pak slaag heeft gehad. Dat is de enige verklaring. Het zal die Bengaal wel weer geweest zijn, die beesten hebben veel meer spiermassa dan huiskatten. Hij heeft jouw kat volledig in elkaar geramd….’

Zo zit ik dan weer met een miauwende patiënt thuis. Gekweld loopt hij door het huis. In de loop der dagen lukt dat steeds beter. De bloeduitstortingen en blauwe plekken trekken langzaam weg. Een flinke pijnstiller topt de ergste pijn af. Mijn panter is bovendien een ongelofelijke bikkel…..

Maar ja, hoe nu verder? Vandaag of morgen slaat die kut Bengaal mijn kat dood. Met de eigenaren is het slecht kersen eten. Het is een onwaarschijnlijk echtpaar. De zwijgzame man smijt zonder meer de deur dicht in je gezicht als je aanbelt om je over hun kat te beklagen. De vrouw scheldt als een viswijf, zodra je iets zegt dat haar niet bevalt. Tot die tijd is ze bedrieglijk joviaal.

Bengaalse kat, Bengaal

Heks houdt haar kat voorlopig binnen. Eerst moet hij weer helemaal goed kunnen lopen. Mijn panter is niet blij. Naar buiten wil hij. ‘Het is lente, kom op baas, doe die deur open. Voor zo’n Bengaal moet je niet weglopen…….’

Je hoort het al, als het aan hem lag was er niets aan de hand. Maar ik tel de ernstige verwondingen toegebracht door die klotekat het afgelopen half jaar al niet meer op 1 hand. Een knakstaart, 2 abcessen en een bloederig rafeloor, Afgestorven spier in schouder door zo’n abces. Grote voortand eruit geramd en nu dus weer een enorm pak slaag, waardoor mijn kat een dag halfzijdig verlamd is geweest.

Het trekt langzaam bij. En dat maakt me echt blij.

Ik ben overigens niet de enige, die zich zorgen maakt over de opmars van de Bengaal en andere kruisingen met wilde katten:

Een puntje van kritiek:
Als men een “Asian Leopard cat” met een foundation cat kruist wil men hiermee bereiken een kat te verkrijgen met een wild uiterlijk en een “huiskat karakter”. Soms komt ook het omgekeerde voor, een ogenschijnlijk huiskat uiterlijk met een wild karakter. (een kat die dus niemand! wil hebben) Organisaties als  “Big Cat Rescue”   proberen mensen te overtuigen dat hybride katten geen goed idee zijn. (als argument: de huiskat is circa 5000 jaar oud, dat kan niet in vier jaar overgedaan worden)