Liefde inspireert, motiveert en amuseert me dit weekend: Er wordt flink getrouwd! Dat doe je als je van iemand houdt. Tegenwoordig. ‘Het huwelijk is een uitvinding van de katholieke kerk stammend uit de veertiende eeuw, om volgelingen onder de duim te houden…..’ fluistert mijn buurman tijdens de kerkdienst. Het kan hem intussen gestolen worden. ‘Ik zou het nooit meer doen,’ lispelt hij ondeugend. Laat zijn vrouw het maar niet horen!

Zaterdagavond kijkt Heks naar het huwelijk van Harry en Meghan. Hoe deze bi-raciale bruid wordt verwelkomt in het Britse koningshuis. Een sprookjeshuwelijk. Iedereen aan de buis gekluisterd.

Ik kijk van A tot Z naar deze fenomenale poppenkast. Ik luister naar het gezemel van een speciaal ingevlogen enige echte Nederlandse ‘Britse Royalty Kenner’. ‘Meuh, meuh, meuh….’ kwebbelt ze over de moeder van Meghan, ‘Duh, duh, duh…..’ De vader is aan de beurt. Een hele disfunctionele familie, vooral die vader. Ze verzwijgt voor het gemak, dat de man half Nederlands is! Geen eer aan te behalen natuurlijk.

‘Nou ja,’ geeft ze ruiterlijk toe, ‘Het Britse koningshuis blinkt nu ook niet uit qua functionele familie. Alle kinderen van de Queen zijn intussen gescheiden. Meuterdemeut. Maar dan de moeder van Meghan….!’

Iedereen steekt de loftrompet over deze vrouw. Een vrouw, die mij eigenlijk ook wel een heel leuk mens lijkt met haar sociale inslag, neusring en yogastudio. Alleen dat rasta haar is niet aan mij besteed.

Een vooroordeel: Heks heeft nog nooit een frisse kop dreadlocks  gezien of geroken in levende lijve. Hier ter lande kweken oer Hollandse kaaskoppen zulke kapsels door hun lokken gewoonweg niet meer te wassen en vervolgens tegendraads te kammen heb ik ontdekt. Krijg je een ranzige klitterige kaaskop. Geen gezicht natuurlijk en vooral: Geen lucht.

Maar goed. Het Britse koningshuis is enorm opgelucht, dat er nu eindelijk eens een niet-blanke toetreedt in de gelederen. Het is overigens totaal niet te zien, dat het hier een niet-blanke betreft. Tenzij je alleen ouderwets melkflesachtige medemensen als zodanig betiteld. Een type, waar Groot Brittannië van vergeven is meen ik me te herinneren.

Vergeven was. Ook in dit ouderwetse traditionele koninkrijk is een keur aan huidskleur te bekennen tegenwoordig.

‘Het koningshuis is nu een veel betere afspiegeling van de Britse maatschappij. Bladiebla….’ klinkt het verguld uit de mond van de vrouw met al het stomme commentaar, ‘De koningin schijnt ook enorm opgelucht te zijn,’ blaat ze vrolijk verder, ‘De monarchie in 1 klap gemoderniseerd…..’

Heks kan het niet laten zich af te vragen wat er zou zijn gebeurd als die arme Harry eerste in lijn van troonsopvolging zou zijn. Zouden de leden van de koninklijke familie nog zo enthousiast reageren? Een gescheiden bi-raciale vrouw met een grote bek? Want dat schijnt de nieuwbakken lieftallige bruid ook te hebben: Een ongezouten eigen mening.

Ik vermaak me kostelijk met het feeërieke schouwspel. Ik lig dubbel om alle idiote verhalen eromheen. Soms geloof ik mijn ogen bijna niet. Bijvoorbeeld tijdens de preek van de Amerikaanse bisschop Michael Bruce Curry.

De man staat bevlogen te oreren over de liefde. Geheel in Amerikaanse televisiedominee-achtige stijl. Het klinkt een beetje als vloeken in de kerk na al het stijve harkerige Britse geneuzel. Bovendien gaat hij maar door en door. De man is graag aan het woord en nu heeft hij lekker de kans.

‘Ik hou ermee op,’ zegt hij na een klein kwartier, ‘Er moet tenslotte getrouwd worden…’ Iedereen kijkt opgelucht. Maar nee, de man gaat nog zeker tien minuten door over de liefde. Iets, waar je niet genoeg aandacht aan kunt besteden lijkt me op een dag als deze.

De camera richt zich voor de zoveelste keer op de kop van Camilla, verscholen onder haar enorme zalmkleurige vliegende schotel. Zie ik het nu goed? Schampert ze tegen de naast haar gezeten Kate Middleton? Ik speel de gewraakte opname een paar keer af. Ja, het lijkt erop. Haar gemene gezichtje gluurt eventjes vals onder de schotel vandaan.

Kate reageert met een volstrekt uitgestreken gezicht. Ze schiet niet in de lach ofzo. Misschien vergis ik me.

Ach, wat kan het me ook schelen?

Zondagmorgen zit ikzelf midden in een huwelijksdienst. Onze dirigent trouwt met zijn lief. De kerk zit stampvol afgeladen. Het is een eenvoudige ceremonie voorafgegaan door een prachtige preek over de liefde.

Die belangrijke en enige drijfveer, die de mensheid bij elkaar houdt. Dit tegengif tegen woede en haat. Dit kostbare goddelijke geschenk, dat we moeten koesteren met zijn allen!

Na de dienst help ik Jip en Janneke met koffie schenken, zoals ik heb beloofd. Oh, wat leuk om weer eens iets te doen! Ik negeer mijn rug, die volstrekt verkrampt na het derde ingeschonken bakkie.

Wel realiseer ik me dat mijn plannetje om als vrijwilliger koffie te gaan schenken voor gedetineerden misschien iets te hoog gegrepen is. Er was een dame, die een oproep deed aan het eind van de dienst. En je wilt wel eens iets bijdragen als halve zool.

  1. 1 Korinthiërs 13
  2. 1 Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden.

    2 En al ware het dat ik de gave der profetie had, en wist al de verborgenheden en al de wetenschap; en al ware het, dat ik al het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, zo ware ik niets.

    3 En al ware het, dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou worden, en had de liefde niet, zo zou het mij geen nuttigheid geven.

    4 De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen;

    5 Zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad;

    6 Zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid;

    7 Zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.

    8 De liefde vergaat nimmermeer; maar hetzij profetieën, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden.

    9 Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele;

    10 Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden.

    11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was.

    12 Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben.

    13 En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.

Op stap met vrienden. Kan dat eigenlijk wel? Vriendschap tussen man en vrouw? Daar zijn de meningen ernstig over verdeeld. Soms denk je dat het kan en kom je toch van een koude kermis thuis. Of je ziet leeuwen en beren op de weg terwijl er slechts een mak lammetje loopt te bokken. Of een onschuldige oude bok….. Heks heeft veel mannelijke vrienden. Het kan. Echt waar. Maar je moet wel ogen in je achterhoofd hebben. In sommige gevallen. En liefst ook in je onderbroek.

‘Heks, wil je me behandelen? Dat kun jij toch? Ik heb last van mijn rechterbil!’ Hawk kijkt me verwachtingsvol aan. Zou het nu eindelijk eens lukken om me over te halen tot fysiek contact? Het is inmiddels al de zoveelste poging hiertoe. Van algehele lichaamsmassages tot dan maar voetmassages of de wens me eens op die mooie rode roos te zoenen in plaats van op mijn wangen……..

Ik wimpel alles af. Aan mijn lijf geen polonaise. Ik ben geen twintig meer, maar door de wol geverfd. Ik ken mijn pappenheimers. Toe maar.

In zijn keuken hangen een aantal enorme witte zeilschepen van onderbroeken in het zicht te drogen. Ook dat nog. Bepaald geen afrodisiacum, maar daar kun je van mening over verschillen natuurlijk.

Vorige week zondag ga ik met Molenaar naar een prachtig concert in kasteel Duivenvoorde. ‘Phantasia Musica, Vioolmuziek uit de zeventiende eeuw’ door Furor Musicus onder leiding van Antoinette Lohmann.

Het is fantastisch weer. Alle bloesembomen staan volop in bloei. Grote rode beuken vlammen in pril blad. Zoete geuren verzadigen de warme lucht. Mijn lijf kreukelt ook vrolijk voorwaarts vandaag. In mijn roze bloesemjurk met bijpassend hoedje……

Het concert is fenomenaal. Heks is direct een grote fan van Antoinette Lohmans. Wat een geweldenaar op haar barokviool. Maar ook op de klompviool staat ze haar mannetje…… Ik raak helemaal betoverd door het speciale programma van vandaag. Met de klompviool als apotheose……..

‘Haar ouders spelen allebei folkmuziek,’ vertelt Fiederelsje me later. Haar liefde hiervoor is goed te horen in haar vertolking van de Bierfiedlers in het stuk van Johann Erasmus Kindermann over de oorlog tussen deze Folkländer en de meer serieuze violisten…… Wat een heerlijke middag!

Later die week ga ik met Buurman op stap. Hij neemt me mee naar alweer een concert van geheel andere orde. We gaan luisteren naar het popkoor ‘Prestige’ in de grote zaal van het Volkshuis. Zijn vrouw zingt mee. Samen met nog zo’n honderdtwintig andere vrouwen en een tiental mannen! De halve zaal staat vol koor.

‘Dat is nog wel eens eventjes andere koek dan met ons ‘Dikkertje Tromkoor,’ fluisteren we tegen elkaar nadat we zijn weggeblazen door hun massale geluid. ‘Wij moeten ook voor dit effect gaan,’ lispel ik enthousiast, ‘Maar dan wel met z’n tweetjes natuurlijk!’ Ja. we zijn en blijven toch een heel  bijzonder koor bestaande uit twee personen. En zo is het.

‘Jullie mogen gerust meeklappen en dansen!’ enthousiasmeert de dirigent ons. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Buurman naast me gaat steeds gekker doen. En Heks doet natuurlijk vanouds mee. Doet niet voor hem onder! Dubbel van de lach swingen we op onze stoelen.

Ruim een anderhalf uur genieten we van deze kakofonische eenheid. Helemaal boordevol en een beetje dol verlaten we de tent.

Kom, laten we nog een drankje doen in het Praethuys,’ roept Buurman. Zo zitten we nog een uur te toeteren tegen elkaar. Eerst in de kroeg en dan nog eventjes in Huize Heks. Heerlijk!

Afgelopen week ben ik met twee vrienden op stap geweest. Het kan dus wel degelijk, vriendschap tussen mannen en vrouwen. Heks is er het levende bewijs van. Voorwaarde is wel, dat er geen sprake is van grensoverschrijdend gedrag of ongepaste opmerkingen.

Met andere woorden: Ik wil mezelf niet constant verdedigen dat ik geen relatie, fysiek contact of seksuele toestanden wil. Ik wil geen rare opmerkingen over dat we niet met elkaar naar bed gaan bijvoorbeeld.

download-50

Dat deed een vroeger stapmaatje van me regelmatig. ‘Dit is Heks, we zijn vrienden, maar neuken niet!’ riep hij dan tegen mij wildvreemde mensen. Hij kon er maar niet bij dat ik dat niet met hem wilde doen. Hij was overigens getrouwd, maar dat maakte hem niet uit. Mij ook niet, want ik wilde het sowieso niet. Al had ik een miljoen euro smartengeld toe gekregen. Dan nog niet. Punt.

Hawk is zesennegentig. Je verwacht dan niet dat iemand zich van alles en nog wat in zijn kop haalt. Maar ja. Je kunt niet in andermans hoofd kijken natuurlijk. En afgaande op zijn opmerkingen moet ik hem maar heel goed in de gaten houden. En ontmoedigen!

Alhoewel dat ook niet altijd helpt heb ik uitgebreid ondervonden in mijn amoebe-leventje. Je kunt ontmoedigen wat je wilt, als iemand iets in zijn kop heeft staat hij daar vaak niet voor open. Het moet en zal dan gebeuren. Ooit. Niet linksom, dan rechtsom. Niet goedschiks, dan kwaadschiks.

Het is geen wonder dat ik voorzichtiger geworden ben. Hawk houd ik op veilige afstand. Geen massages en bilbehandelingen. Gewoon gezellig koffie drinken en met de hondjes wandelen. 1 keer per week. Dat is net mooi zo!

En als dat niet genoeg is, dan houdt het gewoon helemaal op.

onderbreken, klimaatsverandering, opwarming van de aarde, global warming,

Is billenknijpen verboden of strafbaar?

Weekje billenknijpen voor ‘woeste’ golfers van Grevelingenhout!!!!!!

tieten knijpen, billen knijpen,

Heks krijgt geld van de bedeling, zodat ik een toontje lager zing. Maar ik wil niet lager zingen met de Matthäus voor de deur. Dus klaar met het gezeur. Vandaag gaan we niet spelevaren. Ik kan de klus even niet klaren. Maar niks te maren of te mieren: Buurman traint mijn lachspieren.

‘Ha schat, kunnen we op een andere dag afspreken om te gaan zwemmen? Ik krijg mezelf niet opgestart,’ bibberig zit ik aan de telefoon. Het is me niet gelukt om bijtijds uit de kreukels te komen. Sterker nog: Ik voel me vrij ziek. Pijn in mijn buik. Halfzacht. Misselijk. Alsmede de normale spierpijn in het kwadraat. Het idee om in een ijskoud bad te springen is verre van aanlokkelijk.

‘Morgen lukt niet, Heks. Ik ga dan de boodschappen doen, die ik normaal gesproken op dit tijdstip doe,’ Saar is not amused dat ik zo laat nog afzeg. Tegelijkertijd weet ze natuurlijk ook wel, dat ik niet zomaar afbel.

‘Misschien kunnen we sowieso beter op vrijdagmiddag gaan,’ stel ik voor. Dan ben ik door mijn thuiszorg en prikken noodgedwongen al uren op. Dus ontkreukeld. Maar misschien ook alweer doodmoe van deze activiteiten.

Het is nog niet zo eenvoudig om als een halvezool te leven. Om je miezerige activiteiten dusdanig in te plannen, dat je niet constant alles af moet bellen.

Terwijl we overleggen gaat de deurbel. Ik doe de deur open en hoor Buurman stommelen in het portaal. VikThor stuift de trap af. Hoera! Vriend Carlos komt op bezoek met zijn baasje.

Even later sjokt de enorme Duitse herder de trap op. Gevolgd door zijn eveneens uit de kluiten gewassen baasje. ‘Hi Heks, ik zie het al. Griep zeker? Je ziet er niet uit gewoonweg. En je loopt nog in je pyjama! Haha!’

‘Als jij nou eens mijn hondje een klein piesrondje geeft, dan zet ik even koffie en trek wat kleren aan,’ roep ik blij, terwijl ik VikThor alvast aanlijn. Zo kom ik mooi onder een uitlaatronde uit. Snel kleed ik me aan, zet koffie en swiffer een pak kattenhaar van de keukenvloer. Ik haal een was uit de machine. Borstel mijn haren in een staart……

Waar blijven ze nou? Buurman neemt de tijd! Een half uur later gaat de bel. ‘Ik was eventjes naar de drogist, Heks. Ik heb oorontsteking gehad en had nog wat medicatie nodig. Ja, heftig zo’n ontsteking. Blij dat het min of meer over is.’

Even later zitten we luidruchtig te blaten aan de keukentafel. Een normaal gesprek is er nooit bij met ons. Zoals altijd zit Buurman me verschrikkelijk aan het lachen te maken. Wat is het toch een mafkees.

Allerlei onderwerpen passeren de revue. De verkiezingen. ‘Partij voor de Dieren, Heks?’ vraagt hij naar de bekende weg. Het achterlijke referendum. We zijn allebei tegen die kutwet. ‘Toch gaat die er komen, let maar op. Het maakt echt niks uit wat wij vinden. Zolang die idioten in Den Haag er hun zinnen op hebben gezet gaat het gewoon door.’

‘En dan, waar hebben we het over. Alsof ze nu nog niet alles van ons weten. Neem nu het medische dossier. Daar wilde ik vanaf dag 1 niet aan meewerken. Ik heb dan ook altijd overal nee gezegd tegen het verspreiden van mijn medische gegevens. En toch zie ik soms opeens ergens persoonlijke informatie opduiken, die daar niet hoort te staan. Dus….’

Dus. Dus.

We gaan wandelen. Op ons gemakje kuieren we door de stad. Carlos kan niet meer zo hard tegenwoordig. Hij is bijna 11 en dat best oud voor een Duitse herder. VikThor trekt onvermoeibaar aan de riem. Zoals altijd probeer ik hem te laten volgen, maar zodra ik even niet oplet staat de lijn weer strak. Mijn lamme armen maken geen indruk.

Heks’ krachtverlies is dramatisch. Vorige week probeer ik een paar schroeven in een keukenkast te draaien. In een bestaand gat. De kattenkrabplank, die ik probeer op te hangen is al een keertje naar beneden gelazerd. Dit is dus nu een nieuwe poging.

Ik schroef en schroef met een ongeluk. Maar er gebeurt gewoonweg niets. ‘Zal ik het eens proberen?’ vraagt mijn hulp, als ze me zo ziet stumperen. En met twee slagen zitten beide schroeven muurvast. Tot mijn verbijstering.

Ik denk altijd dat ik alles nog kan, maar dat valt dus nogal tegen. Ik ben eindelijk de slappeling geworden, waar mijn vader me altijd voor uitmaakte. Hij heeft dus toch gelijk gekregen!

Gelukkig maar dat ik zo’n goed hondje heb. Uiteindelijk gaat hij het wel leren. Hij doet echt zijn best, maar ja. Voorwaartse Springer Spaniëlkrachten versus een dodelijk vermoeide baas.

Buurman en Heks drinken koffie op een terrasje. Hij vertelt over zijn nieuwe baan als financiële man bij een non-profit organisatie. ‘Hoe is het nu met jouw financiën, Heks? Nog zoveel gezeur en gezanik?’

Ik vertel hem hoe ik onlangs geld voor een paar schoenen en een jas heb gekregen van de RK Parochie Heilig Kruis Locatie Stadskanaal. ‘Die parochie bestaat, maar het is niet overgemaakt vanaf hun rekeningnummer …… Tja, wat moet je ermee? Deze armoedzaaier is in iemands optiek afhankelijk van de bedeling. En dat wordt er eventjes goed ingewreven. Die nobody zal het wel grappig vinden, neem ik aan…….’

Maar mag ik even een teiltje?

‘Mijn meisje en ik zijn onlangs getrouwd en dat is geen grapje!’ vertelt Buurman plotsklaps. Ha, wat leuk! ‘Ja, echt. Na dertig jaar samenwonen vonden we het opeens tijd worden. Dus wij met zus en zwager naar het stadhuis. We hebben het heel piepklein gehouden!’

Ach, wat een dag. Doodziek opstaan, bijtrekken om weer snel naar bed te vertrekken. Goede voornemens verdampen in zweet en spierkrampen. Bezoek van de buurman. Beetje lachen en genieten. Want dat kan ik zo goed heb ik net weer gehoord. En het is zo! Koffie en een wandeling en dan weer plat. Nog eens opstaan om naar de fysiotherapeut te gaan. Om je te laten martelen….

Ga er maar aanstaan. Zo is je leven met ME. En vandaag valt nog alles mee! Hé!

 

Jaarwisselen is gemakkelijker dan tanden wisselen. En het komt ook elk jaar terug. In tegenstelling tot melktanden. Maar melkmuil is wel weer van de partij. Heks is blij. Kan ik eindelijk weer van leer met commentaar of een sneer. Heks danst kattig het nieuwe jaar in na een heerlijke avond vol onverwacht bezoek!

RIAN GEURTS

RIAN GEURTS, ronde vormen

‘Heks, hadden we nu iets afgesproken? Samen wat drinken vanavond?’ appt Steenvrouw op oudjaarsdag, net als ik een knalarme ronde loop met VikThor. Oh leuk. We hebben het er inderdaad wel eens over gehad. ‘Ik heb allemaal liflafjes en een half gebraden kippetje…. Kom lekker eten!’

Goed idee! Mijn vriendin neemt een fles goeie wijn mee……

De hele avond zitten we te liflaffen. Mijmerend over het afgelopen jaar. ‘Heb je gezien wat ik op Facebook heb gezet?’ Steenvrouw maakt tegenwoordig prachtige lampen. De meest recente exemplaren heeft ze gefotografeerd. ‘Jeetje, wat mooi! Schat wat maak je toch prachtige dingen. Ik word al blij van de foto’s!’

Van schoonheid gaat zo’n troost uit. Schoonheid tilt je even op. De aaibare beelden van mijn vriendin, voor de eeuwigheid uitgehouwen in marmer: Er gaat zo’n zachtheid van uit. Hoe is het mogelijk dat dit ijskoud marmer is? Maar ook deze lampen, vervaardigd van vluchtig kippengaas en papier hebben die zachte uitstraling.

RIAN GEURTS

RIAN GEURTS, En fallische vormen……

‘Je werk wordt wel steeds meer fallisch,’ plaag ik haar, ‘Ik hoop dat je geen problemen krijgt met je vaste fans….’

‘En jij dan, Heks, ik mis je blogjes. Ga jij nog eens iets schrijven?’ ‘Ik kan over sommige dingen niet schrijven. Althans, niet herkenbaar. Ik mis Dr Phil op de televisie…… Hihihi.’ We liggen dubbel. ‘Dan verzin je toch gewoon een programma met die man,’ hikt Steenvrouw.

Wat ik dan nog niet weet is dat  in januari 2018 Phil weer op de buis zal zijn……

RIAN GEURTS

RIAN GEURTS, Fallische vorm penetreert ronde vorm…….

Tegen half elf gaat mijn vriendin naar huis. Ik ga de hond uitlaten en de panter zoeken. Het stomme dier heeft zich nog niet gemeld. ‘Ik denk dat hij bij de padvinders zit,’ verzucht ik bij het afscheid tegen Steenvrouw.

‘Kom Vik, we gaan eerst de dolende ridder redden,’ ik loop met mijn hondje een belendende steeg in. ‘Ferguut, Ferguut!’ Maar nee. Niks.

‘Schat, ik weet gewoon dat je hier zit, ik blijf net zo lang wachten tot je tevoorschijn komt,’ klets ik vrolijk verder. Op gezellige ontspannen toon. Geruststellend geluiden boven het geknal uit. Tegengif tegen die onbestaanbare aanval van kruitdampen op zijn olfactorische receptoren.

‘miaauuwwww, mwauw, miaaaaaaaaauuuuuuuuwwwwwwwwww,’ plotseling maakt de Schaduw zich los uit de stapel tentpalen aan de andere kant van het terrein. Op een holletje steekt hij het plein over om zich in mijn armen te storten. Snel til ik hem op. ‘Ja, nu wil je je maar al te graag laten dragen,’ plaag ik hem genadeloos. Normaal gesproken wurmt hij zich in no time los. Wil hij zelf naar huis lopen…….

Eenmaal thuis geef ik hem een flinke bak voer. Tevreden kruipt hij in mijn heksenbed. Enorm blij om thuis te zijn.

Ik ruim een beetje op. ‘Zal ik voor de buis gaan hangen?’ schiet er door me heen. Dan gaat de bel.

Een uitgelaten Trui staat op de stoep. Ze heeft heerlijk met manlief in een chic restaurant gegeten. Dochter Vlinder werkt daar. ‘Zeven gangen, Heks. Bij elke gang een ander drankje. Hips. Ze schonken die glazen niet vol hoor. Maar evenzogoed. Hihi…’

toverheks.com

Phil is terug!!!!!!!!! Toverheks.com

 

We drinken thee en wisselen de laatste nieuwtjes uit. In no time is het alweer twaalf uur. Bubbels dus. En harde discomuziek vanwege de beesten. Buiten breekt een ware wereldoorlog uit. ‘Gelukkig nieuwjaar, schat!’ We dansen door de kamer.

Even later staan we op de brug bij de Marepoort. Over het water heb je prachtig zicht op het vuurwerk. Er wordt uitbundig geknald. Nu nog eventjes bij Buurman langs. Zijn hond Carlos heeft het een beetje moeilijk met al dat geknal. Zachtjes kriebel ik hem achter de oren.

‘Ik ga naar m’n mannetje, Heks,’ mijn vriendin gaat weer naar huis. Heks loopt een stukje mee. Voor mij is het ook mooi geweest. Thuis ligt VikThor tevreden met een kluif op de bank…… De muziek staat keihard te loeien. Je hoort nauwelijks dat de stad ontploft.

Omdat het buiten nog zo knalt laat ik de muziek binnen ook knetterhard knallen. Blij wals ik door de kamer. Ik kijk in de spiegel.

Wat zie ik er leuk uit vandaag! Een zwart kattenmutsje compleet met ogen en snorharen. Een wit nepbontje met pompoms op een zwart nepbontjasje op een zwart/wit jurkje met de gebouwen van Parijs erop. Frivool! Miauw. Wrahg! Grrrrrr!!!!!

toverheks.com

Dans met mezelf! Hou van mezelf! Toverheks.com

‘Heksje, je gaat er een geweldig jaar van maken. Je gaat iedereen vergeven, vooral jezelf. Je gaat problemen achter je laten. In liefde loslaten. Je laat allerlei gif van giftige types zijn werk niet meer doen. Je gaat leuke dingen doen. Positieve dingen, waar je energie van krijgt. Je wordt verliefd! Ja, let op mijn woorden, ouwe toverkol. 2018 wordt jouw jaar!’

Vooruit dan maar.

 

Misschien word ik niet beter van liefde. Maakt het voor mijn fysieke conditie niks uit. Maar het voelt zoveel lekkerder om vanuit mijn hart te leven. Om het te gebruiken waar het voor bedoeld is: Liefhebben!

Ik dans met mezelf in de spiegel. Ik sluit mijn ogen en draai in de rondte. Wervel met mezelf door de kamer. Spreid mijn armen. Door de bubbels en wijn doen ze nauwelijks pijn! Het leven omhelzen! Dat is wat ik wil. Ter plekke besluit ik afstand te nemen van alles en iedereen, die me het leven tegen maakt.

Het behoeft geen betoog, dat ik de volgende dag nauwelijks kan bewegen. Knarsend fiets ik een paar verplichte rondes met mijn hondje. Een enorm stijve kwarrende kwartaart. Wat kan het schelen? Dit jaar is van mij!

toverheks.com

Hou van het leven. Mijn jaar! Reken maar! Toverheks.com


 

 

Een oplichter maakt je snel lichter. En als je er niet mee zit ben je misschien wel op weg naar verlichting. Of wellicht al verlicht. Heks is nog niet zo ver. Ik zie het duister in. Aan alle kanten worden me poten uitgetrokken. Ik verander in een huiseigenaar waar je bij staat. En opeens heb ik ook een gezin! Was het maar waar!

Donderdag komt Blonde Buurman me weer helpen met mijn administratieve puinhoop. Het is alweer twee weken geleden dat ik samen met hem een to do lijstje heb opgesteld, maar tot nu toe er maar weinig van terecht. Aan mijn kant dan. Buurman appt, mailt en komt zelfs langs in een poging allerlei gegevens boven water te krijgen.

Somber probeer ik woensdag mijn werkkamer binnen te dringen. De deur wil niet open vanwege de troep. Ook is het licht kapot en liggen er overal stapels kleren, schoenen en knutselspullen te slingeren. Goeie genade. Hier moet ik dus ergens die onterecht gekregen verkeersboete tussen vandaan vissen.

Mijn bezwaar is niet erkentelijk verklaard, omdat het zogenaamd te laat binnen was. Maar laat ik er nu bij hebben gestaan, toen die brief een poststempel kreeg. Binnen de termijn. Ik ga dus ook hiertegen weer protesteren. Gewoon volhouden. Ik laat me niet zomaar onterecht een poot uitdraaien!

Maar eerst ga ik maar eens nieuwe lampen kopen en een stapel kleerhangers, zodat ik kan zien waar ik loop en alles waar ik over struikel weer op een knaapje kan hangen……

Buurman vindt donderdag de oorspronkelijke beschikking tussen allemaal onzinnig papierwerk. Wat krijg je toch veel flauwekul in je brievenbus, zelfs als je er expliciet een poster op plakt dat je dat niet wilt. Papierverspilling tot en met.

‘Kijk Heks, ik vind ook een ontvangstbevestiging. En die wijst erop dat je brief wel degelijk binnen de termijn gearriveerd is. Bovendien mag hij een week na die uiterste datum binnen komen, zolang de poststempel maar binnen de termijn is……’

Ha, mooi zo, ik zal die teringlijers leren. Allemaal stomme eisen stellen en als je je er aan houdt is het nog niet goed? Het lijkt mijn familie wel! Of de gemiddelde man in mijn leven. Kortom: Bekend terrein.

‘Wat is jouw verzekering toch idioot hoog, daar moeten we ook eens naar kijken,’ BBuurman schudt zijn wijze hoofd. Het is zo. Misschien moet ik mijn autoverzekering maar eens aanpassen. Die doorlopende reisverzekering kan er ook wel uit. Het is al een eeuwigheid amen geleden dat ik nog eens het land uit ging. Ik leef potdorie alsof ik leggende gelden heb.

Ik bel met verzekeringsmaatschappij Meeùs. De man die ik na drie kwartier keuzemenu aan de lijn krijg zegt allemaal rare dingen. Zo heb ik opeens een eigen huis en een heel gezin. Althans daar betaal ik premie voor.

Alleen weet ikzelf van niks. Ik heb het ook nooit tegen hen beweerd. Er is hier ooit iemand in mijn huurhuis komen kijken of het allemaal wel klopte met die inboedel. We hebben toen samen alles doorgenomen. Ik heb er niets aan veranderd, dus rara hoe kan dat?

‘Ja, u heeft daar een brief over gekregen. Blabla. Wij hebben dingen veranderd, goedkoper, blabla. En u heeft niet gereageerd!’

Heks wordt nu echt nijdig. ‘Dus jullie veranderen mij zomaar in een huiseigenaar met een gezin en als ik me daar niet met hand en tand tegen verzet heb ik het gedaan. Goedkoper? Nou voor jullie dan, want ik betaal nu meer premie. En u geeft me ook nog eens de schuld!!!!’

‘Ja, u had moeten reageren,’ begint de stommeling weer te bazelen. Ik voel mijn oren suizen van woede. Wat een gelul. Blonde schuift een briefje onder mijn neus met de tekst ‘Vraag het nummer van de klachtencommissie. Ga geen discussie aan met idioten aan de telefoon….’

De stumper geeft me het mail-adres van die commissie. Ik verbreek de verbinding.

‘Heb je nu die autoverzekering veranderd? Dat scheelt dan toch ook weer flink wat geld?’ vraagt BBuurman. ‘Nee. Het maakt qua premie nauwelijks iets uit. Maar als ik nu mijn auto tegen een boom rijd, krijg ik nog een paar duizend euro. En anders niet. Geweldig toch!’ roep ik stralend, ‘ Ik dacht dat ik niks zou krijgen….’

‘Hahaha, waar ja al niet blij om kunt zijn,’ BBuurman moet vreselijk lachen, ‘Ga je het dan ook doen? Tegen een boom aan rijden?’ Heks is niet niet van plan. Ik heb best veel aanrijdingen gehad, maar het was altijd iemand anders, die op mij in reed. Tot nu toe. Ik weet dus dat een ongeluk in een klein hoekje zit.

‘Kijk, Heks, je aansprakelijkheidsverzekering staat wel gewoon alleen op jouw naam. Die lui zijn gek. Ze hebben gewoon flinke fouten zitten maken en schuiven het jou in de schoenen,’ roept BBuurman even later verontwaardigd.

‘Verzekeraars zijn boeven. Mijn ex de Tank zat voordat hij Lyme kreeg in het verzekeringswezen. Jarenlang heeft hij zich vol zitten vreten in dure restaurants op kosten van de zaak dus van zijn klanten. Naar eigen zeggen. Hij verkocht gebakken lucht beweerde hij ook nog eens. En hij voelde zich postuum best schuldig dat hij zo’n zelfzuchtig stompzinnig en inhalig leven had geleid.’

Het is zoiets als met het bankwezen. Afschuwelijke praktijken van inhalige enge mensen, die qua ontwikkeling zijn blijven steken in het stadium van het reptielenbrein. Hun frontale kwab is totaal niet ontwikkeld. Het is al een wonder dat ze kunnen praten, al is hun vocabulaire beperkt….  en empathie hen vreemd.

Afgelopen week zie ik een reclame op televisie, zo walgelijk! Op een toontje van ‘I have a dream….’ zegt iemand steeds ‘Stel je eens voor…..’ Wat volgt zijn allemaal voorbeelden van extreem idealistische aard. Mensen vol compassie, die zich inzetten voor Moeder Aarde en sneue medemensen. Liefdevolle blaatverhalen. Prachtige plaatjes…….

Ik krijg vreselijke argwaan, want soms schemert er door die mooie verhalen en prachtige beelden dat de reclame over een een bank gaat. Die toch zo idealistisch is en goed. Waar je vooral je geld in fantastische wanproducten moet komen steken……  Want daar word de wereld beter van. Hun wereld dan. Die van degenen, die de bonussen opstrijken. Van de directeuren en andere financiële engbekken. Bladiebla.

Op het moment dat ze beginnen over een agrarische achtergrond weet ik dat het over die kloterige kut Rabobank gaat. Een braakmiddel van een reclame om ons een beeld door de strot te duwen van hoe ze willen dat wij hen zien. Tegengas tegen al die realistische geluiden over hoe walgelijk ze in werkelijkheid opereren.

De reclame strooit als het ware idealistisch zand in onze ogen. Na alle wanproducten, discriminerende acties en extreme harkpartijen is het blijkbaar weer eens tijd om hun imago op te krikken.

En dan huur je voor veel geld dat je heb afgepakt van je klanten een team, die zo’n kut reclame in elkaar draait. Een Klaas Vaak om ons weer in slaap te sussen. Met z’n ellendige zand. In plaats van je werk gewoon beter en eerlijker te doen.

Ik ben blij dat ik zo mislukt ben. Dat ik mijn sporen niet heb verdiend in het bankwezen of in het verzekeringswezen. Daar moet je niet wezen.

Er zijn wel meer plekken waar ik niet moet wezen. De nacht na de administratieve rompslomp heb ik een vreselijke nachtmerrie. De aanleiding is een uitnodiging voor een feestje in het hol van de leeuw. Ik krijg het bericht binnen vlak voordat ik ga slapen. Midden in de nacht word ik badend in het zweet wakker.

Daar moet ik maar niet heen gaan geloof ik. Oh kijk: Ik ben ook verhinderd. Dat komt dan mooi uit.

Een tegengeluid van een verzekeraar: Alle verzekeraars zijn boeven…

Rabobank, Rebbelbank, Broddelbank, Rob a bank: Nieuwsuur komt met choquerend item over deze van huis uit agrarische geldschieter. Heks heeft ook een vervelende ervaring met de bank waarbij ik al sinds mijn geboorte op het platteland vaste klant ben. 57 jaar trouw al je verplichtingen nakomen legt geen gewicht in de schaal bij deze botte boeren. Bovendien veranderen ze de regels gewoon waar je bij staat. Ook al zoiets! Ben je eventjes achter met betalen? Ze komen direct en accuut verhalen! Reageer je niet meteen? Laten ze je vallen als een baksteen! En dan ben ik nog niet eens Iraans! Mensen met die achtergrond zijn bij deze bank voorlopig helemaal nog niet jarig! Hoewel ze wel op rare telefoontjes worden getrakteerd…..

 

Heks en Joy gaan samen op stap. Met zeven katten naar de dierenarts: Een hele uitdaging! En een leuk uitje bovendien! Volgende keer gaan we een dagje naar het strand……..

Vrijdagavond vlak voor Sinterklaas begin ik me toch een beetje zorgen te maken. De buurvrouw is ziek en we zouden samen naar de dierenarts gaan. ‘Ik ga morgen met ALLE katten naar Ranzijn voor vaccinatie, zin om mee te gaan?’ sms ik mijn grote kattenvriendin Joy.

Misschien heeft ze tijd. Het is natuurlijk een raar weekend. Half Nederland zit met zijn handen in de papier maché of kledderige ontbijtkoek in een poging een dierbare goed te grazen te nemen. Of te verrassen. Met een  listige surprise…….

Binnen een paar minuten krijg ik uitsluitsel. Mijn maatje gaat graag mee! ‘Ik ben om kwart voor 11 bij je,’ schrijft ze, ‘en ik neem een extra vervoersmand mee!’ Hoera! Alle problemen opgelost.

Dinsdagavond zie ik een item op televisie voorbij komen, waarin wordt gewaarschuwd voor kattenziekte. Er is een grote uitbraak in Alphen aan de Rijn en nog een paar Nederlandse gemeenten. Help! Alphen is vrij dichtbij! ‘Het is superbesmettelijk en in bijna alle gevallen dodelijk,’ de presentatrice kijkt omfloerst de camera in, ‘dus als je katten niet zijn ingeënt lopen ze direct gevaar. Ook binnenkatten….’

Ik heb mijn katten al zeker twee jaar niet laten vaccineren. Na vijfentwintig jaar nutteloos geprik. De kosten zijn zo gigantisch hoog geworden de laatste jaren. Minimaal zo rond de vijftig euro per kat bij de lokale en regionale dierenartsen….. Ook is mijn kattengezin nogal uitgedijd. Alles bij elkaar is het niet meer op te hoesten.

Vorig jaar ontdekte ik echter dat je bij tuincentrum ‘Ranzijn’ voor veel minder geld terecht kunt. Alleen moest ik dan wel helmaal naar Aalsmeer met de hele beestenbende. In Leiderdorp hadden ze die service nog niet. ‘Komend najaar komt er hier ook een dierenarts,’ vertelde een medewerkster van het volledig in renovatie zijnde bedrijf me dit voorjaar, ‘Nog eventjes geduld!’

Zodoende zit Heks donderdagmorgen op internet te kijken of de dierendokter zich al heeft gevestigd op deze groene locatie. En wat een toeval! Laten ze nu juist vandaag open gaan! Ik bel hen op en maak direct een afspraak. Misschien ben ik wel de eerste klant!

Zaterdagochtend meldt mijn vriendin zich bijtijds. We drinken koffie en gaan daarna direct aan de slag. Alle katten moeten in de diverse manden. ‘Hoe had je het gedacht Heks?’ Joy kijkt me vragend aan. Ik zet mijn plan uiteen.

‘Snuitje in de kleine plastic box, Leonoor in de rieten mand en Ferguut in die grote stoffen tas. Zij moeten alledrie bij voorkeur in hun eentje worden vervoerd. De boskat kan met zusje Aafje in die grote kattenbench van de buurvrouw. En Bolster kan met zijn moeder in de bench van Ys. Eh VikThor.’

We vangen kat na kat en stoppen ze in de juiste mand. Alleen Bolster is nergens te bekennen. Op zijn vaste verstopplekjes is hij niet te vinden. Ook houdt hij zich muisstil. Hij voelt nattigheid.

Na een goed kwartier ontdek ik hem in een piepklein hoekje achter de bank en de gordijnen. Snel grijp ik hem in zijn nekvel. ‘Jij ontsnapt me niet meer, kleine puntneus,’ mopper ik op de Benjamin van het gezelschap. Ik laat hem in de bench zakken. Zo. Klaar. Inladen en wegwezen!

We sjouwen een paar keer de trap op en af. VikThor staat bovenaan in de aanslag om mee te gaan. ‘Kunnen we hem niet beter thuislaten?’ pleit Joy, ‘Het lijkt me nogal onhandig als hij ons voor de voeten gaat lopen.’ Tja, ze heeft gelijk, maar ik neem hem toch liever mee. ‘Zo onhandig!’ roept Joy, ‘En hij heeft er toch niet veel aan. We hebben geen tijd om te wandelen of spelen.’

‘Ja, maar hij wordt wel geestelijk afgebeuld. En dat is ook belangrijk,’ ik kijk mijn vriendin aan, ‘anders moet ik direct weer aan de bak met hem als we terugkomen van de dierenarts. En dan ben ik helemaal af en klaar. Dan moet ik eigenlijk een paar uur plat.’

Ik heb het nog niet gezegd of Joy belt haar vent. ‘Heb je zin om op VikThor te passen?’ Vijf minuten later gooien we mijn hondje bij hem naar binnen. Hij gaat lekker met hem wandelen!

‘Miauw, miauw,’ klinkt het in de achterbak van mijn piepkuiken, ‘Maauwwwww, mrwwaauuuwww’. Bolster voert het hoogste woord, maar ook de boskat laat zich gelden. De enige die we helemaal niet horen is de Zwarte Panter. Hij houdt zich gedeisd.

‘Ik reed een keer op een mooie zomerse dag met zo’n vier katten en Ysbrandt richting dierenarts. M’n monsters zaten te miauwen als gekken en mijn raampje stond open, dus mensen op straat hoorden dat kabaal. Maar als ze keken zagen ze die lieve hondenkop van Ys boven de achterbank uitsteken. Veel verbaasde gezichten, joh’. We giechelen.

We hobbelen rustig de stad uit. Oh wat is het toch altijd gezellig met Joy. Vanaf dag 1 is dat zo geweest. En ook vandaag is geen uitzondering.

Bij het tuincentrum laden we alle manden op een paar winkelwagens. In karavaan gaan we op zoek naar de net geopende dierenartsenpraktijk. Het is druk in het net verbouwde bedrijf. Je kunt over de hoofden lopen, ware het niet dat ze zich allemaal verbaasd omdraaien om naar deze miauwende optocht te kijken.  Alsof de zon doorbreekt vormt zich een lach op menig gezicht: Wat leuk, poesjes!

We moeten het halve bedrijf door, policy om aan zoveel mogelijk begeerlijke producten te worden blootgesteld: Heks is min of meer opgegroeid in een dergelijk bedrijf, ik ken de sneaky methoden om klanten tot kopen te verleiden van haver tot gort! We kijken nergens naar. Heks is hartstikke blut. Ze kan nog net het komende consult ophoesten!

‘Het ziet er wel mooi uit, Joy. Jeetje wat is het hier opgeknapt! Moet je kijken hoe hoog de kassen zijn! Wat een ruimte……. Echt prachtig!’

Bij de dierenarts worden we vriendelijk verwelkomt. Alle katten worden ingevoerd in het systeem. Een charmante jonge vrouw neemt ons mee naar een spiksplinternieuwe praktijkruimte. Enigszins moeizaam staat ze ons te woord. Haar Nederlands is gebrekkig, ze is overduidelijk een importarts. Later ontdek ik dat er vier  dierenartsen tegelijkertijd werkzaam zijn. Ook Nederlandse.

Zodra ze echter de dieren in haar handen krijgt is er geen gebrekkigheid meer te bekennen. Geroutineerd wordt dier na dier onderzocht. ‘Hopla’, vakkundig prikt ze een stevige cocktail antistoffen bij mijn schatjes naar binnen. Niesziekte en kattenziekte zijn vanaf nu weer kansloos in Huize Heks. Wat een opluchting!

Intussen kwebbelt Heks over de familiaire verhoudingen in haar kattengezin. ‘Ze zijn allemaal familie van elkaar,’ Joy grijnst me toe, haar kat Siep is ook familie van al mijn beestjes!

‘Kijk, dit is Bolster,’ we beginnen met de Benjamin, ‘Hij is de kleinzoon van Snuitje en Ferguut, de zoon van Pippi en de boskat en die lap en die rooie zijn zijn tantes…..’

Na Bolster volgt Pippi. Dan Snuitje, Ferguut en de lap. Ze laten zich gemakkelijk pakken en bepotelen. Bij het onderzoek echter knorren ze zo hard dat de arts het hartje niet kan horen. We moeten erom lachen. Gekke beesten. Zien ze het soms als een leuk uitje?

Katten snorren ook in stresssituaties. Zo gek is hun gedrag dus niet. Maar grappig blijft het.

Tot slot halen we ThayThay en Aafje uit de bench. De grote boskat blijkt toch slechts 5.5 kilo te wegen. Heks wist het wel, maar het blijft vreemd, gezien zijn omvang. Deze enorme haarbal is ook al zo gezond als een vis. ‘Mijn eerste kat woog ruim negen kilo. En dan was hij echt niet dik, ik hield hem strak in het voer. Nadat ik een aantal maanden op wereldreis was geweest had hij een heel klein hoofd gekregen……’

Verbaasde blik van de dierenarts. Misschien begrijpt ze geen jota van het verhaal. Toch klets ik vrolijk verder.’Bleek de buurman hem zoveel eten te hebben gegeven als hij maar wilde: Kat Koe woog opeens ruim twaalf kilo! Een grote berg witte kat met een stippelkopje erop. Hilarisch, maar niet gezond. Hahaha….’ Ik moet nog lachen als ik eraan terug denk. Koe was toch zo’n fantastisch bakbeest. Elke nacht sliep hij boven op mijn hoofd. 18 jaar lang. Ik mis hem nog steeds.

Na een klein uur zijn alle katten gewogen, gecheckt en gevaccineerd. We kunnen weer naar huis!

Opnieuw loopt de kattenkaravaan door het tot spiksplinternieuw verbouwde tuincentrum te paraderen. ‘Ik moet nog een nepplant scoren, lieve Heks, hebben we daar tijd voor?’ We hebben helemaal geen haast, dus we kachelen richting zijdebloemen. Wat een leuk uitje! Op stap met alle katten! ‘Miauw, miauw, mrauwwwwww…..’, zingen onze reisgenoten in koor.

Twee kleine tekkeltjes komen aangestormd. De kleinste in een rolstoel. Vol verbazing observeren ze mijn monsters. Ze draaien aan alle kanten om de hete brei, volledig gefascineerd. Mijn kleine katachtigen zijn niet onder de indruk, gewend als ze zijn aan een blafbeest om zich heen. De eigenaresse van de tekkels ligt dubbel, wat een vertoning!

De zijdeplanten zijn ruk. Joy kan geen geschikt cadeautje vinden. ‘Ik heb jarenlang in de zijdebloemen gezeten. Mijn afdeling was wel tien keer zo groot als deze. Met veel meer keus!’ Postuum is Heks nog trots op haar uitgelezen afdeling namaakgroen van dertig jaar geleden. Zelfs al houdt ze zelf totaal niet van kunstbloemen en -planten. Zo lelijk!

We wurmen ons langs de kassa. Nog niet zo gemakkelijk met zoveel bagage. Alle katten worden weer in de auto geladen. Al miauwend rijden we de stad weer in. VikThor wordt opgehaald. Die heeft ruim twee uur lopen rennen en spelen. Ideaal.

Eenmaal thuis kruipen alle katten snel op een lekker warm veilig plekje. Behalve de panter. Die smeert hem direct. Eerst eventjes door de buurt paraderen met z’n mooie nieuwe vaccinaties……

Heks kruipt in haar bed.

Een paar uur lig ik bewegingsloos uit te puffen. Mijn lijf is toch zo slecht. Ik dwing mezelf tot bewegen. Projecten zoals vandaag zijn eigenlijk helemaal niet haalbaar. Lig ik weer uren te creperen van de pijn. Goddank is Joy mee geweest. Zo gezellig! En zo is het toch allemaal goed verlopen!

’s Avonds zit ik met al mijn beesten in de woonkamer. Ik voel me opgelucht. Het idee al mijn diertjes te verliezen aan zoiets ellendigs als kattenziekte is te afschuwelijk: Daar hoef ik me voorlopig geen zorgen om te maken. Mijn kattenbende is safe!

 

 

 

Commissaris Carlos in vreemd gezelschap. ‘Je heet Gijs en Gijs is niet wijs,’ krijgt hij naar zijn hondenkop! Gelukkig maar dat het zo’n goedzak is. Al doet zijn uiterlijk anders vermoeden!

Dinsdag kom ik Buurman met zijn Duitse herder Carlos tegen bij de dierenwinkel. VikThor springt een gat in de lucht als hij zijn grote vriend ontwaart. Even later kuieren we samen door de stad. ‘Laten we ergens een drankje doen, Heks, bijvoorbeeld hier,’ Buurman wijst op een berucht aso-rookterras.

Heks vindt het prima. Even lekker tussen de aso’s, alhoewel, er is niemand te bekennen….

‘Wat wil jij? Ik ga iets halen,’ mijn vriend staat op en kijkt me verwachtingsvol aan. Heks wil wijn. Bij wijze van aangename zelfmedicatie. Ik verrek nog steeds van de pijn en moet nog een hele avond naar het koor. Hoe moet ik dat voor elkaar krijgen?

Zoals altijd zitten we binnen de kortste keren te lachen om iets absurds.

Een jongeman komt naar buiten om te roken. Het is een aardig joch. In zijn kielzog komt een stel. De man is totaal niet opvallend, maar de vrouw springt in het oog. Ze is nog geen dertig, maar gedraagt zich alsof ze het hele terras bezit. En al degenen die er op zitten.

Breed loopt ze rond te paraderen. Zelfs haar gezicht dijt uit. Een breedbekkikker is er niets bij! Ze gaat uitgebreid voor Heks staan en geeft haar een hand. Ze stelt zich voor! Maar de manier waarop geeft te denken. Je verwacht er een flinke oplawaai achteraan……

Wat een rare griet toch weer. Ook Buurman kijkt bevreemd als ze hem met haar kinnebak in de lucht en haar bekken met denkbeeldige penis vooruit zo’n rare hand komt geven. Maar imponeren kun je hem eenvoudigweg niet met zijn enorme Duitse herder. Laat staan intimideren…….

‘Wat een prachtig beest,’ de heren in het gezelschap vragen of ze de hond mogen aaien. Niemand let op VikThor. Zo’n schattige pup interesseert hen totaal niet. Carlos echter met zijn grote kop en imposante lijf krijgt alle aandacht……. Zo’n levensgevaarlijke Duitse herder: Daar kun je hier mee aankomen……

Ook de vrouw is onder de indruk van de hond. Zij wil hem niet aaien. Wel zakt ze door haar knieën en staart de hond recht aan. Gelukkig maar dat deze Duitse herder zo’n goedzak is!

‘Ha Gijs,’ zegt ze tegen het bakbeest. ‘Hij heet Carlos, geen Gijs.’ O jee. Ik heb mijn oude vriend wel eens ruzie zien krijgen met een dronken vrouw, die zijn vorige hond consequent Commissaris Rex noemde. Hoe gaat dit aflopen?

‘Nee hoor,’ zegt het eigenwijze kreng, ‘Dit is een echte Gijs, ha Gijs,’ provocerend kijkt ze Buurman aan. Zie je, ik voelde het al aankomen: Narigheid! ‘Gekke Gijs, kom maar hier Gijs,’ ze is niet meer te stoppen.

‘Ha,’ zegt Buurman, ‘Dat klinkt bijna als Gajus. Zo heette mijn vorige hond. Ook een Duitse herder. Ook een geweldige hond, heel ander karakter dan dit exemplaar. Ja, dat was een fantastische hond, nog veel groter dan deze.’

Buurman vertelt graag. De ene anekdote na de andere vliegt uit zijn mond. Over de Duitse Herder Vereniging. Over de training aldaar. Bewaking, lange afstand lopen, pakwerk……

‘Met onze vorige hond hebben we dat allemaal gedaan, maar Carlos is te gevoelig. Met hem zijn we er niet meer aan begonnen. Dat pakwerk is best heftig. Zo’n ingepakte man, die door een hond te grazen wordt genomen…..’

‘Ik ken een man, die in het veld stond als pakwerker. Allerlei honden gingen op hem tekeer, behalve zijn eigen herder. Die zat in zijn splinternieuwe auto, maar het beest kon zijn baas wel zien. Met al die andere herders in de aanval……. Daar werd die hond helemaal gek van! Heeft hij het interieur van die auto volledig gesloopt, hahaha.’

‘Hahaha….’ echoot zijn publiek. Ja, dat zal je toch gebeuren. Dan ben je niet blij. Maar wel een leuk verhaal. Het wordt zeer gewaardeerd…….

Nadat ons vreemde gezelschap een paar sigaretten heeft weggepaft gaan ze weer naar binnen. ‘Ze zitten lekker met z’n allen te eten,’ zegt Buurman, nadat hij is gaan betalen, ‘Ze hebben hier een heerlijke daghap!’

Heks gaat echter thuis eten. Ik heb een heerlijke Indische maaltijd bij Sjonnie gehaald en zoals altijd heeft hij de bakken extra volgepropt. ‘Ik denk dat hij me gewoon een hele leuke vrouw vindt,’ vertrouw ik Fiederelsje later toe als ik het haar vertel. Ze kent de man toevallig.  ‘Net als jou, je krijgt weer de groetjes. Hij verwent me zo gigantisch. Soms kan ik van 1 maaltijd wel drie dagen eten…..’

Patriottische patriarchale Vaderlandsliefde continueren met een fallus tot in de hemel of toch liever investeren in het gedachtengoed van Charlotte Perkins Gilman’s Moederland? Wat zijn we opgeschoten met een eeuw feminisme? Zijn we iets opgeschoten?

Oh, oh. De Verenigde Staten staan op zijn kop. Overal protesten. Weg met die racist, homohater, idioot….

Toen ik gisteren allerlei beledigende uitspraken debiteerde rondom de gemiddelde Amerikaanse kiezer, dikke Amerikanen in het algemeen en de extreme domheid van de mannelijke blanke Amerikanen die achter Trump aan hangen in het bijzonder, vergat ik even voor het gemak dat een groot deel van de bewoners van de Verenigde Staten faliekant tegen de man gekeerd zijn.

Aan de andere kant stemt een deel van de bevolking sowieso republikeins, omdat ze nu eenmaal altijd hun stem geven aan de behoudende zijde van het politieke spectrum. Al zou den duvel in eigenste persoon voor hun partij een gooi naar het presidentschap doen. Hetgeen maar weer eens is bewaarheid!

Kortom, het ligt iets genuanceerder dan mijn kort door de bocht ‘analyse’….

Wij hebben hier in Nederland ook niet bepaald de minister president die Heks graag zou zien. Onze leider is geen vrouwenhater gelukkig. Hij lijkt sowieso bijzonder weinig interesse in vrouwen te hebben, behalve in zijn moeder dan.

Als het aan mij lag was hier ter lande de Partij voor de Dieren aan de macht. Zelfs al geef je persoonlijk geen klap om andere dieren dan de homo sapiens, dan nog is het te prefereren om in een land te leven waar de rechten van dieren goed worden beschermd. Het schijnt het gehele ethische peil van een beschaving te verheffen. En dan nog: We zijn zelf ook beesten tenslotte. Hoe we ons ook verstoppen onder ons dunne laagje ‘beschaving’.

‘Ha Heks, even snel een kopje koffie? Carlos sleept me al de hele week naar jouw voordeur. Hij wil poesjes zien…..!’ Buurman staat voor de deur met zijn Duitse herder. Het is al een uurtje of tien ’s avonds. Ik heb een paar uur liggen slapen, een uitgebreide after dinner dip. Heb ik wel vaker last van. Dat de dag om is voordat ie echt om is. Dat de energie op is, maar de dag nog niet voorbij….

Al snel zitten we te lachen en flauwe grappen te maken. Natuurlijk komen de Amerikaanse verkiezingen ter sprake. ‘Ach, er is weer ergens een president gekozen, nou het zal me wat. Al die hysterische flauwekul op televisie. Er worden overal mensen verkozen en vaak is het tien keer niks. Neem nu Poetin….. ‘ Hij noemt nog een aantal dubieuze wereldleiders op uit de recente geschiedenis, ‘Het is van alle tijden, slecht leiderschap. Mij zal het in elk geval een worst zijn. Ik hou me er niet mee bezig!’

Hij heeft gelijk. Al sinds jaar en dag zijn er waar ook ter wereld de grootste gekken aan de macht. Af en toe zit er een goeie tussen, de hoofdmoot is echter megalomaan narcistisch. Waarom zou je anders een gooi doen naar de macht? Als je die niet lekker wilt misbruiken? Er zijn maar weinig werkelijk goede evenwichtige mensen, die ook nog eens leiding kunnen geven, de meeste medemensen zijn behoorlijk beschadigd…..

De koning van Thailand was bijvoorbeeld een fijne man naar het schijnt. Enorm geliefd bij zijn onderdanen. Nu is hij helaas dood. Zijn zoon is een darm van een vent. Corrupt tot op het bot, zelfzuchtig en in-en-in-slecht. Toch zitten die Thais nu met hem opgescheept. Je hoort er hier verder weinig over, maar ze balen vast als een stekker daar.

Ach, Donald Trump. Ik had hem beter als gigantische baby kunnen afbeelden. Dat beeld treft de man nog het meest. Een slang aan de borst van de Verenigde Staten. Hij zal het land leeghalen en verzwakken om er zelf beter van te worden. Zoals hij altijd opereert.

Ik ben blij dat wij hier nog geen Trumpachtige aan de macht hebben. Je kunt erop wachten, want we apen de Verenigde Staten sinds jaar en dag na.

Een volwassen baby als wereldleider. Het is blijkbaar een geweldig beroep voor dit menstype. Ook onze premier heeft er als moederskindje wel wat van meegekregen. Alleen is onze versie beduidend minder malafide.

Onlangs las ik het boekje ‘Moederland’ van Charlotte Perkins Gilman uit 1905 opnieuw. Het is een juweeltje van een feministisch boekwerk vol idealistische nonsens. Dertig jaar geleden last ik het voor het eerst. Je had toen een geweldige feministische boekwinkeltje in de Pieterskerkchoorsteeg, waar ik vaak zat rond te snuffelen en heel soms iets kocht van mijn armoedje.

Ik studeerde zonder beurs, bepaald geen aanrader. Word je erg moe van en je kunt geen studieboeken kopen. Laat staan romans. Op een enkele uitzondering na.

Het is een grappig schrijfsel over drie mannelijke ontdekkingsreizigers, die een land vol vrouwen ontdekken. De mannen zijn nogal verschillend van karakter. Een soort Trump,  seksistisch tot en met, daarnaast een romanticus natuurlijk en tot slot de redelijk normale ‘schrijver’. Het boek is geschreven vanuit het perspectief van laatstgenoemde. Een geniale zet om een mannelijke hoofdpersoon te kiezen…..

De vrouwen in ‘Moederland’ krijgen spontaan kinderen. Zonder zaaddonatie. Ze baren louter meisjes. Een soort land vol Heilige Maagden……

Het boekje leest heel lekker weg, maar de inhoud is uiterst onwaarschijnlijk. Hoewel!

Vanaf het moment dat de vrouwen spontaan kinderen zijn gaan baren zijn ze totaal niet meer geïnteresseerd in seks. Dat is in onze wereld ook vaak zo. 😉

Maar die hele seksloze toestand in Moederland is nogal ongeloofwaardig. Alsof vrouwen geen seksuele wezens zijn. Resulteert het feit dat vrouwen er zo weinig plezier aan hebben beleefd door de patriarchale eeuwen heen in een totale afwezigheid van het fenomeen vrouwelijke seksualiteit in dit fantasieverhaal?

Dooft zo’n sterke levenskracht dan zo gemakkelijk uit in een vrouw? Werden er dan helemaal geen lesbische meiden geboren? Doen vrouwen dan alleen maar aan seks voor mannen?

moederland

Als er geen mannen in de buurt zijn verdwijnt de noodzaak tot seksueel contact? In de dagdagelijkse praktijk wijst niets hierop. Kijk eens in onze vrouwengevangenissen, daar gebeurt ook van alles…..

Het boekje is wel ruim een eeuw oud natuurlijk. Een halve eeuw voor de seksuele revolutie onze eierstokken opschudde. Lang voordat we een clitoris bleken te hebben. Waar je ook nog eens plezier aan kunt beleven, als ie niet weggesneden wordt tenminste. Decennia voor ‘baas in eigen buik’. Lichtjaren verwijderd van ‘alle vrouwen lesbisch’.

Maar goed, er staan ook hele waardevolle ideeën in: De vrouwen redden zich prima zonder mannen. Ze hebben een volwaardige maatschappij opgebouwd met alle gemak en techniek nodig voor een comfortabel leven. In die tijd werden vrouwen standaard als minderwaardig en incapabel gezien, dus dit tegengeluid was zeer verfrissend……

Ook het moederschap als centraal gegeven in hun leven maakt het werkje heel waardevol. Door hun dochters een geweldige jeugd te bezorgen, waarbij de opvoeding door de gehele gemeenschap wordt gedragen, kweken de dames een fantastische maatschappij met gezonde participanten.

In die tijd moet het boekje zijn ingeslagen als een bom. Maar ook nu is het zeker een aanrader. Die domme Trump zou het eens moeten lezen. Maar ik betwijfel of hij kan lezen…. Of hij het voor elkaar krijgt, zoveel betekenisgevende lettertjes achter elkaar. Vol nieuwe concepten vanuit een matriarchaal filosofische invalshoek…. Niets in de man wijst er op dat hij zich ooit in iets cultureels heeft verdiept. Al helemaal niet buiten de gebaande patriarchale paden….

Het lezen van tabellen en winstmarges telt niet mee. Zijn toren staat dan wel als een grote fallus in de hemel te prikken, als hij dood gaat kan ook hij niets meenemen. Naakt en zonder pruik zal zijn armzalige geest voor de Godin verschijnen. Opeens blijkt er zoiets als reïncarnatie te bestaan: ‘Je moet onmiddellijk terug naar de aarde als vrouw. Je wordt zo lelijk als de nacht, in die zin verandert er weinig. En Portoricaans of Irakees. Je mag kiezen….’

Ik heb een extra exemplaar van ‘Moederland’ van   Charlotte Perkins Gilman op de kop getikt: Voor de liefhebber. Ik verloot het onder gegadigden. Laat weten of je interesse hebt.

 

 

 

Eindelijk is het dan drie uur! We kunnen gaan kijken of de aanloopkat in de Kooij mijn wegloopkat is. Is ze werkelijk in een rechte lijn via de Haarlemmerstraat de stad uit gevlucht? Het lijkt er wel op!

 

Deze foto kreeg ik toegestuurd per sms. Of dit Snuitje is? Nauwelijks te zien, maar onmiskenbaar!

Snuitje poster

Zaterdag 22 oktober krijg ik plotseling bericht dat mijn kat Snuitje bij een paar studenten in de woonkamer zit. Aanvankelijk geloof ik mijn oren niet. Tot nu toe zijn dergelijke berichten nergens op uitgedraaid. Ook is mijn schatje al vanaf 25 juli zoek. Erg lang voor een piepklein poesje op leeftijd. Het zal wel weer loos alarm zijn. Toch ga ik achter de tip aan. Natuurlijk. Je weet maar nooit.

Het is een rare dag, die zaterdag. Eerst haal ik een nat pak, omdat mijn pup in de gracht springt. Daarna moet ik me een ongeluk haasten om droog en wel om drie uur op de stoep te staan bij de studenten.

ENORM UITVERGROOT ZIE JE HET IETS BETER……

Ik stuur een berichtje aan Joy en Boy, mijn grote kattenvrienden. ‘Snuitje is waarschijnlijk terecht. Ik ga vanmiddag kijken of zij het is!’  Dit onvolprezen liefdespaar heeft me enorm geholpen met het zoeken naar Snuitje. Toen ik zelf te druk was met mijn stervende hondje bleef dit stel onverminderd actief speuren naar mijn weglopertje. Overal in de stad hingen zij posters op. Hele straten werden geflyerd…….Ze gluurden door ramen en luiken. Gingen achter elke tip aan…..

Om half drie staan ze voor mijn neus. Ze gaan natuurlijk met me mee! VikThor wordt in de fietskar geladen. Zijn oude behuizing, een katten vervoersmand hangt schoon aan mijn stuur. Daar kan Snuitertje straks in. Als ze het is…..

“Ik ben hartstikke zenuwachtig,’ verwoordt Joy mijn gevoel. We zijn al zo vaak teleurgesteld. Bovendien: Zo’n oud katje, zo lang van huis! Niet gewend aan het buitenleven. Als ze het is, hoe zal ze er aan toe zijn?

In colonne fietsen we de stad uit. Hobeldebobbel langs de Oude Vest richting Haven. Onder de Zijlpoort door over de Singel en in een rechte lijn de Lage Rijndijk op. Tot vlak voor de Spanjaardsbrug.

Hier moeten we zijn. Ergens in deze huizen zit een kat, die verdacht veel op de mijne lijkt. Ik bekijk de gevel. Het opgegeven adres is op de eerste verdieping. Het is tegen drieën. We bellen aan.

Er gebeurt helemaal niets. De deur gaat niet open. Het huis oogt uitgestorven.

Een buurman komt aangelopen. Een oudere jongere zo te zien met wortels in de gabber sien. Hij kent dat katje wel. ‘Ze loopt hier al maanden te miauwen. Je kunt haar heel gemakkelijk over haar buikje aaien, ze gaat er helemaal voor liggen. Die student ligt vast nog in zijn bed…….’

Eindelijk thuis en dan is er die vreemde hond! En waar is Ysbrandt eigenlijk!?

Een buurvrouw voegt zich bij ons. Een vrijgezelle tante met haar op bovenlip en tanden. Ze sjouwt een grote tas boodschappen naar binnen. ‘Ja, die kat is duidelijk verdwaald. Ik heb de dierenambulance een keer gebeld. Maar die zijn niet geweest……’

Wat een verhalen toch weer. Maandenlang miauwen in een paar ienieminituintjes! Hoe is het nu mogelijk dat niemand die kat gewoon een keertje bij het asiel op een chip heeft laten checken? Of eventje heeft gekeken op de site van Amivedi of Mijn dier is zoek? Daar stond mijn schatje levensgroot als vermist geregistreerd. Met een goed lijkende foto!

‘Ik ga toch eventjes aan de achterkant kijken of ik dat gevonden katje in een tuin zie zitten. Of op het balkon bij die studenten…..’ zegt mijn vriendin. Samen met haar liefje spoeden ze zich achterom een brandgang in. Ik blijf verwoed naar de gesloten voordeur staren.

Mijn magische blik lijkt te werken, want plotseling zwaait de deur open. Een frisgewassen jongeman lacht me vriendelijk toe. ‘U bent de dame van de kat. Nou, ik hoop dat het Snuitje is, want ze moet echt  hoognodig naar haar eigen huis. Ze kan helemaal niet overweg met mijn eigen kat. Die zit uit frustratie op het balkon!’

Joy

Ik snel achter hem aan de trap op. Waarschijnlijk brabbel ik iets terug, maar ik zou niet weten wat precies. Ik wil alleen maar naar mijn kat. Als het haar is. Nu. Eindelijk!

Bovenaan de trap is een halletje. En daar komt me een piepklein poesje tegemoet lopen. Ongeveer de helft van Snuitje. Maar het is Snuitje! Echt waar. Er is alleen niet zoveel van haar over…..

Ik pak haar verrukt op, geef haar een knuffel en probeer haar in de vervoersmand te stoppen. Intussen zijn Joy en Boy ook boven gekomen. Hun teleurstelling dat de Cyperse kat op het balkon van de studenten Snuitje niet is, dat het dus weer loos alarm is, maakt plaats voor vreugde. Mijn net hervonden kat ontsnapt in de consternatie en ik moet flink achter haar aan om haar weer te pakken te krijgen.

Ondankbare monsters zijn het toch. Katten. Zo ook deze: Helemaal niet blij om me te zien. Totaal niet geïnteresseerd om naar huis te gaan……

Niet veel later fietst de karavaan weer richting binnenstad. Joy haalt onderweg een taartje voor de heren studenten en voegt zich later weer bij ons. Thuisgekomen komt dochter Pippi direct kijken. Hoera! Moeders is weer terug. Liefdevol geeft ze haar kopjes en likjes. De rest van de katten volgt. Om de beurt koekeloeren ze naar dit magere scharminkeltje. Natuurlijk herkennen ze haar. Maar ze vinden het toch raar. Echt waar.

Het heeft heel wat voeten in de aarde om mijn ouwetje er weer bovenop te krijgen. Een infuus bij de dierenarts. Speciale verrijkte voeding, want ze is eenderde van haar gewicht kwijt. Heel veel rust en speciale aandacht…….

‘Ik voer haar met een theelepeltje. Dat vindt ze fijn. De eerste dagen kreeg ik er bijna niets in. Haar darmpjes lagen helemaal stil. Er zaten een paar keiharde versteende keuteltjes in. Gelukkig is de boel nu weer op gang gekomen. Maar we zijn er nog niet. Ze is nog helemaal niet de oude,’ vertel ik Steenvrouw, als ze bij Snuitje komt kijken.

Ook Trui brengt een bezoekje. Ze was tenslotte bij de geboorte van mijn ouwe kattekop. Haar kat Loetje is namelijk de moeder van Snuit.

En gaat ze het redden? Komt ze er bovenop?

Volgens de dierenarts is ze zo gezond als een vis. Geen gekke dingen. Alleen volledig uitgedroogd en ondervoed…..

Boy

Gek toch dat mensen mijn moeilijk benaderbare panter altijd eten willen geven, terwijl hij er gezond en doorvoed uitziet. Moeiteloos scoort hij muizen en andere kleine beestjes als lunch en tussendoortje. Toch was er laatst weer een buurvrouw die hem zonder zich af te vragen of het beest daadwerkelijk een zwerver is in de kost heeft genomen. Ik heb haar moeten bezweren om ermee op te houden. Op straffe van een bezoek van de wijkagent!

Maar mijn zeer toegankelijke binnenkat Snuitje, oud en uitgemergeld, niet gewend op muizen en vogels te jagen, volledig ondervoed en uitgedroogd…. Geen mens die op het idee kwam om haar te helpen. Maandenlang moest ze zich maar zien te redden. Haar scharminkelige lijfje getuigt hiervan.

Uiteindelijk heeft ze zich permanent toegang verschaft tot het huis van de studenten. Pas zeer recent. En die hebben toen bij toeval een poster zien hangen in de stad. Opgehangen door mijn vrienden. In hun eindeloze ijver om Snuitje thuis te brengen.

Deze week zit ik in de keuken met al mijn katten. Zelfs de panter is van de partij. VikThor stuitert er vrolijk tussendoor. Ik voel Ysbrandts geestige snuit duwen tegen mijn kuiten…… Eindelijk voelt het weer compleet hier in Huize Heks!

en een hele blije Heks


 

 

 

De laatste loodjes met Ysbrandt wogen zwaar. Toch waren ook die moeilijke uren heel bijzonder, ik had ze voor geen goud willen missen!

Vorige week vrijdag ga ik met Ysbrandt en buurman op stap. Ys’ grote vriend, de enorme Duitse herder van mijn buurman laten we maar thuis, want mijn oude hondje is uiterst kwetsbaar geworden.

Vlak voordat we het huis verlaten zie ik dat mijn kanjer bloed plast. O jee, een blaasontsteking vrees ik. Niet best. Op ons gemak tuffen we naar het Valkenburgse meertje. We genieten van een heerlijk uurtje in de zon. Buurman en Heks maken voortdurend absurde grappen zoals gewoonlijk.

Ysbrandt wil een balletje. We spelen met mijn oude makker. Een man komt langs met een prachtige zwart-witte  Springer Spaniël, een jonge vitale versie van mijn hondje. De viervoetige heren snuffelen aan elkaar. Wij maken een praatje met de eigenaar.

Op de terugweg gaan we langs de dierenarts. Ysbrandt piest in de wachtkamer, een geluk bij een ongeluk: Een poepzakje om zijn piemeltje tijdens ons uitje mocht niet baten. Hij vertikte het gewoonweg om er in te plassen. Gelijk heeft ‘ie! Snel zuig ik een beetje urine op met een pipet. De dokter onderzoekt het monster en ontdekt inderdaad een blaasontsteking.

Er gaat een flink shot antibiotica in. Ik krijg een kuur mee voor een week. ‘Ik weet niet of hij dat gaat redden. Zijn buikje is zo dik en opgezet. Hij ademt zo snel en oppervlakkig de laatste dagen en nachten. Ik geef hem zoveel plaspilletjes en nog hoor ik hem reutelen…..’ Bovendien zie ik de Demodex rond zijn oogjes opkomen. Met een beetje pech wordt mijn mooie ventje ook nog kaal.

‘Ik heb dit weekend dienst, je kunt me altijd bellen,’ zegt de dierenarts, een schat van een dame. Ze ziet ook wel dat het niet meevalt voor mijn kereltje. ‘Morgen zijn we gewoon open tot 2 uur. Dan kun je altijd even langskomen…’

Eenmaal thuis geef ik de beestjes eten. Voor Ysbrandt maak ik een heerlijke bak rauw vlees met extra Carnitine, Taurine, Alpha Liponzuur en CoQ10 om zijn hartje te ondersteunen. Een beetje glucosamine en chondroitine  moet zijn spieren en gewrichten soepel houden. Tot slot gooi ik er een paar kippennekken bij.

Enthousiast staat mijn ventje zijn bak leeg te schrapen. De kippennekken sleept hij mee zijn bench in. Krakend maakt hij ze soldaat. Mijn zieke hondje eet aanmerkelijk beter dan zijn Vrouw. Ik krijg al dagen geen hap door mijn keel……

Later die avond bel ik de buurman. Ik ben een beetje in paniek. Ys eet dan nog wel goed, maar daar is alles mee gezegd. Het beestje is doodziek. Ik ben als de dood dat zijn nieren het opgeven. ‘Ik leg de telefoon naast mijn bed, Heks, als het nodig is ga ik met je mee naar de dierenarts…’

De hele nacht loop ik te spoken. Met enige regelmaat piest mijn ventje een chemisch geurend bloedspoor door het huis. Ik dweil het op en spreek hem bemoedigend toe. ‘Geeft niks, schat, kijk maar, alweer opgeruimd…’

Midden in de nacht zit ik bij hem. Ik kijk hem recht aan. ‘No coming, no going,’ fluister ik, ‘Jij zit in mijn hart en ik in het jouwe. Altijd. Dat zal niet veranderen, lieverd.’ Hij lijkt me te begrijpen. Doordringend kijkt hij terug. De schat.

IMG_8918

‘Er komt een moment dat je weet dat het zover is, Heks,’ zei mijn vriendin, de vrouw van de acupuncturist afgelopen week. Zij is ervaringsdeskundige op dit gebied. ‘Het is een hele moeilijke beslissing, maar je weet wanneer het zover is. Daar moet je op vertrouwen.’

Het is zover.

De volgende ochtend lopen we een rondje door de wijk. Mijn ventje wil perse het hele rondje lopen. Het gaat erg langzaam. Hierna eet hij zijn bak niet meer leeg. Halverwege houdt hij het voor gezien. Ook laat hij een pensstaafje liggen. Dat is nog nooit gebeurd….

Ik bel de buurman, ik bel de dierenarts. ‘Ik zal het heel cru zeggen, mevrouw Heks, u kunt beter een week te vroeg de stekker eruit trekken dan een dag te laat. Beestjes met deze indicatie sterven een vreselijke ellendige natuurlijke dood, want ze stikken. U bent heel verstandig.’

Om half twee kunnen we terecht……

Om kwart voor 1 belt buurman aan. We stoppen mijn kereltje in de auto. Onderweg laten we hem nog eventjes lopen in een park. Hij draait nog een laatste drolletje. Hij rolt nog een laatste keertje door het gras. Op weg naar de kliniek maken we zoals gewoonlijk gruwelijke grappen. Eerst verkoop buurman een hoop onzin en dan Heks.

‘Ik kwam tijdens mijn zoektocht naar een geschikt crematorium een verhaal tegen over een dierenarts die zijn vriendin vermoordde. Daarna heeft hij haar in stukken gehakt en bij verschillende dierencrematoria aangeboden…..’ We zitten enorm te lachen als we de straat in rijden. Ys kijkt vergenoegd. We zijn gelukkig allemaal ontspannen. Ondanks de dodelijke stress…..

In de wachtkamer van de dokter krijgt Varkentje nog wat ham van van der Zon. Hij vindt het heerlijk natuurlijk. Als we aan de beurt zijn geef ik hem nog een heleboel lekkertjes. Hij krijgt een prikje om rustig te worden. Nog meer lekkertjes….. Totdat hij te duf is om te kauwen.

‘Vaak zakken hondjes met deze ernstige problematiek op zo’n eerste prik al helemaal weg. Groot kans dat er verder niets nodig is…’ De dierenarts spreekt me bemoedigend toe.

Ys loopt naar de deur. Hij wil naar huis. Ik loods hem weer de spreekkamer in. De dokter geeft hem nog maar een tweede prikje. Mijn ventje blijft stokstijf voor de Vrouw staan. Niet veel later staat hij enorm te hijgen. Verdorie. Nu heeft hij het toch benauwd. Net als ik me daar enorm zorgen over maak, gaat hij eindelijk liggen. Hij zakt in slaap.

YSBRANDT13

Toch zijn er twee dodelijke giftig blauwe injecties nodig voordat hij gaat. Hij wil niet weg. Nog bijna een uur ligt hij zachtjes te ademen. Pas na de vierde prik geeft hij het op. ‘Als u hem niet geholpen had, was het waarschijnlijk echt een drama geworden. Dit hondje is zo taai. Hij zou tot de laatste snik hebben volgehouden voor de baas. U heeft een goed besluit genomen. Ik werk overigens niet mee aan zoiets als ik het er niet mee eens ben….’

Mijn mannetje ligt zo vredig te ‘slapen’. Zijn mooie zachte achter oortjes uitgewaaierd over de vloer. Zo laat ik hem achter.

In de auto brul ik het uit. Buurman zit ook te snikken. We pakken elkaar beet.

In Huize Heks nemen we een goeie borrel. ‘Weet je wat ik toch zo vreemd vond, Buurman,’ giebel ik, ‘De dierenarts ging voor elke dodelijke prik de huid van Ysbrandt desinfecteren….. Zodat hij geen infectie krijgt…..’ We liggen dubbel.

De hele middag praten we over het gebeurde. Over onze hondjes. We bellen uitgebreid met Frogs, zo ver weg in Portugal. Oh wat misen we hem vandaag! Ik steek een kaarsje aan voor mijn hondenengeltje.

YSBRANDT14

Hij heeft nu vrede. Zijn zieke lichaampje is weer gezond en mooi en jong. Hij springt weer een meter in de lucht. Hij kan zijn bek weer openen, zijn tong weer uitsteken. Weer gapen….. Hij kan weer rennen en zwemmen. Daar in de mooie hondenhemel. Waar allemaal oude vrienden hem begroeten.

Het is vreselijk ellendig dat Ysbrandt niet langer hier is, maar ik voel me gek genoeg ook opgelucht en gelukkig. En trots. Trots op ons, we hebben het samen toch maar geklaard!

Ons leven samen is 1 grote liefdesgeschiedenis. Vanaf dag 1 tot aan nu. Elke dag van elkaar gehouden. Iedere dag samen genoten. Mijn rouw om Ysbrandt wordt gekleurd door al deze gouden ervaringen samen.

We wonen altijd in elkaars hart, mijn lieve hondje en ik…..