MiAUAUAUAUAUW! ME AU AU AU AU AU! De panter heeft zich weer eens in de nesten gewerkt. Het is altijd wat met de dolende ridder. Is het niet dit, dan is het weer dat. Heks heeft haar handen vol aan dit geliefde monster. Terwijl mijn bankrekening er op leegloopt!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een paar weken geleden ben ik de panter weer eens kwijt. Ik heb direct een naar gevoel en al na een dag loop ik uitgebreid te roepen in de buurt. Begrijp me goed, het beest is wel vaker op stap. Dagenlang soms. Hele weken, maanden ben ik hem kwijt geweest.

Meestal maak ik me geen zorgen, maar als er iets mis is voel ik het direct. Zo ook nu. Waar zit mijn monster?

Na een uitgebreide zoekronde ’s avonds laat zie ik hem bij thuiskomst voor de voordeur zitten. Maar als hij me in het oog krijgt kruipt hij weg. Komt weer naar me toe. Loopt weg. Komt, loopt weg, komt toch……

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Ha gekke ridder van me,’ zing ik hem zachtjes toe, terwijl ik hem over zijn koppie aai, ‘He, wat is dit? Je staart is raar. Hij lijkt wel gebroken….’ Terwijl ik mijn hand langs zijn hele lijf laat glijden voel ik een rare knik aan de basis van zijn lange staart. Jeetje. Die heeft ergens tussen klem gezeten. Dit heb ik nog nooit eerder gevoeld.

Ik neem mijn schat mee naar binnen, alwaar hij de gehele nacht bovenop mijn buik ligt. Hij zoekt steun, want zijn arme staart doet echt pijn. Dat is goed te merken. De volgende dag gaan we naar de dierenarts.

Die geeft ons een sterke pijnstiller mee. ‘Het is niet gebroken, maar er zit wel een werveltje helemaal scheef. Ik doe er verder niets aan. Met een paar dagen voelt hij zich veel beter.’ Geen dure röntgenfoto gelukkig. ‘Nergens voor nodig,’ zegt de man.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Nou, dat was dan je zevende leven. Of was het pas het zesde? Ik ben de tel kwijt, mafkees,’ mopper ik zachtjes tegen hem op de terugweg. Mijn avontuurlijke boerenridderkater heeft altijd wat. En ondanks het feit, dat hij toch ook een dagje ouder wordt is hij nog steeds uitermate uithuizig. De ellendeling.

Ik houd hem een paar dagen binnen. Altijd een hele heisa, want meneer wil niet binnen blijven. Hij wil de hort op. De buurt verkennen, de nachtburgemeester uithangen, achter de muizen aan!

Na vier/vijf dagen laat ik hem maar weer naar buiten. Hij is behoorlijk opgeknapt, maar de knik is een blijvertje lijkt het.

Vorige week is meneer koekepeer weer eens onvindbaar. Al dagen hebben we ruzie. Hij komt binnen, eet zijn eten op en staat dan aan 1 stuk door te schreeuwen, dat hij weer naar buiten wil. Van nog wat extra brokjes wil hij niks weten. Hij eet alleen nog maar blikvoer lijkt het!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De laatste dagen wilde hij zelfs niet meer mee naar binnen. Moest ik hem achterna rennen en vangen. Met een grote tegenstribbelende zwarte kater onder mijn arm de trap oplopen.  Hem stevig vasthouden tot we binnen waren, omdat hij em anders direct weer zou smeren. Wat heeft die kat toch?

Nu is hij dus al twee dagen pleite. Pas de derde dag zie ik hem van een muur via mijn auto, die verderop in de steeg geparkeerd staat, op straat springen. En ook nu krijg ik hem slechts met moeite mee naar binnen. Waar hij dan weer wel aanvalt op zijn eten: Hij is uitgehongerd!

‘Wat heb je toch, gekke kat?’ Heks houdt hele verhalen tegen haar schatje. Hij kijkt me serieus aan. Opnieuw valt het me op dat hij er anders uitziet. Maar waar ik er een paar dagen geleden nog niet de vinger op kon leggen, zie ik nu plotseling hoe zijn kop aan 1 kant is opgezwollen tot enorme proporties.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zijn linkeroog zit zelfs een beetje dichtgedrukt. De zwelling is pijnlijk. En plotseling heel groot geworden. ‘Waarschijnlijk een abces,’ concludeert Heks. Deze ridderkater zal wel weer een potje gevochten hebben…..

Zo zit ik zondagmorgen weer bij de dierenarts. Mijn goedkope tuincentrum-arts is helaas niet beschikbaar, dus ik zit bij een peperdure collega. De rekening is nog net niet zo erg als eentje, die ik ooit eens op een zaterdagavond laat heb opgelopen, maar het is evenzogoed een rib uit mijn lijf.

Hiervoor krijg ik wel een consult met een enorm lekker ding. Ik heb mijn ogen nog niet helemaal open, maar dit zie ik dan toch wel. ‘Het is waarschijnlijk een abces, daar gaan we de medicatie op inzetten. Helaas kan ik het niet openmaken, dat geeft namelijk vaak verlichting. Maar met een goeie dosis antibiotica en een stevige pijnstiller voelt hij zich met een paar dagen veel beter….’

Zo ligt mijn panter dan in de grote bench. Met zijn eigen kattenbak, lekker voer en een bak water. Het is de enige manier om ervoor te zorgen, dat hij em niet smeert. Ooit sprong hij met een drain in zijn lijf en een kap om zijn kop uit het slaapkamerraam op de eerste verdieping. Daar draait meneer zijn poot niet voor om.

Soms jammert hij erbarmelijk. Soms laat ik hem er een paar uur uit. Hij heeft een kuur van tien dagen en die moet hij afmaken. Twee keer per dag een pil.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Op dag drie jammert hij wel erg hard. Nog maar een keertje naar de dierenarts dan. Ik zie intussen ook een rare pek onder zijn oog verschijnen.

Zodra ik hem bij de dokter op de behandeltafel zet, springt het abces open. Bloederige stinkpus vliegt ons om de oren. De wond wordt grondig nagespoeld met een jodiumverdunning. ‘De rest geneest vanzelf. Katten hebben een geweldig vermogen om abcessen zelf te lijf te gaan,’ stelt de dierenarts me gerust.

Hij moet nog een paar dagen binnen blijven, om de antibioticakuur af te maken. Het is nog eventjes afzien voor me. Maar de schat voelt zich al veel beter!

Maar wat ben ik blij, dat hij ook dit weer overleeft. Mijn kanjer. Mijn grote zwarte schaduw. Mijn stoere panter. Mijn geliefde ridder Ferguut.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

 

Vissig blogje over hoe je iemand aan de haak slaat. Maar vooral hoe je jezelf ervan weerhoudt om altijd te bijten. In alles en iedereen. Hoe voorkom je dat je aan de haak wordt geslagen? Dat vraag ik me al jaren af. Nou. Heel simpel dus. Niet bijten, niet bijten, niet bijten.  Zo’n haak is tenslote echt een draak. Nou ja: Heks heeft liever draken dan haken…..

©Toverheks.com. De wereld zit vol haken en ogen!

 

Terug uit Plum zit ik vol goede voornemens. Ik wil hetgeen ik verworven heb vasthouden. Maar ik weet natuurlijk ook wel, dat dat het allermoeilijkste is van de hele retraite: De veranderingen implementeren. Voor je het weet zit je weer in je oude groef. Heeft je gewoonte energie het weer overgenomen.
Heks heeft echter een plan. En ook een doel. Het plan is simpel. Het doel haalbaar. Ooit.

Eerst besluit ik om de alcohol er maar eens helemaal uit te gooien. Dit talent van mijn voorouders heb ik genoeg ontwikkeld. Het wordt tijd voor iets anders. Bovendien heb ik ontdekt, dat dit familiegebruik sterk verbonden is met de uiting van onze genetische woede, alsmede de onderdrukking daarvan. Als we iets op de lever hebben nemen we een borrel. Het lost niks op, je krijgt er slechts een probleem bij, zoals mijn moeder altijd zei…..

“‘Waarom ben je gestopt met drinken?’ vroeg een goede vriendin aan me, nadat ik gestopt was,  ‘Je was altijd zo’n geweldige gezellige pimpelaar!’ ” vertelt een Braziliaans familielid in Plum me op een dag. Ik kijk naar haar frisse opgeruimde gezicht. Ja, je kon vast geweldig met haar lachen, toen ze nog een vrolijke schuinsmarcherende zuipschuit was!

©Toverheks.com. Pastoraal ideaal

 

Met Heks kon je geweldige avonturen beleven tijdens het stappen. Ik ging steevast in een krankzinnige outfit op stap. Ik herinner me een avond met een vroegere nichtenvriend van me. Thuis dronken we eerst bevroren wodka. ‘We moeten toch iets eten,’ riep Heks na een paar glaasjes.  Gelukkig had ik nog een grote pot boerenadvocaat staan voor Tanneke. Dat was ons avondmaal.
We gingen eerst naar de Roze Beurs, vervolgens dansen in het COC, (lekker rustig voor Heks, geen heteroseksuelen om tegen me te vervelen, ) om tenslotte te eindigen in een Leids café hier om de hoek. Laatstgenoemde was vaak maanden dicht, want dan zat de eigenaar in de bak……

De volgende dag ging ik terug naar het café, op zoek naar mijn bezemsteel. Die had ik voor de grap meegenomen de avond ervoor. Onderdeel van mijn ravissante outfit.

‘Jeetje Heks,’ lachte de uitbater zijn brakke gebit bloot, ‘We vroegen ons al af hoe je thuis gekomen was….’

Dus Heks had echt een geweldige vrolijke dronk! En hoewel ik zelden meer uit ga en al zeker niet meer op die manier, toch dronk ik altijd nog graag een glas goede wijn. Het zal dus even wennen zijn. Vooral ook voor mijn omgeving! Sommige oude vrienden zijn stevige drinkers geworden.  Zo’n geheelonthouder steekt daar dan maar braaf bij af….

Een ander voornemen is om me weer aan te sluiten bij de Leidse Sangha. De eerste weken  ben ik te moe, maar intussen ben Ik er weer eens heen geweest. Heel goed Heksje. Het lukt je misschien niet meer om je te verbinden met de drankorgels en zatladders uit je verleden, maar deze traditie past je als een jas!

Het derde voornemen is minder bijten in de haken. Huh?

©Toverheks.com. Op zoek naar een lekkere haak om eens flink in te bijten!

 

‘Ik ontdekte op een gegeven moment, dat ik net een vis ben op zoek naar een haak om me eens lekker in vast te bijten,’ vertelde een ander familielid tijdens de retraite. We staan giebelend om haar heen. Ze heeft altijd de meest fantastische verhalen en voorbeelden, om iets duidelijk te maken,  deze dharmateacher uit Israël. En ook nu zien we het voor ons. Vooral als ze naar lucht happend rondkijkt of ze soms ergens een haak ontwaart…..

‘Tegenwoordig zwem ik gewoon door,’ ze steekt haar Ierse neusje in de lucht, ‘Ik laat de haak de haak. Ik bijt niet meer….. Veel rustiger!’ We liggen dubbel van de lach. Maar het verhaal blijft me bij. Ik wil ook niet meer in elke haak bijten. Of erger nog, op zoek gaan naar een goeie haak….. Niet bijten is helaas nog niet zo gemakkelijk. Oefening baart kunst, maar hierin ben ik een beginneling.

Vroeger werd ik voornamelijk gekwetst door al die haken, die in me werden geslagen. Ik hoefde niet eens te bijten…..

Intussen bijt ik flink van me af. Maar ik schiet er niet zoveel mee op. Gekwetstheid heeft plaats gemaakt voor die gekmakende woede. Nou, lekker is dat.

Ik heb dus veel aan dit verhaal. Elke dag gebeurt er wel iets, waardoor ik dit flink kan oefenen. Het lijkt alsof mijn medemensen het speciaal op me voorzien hebben.

Als ik bijvoorbeeld als een vis lekker door het water glijd van zwembad de Vliet (alweer een goed voornemen) trapt een forse dikke plompe piepjonge vrouw me keihard in mijn buik. Niet expres, maar gewoon omdat ze nergens op let, terwijl ze zich afzet om onder de benen van een vergeleken met haar werkelijk stokoude aartslelijke kerel , die zo te zien haar lover is, door te zwemmen.

Nu heeft Heks zo’n 5 fikse operaties aan haar haar buik gehad. Dat gebied is een vat vol verklevingen. Zo’n trap doet dus geweldig veel pijn. ‘Au,’ roep ik. En :’Kijk uit!’ ‘Sorry,’ piept het plompe kindvrouwtje.

©Toverheks.com. Toch weer gehapt!

 

De grote forse kerel met zijn gare baard (pratend kutje) gaat helemaal uit zijn plaat. Ik moet niet zo agressief zijn, me dit en me dat. Teringmongool en ga zo maar door…. ‘Stel je niet aan, dit zwembad is van iedewrwreen. Laat je nakijken,  openbare wrwruimte hoorwrwr, schijtwijf, JE MOT EEN BEETJE REKENING HOUWEN MET ANDERE MENSUH!’  Ja, dat zei hij echt. Op zich wel weer komisch natuurlijk.

De man gaat maar door met zijn geraas. Hij wil vast indruk maken op zijn vriendin met vadercomplex. Of opacomplex.

Heks poetst de plaat, maar schreeuwt wel van alles terug…… Zoals ‘Wie is hier nu agressief?’

‘We hebben het zien gebeuren, we gaan die kerel aanpakken,’ zegt de badmeester. Ik ben dus niet gek, ik begon aan mezelf te twijfelen. Nee, die mafkees is gestoord..  ‘Je moet je niet laten intimideren hoor, door die vent, ‘voegt hij er nog aan toe. Ja, ik moet met die idioot op de vuist!!! De badmeester is duidelijk geen Boeddhist.

Later diezelfde dag ga ik naar de Sangha. Ik fiets door een steeg. Een jonge stevige volgevreten troela komt keihard de hoek om gescheurd. Met een veel te ruime bocht. Telefoon klaar voor gebruik  in de hand. Ze rijdt me bijna van de sokken. Ik schrik me dood.

©Toverheks.com. Oh, weer zo’n haak. Meuh…. Ik ga niet bijten, ik doe het niet. Of toch een klein hapje? Nee!!!!!!!!!

 

Ook deze grofgebekte matrone begint me direct keihard uit te kafferen. Ik sta perplex, maar schreeuw dan toch iets terug. ‘Kom maar hier, dan zal ik het je ff inpeperen…’ roep ik manhaftig. Gelukkig geeft ze geen gehoor aan dit verzoek.

De tranen prikken achter mijn ogen, als ik naar de Sangha fiets. Wat een wereld leven we in. Ik ben er zo moe van. Al die haken in mijn lijf. En moeten ze nu altijd mij hebben? Omdat ik lang ben? Er sterk uit zie? Opvallend ben?

‘Mensen moeten jou hebben, omdat jij leeft wat zij niet durven, Heks,’ zegt mijn dirigerende familielid op de terugweg uit Plum,”Het is de kift. Jij hebt een bepaalde vrijheid, ruimte, creativiteit en authenticiteit, dat wil iedereen wel…..’

©Toverheks.com. Ah, nu snap ik het!

Heks plakt het koor aan de muur, maar niet uit vrije wil. Het is die fiets, die klotefiets, die fiets van niets…… Het pokkeding staat stil. Alweer. En min of meer op dezelfde plek. Wat gek! Heeft ie soms een zachte plakkerd? Of doet ie gewoon wat hij wil? Het is in elk geval niet wat ik wil……..

Dinsdag heb ik geen zak zin om naar het koor te gaan. Dat gebeurt me bijna nooit! Maar na twee zeer brakke korte nachten is de beperkte energie echt op.

Bovendien is het prachtig weer. Ik ben de gehele dag binnen gebleven om allemaal kleine kutklusjes te doen. Ook al niet verstandig als je kapot moe bent. En nu wil ik naar buiten. En daar blijven.

Maar helaas ben ik zo plichtsgetrouw als wat. Ik verzuim zelden tot nooit. Tenzij ik half dood ben. En dat is dan toch weer best vaak. En zelfs dan ga ik meestal toch! Zelfs als ik nauwelijks stem heb. Hetgeen ook nogal eens gebeurt, want ME zit bij mij sinds jaar en dag als een barometer op mijn stembanden. Hoe beroerder ik eraan toe ben, hoe minder stem……

Dus Heks gaat naar het koor. Ook als het fantastisch mooi weer is na een lange koude winter. Ik ga sowieso. Behalve als het echt, echt niet gaat. Als het me niet lukt om twee uur op een stoel te zitten.

Om een uurtje of zes fiets ik met mijn hondje de stad uit op mijn elektrische Beixo vouwfiets. Een geweldig apparaat. Als ie het doet. Helaas ben ik intussen al een motor, vier opladers en veel ergernis verder, zonder dat ik nu echt veel op dat pleurisding gefietst heb. Een rib uit mijn lijf bovendien. Maar vandaag fietst ie als een zonnetje.

Totdat ik bij het Joppe kom. Op precies dezelfde plek als vorige week krijg ik een lekke band. Zou er soms iemand spijkertjes strooien? Of punaises……. Heel langzaam loopt hij leeg. Eerst denk ik weer dat mijn fiets doormidden is gebroken, maar nee. Lek.

Ik bel de Grote Vriendelijke Reus. Die woont hier om de hoek. ‘Bel ik je wakker?’ antwoord ik op zijn gegrom. Ja dus. Hij is net als Heks enorm energiebeperkt. En net als ik knapt hij dus nogal eens een uiltje tussendoor. Op de meest gekke tijdstippen……

Even later vlieg ik hem om de hals. ‘Heel goed hoor, dat je me wakker belt. Anders zit ik vannacht om drie uur weer klaarwakker op de bank te koekeloeren!’ Herkenbaar!

VikThor spring als een dolle in het rond. Hoera! We zijn bij zijn grote vriend op bezoek! Hij krijgt een lekkertje, vindt een verdwaalde tennisbal en kruipt uiteindelijk naast zijn vriend op de bank. Zielstevreden.

De vouwfiets wordt op zijn kop midden in de kamer gezet, maar we gaan eerst maar eens een sapje drinken en lekker kletsen. Dat koor kan ik vanavond toch wel vergeten.

Nou ja, ik vind het niet zo erg. Ik had al geen zin. Bovendien brak vorige week de pleuris uit onder de alten. Een voormalige sopraan wierp de ene knuppel na de andere in dit hoenderhok. Een enorm gekakel was het gevolg. Gekrakeel in de pauze.

Heks had geen benul waar het allemaal over ging en dat alles wat ik zei ook nog eens tegen het zere been was van de overgelopen sopraan. Het is niet aan mij besteed, dit soort dingen. Maar helaas zat ik er wel helemaal middenin.

‘Volgende week is de boel vast weer gesust. Het komt me prima uit om eens een keertje over te slaan!’ vertel ik mijn reuzenvriend. Hij heeft ook jarenlang in een koor gezongen en is dan ook goed bekend met dit soort dynamiek. Laten we eerst die band maar eens repareren.

Op ons gemak gaan we op zoek naar het gaatje in de band. Het zit vlak bij twee andere plakkers. Mmmm. Misschien zit er een stuk glas in de buitenband. Of een kabouterspijkertje. Intensieve controle van de band levert echter niets op. Dus zetten we de geplakte binnenband er maar weer in.

‘Nou Heks, ik kan wel zien dat je vroeger veel geklust hebt,’ de GVR kijkt naar mijn zwarte handen, ‘En dan zeg je dat je geen kracht meer hebt in je handen. Jij moet vroeger echt heel sterk zijn geweest!’ Ja, dat is ook zo. Ik was in mijn jonge jaren een enorme kleerkast.

‘Fijn dat die plakkers tegenwoordig zo mooi vervloeien met de band. Vroeger had je alleen van die harde plakkers. Die rolden er soms direct weer af…..’ antwoord ik, terwijl ik de randen van het plakkertje goed aandruk. ‘Oh ja, die harde plakkers. Daar kreeg je gewoonweg een harde plakkerd van,’ verzucht de GVR ondeugend. We liggen dubbel.

‘Haha, een harde plakkerd. Mafkees,’ giebel ik, terwijl we de band weer oppompen. Het euvel lijkt verholpen. Ik kan op de fiets naar huis. Intussen is het alweer bijna half negen. Ik krijg een beetje trek, want ik heb nog niet gegeten.

Al kletsend, leuterkoekend, kakelend en giebelend begeven we ons naar de voordeur. Op de stoep raken we alsnog in een diep gesprek. Maar uiteindelijk stap ik dan toch op mijn bolide. Ik fiets nog een rondje om het golfveld en dan via de Broekweg weer naar de stad.

Halverwege dit polderpad breekt mijn fiets weer in tweeën. Potjandrie. Weer een lekke band. Moet ik alsnog dat hele end lopen. Sjokkend kachel ik het hele stuk terug naar de stad. Bah. En au. Alle spieren schieten in de knoop.

Na vijf minuten loop ik te schelden. Het geeft me de energie om door te lopen. Dus dat achterlijke advies om minder te schelden, zodat ik minder moe zou zijn onlangs van een of andere stomme hulpverlener slaat echt helemaal nergens op. Ik wist het al: Soms kikker ik juist op van wat vuilbekkerij!

Eenmaal in Huize Heks krijg ik een appje van de GVR. ‘Veilig weer thuis?’ Ik vertel hem van de deceptie: Weer een lekke band! ‘Daar krijg ik een zachte plakkerd van, Heks,’ reageert hij enorm ad rem. Zo beëindig ik deze dag toch met een gierende lach. Een zachte plakkerd. Je zult er maar last van hebben! Dat is me gelukkig bespaard gebleven tot nu toe.

Heks en Hawk. Het gouden duo. Mijn hoogbejaarde aanbidder leert me hoe een man een vrouw het hof hoort te maken. Met bosjes bloemen, complimentjes en vooral: Vrolijke vriendschap. Deze man van de dag, van het uur, beleeft elke minuut intens. ‘We gaan er een geweldige zomer van maken, Heks. Maar ik wil wel met je mee op vakantie….!’ :-)

‘Heks, ben je er klaar voor? Kom je nog morgen?’ Hawk’s opgewekte stem toetert in mijn oor, ‘Om kwart over twee staat de salade klaar, hoor! Wil je ook nog koffie van te voren? Je zegt het maar, hoor. Your wish is my command!’

We spreken tegenwoordig een kwartiertje later af, zodat ik zeker op tijd ben. Hawk raakt behoorlijk ontregeld als ik niet stipt op het afgesproken tijdstip op de stoep sta. Eén van de weinige dingen, die ik aan zijn leeftijd zou kunnen wijten. Maar misschien is hij wel altijd een punctuele man geweest.

De deur staat al op een kiertje, als ik mijn fiets met kar voor het huis parkeer. ‘Kom binnen Heks,’ Hawk staat met een schort voor in zijn kleine keukentje te zwoegen op de wekelijkse salade,  ‘Mi casa es su casa, dat je het maar weet. Alles hier is speciaal voor jou, ik heb zelfs een speciale keukenmachine gekocht voor jouw salade. Allemaal speciaal en alleen voor jou, ik ook,’ ratelt hij vrolijk verder.

Naturel cougar van 91

‘Oh Heks,’ hij omhelst me hartelijk, ‘Wat ben ik blij om je weer te zien. Als ik die ondeugende kop van je maar eventjes kan zien. Kom, dan maak ik lekker een kopje koffie voor je. Heb je je melk meegenomen?’ De koffie staat al klaar in zo’n klein potje met stenen filter, waar Heks ook een hele verzameling van herbergt.

Terwijl mijn vriend melk kookt loop ik zijn enorme tuin in. Even checken hoe alles erbij staat. Hawk voegt zich bij me. ‘Kijk, hier staan hyacinten en hier. Steeds zeven bij elkaar. Dat is mijn getal. Ik ben ook op de zevende van de zevende met mijn vrouw getrouwd…..’ We slenteren over het grasveld naar de prachtige stenen vijver.

Deze opgespoten cougar is zeker 83

‘Ik moet em schoonmaken, Heks. Er zitten prachtige waterlelies in….’ Helaas kan ik hem daarbij niet helpen. Veel te zwaar natuurlijk. Maar een beetje wieden op een zonnige dag……. ‘Binnenkort kunnen we buiten zitten, Heks. Misschien volgende week al. En dan bloeit alles hier, zo prachtig. Ik heb al die bollen speciaal voor jou gepoot. Echt waar. Nog voor ik je kende, Heks. In november. Haha. Alles voor jou!’

Hawks eindeloze liefdesverklaring gaat maar door, terwijl ik hem opgewekt uitlach. ‘Oh, Heks, ik zal je zo missen als je naar Frankrijk gaat. Echt. Zie ik nu al tegen op. Een maand zonder jouw ondeugende kop. Zonder hoedjes en gekke bekken. Weet je wat? Ik ga mee! Lijkt je dat geen goed idee?’

Deze cougar werkt sinds haar 66ste als erotisch danseres. Ze is nu ergens in de tachtig en heeft het nog steeds reuze druk met haar werk.

‘Haha, Hawk, ik vind het best, maar je komt wel in een mannenklooster terecht, bij de monniken. Jij mag echt niet bij de nonnetjes…’ Dat idee bevalt hem geenszins. ‘Ben je gek, we kunnen toch wel een kamer naast elkaar nemen?’ Hij laat zich niet zo gemakkelijk uit het veld slaan. Het hele concept van een retraite lijkt hem totaal te ontgaan. Mijn oude vriend associeert Frankrijk eerder met het delen van een goed glas wijn!

Ik zit hem lekker uit te lachen. Mafkees. ‘Ach, ik ben ook maar veel alleen, Heks. Ik ga je echt missen! En ik heb ook zoveel vragen aan je. Echt, ik wil van alles weten. Bijvoorbeeld: Kun jij magnetiseren? Ik ben ooit wel eens bij een kerel geweest, die beweerde dat te kunnen. Een ongelofelijke alcoholist. Meneer Huppeldepup. Ken je hem?’

Zo praten we plotseling over heksige zaken. Ik leg hem het verschil uit tussen magnetiseren en wat ik precies doe. Mijn oude vriend springt op en zwaait met zijn armen door de lucht alsof hij iemand afstrijkt. ‘Kijk zo deed die man. Ja, ik voelde wel iets. Van heinde en verre kwamen ze naar die man toe….’

Hawk vraagt vervolgens mijn hulp voor een medisch probleem. ‘Zou je me willen behandelen?’ Maar natuurlijk. Snel maak ik een paar foto’s van hem. ‘Ik behandel je op afstand. Dat werkt perfect. Je bent toch wel door de medische molen geweest?’ Jazeker. Wat dat betreft is alles in orde.

Nadat ik mijn enorme bord salade met perfect gekookte eitjes heb opgesmikkeld gaan we op stap. ‘Dat bord wordt steeds voller, Hawk,’ beschuldig ik hem. Maar ik verwen hem ook. Met soepjes en toetjes. En vandaag een lekker stuk zelfgemaakte pittige pompoencake met gembermuntsaus. Mijn bezorgdheid dat het te heet zou zijn voor hem is volstrekt ongegrond.

Hawk gaat met zijn auto Charlie halen. De eigengereide Dalmatiër. ‘Laten we afspreken bij het Theehuis. Dan drinken we een half glas wijn, Heks, voordat we gaan wandelen.’

In het Leidse Hout zit ik geruime tijd op mijn vriend te wachten. Hij zit vast vast in het verkeer. ‘Oh, wacht je op Hawk?’ roept een dame enthousiast, ‘Dat is toch zo’n leuke man, hij is een beroemdheid hier in het Theehuis. Mijn dochter vertelde me dat hij al zesennegentig is. Haha. Ongelofelijk. Ik ben ook al tweeënzeventig hoor,’ verbijstert ze me vervolgens.

Mijn god, alweer zo’n supervieve bejaarde. Met stekeltjeshaar, hippe bril en een lekker make upje. Misschien iets voor Hawk? Alhoewel….Hij heeft een zoon van haar leeftijd! En ook prakkiseert Hawk er niet over om werk te maken van een andere vrouw dan Heks…..

🙂

Even later duikt Hawk op. Charlie en VikTor zijn ook dolblij om elkaar te zien. In de uitspanning delen we traditiegetrouw een glas rode wijn, terwijl de hondjes aan onze voeten stoeien. De dames van de bediening leggen ons extreem in de watten. Hawk heeft een ware popsterrenstatus hier!

Aan een ander tafeltje zit de psychiater dit tafereeltje nijdig te observeren. Wat heeft die Hawk wat hij niet heeft? En gaat hij nu ook al op vakantie met Heks? Hij wil er eigenlijk het zijne van weten. Maar hij heeft ook nieuws. Een oude vriend van Heks is vorige week plotseling overleden.

‘We gaan dinsdag zuipen in de Burcht bij wijze van eerbetoon, je moet echt ook komen!’

‘God, als ik de pijp uit ga, laat ze dan asjeblieft iets anders verzinnen als eerbetoon,’ bid ik inwendig. Maar ja. Het is natuurlijk wel de ultieme hommage aan een zuipschuit. Heks gaat er echter niet heen. Ik was niet erg op hem gesteld. Daarbij: Het is iemand uit een ander tijdperk. Een afgesloten era. Van het close harmony koortje dat we een tijdje met elkaar hadden is de helft intussen al dood……

Naast ons tafeltje zit een ouder echtpaar vertederd naar ons te kijken. Vooral als ze horen hoe oud onze Hawk nu eigenlijk is. ‘Ach ja, ik weet het,’ charmeert hij de mensen de tent uit, ‘Ik ben een man van de dag…….’

‘Van het uur,’ gooit hij er een schepje bovenop. En het is zo. Ik begrijp opeens zijn haast om enorm te genieten. Zijn ongeduld om allemaal leuke dingen te doen met Heks.

We lopen nog een uitgebreide ronde met de hondjes door het langzaam uitbottende Hout. ‘Wat een heerlijke middag, Hawk,’ zoen ik hem op beide wangen bij het afscheid. ‘Dag Heks,’ zwaait mijn makker, ‘Adios, adios!’

’s Avonds zie ik een gek televisieprogramma over jongemannen, die op oude vrouwen vallen: Shock Doc. 50 Shades of granny!  Jongens van begin twintig, die op negentigjarigen duiken. Er gaat een wereld voor me open.

Opeens krijg ik meer begrip voor de enthousiaste reacties in het verleden op datingsites van jongens, die mijn kleinzoon kunnen zijn. Die hebben vast ook een dergelijk trauma opgelopen. Want de boys in het programma hebben zonder uitzondering op jonge leeftijd een oude pedofiele taart over zich heen gekregen. Misbruik dus.

‘Ik zou willen, dat ik op vrouwen van mijn eigen leeftijd viel, mijn vrienden lachen me uit. Het gaat echter niet. Ik voel niets voor hen. Maar ik wil zo graag normaal zijn. Kinderen krijgen, een gezin stichten…… En dat kan allemaal niet,’ zegt de beeldschone Octavio. Op zijn veertiende ontmaagd door een veertigjarige. Of iets dergelijks.

De dames op leeftijd zijn maar wat blij met de viriele jongemannen. ‘Mannen van mijn leeftijd zijn volstrekt uitgeblust en halfdood,’ beweert een volledig verbouwde cougar met flapperende schaamlippen in haar gezicht boven een te strakgetrokken kippennek. Een naturel negentigjarige beweert enthousiast nog nooit een glijmiddel te hebben gebruikt. ‘Heb ik echt niet nodig….’ grijnst ze ondeugend, terwijl ze een pannenlap haakt.

Ach ja. Het houdt nooit op. ‘Pas als de laatste nagel in je kist is geslagen, Heks, dat is wat Gerda altijd zei,’ citeert De Don zijn tweede moeder.

Heks denkt aan Hawk. Nou, daar zit ook nog genoeg leven in! Deze man van de dag. Van het uur. Mijn fijne drukke springlevende nieuwe vriend. We gaan er een heerlijke zomer van maken!

 

 

 

Heks krijgt geld van de bedeling, zodat ik een toontje lager zing. Maar ik wil niet lager zingen met de Matthäus voor de deur. Dus klaar met het gezeur. Vandaag gaan we niet spelevaren. Ik kan de klus even niet klaren. Maar niks te maren of te mieren: Buurman traint mijn lachspieren.

‘Ha schat, kunnen we op een andere dag afspreken om te gaan zwemmen? Ik krijg mezelf niet opgestart,’ bibberig zit ik aan de telefoon. Het is me niet gelukt om bijtijds uit de kreukels te komen. Sterker nog: Ik voel me vrij ziek. Pijn in mijn buik. Halfzacht. Misselijk. Alsmede de normale spierpijn in het kwadraat. Het idee om in een ijskoud bad te springen is verre van aanlokkelijk.

‘Morgen lukt niet, Heks. Ik ga dan de boodschappen doen, die ik normaal gesproken op dit tijdstip doe,’ Saar is not amused dat ik zo laat nog afzeg. Tegelijkertijd weet ze natuurlijk ook wel, dat ik niet zomaar afbel.

‘Misschien kunnen we sowieso beter op vrijdagmiddag gaan,’ stel ik voor. Dan ben ik door mijn thuiszorg en prikken noodgedwongen al uren op. Dus ontkreukeld. Maar misschien ook alweer doodmoe van deze activiteiten.

Het is nog niet zo eenvoudig om als een halvezool te leven. Om je miezerige activiteiten dusdanig in te plannen, dat je niet constant alles af moet bellen.

Terwijl we overleggen gaat de deurbel. Ik doe de deur open en hoor Buurman stommelen in het portaal. VikThor stuift de trap af. Hoera! Vriend Carlos komt op bezoek met zijn baasje.

Even later sjokt de enorme Duitse herder de trap op. Gevolgd door zijn eveneens uit de kluiten gewassen baasje. ‘Hi Heks, ik zie het al. Griep zeker? Je ziet er niet uit gewoonweg. En je loopt nog in je pyjama! Haha!’

‘Als jij nou eens mijn hondje een klein piesrondje geeft, dan zet ik even koffie en trek wat kleren aan,’ roep ik blij, terwijl ik VikThor alvast aanlijn. Zo kom ik mooi onder een uitlaatronde uit. Snel kleed ik me aan, zet koffie en swiffer een pak kattenhaar van de keukenvloer. Ik haal een was uit de machine. Borstel mijn haren in een staart……

Waar blijven ze nou? Buurman neemt de tijd! Een half uur later gaat de bel. ‘Ik was eventjes naar de drogist, Heks. Ik heb oorontsteking gehad en had nog wat medicatie nodig. Ja, heftig zo’n ontsteking. Blij dat het min of meer over is.’

Even later zitten we luidruchtig te blaten aan de keukentafel. Een normaal gesprek is er nooit bij met ons. Zoals altijd zit Buurman me verschrikkelijk aan het lachen te maken. Wat is het toch een mafkees.

Allerlei onderwerpen passeren de revue. De verkiezingen. ‘Partij voor de Dieren, Heks?’ vraagt hij naar de bekende weg. Het achterlijke referendum. We zijn allebei tegen die kutwet. ‘Toch gaat die er komen, let maar op. Het maakt echt niks uit wat wij vinden. Zolang die idioten in Den Haag er hun zinnen op hebben gezet gaat het gewoon door.’

‘En dan, waar hebben we het over. Alsof ze nu nog niet alles van ons weten. Neem nu het medische dossier. Daar wilde ik vanaf dag 1 niet aan meewerken. Ik heb dan ook altijd overal nee gezegd tegen het verspreiden van mijn medische gegevens. En toch zie ik soms opeens ergens persoonlijke informatie opduiken, die daar niet hoort te staan. Dus….’

Dus. Dus.

We gaan wandelen. Op ons gemakje kuieren we door de stad. Carlos kan niet meer zo hard tegenwoordig. Hij is bijna 11 en dat best oud voor een Duitse herder. VikThor trekt onvermoeibaar aan de riem. Zoals altijd probeer ik hem te laten volgen, maar zodra ik even niet oplet staat de lijn weer strak. Mijn lamme armen maken geen indruk.

Heks’ krachtverlies is dramatisch. Vorige week probeer ik een paar schroeven in een keukenkast te draaien. In een bestaand gat. De kattenkrabplank, die ik probeer op te hangen is al een keertje naar beneden gelazerd. Dit is dus nu een nieuwe poging.

Ik schroef en schroef met een ongeluk. Maar er gebeurt gewoonweg niets. ‘Zal ik het eens proberen?’ vraagt mijn hulp, als ze me zo ziet stumperen. En met twee slagen zitten beide schroeven muurvast. Tot mijn verbijstering.

Ik denk altijd dat ik alles nog kan, maar dat valt dus nogal tegen. Ik ben eindelijk de slappeling geworden, waar mijn vader me altijd voor uitmaakte. Hij heeft dus toch gelijk gekregen!

Gelukkig maar dat ik zo’n goed hondje heb. Uiteindelijk gaat hij het wel leren. Hij doet echt zijn best, maar ja. Voorwaartse Springer Spaniëlkrachten versus een dodelijk vermoeide baas.

Buurman en Heks drinken koffie op een terrasje. Hij vertelt over zijn nieuwe baan als financiële man bij een non-profit organisatie. ‘Hoe is het nu met jouw financiën, Heks? Nog zoveel gezeur en gezanik?’

Ik vertel hem hoe ik onlangs geld voor een paar schoenen en een jas heb gekregen van de RK Parochie Heilig Kruis Locatie Stadskanaal. ‘Die parochie bestaat, maar het is niet overgemaakt vanaf hun rekeningnummer …… Tja, wat moet je ermee? Deze armoedzaaier is in iemands optiek afhankelijk van de bedeling. En dat wordt er eventjes goed ingewreven. Die nobody zal het wel grappig vinden, neem ik aan…….’

Maar mag ik even een teiltje?

‘Mijn meisje en ik zijn onlangs getrouwd en dat is geen grapje!’ vertelt Buurman plotsklaps. Ha, wat leuk! ‘Ja, echt. Na dertig jaar samenwonen vonden we het opeens tijd worden. Dus wij met zus en zwager naar het stadhuis. We hebben het heel piepklein gehouden!’

Ach, wat een dag. Doodziek opstaan, bijtrekken om weer snel naar bed te vertrekken. Goede voornemens verdampen in zweet en spierkrampen. Bezoek van de buurman. Beetje lachen en genieten. Want dat kan ik zo goed heb ik net weer gehoord. En het is zo! Koffie en een wandeling en dan weer plat. Nog eens opstaan om naar de fysiotherapeut te gaan. Om je te laten martelen….

Ga er maar aanstaan. Zo is je leven met ME. En vandaag valt nog alles mee! Hé!

 

Die Jahreszeiten van Haydn klinkt behoorlijk kakofonisch tijdens de eerste repetitie met orkest. M’n oren tuten nog uren na. Maar ja. Ik zit dan ook opgevouwen tussen een klarinet en een schuiftrompet. Enigszins bedwelmd door de in het heetst van de strijd uitgestoten lichaamswalmen.

Zaterdag hebben we een oefendag met het koor. Tussen tien uur ’s morgens en een uurtje of drie ’s middags zingen we de hele Jahreszeiten door. Van achter naar voor, een persoonlijke voorkeur van onze dirigent.

Om een uurtje of tien sukkel ik de zaal in. Ik installeer me op mijn stoel met een mongoolse muts op mijn kop. En een bijpassende wollen deken om mijn schouders. Allemaal werk van de hand van Anna Rotteveel. Het staat heel apart en opvallend. Mooi. Dat leidt lekker af van mijn grafkop.

Beverig en bibberig zit ik het eerste deel uit, maar rond de lunch knap ik dan toch op. Ik krijg weer een beetje praatjes en flirt opgewekt met onze pianist. Ik frommel een broodje naar binnen en ga wandelen met VikThor. Die zit in de auto braaf op me te wachten.

Op kreukelige dagen met toch de nodige activiteiten moet ik mijn blafbeest  tussen de bedrijven door zijn broodnodige beweging geven. En dat lukt me aardig al zeg ik het zelf. Dartel rent hij voor me uit om de kerk heen. Achter de ramen zwaaien mijn vriendinnen uitbundig naar me. Alsof ik ze in geen tijden heb gezien. Haha. Ze zijn gewoon nieuwsgierig naar mijn hondje.

‘Jeetje, wat is hij groot geworden, Heks,’ verzucht Anna even later. Zij heeft hem alleen maar als pup gezien…..

download-45

Dinsdagavond oefenen we met orkest. Dat is altijd een enorme set back. Klinken we zaterdag nog overtuigend en to the point, terwijl we ons door de partituur galmen, vanavond is het opnieuw een worsteling. Om de juiste afstemming te vinden. Om te zorgen dat het 1 geheel wordt.

Zoals altijd vertrouw ik op onze onvolprezen dirigent. Hij maakt zich nooit druk. Blijft er lol in houden. Weet met een kwinkslag iedereen weer bij de les te krijgen. Houdt het absolute overzicht. Heeft een duidelijk einddoel voor ogen……

Na het inzingen loop ik naar mijn stoel. Goeie hemeltje. Ik zit ongeveer in het orkest. Weggepropt onder de oksel van de trombonist. Een dikke grove kerel met een pokdalige huid, het Chronische Slecht Humeur Syndroom en een grote bek, maar dat weet ik dan nog niet.

Vijf minuten later wel. Zodra ik me op mijn stoel heb laten glijden gaat de mafkees los. Alle alten zijn verbijsterd. ‘Wat een lomperik, Heks,’ sissen ze verontwaardigd in mijn verdrukte oren, ‘je zit wel erg in het verdomhoekje vandaag.’

Heks laat het maar voor wat het is. Ik ben moegestreden. Een gevecht met deze onbekende toeteraar staat niet bepaald op mijn to do list. Ik dien hem dan ook bot van repliek dat hij gemakkelijk dertig centimeter de andere kant op kan schuiven, waarop de lompe leiperd nog eens 10 centimeter mijn kant op komt!

Alle alten zetten grote ogen op. Ik zit het maar uit onder die stinkende oksel van zijn vettige geruite overhemd. Getsie.

Na de pauze is er opeens veel meer ruimte voor Heks. Stomverbaasd zie ik dat de botterik opeens wel die halve meter is opgeschoven. Hoe is dat nu opeens gebeurd? De man was niet van zins een duimbreed te wijken! Wie heeft dit voor elkaar gekregen?

‘Dat heb ik gedaan, Heks,’ zegt mijn maatje Anna vastberaden. Laat hij maar opkomen, die lompe kerel, schieten haar blauwe ogen vuur. Deze hoogbejaarde nachtegaal is toch maar mooi voor Heks in de bres gesprongen!

De andere alten zijn stomverbaasd als ze de metamorfose van mijn zitplaats zien. ‘Heeft Anna gedaan…..’ grijns ik. Een daverend lachsalvo is het gevolg. Haar kordate aanpak van die beer van een vent is zo komisch, het werkt op onze lachspieren. Grinnikend begin ik aan de tweede helft van de avond.

Oh, oh, wat is het toch heerlijk om hieraan mee te werken. Het is wel erg hectisch zo tegen een uitvoering aan. En ik zit nu net in een extra beroerde periode met mijn lijf.  Maar wat word ik gelukkig van het bezig zijn met zoiets moois en bijzonders.

Tijdens ‘Ach, das Ungewitter nahtkijk ik eens goed om me heen. Wat een kakofonie aan geluid! Hoe is het mogelijk dat we allemaal toch min of meer gelijk aan het einde van het stuk belanden? Wunderbar!

Dat komt door onze onvolprezen dirigent. Opgewekt schaaft hij aan overgangen. Zet puntjes op de i. Maant het orkest aan om wat zachter te spelen. Goh, nu hoor ik mezelf opeens weer.

En ja hoor, warempel. Na enige tijd begint het echt ergens op te lijken. Ik zit heerlijk te zingen op mijn stoel. Omdat ik nu weer wat ruimte heb kan ik lekker voorop mijn zetel gaan zitten, op mijn zitbotjes. Een methode overgehouden aan jarenlang boventonen zingen gezeten op een houten krukje. Mijn manier van staan tegenwoordig.

‘Ga je tijdens de uitvoering wel staan, Heks?’ vraagt een alt na afloop. Ja, normaal gesproken wel. Maar deze keer weet ik het niet zeker. Ik ben al blij als ik er bij ben, want het is maar naadje met de energie. ‘Ja hoor. Als het even kan wel,’ roep ik echter onbezorgd.

Wie dan leef, wie dan zorgt.

Nog anderhalve week en dan is het al zover. Ik moet intussen wel een beetje gaan sparen met mijn energie…..

Maar niet vandaag, Vanmiddag ga ik door de duinen wandelen met Saar. Gaan we onze hondjes weer de tijd van hun leven bezorgen.

Er zijn nog kaarten verkrijgbaar op de site van Ex Animo.

Poep, schijt, kak, stront: Neem een hond. Met een kikker in zijn kont. Heks sprint een hele nacht door de steeg om ter plekke uiteindelijk een geweldig leuk mens te ontmoeten. En guess what: We zitten al een jaar te kletsen op de chat!

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM  Zen cirkel. Nog even oefenen……

Maandagavond in de schemer in het park van Noord kom ik Rooie tegen. Haar gezellige rolmops van een hulphond kwispelend naast haar rolstoel.

‘Hij is afgelopen week hartstikke ziek geweest! Niet meer besmettelijk hoor, Heks, de incubatietijd is ruim voorbij’ we maken natuurlijk een praatje, terwijl onze honden over elkaar heen rollen van plezier, ‘Zeker negen keer heeft hij het huis ondergekotst. En elke keer op de bank of op een kleedje. Ik bleef wasjes draaien. Goeie hemel. Waarom doen ze dat toch? Waarom kotst zo’n mafkees niet gewoon op de houten vloer?’

Ja, daar vraag je me wat. Dieren zitten nu eenmaal vol verrassingen! Mijn katten piesen ook bij voorkeur op een kleedje of hondenkussen. Hetgeen ook steevast ontaardt in eindeloos wasjes draaien!

Een dag later ligt VikThor slapjes op de bank. ‘Wat is je hondje toch stilletjes, ik ben het niet van hem gewend,’ merkt mijn hulp op. Er ontgaat haar nooit zoveel.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM No mud, no lotus

Als ik later een rondje met hem loop sukkelt hij naast de fiets. Hij rent niet door struiken en jaagt hooguit twintig eenden de sloot in. In plaats van tweehonderd. Omdat zijn ontlasting ook niet om over naar huis te schrijven is geef ik hem preventief wat norrit en een homeopatisch middeltje bij zijn eten.

’s Avonds laat echter stort hij zich op een onder de stoel gevonden bot. Voor ik het in de gaten heb heeft hij een enorm stuk runderhuid naar binnen gewerkt. Verdorie, dat was niet de bedoeling, ik wilde hem vandaag juist een beetje strak in het voer houden.

Midden in de nacht kom ik bij uit een terugkerende droom. Nog voordat ik kan proberen me die droom te herinneren hoor ik Vikkel de Bikkel onrustig schuiven in zijn bench. Piept hij nu een beetje? Ik zit direct rechtop in mijn bed. Er was iets. Oh ja. Het heersende honden-maag/darmvirus. Een minuut later sta ik buiten met een heel gestrest hondje aan de lijn.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM Snuitje

In mijn pyama met trui erover ren ik door de steeg naar het eerste beste stukje groen in de buurt. Daar laat ik hem los. Direct hurkt mijn ventje bij een boom. Zijn samengeknepen billetjes ontspannen en een vreselijke stank trekt over het eeuwenoude in maanlicht gedompelde pleintje. Arm kereltje. Hij is zo ziek als een hond.

Een paar uur later begint mijn monster ook te kotsen. Het feest is compleet. Diezelfde nacht trek ik nog een paar sprintjes richting park. De dag erop lig ik compleet gestrekt.

Gelukkig is mijn hondje ook niet vooruit te branden. Sneu lig hij in zijn hokje. Ik laat het hem maar uitzieken, want ik weet natuurlijk dat het een onschuldig virusje betreft. In de loop van de middag loop ik maar weer eens een rondje door de buurt.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM De vrolijke buurman

Plotseling ik een bekend gezicht opduiken bij 1 van de vele hofjes hier in de steeg. Maar waar ken ik dat gezicht van? Opeens weet ik het! Het is de grote kattenvriend, die me vorig jaar heeft helpen zoeken naar Snuitje. ‘Hallo kattenman, hoe gaat het met je?’

De man kijkt me aan alsof hij water ziet branden. Wie is die vrouw? En wat moet ze van me?

‘Ik ben de moeder van Snuitje, we hebben vorig jaar maanden zitten app’en over die kat. Je hebt me helpen zoeken. Weet je nog?’ Ja, hij weet het nog heel goed. Direct informeert hij naar haar gezondheid. Geanimeerd praat ik hem bij.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM De weg

Als ik na ons afscheid weg loop ziet hij de achterkant van mijn sweatshirt. ‘Wat een mooie Zencirkel staat er op je shirt. Prachtig!’ roept hij enthousiast. Ik vertel hem dat het een kalligrafie van Thich Nhat Hanh betreft. ‘Wat leuk, ik zit in een filmhupperdepupclub en we organiseren binnenkort een avond met een film over zijn leven,’ ik kijk hem stomverbaasd aan.

Hij weet gewoon over wie ik het heb. Al snel zijn we in een diep gesprek gewikkeld. Maar ik heb helemaal geen tijd nu! Over precies drie minuten staat Blonde Buurman op de stoep om me te helpen met mijn administratie.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM Zen cirkel,

Mijn nieuwe vriend heeft zijn sporen verdiend in een andere Boeddhistische traditie. En daar wil ik natuurlijk alles over weten. We nemen afscheid met de wens nog eens verder te kletsen.

Even later krijg ik een app’je met alle informatie over de film. ‘Dank je wel. Ik heb net heerlijke kweeperenjam gemaakt en ik wil je graag een potje brengen als bedankje voor al je hulp vorig jaar,’ schrijf ik terug.

Een afspraak is snel gemaakt. Wat leuk! Zo zie je maar dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. Of in dit geval Boeddha’s weg…….En elk nadeel z’n voordeel heb. Misschien kunnen we wel een speciale wijk-sangha gaan beginnen…… 😉

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM Wijk Sangha Haha

 

 

 

Mijn dagen als levend vuilnisvat zijn voorbij! Joechei! Heks is blij dat ze niet op haar mondje is gevallen. En dat die vuilbek met zijn racefiets niet op zijn plaat is gegaan. Soms heb je maar een half woord nodig, maar je krijgt een heel woordenboek. En wel het scheldwoordenboek!

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Woensdagmiddag staat Trui op de stoep. Ha, wat leuk! Snel doe ik de deur open. ‘Koffie?’ Heks is er absoluut aan toe. Ik kan vandaag maar niet uit de knoop komen.

Even later zitten we op mijn balkonnetje met cappuccino en veganistische bramen-cheese-cake. ‘Zelf geplukt en zelfgemaakt,’ grijns ik naar mijn vriendin, ‘Mijn handen lagen helemaal open van het geploeter door de dorens…..

Het is heerlijk weer. Gisterenavond heb ik een flinke wandeling over het strand gemaakt. ‘Zullen we straks naar Noordwijk rijden?’ Ik kijk Trui verwachtingsvol aan. Mijn vriendin heeft echter buienradar geraadpleegd. En volgens deze gezaghebbende app gaat het stortregenen aan het einde van de middag. Daar willen we niet in verzeild raken!

‘Ik heb Coq au Vin gemaakt, eet je gezellig mee?’ Ja natuurlijk. Heerlijk! Ik zat eigenlijk aan te hikken tegen een kliekjesmaal.

Om een uurtje of vier fietsen we de stad uit. We nemen een toeristische route naar Zoeterwoude. VikThor zit in de fietskar totdat we de warme stad uit zijn. Daarna mag hij naast de fiets rennen.

We rijden langs het Kanaal. Het is druk op de weg. En op het water! Overal recreërende mensen. Op e-bikes, racefietsen, in sloepjes, roeiboten….. Bij een brug krioelt het van de halfnaakte pubers. Ze gebruiken de leuning als duikplank. Om beurten laten ze hun duizelingwekkende capriolen zien.

VikThor sprint ook telkens richting water. Hij heeft zin in een duik. Op een plek, waar ik hem er ook weer uit krijg laat ik hem zwemmen. Daarna moet hij aan de lijn. Het is veel te druk op dit achteraf gelegen stuk openbare weg.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

In Cronensteijn laat ik hem weer los rennen. En ook als we over het fietspad door de polder richting Zoeterwoude kachelen sprint mijn ventje los naast de fiets. Helaas komen er een heleboel fietsers aan in de verte. Het is te druk voor dit soort acties. Bovendien heeft mijn hondje wild in zijn neus. Hij doet verscheidene pogingen om het fietspad over te steken richting haas of fazant.

Net als ik probeer hem in zijn kladden te grijpen om hem weer aan te lijnen, schiet hij in het piepkleine gaatje achter de fiets van Trui en voor mijn fiets langs naar de overkant van het asfalt. Daar zit iets heel wilds heerlijk dierlijk te geuren…… Een man op een racefiets kan hem maar net ontwijken!

Ik stop en grijp mijn hond. ‘Sorry meneer, hij was me te snel af, het lukte me net niet om hem tegen te houden……’ begin ik me te verontschuldigen. De man staat me dan al brullend uit te schelden. Als een gestoorde spuugt hij allemaal ellendigs over me heen. Er is geen speld tussen te krijgen!

Even ben ik perplex van al dat verbale geweld. Dan schreeuw ik terug dat ik me al heb verontschuldigd en dat hij nu wel eens op kan houden met z’n scheldpartij. ‘Jij met je stomme belachelijke fietskar, ik haat dat soort vervoersmiddelen, achterlijk wijf, blablabla……’

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Een wolk vieze stront sliert uit zijn mond en drijft langzaam in mijn richting. Een grote wolk gifgas…… Venijn van jaren!

Plotseling spoelt er een golf woede omhoog in mijn lijf. Het gooit spontaan een barrière op tegen deze locale kluchtige luchtvervuiling. ‘Ophouden nu,’ schreeuwt mijn stem op razende toon. Dreigend doe ik een paar stappen in zijn richting, ‘Kom maar hier, mafkees, dan krijg je een poeier.’ Grootspraak natuurlijk, maar het helpt wel. De eikel taait af!

Op de achtergrond piept Trui teksten als ‘Laat die die vent toch in zijn sop gaarkoken, Heks, hij is niet normaal, hij spoort niet, kom mee, niet op ingaan. Wegwezen nu, kijk uit, Heks…. Hij is gek, reageer er niet op…..’

Ik strek me uit tot mijn volledige lengte. 1.80 schoon aan de haak. Dan stap ik weer op mijn fiets met mijn hondje aan de riem. Puffend loopt hij het laatste stukje richting dorp. We zijn er bijna. Trui en Heks zwijgen. Het tumult klinkt nog na in onze oren.

‘Zo jammer, al die korte lontjes,’ verzucht mijn vriendin uiteindelijk. Het is waar. De wereld staat op scherp. Zelfs in die prachtige groene polder, tussen de vogeltjes en het riet, hebben mensen helemaal niks nodig om te exploderen……

‘Hoe is het gegaan de afgelopen week?’ mijn fysiotherapeut kijkt me nieuwsgierig aan. Ze behandelt me met Cranio-Sacraal therapie. Een hele aparte tak van sport binnen de fysiotherapie.

‘Ik ben bijna op de vuist gegaan met een hoogzwangere man van begin veertig,’ biecht ik op. Zoals altijd schaam ik me dood over mijn woede en gebrek aan zelfbeheersing. Het lukt me niet meer om mijn nijd eronder te houden. Beheerst te reageren. Het gif te absorberen en zijn werk te laten doen.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

‘Nee, zodra ik voelde wat die man bij mij naar binnen probeerde te smijten waren de rapen gaar. Ellende van jaren. Geconcentreerde frustratie over zijn moeder, oma, vrouw en schoonmoeder gecombineerd met een laag zelfbeeld en recent ontslag van zijn zogenaamde droombaan, waar hij sowieso al jaren langzaam zat dood te gaan. En toch vind hij het erg. Want mensen hechten aan hun ellende……’

Mijn fysio moet lachen. Tot mijn verbazing. ‘Ja und?’ af en toe spreekt ze spontaan haar moerstaal, ‘Hoe voel je je nu? Daarbij?’

‘Opgelucht. Gek genoeg, want ik was er eerst eventjes helemaal niet goed van. Maar het feit dat ik niks naar binnen heb laten komen, echt helemaal geen spatje van ’s mans frustratie, dat voelt geweldig! Het was eventjes helemaal niet leuk, ik had zelfs wel op mijn bek geslagen kunnen worden, maar ik accepteer dus echt niet meer dat mensen hun troep bij mij of zelfs in mij parkeren!’

Nee, dat nooit meer. Mijn dagen als levend vuilnisvat zijn voorbij. Joechei!

‘Ik las ergens dat uit onderzoek is gebleken dat je cortisolniveau omlaag gaat als je met een open houding helemaal rechtop gaat staan. Een ingekakt postuur geeft juist meer stress….. Misschien volstaat dat in de toekomst!’ verzucht ik tot slot.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

In de nabije toekomst nog niet:

Een paar dagen later staat mijn huis blauw van de rook. Een stelletje studenten doen een poging om te barbecuen Je kent het wel. Twintig aanmaakblokjes om te beginnen, een hele fles spiritus er op en walmen maar……. ‘Hallo daar, kunnen jullie de barbecue verplaatsen, mijn huis staat vol rook,’ doe ik een beleefde poging. ‘Voor jou zeker,’ is de reactie van degene, die verantwoordelijk is voor de rookoverlast, om me vervolgens een bijzonder grote bek te geven.

Ook zij krijgen hun vet van Heks. Leuk is het niet om te doen, maar niemand behandelt me meer ongestraft respectloos……..

Er wordt nog flink tegen me geschreeuwd, alsof ik iets raars doe. Even overweeg ik om de tuinsproeier in te zetten…….. Van het idee alleen al knap ik enorm op! 😉

‘Het Groot Scheldwoordenboek’. Voor inspiratie……

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

De zwarte klauw slaat genadeloos toe. Roofridder op oorlogspad. Een speklap moet het ontgelden…… Steenvrouw kan het zeer waarderen! Van wie is die lap? En hoe komt mijn zwerver er aan? Vragen. vragen……

©TOVERHEKS.COM

Van mij!!!!!©TOVERHEKS.COM

‘Ik kwam Ferguut net tegen met een enorme speklap in zijn bek. Ik heb em maar afgepakt, want het lijkt me niet gezond voor een kat. Ook weet ik niet waar hij hem vandaan heeft natuurlijk. Waarschijnlijk ergens in de buurt uit een keuken gestolen. Ik denk dat er iemand flink zit te balen nu…..’ grijnst Heks tegen haar vriendin.

Ik ben lekker bij haar te  gast. We zitten in de tuin na te eten. Steenvrouw ligt dubbel van de lach. Mijn ridderkater kan geen kwaad doen bij mijn vriendin. Het is dan ook de zoon van haar kat Doekie. Hij heeft dus een speciaal plekje in haar hart.

‘Die mafkees van een kat. Eerst had ik het helemaal niet door. Maar hij liep zo vreemd aan zijn bek te likken. Met een hele wilde blik in zijn ogen verdween hij vervolgens in de steeg om de hoek. Daar lag zijn speklap. Veilig verstopt!’ ‘Was ie nog warm?’ Wil mijn vriendin weten. Ik weet het niet meer. Niet gloeiend heet in elk geval. ‘Ik heb em met een poepzakje opgepakt…..

Poepzakjes zijn toch zo handig. Multifunctioneel.

©TOVERHEKS.COM

De zwarte hand/klauw slaat toe…... ©TOVERHEKS.COM

‘Heb je het wereldkampioenschap van K&G in je agenda gezet? Als je niet mee wilt moet je het nu zeggen….’ streng kijkt ze me aan. Eerlijk gezegd zie ik er tegenop. Het wordt een klus voor Heks. Helemaal naar Limburg rijden, kamperen, een hele dag in touw om in het stadion te komen en weer thuis te geraken……

Maar ik wil het wel heel graag zien! Want de zoon van Steenvrouw doet mee! En ze worden misschien wel weer wereldkampioen, net als een paar jaar geleden!

‘Lasten we vouwfietsjes meenemen. Of ter plekke fietsen huren, dan red ik het wel. Maar een uur heen en een uur terug lopen wordt me te gek. In combinatie met de rest.’ Ik ben natuurlijk wel gewend om einden te wandelen. Maar daarna ga ik gestrekt. Heel belangrijk!

©TOVERHEKS.COM

jammie!!!! Speklapjes…...©TOVERHEKS.COM

We worden helemaal giechelig van onze plannetjes. ‘Als je weer eens naar zo’n beeldhouwfestival gaat ga ik wel mee,’ beloof ik als haar reisjes in hopeloos gezelschap ter sprake komen. ‘Jeetje Heks, dat lijkt me geweldig,’ mijn maatje is er direct voor te porren. We kunnen nu eenmaal heel goed samen door een deur.

Op weg naar huis fiets ik een flink eind om. VikThor rent naast de fiets langs het water.. ‘Mag ik er in?’ vraagt hij met zijn ogen. Doordringend kijkt hij me aan. ‘Ga maar zwemmen, hoor,’ en hop, hij ligt al in het water. Stapeldol op zwemmen, dit hondje.

We zijn bijna thuis als de panter tevoorschijn springt. Hij is zijn speklap helemaal vergeten. Sterker nog: Hij lust wel weer een hapje.

Binnen wacht de rest van de dierentuin ongeduldig op het voedsel dat komen gaat. Een hele batterij bakjes verschijnt op het aanrecht. ‘Miauw, knerp, mauwww,’ klinkt het uit vele kelen. VikThor wacht gelaten af. Hij is als laatste aan de beurt. Zoals altijd, onderaan de pikorde als hij hangt.

Een kwartier later zijn alle buikjes weer gevuld. Tevreden knorrend vleit Snuitje zich tegen me aan. De dag is weer gedaan.

©TOVERHEKS.COM

Ferguut de roofridder, ©TOVERHEKS.COM

 

 

 

Leergierige Panter klem in Museum Boerhaave. Heeft hij het weer overleefd? Wat is er eigenlijk gebeurd? De hoeveelste queeste is dit nu alweer? En hoeveel levens heeft hij nog over?

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Vrijdagmorgen loop ik museum Boerhaave in. Ik ben het al dagen van plan, maar telkens was de deur dicht of had ik net geen tijd. Vandaag ben ik echter op een missie. Al twee weken is de panter in geen velden of wegen te bekennen. Zijn grote zwarte katerlijf maakt zich niet meer onverwacht los uit de schaduw. Geen gezellige nachtelijke wandelingen met VikThor. Al die tijd is hij ook niet komen eten…… Waar zit die mafkees?

Zoals altijd als mijn panter in de problemen geraakt ben ik binnen een halve dag op de hoogte. Allerlei innerlijke alarmbellen gaan af. Ik weet gewoon dat er iets loos is. Dit terwijl mijn monster met enige regelmaat een paar dagen niet thuis komt. Zeker in het voorjaar wil hij nogal eens op stap gaan. Ik maak me daar nooit te sappel over.

Nu is er echter iets niet in orde. Ik voel het aan mijn hekseneksteroog.

En ja hoor. Twee weken later en nog steeds geen spoor van mijn geliefde kat. Potjandrie. Waar zit dat beest? Hij kan wel overal zijn. Sinds ik hem een keer in Hoorn heb opgehaald kijk ik nergens meer van op. Toch loop ik midden in de nacht door de buurt zijn naam te roepen. Geen reactie……

Steeds als ik aan hem denk zie ik riool voor me. Onder de grond. Buizen. Shit. Hij zal toch niet ergens in verstrikt zijn geraakt? Is hij opgesloten in een leeg pakhuis en probeert hij soms via het riool ontsnappen? Mijn kattenvriendin aan gene zijde helpt me zoeken. Hij zit inderdaad in de problemen.

‘Je moet nog even geduld hebben, Heks, het komt goed, er wordt aan gewerkt, maar nu zit hij inderdaad nog vast..’ hoor ik in mijn geestesoor, ‘Zoeken heeft nu geen zin, je vindt hem niet….. lispel lispel lispel….’ de rest versta ik niet.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Donderdagavond brand ik een kaarsje. Voor Schilder natuurlijk. Maar ook voor mijn avontuurlijke kat. De boerenridder Ferguut. ‘Kom naar huis,’ fluister ik tegen zijn ziel,’ breng hem thuis,’ verordonneer ik de hulptroepen in andere dimensies.

Zo loop ik vrijdag dus het museum in. Ze zijn al ruim anderhalf jaar bezig met een enorme verbouwing. De collectie is zo lang opgeslagen. Het hele gebouw staat op zijn kop. Plafonds en vloeren liggen open. Een tricky omgeving voor een ondernemende kat.

De binnentuin is bomvol mannetjes met allerhande gereedschap. Er wordt verwoed gezaagd en gehamerd. Het duurt dan ook even voordat ze mij in de gaten hebben.

‘Hebben jullie mijn kat gezien, een grote zwarte panter?’ Niemand heeft iets gezien. ‘Nee joh, die zit hier niet,’ beantwoord ik met ‘Ik heb hem hier vorig jaar ook al eens weggehaald.’

‘Ja, jij hebt toen een ruitje ingeslagen,’ grinnikt een grote kerel goedmoedig. Ik verschiet van kleur en kijk zo onschuldig mogelijk. De man laat zich niet bedotten. ‘Geeft niks hoor, je had gelijk. Het is hier echt levensgevaarlijk voor dat beest.’

In eerste instantie kom ik niet veel verder in mijn zoektocht, maar opeens roept een piepjonge timmerman dat hij die ochtend de afdruk van kleine kattenpootjes heeft gezien in het anatomische theater. ‘Ze zien er vers uit, ik heb ze ook niet eerder gezien,’ beweert het joch hardnekkig tegen zijn ongelovige collega’s.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

In overleg met de uitvoerder wordt er een opzichter opgetrommeld. Het blijkt een ongelofelijke grapjas te zijn. Plagend probeert hij me direct in de maling te nemen. Dan komt hij terzake. ‘Kom om half 2 hierheen, dan lopen we het gebouw samen door. Je moet dan wel speciale schoenen aan hoor. En neem wat kattenbrokjes mee!’

‘Ik heb een afspraakje zometeen met een mannetje in het museum,’ roep ik tegen mijn hulp als ze binnenkomt. ‘Wat leuk. Heks, vertel,’ antwoordt ze in de veronderstelling dat het om een date gaat. Ik help haar snel uit de droom.

‘Hij is wel grappig hoor, maar geen relatiemateriaal, hahaha. Bovendien is hij ongetwijfeld getrouwd! We gaan mijn kat zoeken, niet mijn poesje….’ grap ik er lustig op los. Ik voel me verwachtingsvol sinds de melding van de kattenpootjes. Mijn zwerver zit vast en zeker vast in het museum!

Mijn date staat me al ongeduldig op te wachten. ‘Zo, ik dacht dat je me zou laten zitten….’ roept hij opgelucht als ik een paar minuten over half twee voor zijn neus sta. Zijn collega’s reageren met een reeks kwinkslagen. ‘Ze zijn gewoon stikjaloers…,’ verklaart hij dit gedrag.  Snel maken we ons uit de voeten.

‘Miauw, miauw,’ klinkt het aan alle kanten. Gevolgd door gegiechel. Overal zitten mannetjes te klussen. Het verhaal dat er een toverheks naar haar zwarte kat komt zoeken heeft duidelijk de ronde gedaan tijdens de lunch.

‘Het is zo’n groot zwart bakbeest toch?’ mijn gids is een geweldige kletskous, ‘Nou, dan heb ik misschien niet zulk leuk nieuws voor je, ik heb hem met enige regelmaat uit die vuilcontainer zien kruipen. En die wordt elke week opgehaald om te worden geleegd……’

Een klamme hand sluit zich om mijn hart. Oh jee. Die container wordt tegenwoordig elke avond helemaal dicht geseald met een gigantisch stuk zeil. Dit om te voorkomen dat er de hele nacht mensen dingen in staan te gooien. Of uit proberen te halen.

Er heeft zich de eerste maanden van het bestaan van deze container een levendige ruilhandel ontwikkeld in de wijk. Heks heeft er een paar mooie spiegels en een kroonluchter aan overgehouden…… Geweldig natuurlijk!

Maar ja, de buren waren niet blij met dit verschijnsel. Het maakt lawaai. Vooral als het s’nachts gebeurt. En als er dronken droppies bij betrokken zijn……

‘Eerst maar eens naar die kattenpootjes in het anatomisch theater kijken,’ onderbreekt mijn nieuwe vriend opgewekt mijn sombere gedachten. Ik zie mezelf al voor mijn geestesoog op een verlaten vuilstort zoeken naar mijn zwarte ridder…..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

We spoeden ons door het zo goed als lege gebouw naar de opgebroken zaal. En ja hoor, er staan een heleboel verse afdrukken in het stof van de rudimenten van het theater. Een golf van opluchting slaat door me heen. Aan het enorme formaat te zien gaat het inderdaad om mijn ventje. Mijn schat leeft op grote voet!

Ik schud met de brokjes en roep zijn naam. ‘Miauw,’ klinkt het aan alle kanten. Gevolgd door een welgemeend ‘Hihihi, hehehe, hahaha….’ ‘Hou op, mannen, jullie humor doet me pijn….’ protesteert Heks.

‘Oh jee, kijk hier eens,’ mijn begeleider stopt zijn hoofd in een openstaand luik onder het theater. Er staan kattenpootjes omheen, maar mijn panter is nergens te bekennen. ‘Ik hoop niet dat hij door dat gat de kruipruimte naar de riolering in is gegaan, want het staat vol met water sinds die buien van de afgelopen week…..’ sombert hij. De klamme hand komt terug…….

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

We lopen het hele gebouw door op zoek naar nog meer sporen van mijn panter, maar we vinden slechts een paar hele oude stoffige afdrukjes ergens boven in het gebouw. Waar zit dat beest? Is hij echt verdwenen? Heks rammelt en roept, maar van mijn schat geen spoor.

Plotseling worden we gebeld. Drie keer achter elkaar. ‘Ik zag net iets zwarts voorbijflitsen op de benedenverdieping,’  en ‘Is ie zwart? Er rent een zwarte kat de deur uit hier…!’ en  ‘Zwarte kat gesignaleerd in de binnentuin.’ Heks raakt eufoor. Uit welke deur is hij gerend? De voordeur soms? Er zijn zoveel deuren. Waar is hij nu? Welk bericht is het meest recent?

Na enig onderzoek blijkt er een zwart monster in de binnentuin te zitten. We rennen naar buiten. ‘Ferguut,’ roep ik. Maar niks. Ik loop de hele tuin door. Er staat een grote boom. ‘Miauw,’ hoor ik. Geen bouwvakker te bekennen, dus dat moet mijn kat zijn! Maar waar zit hij?

Er wordt gezaagd en geboord, getimmerd en geschreeuwd aan de andere kant van de tuin. Maar af en toe hoor ik gemiauw. ‘Ik zag hem onder dat vlonder verdwijnen,’ helpt een krullenjongen me uit de brand. Mijn bakbeest blijkt zich midden in een zeventiger jaren spuuglelijke waterpartij te hebben verschanst.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Met moeite en veel snoepjes weet ik hem er uit te lokken. Snel grijp ik hem in zijn kippennek. Ha. Kip ik heb je!

In de dagen erna wordt mijn monster doodziek. Niet direct. Eerst wil hij maar wat graag eten. Misschien geef ik hem iets teveel. Gewend als ik ben dat hij altijd wel wat van zijn gading vindt buiten. Een vette muis of vogeltje….. Deze keer is hij echter flink vermagerd. Pas na een dag dringt het tot me door dat hij hoogstwaarschijnlijk twee weken niks te vreten heeft gehad!

Ik reconstrueer dat hij ongetwijfeld vrij snel na zijn eenzame opsluiting tijdens Hemelvaart in het riool is beland. Het luik ging dicht en meneer kon geen kant meer op. De afgelopen week hebben ze het luik weer opengezet na al die regen. Twee weken vies water, ratten en te snel veel eten deden de rest: Panter doodziek!

Ik doorwaak twee nachten. De tweede nacht gaat het mis. Ik zie hem per uur achteruit gaan. De hele nacht ben ik in de weer om mijn beestje te ondersteunen. En de troep weer op te ruimen……

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Dan komt de omslag: Zondagmorgen valt hij in een genezende slaap. Heks ook. Later die dag wil panter weer eten. Het liefst wil hij ook weer de hort op, maar dat kan hij voorlopig vergeten. Eerst aansterken, gekke roofridder.

Zondagavond halen Joy en Boy mijn hondje op. Heks kan intussen geen pap meer zeggen, maar VikThor moet toch nog eventjes flink aan de wandel. ‘Hij is inderdaad een beetje magertjes, Heks,’ mijn vriendin heeft de panter opgetild. Vol liefde geeft hij haar kopjes. Het is toch zo’n schatje!

Mijn vrienden knuffelen alle katten uitgebreid, nadat ze  mijn hondje flink hebben laten rennen. Daarna heffen we het glas op de behouden thuiskomst van mijn zwerver: Hij heeft nog zeker vier van zijn negen levens over. Daar moet hij het voorlopig mee kunnen redden……… Dus eind goed, al goed.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM