Heks krijgt geld van de bedeling, zodat ik een toontje lager zing. Maar ik wil niet lager zingen met de Matthäus voor de deur. Dus klaar met het gezeur. Vandaag gaan we niet spelevaren. Ik kan de klus even niet klaren. Maar niks te maren of te mieren: Buurman traint mijn lachspieren.

‘Ha schat, kunnen we op een andere dag afspreken om te gaan zwemmen? Ik krijg mezelf niet opgestart,’ bibberig zit ik aan de telefoon. Het is me niet gelukt om bijtijds uit de kreukels te komen. Sterker nog: Ik voel me vrij ziek. Pijn in mijn buik. Halfzacht. Misselijk. Alsmede de normale spierpijn in het kwadraat. Het idee om in een ijskoud bad te springen is verre van aanlokkelijk.

‘Morgen lukt niet, Heks. Ik ga dan de boodschappen doen, die ik normaal gesproken op dit tijdstip doe,’ Saar is not amused dat ik zo laat nog afzeg. Tegelijkertijd weet ze natuurlijk ook wel, dat ik niet zomaar afbel.

‘Misschien kunnen we sowieso beter op vrijdagmiddag gaan,’ stel ik voor. Dan ben ik door mijn thuiszorg en prikken noodgedwongen al uren op. Dus ontkreukeld. Maar misschien ook alweer doodmoe van deze activiteiten.

Het is nog niet zo eenvoudig om als een halvezool te leven. Om je miezerige activiteiten dusdanig in te plannen, dat je niet constant alles af moet bellen.

Terwijl we overleggen gaat de deurbel. Ik doe de deur open en hoor Buurman stommelen in het portaal. VikThor stuift de trap af. Hoera! Vriend Carlos komt op bezoek met zijn baasje.

Even later sjokt de enorme Duitse herder de trap op. Gevolgd door zijn eveneens uit de kluiten gewassen baasje. ‘Hi Heks, ik zie het al. Griep zeker? Je ziet er niet uit gewoonweg. En je loopt nog in je pyjama! Haha!’

‘Als jij nou eens mijn hondje een klein piesrondje geeft, dan zet ik even koffie en trek wat kleren aan,’ roep ik blij, terwijl ik VikThor alvast aanlijn. Zo kom ik mooi onder een uitlaatronde uit. Snel kleed ik me aan, zet koffie en swiffer een pak kattenhaar van de keukenvloer. Ik haal een was uit de machine. Borstel mijn haren in een staart……

Waar blijven ze nou? Buurman neemt de tijd! Een half uur later gaat de bel. ‘Ik was eventjes naar de drogist, Heks. Ik heb oorontsteking gehad en had nog wat medicatie nodig. Ja, heftig zo’n ontsteking. Blij dat het min of meer over is.’

Even later zitten we luidruchtig te blaten aan de keukentafel. Een normaal gesprek is er nooit bij met ons. Zoals altijd zit Buurman me verschrikkelijk aan het lachen te maken. Wat is het toch een mafkees.

Allerlei onderwerpen passeren de revue. De verkiezingen. ‘Partij voor de Dieren, Heks?’ vraagt hij naar de bekende weg. Het achterlijke referendum. We zijn allebei tegen die kutwet. ‘Toch gaat die er komen, let maar op. Het maakt echt niks uit wat wij vinden. Zolang die idioten in Den Haag er hun zinnen op hebben gezet gaat het gewoon door.’

‘En dan, waar hebben we het over. Alsof ze nu nog niet alles van ons weten. Neem nu het medische dossier. Daar wilde ik vanaf dag 1 niet aan meewerken. Ik heb dan ook altijd overal nee gezegd tegen het verspreiden van mijn medische gegevens. En toch zie ik soms opeens ergens persoonlijke informatie opduiken, die daar niet hoort te staan. Dus….’

Dus. Dus.

We gaan wandelen. Op ons gemakje kuieren we door de stad. Carlos kan niet meer zo hard tegenwoordig. Hij is bijna 11 en dat best oud voor een Duitse herder. VikThor trekt onvermoeibaar aan de riem. Zoals altijd probeer ik hem te laten volgen, maar zodra ik even niet oplet staat de lijn weer strak. Mijn lamme armen maken geen indruk.

Heks’ krachtverlies is dramatisch. Vorige week probeer ik een paar schroeven in een keukenkast te draaien. In een bestaand gat. De kattenkrabplank, die ik probeer op te hangen is al een keertje naar beneden gelazerd. Dit is dus nu een nieuwe poging.

Ik schroef en schroef met een ongeluk. Maar er gebeurt gewoonweg niets. ‘Zal ik het eens proberen?’ vraagt mijn hulp, als ze me zo ziet stumperen. En met twee slagen zitten beide schroeven muurvast. Tot mijn verbijstering.

Ik denk altijd dat ik alles nog kan, maar dat valt dus nogal tegen. Ik ben eindelijk de slappeling geworden, waar mijn vader me altijd voor uitmaakte. Hij heeft dus toch gelijk gekregen!

Gelukkig maar dat ik zo’n goed hondje heb. Uiteindelijk gaat hij het wel leren. Hij doet echt zijn best, maar ja. Voorwaartse Springer Spaniëlkrachten versus een dodelijk vermoeide baas.

Buurman en Heks drinken koffie op een terrasje. Hij vertelt over zijn nieuwe baan als financiële man bij een non-profit organisatie. ‘Hoe is het nu met jouw financiën, Heks? Nog zoveel gezeur en gezanik?’

Ik vertel hem hoe ik onlangs geld voor een paar schoenen en een jas heb gekregen van de RK Parochie Heilig Kruis Locatie Stadskanaal. ‘Die parochie bestaat, maar het is niet overgemaakt vanaf hun rekeningnummer …… Tja, wat moet je ermee? Deze armoedzaaier is in iemands optiek afhankelijk van de bedeling. En dat wordt er eventjes goed ingewreven. Die nobody zal het wel grappig vinden, neem ik aan…….’

Maar mag ik even een teiltje?

‘Mijn meisje en ik zijn onlangs getrouwd en dat is geen grapje!’ vertelt Buurman plotsklaps. Ha, wat leuk! ‘Ja, echt. Na dertig jaar samenwonen vonden we het opeens tijd worden. Dus wij met zus en zwager naar het stadhuis. We hebben het heel piepklein gehouden!’

Ach, wat een dag. Doodziek opstaan, bijtrekken om weer snel naar bed te vertrekken. Goede voornemens verdampen in zweet en spierkrampen. Bezoek van de buurman. Beetje lachen en genieten. Want dat kan ik zo goed heb ik net weer gehoord. En het is zo! Koffie en een wandeling en dan weer plat. Nog eens opstaan om naar de fysiotherapeut te gaan. Om je te laten martelen….

Ga er maar aanstaan. Zo is je leven met ME. En vandaag valt nog alles mee! Hé!

 

Vannacht krijgt Heks eens goed te eten: De dolende ridder komt aanzetten met een levend maaltje! Door lagen slaap weet hij mijn dromen te verstoren. Mijn monster laat van zich horen! Ontbijten met harige rattenstaart? Heks is er niet voor te porren……

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

‘Jeetje Heks, hoe gaat het? Ik schrok van je blogje. Red je het wel?’ Don Leo klinkt bezorgd. Ja, dat is nu ook weer niet de bedoeling. Hij heeft al genoeg aan zijn kop. Over deze toverkol in de rats zitten kan er echt niet meer bij!

Vanmorgen kreukel ik zoals gewoonlijk weer trillend en zwetend op gang. Bibberig zit ik op de rand van mijn bed. Ik heb een superslechte nacht gehad. Onrustig slapen, steeds wakker worden. En als ik dan eindelijk in slaap ben droom ik dat ik word aangevallen door een panter. Schreeuwend stort hij zich op me.

Maar nee, het is maar een droom. Ik drijf naar de oppervlakte en hoor mijn aanvaller nog steeds. Buiten. In de steeg. Oorverdovend……..

Ik trek een sprintje naar de keuken. Even uit het raam kijken. Misschien heb ik een kat vergeten binnen te halen gisterenavond. Met name Pippi kan geweldig krijsen als ze het zat is op het balkon.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Het begint net licht te worden. In de halfduistere steeg staat een zwart monster. Hij krijst en toont me een vette muis. ‘Kijk nou, lieve  vrouw, speciaal voor jou gevangen. Kom nu naar beneden, dan vreten we em samen op!’ Ik zie het muisje angstig spartelen bij die woorden…… Hij is reddeloos verloren. Dat moge duidelijk zijn!

Helaas kan Heks niets meer voor het arme beestje doen.

Ik weet uit ervaring, dat ik mijn schatje beter niet binnen kan halen nu. Geheid dat hij die muis loslaat in het huis. Je kunt je de taferelen misschien voorstellen: Zeven katten woest jagend op een wel erg interessante prooi. Door muren en behang!

Ik wacht dus een kwartiertje. Dan mag het bakbeest naar binnen. ‘En ik maar denken dat je toch wel een ouwetje aan het worden bent,’ lispel ik tegen mijn rattenvanger, ‘Je redt je echter nog uitstekend zonder blikjes en brokjes!’

Aanhalig geeft hij me kopjes. ‘Jammer dat je ze lang wachtte om me te komen halen, vrouw. Ik heb die muis natuurlijk al lang soldaat gemaakt, maar hij was eigenlijk voor jou bestemd!’

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Ondanks zijn levende voorgerecht lust Ferguut nog wel wat brokjes. Ik zet een flinke bak eten voor zijn neus en hij valt erop aan alsof hij in geen dagen iets heeft gehad. Wat kan mijn dolende ridder toch bunkeren! Hij eet meer dan het dubbele van wat de rest naar binnen werkt.

Natuurlijk wil hij direct na zijn diner weer naar buiten. Heks steekt er een stokje voor. ‘Blijf jij maar eens een nachtje binnen. Je bent de hele tijd op stap en zulk geweldig weer is het nu ook niet vannacht,’ ik geef hem een kusje op zijn grote katerkop. Hij berust in zijn lot.

Tevreden krult hij zich op naast mijn hoofd. Gelukkig. We kunnen eindelijk slapen. Over een paar uur moet ik er alweer uit. Zit ik traditiegetrouw trillend en zwetend op de rand van mijn bed. Gaan er weer happen pijnstillers naar binnen. Moet ik de dag weer met geweld op gang trappen…..

‘Ach, lieve Don, je weet het toch? Het is halen en brengen. Ik heb dagdagelijks te maken met een invaliderende ziekte. Mensen bagataliseren het. Ik bagatelliseer het vaak ook. Gewoon omdat ik me er niet in wil wentelen. En dan ook: Je ziet het niet aan me. Behalve vroeg in de morgen, als ik nog geen pijnstillers in mijn klep heb.’

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

‘Ik zie tegen alles op. Vakanties zijn een ware bezoeking. Ik ga bijvoorbeeld een weekendje weg binnenkort, maar ik zie ertegenop als tegen een berg. Gewoon omdat alles me constant teveel is. Omdat ik van twee dagen pret maken een paar maanden lol kan hebben. In de verkeerde zin van het woord….’

‘Nu ben ik bijvoorbeeld ernstig geblesseerd geraakt door het omslaan van bladzijden tijdens het concert met het projectkoor. Het boek stond al op een standaard, maar die bladzijden slaan zichzelf niet om natuurlijk. Ik kan die arm nauwelijks gebruiken en crepeer van de pijn.’

We beginnen verschrikkelijk te lachen, ja, wat moet je anders? Het is toch ook te gek voor woorden. Kun je het mensen kwalijk nemen dat ze dit niet serieus nemen?

Ja. Sommige mensen neem ik het bijzonder kwalijk. Die hadden er best eens iets over kunnen lezen. Best eens iets voor me kunnen betekenen.

Gelukkig heb ik een kat die goed voor me zorgt. Hij brengt me reusachtige ratten en vette veldmuizen. En als mijn hondje te ruw met me stoeit naar zijn smaak, springt hij op zijn rug en geeft hij hem een stevige opstopper. Mijn panter is voor de duvel niet bang.

En ook nog eens de grootste liefste schat van een kat!

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM