Leven bij de dag. Dag na dag. Soms een leuke dag. Dan weer een hoop gezeur en gedoe. En elke dag weer doodmoe. Maar dat is een oude koe. Laat die maar lekker in de sloot.

Zondag ga ik een dagje Indiaas zingen. Het is ongelofelijk lang geleden dat ik dat gedaan heb. Dit jaar nauwelijks. Op een privélesje na dan, hier en daar.

Omdat ik zo gammel ben en verrek van de pijn zie ik er tegenop. Ik hou een paar dagen van tevoren alvast m’n gemak. Een eitje, want ik lig sowieso gestrekt. Maar de zaterdagmiddag ga ik naar de verjaardag van Joy. Verstandig of niet. Ik reanimeer mezelf tot een acceptabel niveau en rep me naar het huis van mijn jeugdige vrienden. Daar is het al een drukte van belang. Supergezellig!

Ouders, schoonouders en andere familieleden bevolken de piepkleine woonruimte van Joy en Boy. Heks strijkt neer naast oma. We blijken veel gemeen te hebben. Allebei verwoede zanglijsters! In no time zitten we te ginnegappen. ‘Wat zie je er mooi uit, Heks,’ roepen de andere bezoekers in koor. Klopt. Ik heb een listig glitterpakje aan!

Kijk, zo doe ik mijn best in het leven om er toch iets van te maken. Hoewel ik nauwelijks op een stoel kan zitten, zit ik intussen toch maar mooi bij. Het heeft zowel voor- als nadelen, dit verhullen van hoe het werkelijk met je gesteld is.

Het nadeel is natuurlijk dat je altijd veel te goed wordt ingeschat en daardoor voortdurend wordt overvraagd. Voordeel is dat je er zelf enorm van opknapt. Als ik mijzelf van een verfje en mooie kleertjes voorzie, dan trek ik bijna vanzelfsprekend een vrolijk hoofd. Als je glimlacht ontspannen vervolgens de spieren in je lichaam en dat helpt weer mee aan je algehele welbevinden.

Als dat laatste allemaal niet lukt dan houd ik het voor gezien. In zo’n geval worden dingen afgebeld en ga ik maar weer mijn bed in. De laatste tijd meer regel dan uitzondering.

Zondagmorgen om negen uur vis ik een zangmaatje van het station. We rijden zonder oponthoud naar Barendrecht. ‘Heks, wat ben je vroeg!’ mijn zangjuf valt me om de pijnlijke hals. We hebben elkaar maandenlang niet gezien!

Een half uurtje later zingen we Karwatjs. Mijn stem is door een verkoudheid extra laag, ik zak weg tot onder de lage Pa! Ik lijk wel een vent! Daarna gaan we ons wijden aan Chandrakauns. Heks heeft het zich in haar hoofd gezet binnenkort een stukje Indiaas te zingen voor haar koor tijdens een soort Bonte Avond. Na tien jaar zangles moet dat toch tot de mogelijkheden behoren.

‘We gaan het helemaal vastzetten, Heks, ik help je wel,’ roept mijn lerares enthousiast, ‘We spreken gewoon een extra les af.’ Oeps. Ik hoop dat het gaat lukken, want lekker met je medeleerlingen een dagje zingen is 1 ding. Voor mijn koor in mijn dooie eentje een compositie laten horen is natuurlijk iets geheel anders!

Zondag is een heerlijke dag. We worden weer fantastisch verwend met een heerlijke lunch. ’s Middags improviseren we rondom de compositie van Chandrakauns. De man van juf speelt een ongelofelijk ingewikkeld ritme op de Pakhaway. We klappen het mee. 14 tellen. KLAP-1-2-3-4, klap 1-2-3, klap-1-2, klap-1, en weer opnieuw KLAP 1-2-3-4, etcetera. En niet iedere klap is hetzelfde, je hebt een kali en een thali…. Ook dat nog!

Op een gegeven moment ben ik echt moe. ‘Sjakie in zijn nakie,’ vertaal ik de tekst nogal vrij vanuit het Sanskriet, ‘Naaaakte Sjaaakieieie…’ Mijn stem draait en kronkelt. Het klinkt prachtig! Iedereen ligt dubbel.

‘Jeetje Heks,’ roept een zangvriendin, ‘Wat heerlijk toch dat je zo lekker gek kan doen, je inspireert me!’ Om vervolgens zelf ook over de naakte Sjakie te gaan zingen……

De rit naar huis verloopt voorspoedig. Als ik echter thuis in een grote stoel neerzijg is de koek plotseling op. Ik zet mijn TENS apparaat op de ontspanningsmodus. Een speciale stand om spieren uit de knoop te krijgen. Andere spiergroepen verwen ik met de morfinestand. Een soort geklop in spieren is het resultaat. Hierdoor maakt je lichaam ter plekke een soort lichaamseigen opiaat aan.

De spieren in mijn nek voelen blauw aan. Mijn arm vlamt pijnlijk langs mijn flank. Mijn knie is dik, mijn heup hangt uit de kom…….. Ik kan maar op 1 manier zitten. Moeizaam. Een uurtje later lig ik al in bed.

Deze tekst hangt op mijn voordeur……

Vandaag kruip ik richting fysiotherapeut. Het huilen staat me nader dan het lachen. Bovendien geeft deze fysio louter ritmische massages, waar ik juist behoefte heb aan de martelpraktijken van de orthopedisch fysiotherapeut. Zijn methoden willen nog wel eens aanslaan, maar bij hem kan ik pas volgende week terecht….

Zelfs de subtiele ritmische massage van mijn rug is te pijnlijk. Ik hou het niet vol. Uiteindelijk legt de therapeut me op mijn rug en pakt mijn oorlellen. Intussen vertel ik over wat me dwars zit. Dat heeft ze me namelijk gevraagd.

De woorden rollen uit mijn mond. Allemaal verdrietige dingen waar ik weinig invloed op heb. Centraal is wel het thema van mijn eeuwige geluister. Jaren heb ik met bepaalde mensen rondgesjouwd. Er is grif gebruik van gemaakt, maar het is nooit gewaardeerd. En het is ook nooit genoeg geweest.

‘Je bent niet verantwoordelijk voor andermans geluk, hoorde ik gisteren iemand zeggen en dat trof me diep. Ik heb me namelijk altijd verantwoordelijk gevoeld voor andermans geluk. Ik heb me jarenlang ingespannen om anderen tevreden te houden. Of op te peppen. Of gezelschap te houden in hun eenzaamheid of ellende……. En precies diezelfde mensen behandelen me dan achteraf echt lullig.’

Ik weet niet wat mijn behandelaarster allemaal aan het doen is, maar er schijnt ruimte te ontstaan in mijn lijf. ‘Er zitten allemaal herinneringen vast in je lichaam. Laat het maar los. En bescherm jezelf een beetje beter. Er komt gewoon heel veel bij je binnen.’

Grenzen stellen. Ik hoor het bepaald niet voor het eerst. Ja, als je andermans geluk hoger acht dan je eigen geluk, dan wordt het niks met die grenzen natuurlijk. Voor de zoveelste keer neem ik me voor om mijn eigen ruimte beter te af te schermen. Ik wil ook geluk in mijn leven tenslotte!

Na de behandeling loop ik een uur met VikThor door het Bosje van Bosman. We dwalen helemaal door tot aan de bossen rondom Endegeest. De rest van de dag lig ik in bed. Mijn lijf voelt wel iets beter na mijn bezoek aan de fysiotherapeut, maar echt veel stelt het nog steeds niet voor. Straks nog een rondje met het hondje en dan houd ik het voor gezien. Morgen gaat het weer beter misschien.

Leven bij de dag. Zo doen we dat.