Een kat in het nauw maakt rare sprongen, maar die halen het niet bij de bokkensprong. Door zo’n sprong voel je je weer jong! Vooral als er een groen blaadje mee gemoeid is. Maar pas op voor de minder groene blaadjes. Die hebben praatjes! En die praatjes vullen geen gaatjes! Geenszins! Nee! Daar worden sowieso volstrekt geen gaatjes gevuld……..

Gisteren fiets ik voor het laatst naar Hawk. Ik weet het dan nog niet en hij al helemaal niet. Maar ik heb wel een vaag voorgevoel. Ik heb een beetje genoeg van zijn drang naar fysiek contact. Ik voel me niet meer op mijn gemak.

En ik betwijfel of mijn aanhoudende afwijzing afdoend is. De man heeft beslist een gigantische plaat voor zijn kop. Of het kan hem stomweg niet schelen. Dat is ook goed mogelijk. Misschien probeert hij gewoon maar eens wat. Hoe het ook zij. Ik voel me er niet wel bij.

‘Hawk heeft pikstraf,’ grap ik vorige week tegen mijn hulp, ‘Ik ga onze afspraak komend weekend afzeggen. Ik ben even helemaal flauw van die vent en zijn gedoe. God, wat word je daar moe van.’  ‘Ach,’ roept ze meewarend, ‘Die arme man. Hij mag al niks met dat ding en nu krijgt hij ook nog straf…..’

Maar wie schetst mijn verbazing als mijn oude vriend zelf onze afspraak afbelt: Hij krijgt familie uit het buitenland op bezoek. Dit afzeggen gaat gepaard met een eindeloze reeks telefoontjes en berichten op mijn antwoordapparaat. Dringende verzoeken om toch vooral even terug te bellen. Nog meer berichten.

Heks belt braaf een paar keer terug, maar ik krijg geen gehoor. Een antwoordapparaat heeft Hawk niet, noch een voicemail service. ‘Nou ja,’ denk ik na dagenlang proberen, ‘laat maar even waaien. Ik vind het allemaal best.’

Maar afgelopen woensdag beginnen de berichten weer binnen te stromen. Uiteindelijk krijg ik de man te pakken en ik laat me toch weer vermurwen tot een afspraakje op de oude vertrouwde zaterdagmiddag. ‘Alleen een broodje met haring en een kop koffie, Heks. Ik heb last van m’n hernia. Ik ben al uitgebreid bij mijn manueel therapeut geweest!’

Oh jee. Als hij maar niet weer gaat beginnen over massages en behandelingen van billen en boze bolletjes. ‘Dan is het klaar,’ besluit ik ter plekke, ‘Als de man nu nog niet begrepen heeft dat hij fysiek contact op zijn buik kan schrijven is het echt een hopeloze sukkel….’

Ik moet streng zijn.

Op weg naar Hawk, bij de fysiotherapeut, valt mijn prachtige gecraqueleerde bergkristallen ketting op een stenen vloer. Als een lichtgevende slang kronkelt hij het bureau van mijn behandelaar af. Alsof het ding een eigen leven leidt……

Verbijsterd sta ik ernaar te kijken. Grijp net mis. Hoor de stenen stukslaan op de harde ondergrond. Een ongunstig omen.

Ik ben dus al een beetje voorbereid op een slechte afloop van mijn bezoekje. Maar ja. Je wilt iemand nog een kans geven. ‘Ik vind het dan zo zielig voor zo’n oud mannetje. Hij is toch best veel alleen. Ik wil hem ook niet teleurstellen. En het is echt een grappige kerel. We hadden het toch ook heel gezellig….’ verzucht ik afgelopen vrijdag nog tegen mijn hulp.

Ze kent het. Zij is ook zo. Ook zij heeft al vaak het onderspit gedolven of aan het kortste end getrokken, omdat ze de ander geen pijn wilde doen. De ander, die over je heen walst, pist, kotst of anderszins onwenselijk gedrag vertoont.

‘Ha Heks,’ Hawk staat in de keuken met zijn rug naar me toe bij de gootsteen te rommelen. VikThor pikt een tennisbal uit de bak in de hal. Ik leg mijn fietssleutels op tafel en loop de keuken in met mijn glutenvrije brood en lactosevrije melk.

Nog voor ik mijn jas heb uitgetrokken en nog voor ik mijn vriend met een zoen op de wang begroet heb grijpt Hawk met zijn eigen handen zijn kleine billetjes stevig vast.

Hij steekt ze parmantig een beetje naar achteren. ‘Kom Heks, pak mijn billen even beet voor een lekkere behandeling….’ Hij wrijft er eens goed over. Genietend.

‘Potverdomme Hawk,’ schiet ik uit mijn slof, ‘Hou nou eens op over massages, behandelingen van billen en andere uitnodigingen tot fysiek contact. Ik heb je toch al meermalen heel duidelijk gezegd, dat ik er niet van gediend ben. Ik word hier niet goed van,’ briesend stuif ik de tuin in. Wat een idioot is het toch.

Als ik de keuken weer in kom staat Hawk zich zieligjes te beklagen, dat het pas de tweede keer is, dat hij zoiets voorstelt. ‘Nee,’ zeg ik ferm, ‘Het is al de zoveelste keer en ik ben het zat. Het gaat niet gebeuren. Nooit. Knoop dat maar in je oren. De groeten.’

Nijdig ga ik buiten in een stoel zitten, terwijl Hawk koffie maakt. Ik was al bijna direct weer vertrokken, maar vanwege het ongewenste hoge dramatische gehalte van zo’n aftocht zit ik hier nu nog. De stemming is echter helemaal weg. Moeizaam zit ik de koffie en de haring uit.

Hawk gaat niet mee wandelen en ik wil nog eventjes naar de fietsenmaker, dus we nemen na een goed uur afscheid. Ik weet me eigenlijk geen houding te geven. Het is kapot, maar soms wil je dat nog niet toegeven. Hawk lijkt me zelfs een beetje de deur uit te werken op het laatst….

Wel staat hij me op straat na te zwaaien. ‘Hou je haaks,’ zeg ik hem bij het afscheid. Ik geef hem toch een paar zoenen op zijn ouwe wangetjes. We hebben het toch ook heel gezellig gehad. Allen jammer dat, zo jammer dat…… Hij hele andere dingen in zijn hoogbejaarde koppie  had.

In het Leidse Hout knalt mijn woede er pas echt uit. Vooral als mijn hondje schielijk voor me op een brug springt, waardoor mijn fietskar in de sloot beland. Ik heb echter zo’n noodvaart dat het ding tegen de kant knalt. En vervolgens tegen de achterkant van mijn fiets. Alles in de kreukels.

Ik kan er nog net min of meer mee naar de fietsenmaker reutelen. Die gaat kar en fiets weer helemaal opknappen. Ze waren net gerepareerd!

Ongeluk komt altijd in drieën toch? Nou, dan zit het er voorlopig weer op!

Een vrolijke noot helpt tegen depressie en voortijdige dood. Een vrolijke noot maakt van de nood een deugd. Samen zingen zorgt voor eeuwige jeugd! Zolang je die verrekte stemtest overleeft dan! 

Zaterdagmorgen fiets ik al zingend naar Zuid West. ‘Lalalalalala’ lala ik een toonladder omhoog. ‘ Nananana,’ neurie ik een reeks tertsen naar beneden.

Signor Abbate! io sono io sono, io sono ammalato! Santo Padre vieni e datemi la benedizione, la benedizione! Hol’ Sie der Teufel, wenn Sie nicht kommen! Hol’ Sie der Teufel!!!!!!’ galm ik er een stukje Beethoven achteraan.

zingen, koor, auditie, stemtest, samenzang, zingen is gezond, zingen vanuit je hart

En het is waar, ik voel me niet al te jofel en ook ik wil dat iemand me nou eens snel beter maakt. Desnoods door middel van zegening. En ik ben ook zeer geneigd de duvel op je dak te sturen, als je me niet serieus neemt. Ja!

Mijn stem valt me reuze mee na een doorwaakte nacht en een gemeen virusje onder mijn leden. Ontspannen jodel ik ruim drie octaven op en neer. Ik maak me niet al te sappel over die stemtest. Als ik het valse gepiep soms hoor, hier en daar in het koor, al helemaal niet.

zingen, koor, auditie, stemtest, samenzang, zingen is gezond, zingen vanuit je hart

Koren zitten vol ouderen!

Heks heeft een fenomenale stem meegekregen van moederskant. Helaas ben ik hem vaak kwijt. Dat komt door mijn ziekte. ME is dodelijk voor je stemgeluid. Ik ben bijna dagelijks schor. Heb heel vaak keelpijn. Vijftien jaar geleden heb ik vijf jaar totaal geen stem gehad. Zingen ging voor geen meter meer. Ik zong opeens zo vals als een kraai. Een bizarre ervaring.

Dus ik ben al meer dan tevreden met de huidige stand van zaken. Idols zal ik niet winnen, maar ik kan nog steeds een aardig moppie zingen.

Ik moet eventjes wachten, want mijn voorgangster is nog bezig. Moeizaam knuppelt ze zich door wat toonladders. Dan is een stuk uit de Mattheüs aan de beurt. Even later staat ze zenuwachtig bij ons in de wachtkamer. Nadat ze de uitslag heeft gekregen is Heks aan de beurt.

Mijn zenuwstelsel is aangestoken door mijn nerveuze koorgenoten. Van het ene op het andere moment ben ik zeiknat van het zweet. Het drupt van mijn voorhoofd, doorweekt mijn kleding. Snel gooi ik een vestje en een jasje uit. Het helpt geen zak.

Oh, wat haat ik het toch als dit gebeurt. Ook een bijverschijnsel van ME. Ik zit al dertig jaar in de overgang. Voor de buitenwereld dan. Het is gewoon een op hol geslagen parasympathisch bijverschijnsel.

zingen, koor, auditie, stemtest, samenzang, zingen is gezond, zingen vanuit je hart

Braaf zing ik vervolgens wat terts-oefeningen. ‘Ga nog maar eentje lager,’ zegt de dirigent, ‘Oh, doe er nog maar eentje,,,,’  Waar ik al bang voor was gebeurt: Ze gaan ontdekken hoe ongelofelijk laag ik kan zingen. Gelukkig vindt Wim het op een gegeven moment laag genoeg. Goddank. Ik had nog zeker een octaaf lager kunnen zingen…..

Bovenin mijn register ben ik een paar noten kwijt. Het is natuurlijk nog vroeg in de middag. Dan ben ik nog niet echt warm gezongen. En ik ben verkouden. En… en…… van schrik knijpt mijn stem helemaal dicht.

Pieperig wauwel ik me door een stukje Mattheüs. De zangpedagoge maakt er opmerkingen over. Zweet drupt op de partituur. ‘Je moet meer praten, Heks, articuleren! Misschien moet je wat lessen nemen…..’

‘Ik ga morgen een hele dag klassiek Indiaas zingen, Dhrupad, dat is de beste training voor je stem,’ pareer ik snel haar wellicht verkapte uitnodiging om op les te komen.

‘Als je meer zou ontspannen is er nog heel veel mogelijk met jouw stem,’ zegt de dirigent. Gelukkig ging het laatste stuk voorzingen wel goed. ‘Daar kwam jouw stem opeens tevoorschijn. Er zit echt veel potentieel!’

giphy

‘Ik heb aan stembevrijding gedaan. Daar gebeurde het me regelmatig dat ik helemaal los kwam. Dan heb ik een orgelpijp in mijn keel, medecursisten zeiden dan altijd dat ik moet gaan optreden. Maar dat ga ik niet doen, hoor. Ik zing liever in dit koor.’

De dirigent moet er hartelijk om lachen. Hij ziet het al voor zich. Een optredende Heksenmuis. Met piepstem. Hij hikt nog even na…..

En nog eens als ik opgelucht de ruimte verlaat, nadat ik te horen heb gekregen dat ik gewoon bij de alten mag blijven, met de tekst: ‘Hoera, ik was al bang dat ik naar de bassen moest…..’

Blij dat het voorbij is stap ik op de fiets. VikThor zit braaf te wachten in de fietskar. Wat is het toch een hartje. Het beste hondje van de wereld. Een waardig opvolger van zijn pittige voorganger Ysbrandt.

‘Kom, we gaan eventjes op de koffie bij Steenvrouw, dat is hier om de hoek,’ vertel ik mijn schatje. Hij kijkt me begrijpend aan met zijn gisse oogjes.

Even later loods ik samen met Steenvrouw kar en fiets haar achtertuin in. ‘Ik wil je wat vragen, schat, over depressies. Je bent uiteindelijk deskundige op dat gebied,’ mijn vriendin geeft sinds jaar en dag voorlichting over deze materie. Ze is gepokt en gemazeld als het om mensen in de put gaat.

zingen, koor, auditie, stemtest, samenzang, zingen is gezond, zingen vanuit je hart

Net als bij Ganzenbord is het vaak onmogelijk om op eigen kracht uit die put te kruipen. Maar anders dan bij dit bordspel is een ander in jouw put verwelkomen niet de enige weg om er zelf weer uit te komen.

‘Het is belangrijk om professionele hulp te zoeken, Heks, als de zaken er zo voor staan. Zo snel mogelijk. Als iemand zo diep in de misère zit bereik je die persoon niet meer. Het interesseert iemand dan echt niet of hij anderen pijn doet! Door eruit te stappen bijvoorbeeld. Waarom vraag je dit toch allemaal?’

zingen, koor, auditie, stemtest, samenzang, zingen is gezond, zingen vanuit je hart

‘Niet voor mezelf, schat, schrik maar niet. Ik heb echter ontdekt dat ik iemands depressie heb opgepakt. Soms is het strontvervelend om zo paranormaal te zijn. Maar ook weer goed, want hoe kom je er anders achter dat iemand die je dierbaar is zich zo ongelofelijk rot voelt?’

Met een heleboel tips en aanbevelingen in mijn klep fiets ik weer naar huis. Ik ben toch zo moe, zo godvergeten uitgeput. De dag zit er wat mij betreft weer op.

zingen, koor, auditie, stemtest, samenzang, zingen is gezond, zingen vanuit je hart

Een stemtest: Waarom zou je?

Zingen is gezond!

Zingen helpt tegen depressie dementerende…

 

zingen, koor, auditie, stemtest, samenzang, zingen is gezond, zingen vanuit je hart

Een vrolijke noot!

 

 

 

 

 

 

 

Heks en Joy gaan samen op stap. Met zeven katten naar de dierenarts: Een hele uitdaging! En een leuk uitje bovendien! Volgende keer gaan we een dagje naar het strand……..

Vrijdagavond vlak voor Sinterklaas begin ik me toch een beetje zorgen te maken. De buurvrouw is ziek en we zouden samen naar de dierenarts gaan. ‘Ik ga morgen met ALLE katten naar Ranzijn voor vaccinatie, zin om mee te gaan?’ sms ik mijn grote kattenvriendin Joy.

Misschien heeft ze tijd. Het is natuurlijk een raar weekend. Half Nederland zit met zijn handen in de papier maché of kledderige ontbijtkoek in een poging een dierbare goed te grazen te nemen. Of te verrassen. Met een  listige surprise…….

Binnen een paar minuten krijg ik uitsluitsel. Mijn maatje gaat graag mee! ‘Ik ben om kwart voor 11 bij je,’ schrijft ze, ‘en ik neem een extra vervoersmand mee!’ Hoera! Alle problemen opgelost.

Dinsdagavond zie ik een item op televisie voorbij komen, waarin wordt gewaarschuwd voor kattenziekte. Er is een grote uitbraak in Alphen aan de Rijn en nog een paar Nederlandse gemeenten. Help! Alphen is vrij dichtbij! ‘Het is superbesmettelijk en in bijna alle gevallen dodelijk,’ de presentatrice kijkt omfloerst de camera in, ‘dus als je katten niet zijn ingeënt lopen ze direct gevaar. Ook binnenkatten….’

Ik heb mijn katten al zeker twee jaar niet laten vaccineren. Na vijfentwintig jaar nutteloos geprik. De kosten zijn zo gigantisch hoog geworden de laatste jaren. Minimaal zo rond de vijftig euro per kat bij de lokale en regionale dierenartsen….. Ook is mijn kattengezin nogal uitgedijd. Alles bij elkaar is het niet meer op te hoesten.

Vorig jaar ontdekte ik echter dat je bij tuincentrum ‘Ranzijn’ voor veel minder geld terecht kunt. Alleen moest ik dan wel helmaal naar Aalsmeer met de hele beestenbende. In Leiderdorp hadden ze die service nog niet. ‘Komend najaar komt er hier ook een dierenarts,’ vertelde een medewerkster van het volledig in renovatie zijnde bedrijf me dit voorjaar, ‘Nog eventjes geduld!’

Zodoende zit Heks donderdagmorgen op internet te kijken of de dierendokter zich al heeft gevestigd op deze groene locatie. En wat een toeval! Laten ze nu juist vandaag open gaan! Ik bel hen op en maak direct een afspraak. Misschien ben ik wel de eerste klant!

Zaterdagochtend meldt mijn vriendin zich bijtijds. We drinken koffie en gaan daarna direct aan de slag. Alle katten moeten in de diverse manden. ‘Hoe had je het gedacht Heks?’ Joy kijkt me vragend aan. Ik zet mijn plan uiteen.

‘Snuitje in de kleine plastic box, Leonoor in de rieten mand en Ferguut in die grote stoffen tas. Zij moeten alledrie bij voorkeur in hun eentje worden vervoerd. De boskat kan met zusje Aafje in die grote kattenbench van de buurvrouw. En Bolster kan met zijn moeder in de bench van Ys. Eh VikThor.’

We vangen kat na kat en stoppen ze in de juiste mand. Alleen Bolster is nergens te bekennen. Op zijn vaste verstopplekjes is hij niet te vinden. Ook houdt hij zich muisstil. Hij voelt nattigheid.

Na een goed kwartier ontdek ik hem in een piepklein hoekje achter de bank en de gordijnen. Snel grijp ik hem in zijn nekvel. ‘Jij ontsnapt me niet meer, kleine puntneus,’ mopper ik op de Benjamin van het gezelschap. Ik laat hem in de bench zakken. Zo. Klaar. Inladen en wegwezen!

We sjouwen een paar keer de trap op en af. VikThor staat bovenaan in de aanslag om mee te gaan. ‘Kunnen we hem niet beter thuislaten?’ pleit Joy, ‘Het lijkt me nogal onhandig als hij ons voor de voeten gaat lopen.’ Tja, ze heeft gelijk, maar ik neem hem toch liever mee. ‘Zo onhandig!’ roept Joy, ‘En hij heeft er toch niet veel aan. We hebben geen tijd om te wandelen of spelen.’

‘Ja, maar hij wordt wel geestelijk afgebeuld. En dat is ook belangrijk,’ ik kijk mijn vriendin aan, ‘anders moet ik direct weer aan de bak met hem als we terugkomen van de dierenarts. En dan ben ik helemaal af en klaar. Dan moet ik eigenlijk een paar uur plat.’

Ik heb het nog niet gezegd of Joy belt haar vent. ‘Heb je zin om op VikThor te passen?’ Vijf minuten later gooien we mijn hondje bij hem naar binnen. Hij gaat lekker met hem wandelen!

‘Miauw, miauw,’ klinkt het in de achterbak van mijn piepkuiken, ‘Maauwwwww, mrwwaauuuwww’. Bolster voert het hoogste woord, maar ook de boskat laat zich gelden. De enige die we helemaal niet horen is de Zwarte Panter. Hij houdt zich gedeisd.

‘Ik reed een keer op een mooie zomerse dag met zo’n vier katten en Ysbrandt richting dierenarts. M’n monsters zaten te miauwen als gekken en mijn raampje stond open, dus mensen op straat hoorden dat kabaal. Maar als ze keken zagen ze die lieve hondenkop van Ys boven de achterbank uitsteken. Veel verbaasde gezichten, joh’. We giechelen.

We hobbelen rustig de stad uit. Oh wat is het toch altijd gezellig met Joy. Vanaf dag 1 is dat zo geweest. En ook vandaag is geen uitzondering.

Bij het tuincentrum laden we alle manden op een paar winkelwagens. In karavaan gaan we op zoek naar de net geopende dierenartsenpraktijk. Het is druk in het net verbouwde bedrijf. Je kunt over de hoofden lopen, ware het niet dat ze zich allemaal verbaasd omdraaien om naar deze miauwende optocht te kijken.  Alsof de zon doorbreekt vormt zich een lach op menig gezicht: Wat leuk, poesjes!

We moeten het halve bedrijf door, policy om aan zoveel mogelijk begeerlijke producten te worden blootgesteld: Heks is min of meer opgegroeid in een dergelijk bedrijf, ik ken de sneaky methoden om klanten tot kopen te verleiden van haver tot gort! We kijken nergens naar. Heks is hartstikke blut. Ze kan nog net het komende consult ophoesten!

‘Het ziet er wel mooi uit, Joy. Jeetje wat is het hier opgeknapt! Moet je kijken hoe hoog de kassen zijn! Wat een ruimte……. Echt prachtig!’

Bij de dierenarts worden we vriendelijk verwelkomt. Alle katten worden ingevoerd in het systeem. Een charmante jonge vrouw neemt ons mee naar een spiksplinternieuwe praktijkruimte. Enigszins moeizaam staat ze ons te woord. Haar Nederlands is gebrekkig, ze is overduidelijk een importarts. Later ontdek ik dat er vier  dierenartsen tegelijkertijd werkzaam zijn. Ook Nederlandse.

Zodra ze echter de dieren in haar handen krijgt is er geen gebrekkigheid meer te bekennen. Geroutineerd wordt dier na dier onderzocht. ‘Hopla’, vakkundig prikt ze een stevige cocktail antistoffen bij mijn schatjes naar binnen. Niesziekte en kattenziekte zijn vanaf nu weer kansloos in Huize Heks. Wat een opluchting!

Intussen kwebbelt Heks over de familiaire verhoudingen in haar kattengezin. ‘Ze zijn allemaal familie van elkaar,’ Joy grijnst me toe, haar kat Siep is ook familie van al mijn beestjes!

‘Kijk, dit is Bolster,’ we beginnen met de Benjamin, ‘Hij is de kleinzoon van Snuitje en Ferguut, de zoon van Pippi en de boskat en die lap en die rooie zijn zijn tantes…..’

Na Bolster volgt Pippi. Dan Snuitje, Ferguut en de lap. Ze laten zich gemakkelijk pakken en bepotelen. Bij het onderzoek echter knorren ze zo hard dat de arts het hartje niet kan horen. We moeten erom lachen. Gekke beesten. Zien ze het soms als een leuk uitje?

Katten snorren ook in stresssituaties. Zo gek is hun gedrag dus niet. Maar grappig blijft het.

Tot slot halen we ThayThay en Aafje uit de bench. De grote boskat blijkt toch slechts 5.5 kilo te wegen. Heks wist het wel, maar het blijft vreemd, gezien zijn omvang. Deze enorme haarbal is ook al zo gezond als een vis. ‘Mijn eerste kat woog ruim negen kilo. En dan was hij echt niet dik, ik hield hem strak in het voer. Nadat ik een aantal maanden op wereldreis was geweest had hij een heel klein hoofd gekregen……’

Verbaasde blik van de dierenarts. Misschien begrijpt ze geen jota van het verhaal. Toch klets ik vrolijk verder.’Bleek de buurman hem zoveel eten te hebben gegeven als hij maar wilde: Kat Koe woog opeens ruim twaalf kilo! Een grote berg witte kat met een stippelkopje erop. Hilarisch, maar niet gezond. Hahaha….’ Ik moet nog lachen als ik eraan terug denk. Koe was toch zo’n fantastisch bakbeest. Elke nacht sliep hij boven op mijn hoofd. 18 jaar lang. Ik mis hem nog steeds.

Na een klein uur zijn alle katten gewogen, gecheckt en gevaccineerd. We kunnen weer naar huis!

Opnieuw loopt de kattenkaravaan door het tot spiksplinternieuw verbouwde tuincentrum te paraderen. ‘Ik moet nog een nepplant scoren, lieve Heks, hebben we daar tijd voor?’ We hebben helemaal geen haast, dus we kachelen richting zijdebloemen. Wat een leuk uitje! Op stap met alle katten! ‘Miauw, miauw, mrauwwwwww…..’, zingen onze reisgenoten in koor.

Twee kleine tekkeltjes komen aangestormd. De kleinste in een rolstoel. Vol verbazing observeren ze mijn monsters. Ze draaien aan alle kanten om de hete brei, volledig gefascineerd. Mijn kleine katachtigen zijn niet onder de indruk, gewend als ze zijn aan een blafbeest om zich heen. De eigenaresse van de tekkels ligt dubbel, wat een vertoning!

De zijdeplanten zijn ruk. Joy kan geen geschikt cadeautje vinden. ‘Ik heb jarenlang in de zijdebloemen gezeten. Mijn afdeling was wel tien keer zo groot als deze. Met veel meer keus!’ Postuum is Heks nog trots op haar uitgelezen afdeling namaakgroen van dertig jaar geleden. Zelfs al houdt ze zelf totaal niet van kunstbloemen en -planten. Zo lelijk!

We wurmen ons langs de kassa. Nog niet zo gemakkelijk met zoveel bagage. Alle katten worden weer in de auto geladen. Al miauwend rijden we de stad weer in. VikThor wordt opgehaald. Die heeft ruim twee uur lopen rennen en spelen. Ideaal.

Eenmaal thuis kruipen alle katten snel op een lekker warm veilig plekje. Behalve de panter. Die smeert hem direct. Eerst eventjes door de buurt paraderen met z’n mooie nieuwe vaccinaties……

Heks kruipt in haar bed.

Een paar uur lig ik bewegingsloos uit te puffen. Mijn lijf is toch zo slecht. Ik dwing mezelf tot bewegen. Projecten zoals vandaag zijn eigenlijk helemaal niet haalbaar. Lig ik weer uren te creperen van de pijn. Goddank is Joy mee geweest. Zo gezellig! En zo is het toch allemaal goed verlopen!

’s Avonds zit ik met al mijn beesten in de woonkamer. Ik voel me opgelucht. Het idee al mijn diertjes te verliezen aan zoiets ellendigs als kattenziekte is te afschuwelijk: Daar hoef ik me voorlopig geen zorgen om te maken. Mijn kattenbende is safe!

 

 

 

Leven bij de dag. Dag na dag. Soms een leuke dag. Dan weer een hoop gezeur en gedoe. En elke dag weer doodmoe. Maar dat is een oude koe. Laat die maar lekker in de sloot.

Zondag ga ik een dagje Indiaas zingen. Het is ongelofelijk lang geleden dat ik dat gedaan heb. Dit jaar nauwelijks. Op een privélesje na dan, hier en daar.

Omdat ik zo gammel ben en verrek van de pijn zie ik er tegenop. Ik hou een paar dagen van tevoren alvast m’n gemak. Een eitje, want ik lig sowieso gestrekt. Maar de zaterdagmiddag ga ik naar de verjaardag van Joy. Verstandig of niet. Ik reanimeer mezelf tot een acceptabel niveau en rep me naar het huis van mijn jeugdige vrienden. Daar is het al een drukte van belang. Supergezellig!

Ouders, schoonouders en andere familieleden bevolken de piepkleine woonruimte van Joy en Boy. Heks strijkt neer naast oma. We blijken veel gemeen te hebben. Allebei verwoede zanglijsters! In no time zitten we te ginnegappen. ‘Wat zie je er mooi uit, Heks,’ roepen de andere bezoekers in koor. Klopt. Ik heb een listig glitterpakje aan!

Kijk, zo doe ik mijn best in het leven om er toch iets van te maken. Hoewel ik nauwelijks op een stoel kan zitten, zit ik intussen toch maar mooi bij. Het heeft zowel voor- als nadelen, dit verhullen van hoe het werkelijk met je gesteld is.

Het nadeel is natuurlijk dat je altijd veel te goed wordt ingeschat en daardoor voortdurend wordt overvraagd. Voordeel is dat je er zelf enorm van opknapt. Als ik mijzelf van een verfje en mooie kleertjes voorzie, dan trek ik bijna vanzelfsprekend een vrolijk hoofd. Als je glimlacht ontspannen vervolgens de spieren in je lichaam en dat helpt weer mee aan je algehele welbevinden.

Als dat laatste allemaal niet lukt dan houd ik het voor gezien. In zo’n geval worden dingen afgebeld en ga ik maar weer mijn bed in. De laatste tijd meer regel dan uitzondering.

Zondagmorgen om negen uur vis ik een zangmaatje van het station. We rijden zonder oponthoud naar Barendrecht. ‘Heks, wat ben je vroeg!’ mijn zangjuf valt me om de pijnlijke hals. We hebben elkaar maandenlang niet gezien!

Een half uurtje later zingen we Karwatjs. Mijn stem is door een verkoudheid extra laag, ik zak weg tot onder de lage Pa! Ik lijk wel een vent! Daarna gaan we ons wijden aan Chandrakauns. Heks heeft het zich in haar hoofd gezet binnenkort een stukje Indiaas te zingen voor haar koor tijdens een soort Bonte Avond. Na tien jaar zangles moet dat toch tot de mogelijkheden behoren.

‘We gaan het helemaal vastzetten, Heks, ik help je wel,’ roept mijn lerares enthousiast, ‘We spreken gewoon een extra les af.’ Oeps. Ik hoop dat het gaat lukken, want lekker met je medeleerlingen een dagje zingen is 1 ding. Voor mijn koor in mijn dooie eentje een compositie laten horen is natuurlijk iets geheel anders!

Zondag is een heerlijke dag. We worden weer fantastisch verwend met een heerlijke lunch. ’s Middags improviseren we rondom de compositie van Chandrakauns. De man van juf speelt een ongelofelijk ingewikkeld ritme op de Pakhaway. We klappen het mee. 14 tellen. KLAP-1-2-3-4, klap 1-2-3, klap-1-2, klap-1, en weer opnieuw KLAP 1-2-3-4, etcetera. En niet iedere klap is hetzelfde, je hebt een kali en een thali…. Ook dat nog!

Op een gegeven moment ben ik echt moe. ‘Sjakie in zijn nakie,’ vertaal ik de tekst nogal vrij vanuit het Sanskriet, ‘Naaaakte Sjaaakieieie…’ Mijn stem draait en kronkelt. Het klinkt prachtig! Iedereen ligt dubbel.

‘Jeetje Heks,’ roept een zangvriendin, ‘Wat heerlijk toch dat je zo lekker gek kan doen, je inspireert me!’ Om vervolgens zelf ook over de naakte Sjakie te gaan zingen……

De rit naar huis verloopt voorspoedig. Als ik echter thuis in een grote stoel neerzijg is de koek plotseling op. Ik zet mijn TENS apparaat op de ontspanningsmodus. Een speciale stand om spieren uit de knoop te krijgen. Andere spiergroepen verwen ik met de morfinestand. Een soort geklop in spieren is het resultaat. Hierdoor maakt je lichaam ter plekke een soort lichaamseigen opiaat aan.

De spieren in mijn nek voelen blauw aan. Mijn arm vlamt pijnlijk langs mijn flank. Mijn knie is dik, mijn heup hangt uit de kom…….. Ik kan maar op 1 manier zitten. Moeizaam. Een uurtje later lig ik al in bed.

Deze tekst hangt op mijn voordeur……

Vandaag kruip ik richting fysiotherapeut. Het huilen staat me nader dan het lachen. Bovendien geeft deze fysio louter ritmische massages, waar ik juist behoefte heb aan de martelpraktijken van de orthopedisch fysiotherapeut. Zijn methoden willen nog wel eens aanslaan, maar bij hem kan ik pas volgende week terecht….

Zelfs de subtiele ritmische massage van mijn rug is te pijnlijk. Ik hou het niet vol. Uiteindelijk legt de therapeut me op mijn rug en pakt mijn oorlellen. Intussen vertel ik over wat me dwars zit. Dat heeft ze me namelijk gevraagd.

De woorden rollen uit mijn mond. Allemaal verdrietige dingen waar ik weinig invloed op heb. Centraal is wel het thema van mijn eeuwige geluister. Jaren heb ik met bepaalde mensen rondgesjouwd. Er is grif gebruik van gemaakt, maar het is nooit gewaardeerd. En het is ook nooit genoeg geweest.

‘Je bent niet verantwoordelijk voor andermans geluk, hoorde ik gisteren iemand zeggen en dat trof me diep. Ik heb me namelijk altijd verantwoordelijk gevoeld voor andermans geluk. Ik heb me jarenlang ingespannen om anderen tevreden te houden. Of op te peppen. Of gezelschap te houden in hun eenzaamheid of ellende……. En precies diezelfde mensen behandelen me dan achteraf echt lullig.’

Ik weet niet wat mijn behandelaarster allemaal aan het doen is, maar er schijnt ruimte te ontstaan in mijn lijf. ‘Er zitten allemaal herinneringen vast in je lichaam. Laat het maar los. En bescherm jezelf een beetje beter. Er komt gewoon heel veel bij je binnen.’

Grenzen stellen. Ik hoor het bepaald niet voor het eerst. Ja, als je andermans geluk hoger acht dan je eigen geluk, dan wordt het niks met die grenzen natuurlijk. Voor de zoveelste keer neem ik me voor om mijn eigen ruimte beter te af te schermen. Ik wil ook geluk in mijn leven tenslotte!

Na de behandeling loop ik een uur met VikThor door het Bosje van Bosman. We dwalen helemaal door tot aan de bossen rondom Endegeest. De rest van de dag lig ik in bed. Mijn lijf voelt wel iets beter na mijn bezoek aan de fysiotherapeut, maar echt veel stelt het nog steeds niet voor. Straks nog een rondje met het hondje en dan houd ik het voor gezien. Morgen gaat het weer beter misschien.

Leven bij de dag. Zo doen we dat.

De zwarte panter duikt op. In de achtertuin!!!! Half dood en zwaar gewond hinkepinkt hij me tegemoet. Wat heeft deze dolende ridder nu weer beleefd? Eerst maar eens naar de dierenarts……

zwarte kater met kap. zieke kat, zwarte kat, dier met kap

Vorige week zondagmiddag loop ik met Cowboy en Ysbrandt door de Leidse binnenstad te wandelen. Het is waterkoud, miezerig en guur. Mijn lief rilt in zijn dunne zomerjas.

Om de paar meter tuur ik in achtertuintjes, steegjes en perkjes. ‘Ferguut,’ roep ik hoopvol. ‘Klerelijer,’ denk ik erachteraan, ‘kom nu verdorie eens tevoorschijn.’ Zaterdagmiddag zijn we mee geweest met een rondleiding door Haarlem. Ook daar betrapte ik mezelf op zoekende blikken. Vreemd? Welnee. De laatste keer dat Ferguut ervandoor was dook hij op in Hoorn!

zwarte kater met kap. zieke kat, zwarte kat, dier met kap

De afgelopen week staat in het teken van mijn verdwenen panter. ’s Avonds brand ik wierook en kaarsjes en doe mijn prevelementjes. Mijn vriendinnetje Tanneke aan gene zijde is druk in de weer. ‘Maak je geen zorgen, hij komt terug,’ hoor ik in mijn geestesoor, ‘Niet schrikken, hij is wel gewond.’ ‘Geef me nog wat tijd, ik ben ermee bezig,’ is de reactie als ik taal nog teken van mijn dolende ridder krijg.

zwarte kater met kap. zieke kat, zwarte kat, dier met kap

‘Wat een flauwekul,’ reageert Cowboy bot als hij me bezig ziet. Hij leeft in een wereld zonder andere dimensies. Het idee dat je met behulp van een dode heksjes je weggelopen kat terugvindt komt hem absurd voor! In het wilde weg door de stad lopen en maar zo’n beetje in het luchtledige roepen lijkt zinvoller….. Maar levert vooralsnog ook niets op!

Zondagnacht kan ik niet slapen. Mijn pijnlijke lijf is aan het stampen. Het kost me moeite om stil te liggen, dus uiteindelijk sta ik op. In de keuken zet ik thee. Cowboy ligt lekker te slapen en ik wil hem niet storen. Moeizaam hang ik op een keukenstoel. Zitten, liggen…. Het is allemaal niets vannacht. Wat een onrust. Ysbrandt zit nerveus naast me te hijgen, ook alzo ongedurig…..

zwarte kater met kap. zieke kat, zwarte kat, dier met kap

Ik pak een flesje Bach Rescue Remedy uit de keukenkast en druppel een pipet van dit  wonderlijke goedje onder mijn tong. Terwijl ik mijn aandacht weer op mijn panter richt sein ik de levensreddende bloesemdruppels als het ware zijn energieveld in. Waar zich dat dan ook mag bevinden,

zwarte kater met kap. zieke kat, zwarte kat, dier met kap

Ik praat met mijn verdwenen kat. ‘Kom naar huis…’ fluister ik nietsontziend in de stille nacht. Ik steek mijn hoofd uit het raam en speur de lege straat af. Niets. Na anderhalf uur ben ik zo moe, dat ik maar weer in bed kruip. Daar lig ik nog een hele tijd te luisteren. Hoor ik gemiauw? Zal ik nog eens gaan kijken?

Maandag ben ik natuurlijk super brak. De hele dag klungel ik maar zo’n beetje in de rondte. ’s Middags doe ik een paar boodschappen. Als ik thuis kom zet ik de balkondeur open. Gewoontegetrouw roep ik mijn zwarte kater. ‘Miauw!’ hoor ik zachtjes vanuit de binnentuintjes. Verrast tuur ik in het struweel.

zwarte kater met kap. zieke kat, zwarte kat, dier met kap

Niets te zien, maar ik hoor toch echt iets. Ik pak de sleutel van de poort en ga op onderzoek uit. Drie tuinen verder vind ik mijn zwerver terug. zwaar vermagerd. En wat loopt hij vreemd! Dat komt omdat zijn halsband om zijn voorpoot zit. En om zijn hals! Datgene waarvoor je altijd wordt gewaarschuwd met betrekking tot halsbanden bij katten is hier bewaarheid: Het arme dier is ergens achter blijven hangen…….

In zijn pogingen om los te komen heeft hij zich ernstig verwond. Ik kom er achter omdat ik een soort rotte vislucht ontwaar. Het verdwijnt niet als ik hem een kleine wasbeurt geef met een washandje. Opeens zie ik de kwetsuur onder zijn oksel. Een half uur later zit ik bij mijn dierenarts……

zwarte kater met kap. zieke kat, zwarte kat, dier met kap

‘Dat moet operatief worden afgehandeld, Heks. Breng hem morgenochtend om acht uur, dan fris ik de wond op, zodat ik hem kan hechten. Nu geef ik hem aalleen wat antibiotica en een pijnstiller.’

Zodoende sta ik vanmorgen heel vroeg alweer aan de balie van de dierenkliniek. Na een onrustige nacht met een grote zwarte kat, die me bij voortduring kopjes wil geven!

Over een paar uur mag ik hem ophalen. Opgelapt en wel. Hij een ervaring rijker. Ik een rib uit mijn lijf armer…..

zwarte kater met kap. zieke kat, zwarte kat, dier met kap