Heks en Hawk spreken weer af. Bepaald geen straf. Nieuwe rituelen schieten als paddestoelen uit de bevroren bosgrond. Een bord veldsla hier, een half glas rode wijn daar……. Of een thermos thee mee! En alweer een bosje bloemen voor mij! Heks geniet met volle teugen en is bij thuiskomst zeer tevree en blij.

Zaterdagmiddag fiets ik naar de fysiotherapeut. Het is heerlijk weer. Stervenskoud met een zonnetje. VikThor loopt naast de fiets te rennen. De grote rode fietskar stuitert leeg achter ons aan. Heks zit zachtjes in zichzelf te pruttelen, want ik kan maar niet op gang komen vandaag.

Geroutineerd haalt Anna Suzanna me uit de knoop. Geniepig rekt ze mijn nek. Duwt tegen mijn heupgewricht en onderrug. Trekt aan mijn benen, zodat ze weer even lang zijn. Haar gemene handjes wandelen langs mijn wervelkolom. Links en rechts ploppen ontspoorde werveltjes weer in hun bedding. ‘Zo,’ verzucht ik tot slot, ‘Zo goed als nieuw. Ik kan er weer eventjes tegen…….’

Heks heeft een compleet fysiotherapeutisch dreamteam intussen. Anna Suzanna voor mijn heupen en rug. Orthopedische Pierrot voor mijn armen en schouders en andere absolute knelpunten. Mevrouw Toverkol met haar fantastische cranio sacraaltherapie voor de subtiele hersenvloeistoffen en soepel bindweefsel.

En sinds kort een piepjongedame, ook orthopedisch, die heel goed is in vastgelopen gewrichten en verknoopte pezen. Resoluut pakt ze Heks op haar meest pijnlijke triggerpoints.

Even later fiets ik door het Bosje van Bosman. VikThor rent door het kale struikgewas. Op een bankje eet ik een boterham bij wijze van lunch. Daar ben ik nog niet aan toe gekomen vanmorgen. Een kop koffie met een crackertje waren het hoogst haalbare.

Zo. En nu naar Hawk. Het is alweer de tweede keer dat ik hem thuis ga opzoeken. ‘Neem je mayonaise mee, Heks,’ drukt hij me van te voren op het hart. Hij gaat een salade maken. Eindelijk. Vorige week stond die al op de rol, maar toen kwamen we er niet aan toe. ‘Ik heb die zak veldsla uiteindelijk weggegooid, Heks,’ vertelde hij me woensdag. Dat gaat hem niet nog eens gebeuren!

Even later parkeer ik kar en fiets op zijn stoep. De voordeur springt open. Hawk zat al op de uitkijk. VikThor vliegt naar binnen. Hij stopt zijn snoet direct in de bak met tennisballen. ‘Hij weet al waar ze staan, Heks, hij is al helemaal thuis hier, grappig he?’

Ik ben ook al helemaal thuis hier. ‘Kijk een bosje bloemen voor je, Hawk.’ Ik geef hem een gevlochten lavendelflesje. ‘Oh, wat heerlijk. Heb je dat zelf gemaakt? Ik heb ook een bos bloemen voor je. Niet vergeten mee te nemen, hoor!’ Heks krijgt alweer een bos bloemen van hem. Vorige week witte papagaaientulpen en nu een waterval roze en witte anjers!

Druk scharrelt mijn vriend in zijn kleine gezellige keukentje. De salade ligt al fijn gesneden op twee borden. Veldsla, wortel, lente uitjes en paprika. Nu moet er nog mayo overheen en olijfolie. ‘En ik maal er nog wat verse walnoot uit eigen tuin overheen, kijk!’ Hawk heeft een ingenieus apparaatje uit Zwitserland speciaal voor dit doel.

Even later zitten we in zijn stampvolle woonkamer. ‘Vind je het hier vol?’ vroeg hij de vorige keer. ‘Het is lood om oud ijzer wie er meer frutsels heeft, Hawk. Mijn huis lijkt wel een uitdragerij, maar jij kunt er ook wat van!’

Geen wonder dat ik me hier zo thuis voel.

We smikkelen van de salade en praten over van alles en nog wat. We hebben nooit gebrek aan gespreksstof. ‘Kom, we gaan met de honden op stap. Ik haal even Charlie de Dalmatiër op. Dan zie ik je in het Leidse Hout.’

Hoe kun je zo snel een nieuwe traditie instellen? Hoe kan het na een paar zaterdagmiddagen in het Hout met Hawk, de Dalmatiër, de Ierse wolfshond en nog wat oude bekenden al een gewoonte zijn geworden? De hondjes rennen en spelen op het grote veld. Wij zitten op de enorme bank in het zonnetje met een kopje thee en een glutenvrij gebakje.

Elke keer als ik met Hawk op stap ga kom ik helemaal blij thuis. Maar ook hij knapt er naar eigen zeggen enorm van op. ‘ Bedankt voor de heerlijke middag. Je hebt me tevens een hele fijne avond bezorgt,’ roept hij altijd bij het afscheid.

Afgelopen donderdag treffen we elkaar in het theehuis voor een half glas wijn. Bij binnenkomst zie ik een oude vaste klant uit mijn horeca-verleden aan een tafeltje bij het raam zitten. De man goot dagelijks een paar stevige Burchtmaatjes whiskey naar binnen onder het uitkramen van allerlei seksistische onzin. ‘Heks. met je goddelijk lichaam, doe mij eens even dit of dat….’

MET EEN HALF GLAS RODE WIJN

‘Dat is die patholoog anatoom uit het ziekenhuis hier tegenover, waar ik weleens mee praat,’ vertelt Hawk me even later, ‘Ken je hem?’ Heks schiet in de lach. ‘Het is geen patholoog, Hawk,’ help ik hem uit de droom, ‘Dat heeft hij je wijsgemaakt. En hij werkt ook niet in dat ziekenhuis op de snijkamer. Nee, dit ouwe lijk is al jaren met pensioen!’

‘Hij is psychiater. En een hele rare ook nog. Schreef gewoon receptjes uit aan de bar voor wie het maar wilde! De grapjas heeft je bij de neus gehad…. Maar: Je bezorgt hem nu een hele slechte dag door hier met mij te zitten. Daar droomt die man al jaren van. Hij heeft me regelmatig mee uitgevraagd vroeger. Zonder succes. En nu heeft hij weer het nakijken! Kijk maar, hij ziet een beetje groen…’

Hawk vindt het prachtig. Vooral nu blijkt dat de man hem voor de gek heeft gehouden. Als we weggaan roept de Psychisch Gestoorde Patholoog hem bij zich. ‘Waar ken je haar van?’ informeert hij pissig. ‘Oh,’ roept Hawk luid, terwijl hij met zo’n fallisch gevormde  ballenwerper zwaait om zijn woorden kracht bij te zetten, ‘We kennen elkaar al eeuwen!’ Hetgeen misschien niet eens gelogen is.

‘Het is vast een oud contact, Heks,’ zegt een toverheksje tegen me als ik haar over deze unieke vriendschap vertel, ‘Vandaar die herkenning.’

Het maakt mij niet uit hoe het zit. Ik ben ontzettend blij met deze kanjer in mijn leven erbij!

Zesennegentig jaar en geen gemaar. Mijn nieuwe vriend heeft meer energie dan ik. Hij was dan ook op zijn vierentachtigste nog wereldkampioen tennis. Ongelofelijk toch? Heks heeft heerlijke middag in het onvolprezen Leidse Hout met een zeer speciale ontmoeting!

© toverheks.com

© toverheks.com

Afgelopen zaterdag ben ik de hele middag met VikThor op stap. Eerst gaan we naar de fysiotherapeut. Vakkundig haalt ze me uit de knoop. Mooi. Dat scheelt. Daarna gaan we naar het Bosje van Bosman. Ik heb afgesproken met een beeldschone Poolse en haar gigantische blaffende herplaatser.

VikThor en zijn nieuwe vriendin hebben vorige week als een keertje geweldig leuk lopen dollen samen. ‘Ze heeft nog NOOIT met een andere hond gespeeld,’ riep haar baasje bijna in tranen om vervolgens het tafereeltje op te nemen met haar mobiele telefoon.

Wat erg, een hond die nooit speelt! Nou ja, wat is nooit. ‘We hebben haar twee maanden geleden uit het asiel gehaald, ze schijnt al heel vaak te zijn geplaatst en weer terug te zijn gebracht,’ vertellen de baasjes me even later. Mijn Poolse vriendin heeft haar gigantische stuk van een vriend meegebracht. Een vriendelijke reus.

Terwijl ze hem aan me voorstelt vliegt hun hond een oude dikke sukkel van een labrador aan. De baasjes storten zich op hun hopeloze asielhond. Een woest gevecht volgt, waarbij de labrador uiteindelijk weet te ontsnappen. Het stomme beest gaat er piepend vandoor. Het gebeurt in een fractie van een seconde.

‘Klotehond,’ schreeuwt de bazin van het slachtoffer tegen de aanvallende partij. Snel rent ze achter haar hond aan. Die zit met bloedende oortjes een stuk verderop heel lief en angstig te kijken. Wat een schatje is het!

Oh, oh. Wat een heftige toestanden vanuit het blinde niets. Vanuit de onzichtbare voorgeschiedenis van deze asielhond. Alle dieren gaan aan de lijn. Heks schrijft het telefoonnummer van haar nieuwe vrienden met een lippenstift op een papiertje voor het baasje van de gebeten hond. Vrijwel onleesbaar.

© toverheks.com

© toverheks.com

‘Ach, het valt wel mee allemaal,’ verzucht de vrouw na grondige inspectie van de bloederige oortjes. Mooi zo. Heks gaat er maar eens vandoor. Het is heerlijk weer. Ik ga naar het Leidse Hout.

Daar sla ik nog een paar uur stuk. Ja echt. VikThor speelt met allerlei hondjes en ik zit met de baasjes in het zonnetjes op een bank. In de loop van de middag stoeit mijn varkentje met een jonge Dalmatiër. Zij baas staat verderop te kijken. Langzaam schuifelt hij naar me toe.

‘Het is niet mijn eigen hond, hoor, ik laat hem uit voor een Russische dame,’ met twinkelende ogen kijkt hij me aan, ‘Twee keer per week!’ Het is vast een knappe dame, die Russin, aan zijn olijke blauwe kijkers te zien! ‘Ik leerde haar kennen vier jaar geleden hier in het Theehuis. Daar zat ze met haar dochtertje……’

‘Ja, ik laat ook nog twee keer per week een boxer uit!’ ‘Vast ook van een leuke mevrouw,’ denkt Heks grinnikend. ‘Kunt u mij op de wachtlijst zetten?’ grap ik terug. Nou ja, ik ben semi serieus, want zo’n hondstrouwe hulp bij het uitlaten zou echt enorm welkom zijn!

En niet eentje die er per keer 15 euro voor wil hebben, zoals laatst een alleraardigste dame. ‘Ik kan zelf geen hond houden, daarom zorg ik graag voor de honden van anderen,’ maakte ze me blij me een dooie mus.

‘Ik neem er geen honden meer bij, hoor, ik moet een beetje rustiger aan gaan doen zo langzamerhand. Volgende week word ik 96.’ Ik kijk de man glazig aan. Wat zegt hij nu? Zesennegentig? ‘U maakt een grapje,’ Heks is er snel uit. Ik word in het ootje genomen, bij de hakige heksenneus. Hij neemt me ertussen, deze man van hooguit zeventig!

© toverheks.com

© toverheks.com

Maar nee. Mijn nieuwe vriend is echt stokoud. ‘Ik heb altijd getennist. Dat doe ik nog, hoor. Met een man van 86, eentje van 84 en nog een laatste van 88. Ze hebben allemaal op hoog niveau gespeeld. Ik ook. Op mijn vierentachtigste was ik nog wereldkampioen!’ Hij ziet mijn verbijsterde blik, ‘In mijn leeftijdscategorie. Moest ik helemaal voor naar Innsbruck…..’

Ik geloof de man intussen wel. Deze bijna honderdjarige. Zou hij wel eens uit het raam klimmen? Ik heb net een boek van Fiederelsje geleend met die titel. Toen dacht ik nog: ‘Wat een onwaarschijnlijk idee. De meeste zeventigjarigen die ik ken krijgen dat niet eens voor elkaar…..’

VikThor heeft op een kwaaie avond hele stukken uit het boek gescheurd. Hij had blijkbaar behoefte aan wat leesvoer. En drie dagen later ontmoet ik dit vieve kereltje. Synchroniciteit ten top!

Nadat mijn nieuwe vriend zich heeft voorgesteld pakt hij een mondharmonica uit zijn jaszak. ‘Ik ga iets voor je spelen, Heks.’ Enthousiast riedelt hij een potpourri van bekende deuntjes. Te beginnen met ‘Ach Margrietje, de rozen zullen bloeien’. Heks staat ontroerd te luisteren. Wat een bijzondere man. Ik ben nog dagen daarna blij door deze ontmoeting.

© toverheks.com

© toverheks.com

Een halve week later tref ik hem alweer. ‘Ha Heks,’ zwaait hij enthousiast uit de verte. Al snel zijn we weer in een geweldig gesprek gewikkeld. ‘Een paar jaar geleden had ik een leuke vriendin. We gingen regelmatig gezellig uit eten. Verder niks hoor! Ze was twintig jaar jonger, dat wel. Op een dag ging ze iets mankeren, heb haar nooit meer gezien. Nou ja, in haar kist. Op de begrafenis.’

Gevolgd door ‘Zing je in een koor? Wat leuk! Zingen is goed, ik zal eens iets voor je zingen! Vroeger moest ik altijd met mijn vader mee naar de katholieke kerk. Ik kom uit Noordwijkerhout, dat is heel paaps. En weet je wat nu zo gek is? Die liedjes ken ik nog steeds van buiten. In het Latijn. Haha, hoor maar…’

Uit volle borst zingt hij een stuk van een mis. Heks kent het niet. ‘Ik kom uit een Calvinistisch nest,’ vertel ik hem. Ik ken het hele psalmen en gezangenboek uit mijn kop. Ik heb nu eenmaal een vreemd geheugen voor teksten op rijm en liedjes. Ik zing vaak dingen, die ik nooit bewust geleerd heb, maar stomweg ergens heb opgepikt.

‘Volgende week ben ik jarig. Kom dan ook gezellig naar het Theehuis hier in het Hout. Ik zit daar met een man of tien. Dan ga je gewoon aan het tafeltje ernaast zitten en dan krijg je lekker een taartje van me.’ Heks moet lachen. Hij wil vast opscheppen bij zijn oude tennismakkers met zijn nieuwe vriendin.

‘Ik heb in elk geval een cadeautje voor hem, Fiederelsje,’ roep ik later tegen mijn vriendin door de telefoon. Ik heb net de leergierige actie van mijn hondje opgebiecht. ‘Ik weet niet of hij dat boek kent, maar het lijkt me echt een passend geschenk. Uit het raam klimmen als honderdjarige? Appeltje eitje voor deze man!’

© toverheks.com

© toverheks.com

 

 

 

Leven bij de dag. Dag na dag. Soms een leuke dag. Dan weer een hoop gezeur en gedoe. En elke dag weer doodmoe. Maar dat is een oude koe. Laat die maar lekker in de sloot.

Zondag ga ik een dagje Indiaas zingen. Het is ongelofelijk lang geleden dat ik dat gedaan heb. Dit jaar nauwelijks. Op een privélesje na dan, hier en daar.

Omdat ik zo gammel ben en verrek van de pijn zie ik er tegenop. Ik hou een paar dagen van tevoren alvast m’n gemak. Een eitje, want ik lig sowieso gestrekt. Maar de zaterdagmiddag ga ik naar de verjaardag van Joy. Verstandig of niet. Ik reanimeer mezelf tot een acceptabel niveau en rep me naar het huis van mijn jeugdige vrienden. Daar is het al een drukte van belang. Supergezellig!

Ouders, schoonouders en andere familieleden bevolken de piepkleine woonruimte van Joy en Boy. Heks strijkt neer naast oma. We blijken veel gemeen te hebben. Allebei verwoede zanglijsters! In no time zitten we te ginnegappen. ‘Wat zie je er mooi uit, Heks,’ roepen de andere bezoekers in koor. Klopt. Ik heb een listig glitterpakje aan!

Kijk, zo doe ik mijn best in het leven om er toch iets van te maken. Hoewel ik nauwelijks op een stoel kan zitten, zit ik intussen toch maar mooi bij. Het heeft zowel voor- als nadelen, dit verhullen van hoe het werkelijk met je gesteld is.

Het nadeel is natuurlijk dat je altijd veel te goed wordt ingeschat en daardoor voortdurend wordt overvraagd. Voordeel is dat je er zelf enorm van opknapt. Als ik mijzelf van een verfje en mooie kleertjes voorzie, dan trek ik bijna vanzelfsprekend een vrolijk hoofd. Als je glimlacht ontspannen vervolgens de spieren in je lichaam en dat helpt weer mee aan je algehele welbevinden.

Als dat laatste allemaal niet lukt dan houd ik het voor gezien. In zo’n geval worden dingen afgebeld en ga ik maar weer mijn bed in. De laatste tijd meer regel dan uitzondering.

Zondagmorgen om negen uur vis ik een zangmaatje van het station. We rijden zonder oponthoud naar Barendrecht. ‘Heks, wat ben je vroeg!’ mijn zangjuf valt me om de pijnlijke hals. We hebben elkaar maandenlang niet gezien!

Een half uurtje later zingen we Karwatjs. Mijn stem is door een verkoudheid extra laag, ik zak weg tot onder de lage Pa! Ik lijk wel een vent! Daarna gaan we ons wijden aan Chandrakauns. Heks heeft het zich in haar hoofd gezet binnenkort een stukje Indiaas te zingen voor haar koor tijdens een soort Bonte Avond. Na tien jaar zangles moet dat toch tot de mogelijkheden behoren.

‘We gaan het helemaal vastzetten, Heks, ik help je wel,’ roept mijn lerares enthousiast, ‘We spreken gewoon een extra les af.’ Oeps. Ik hoop dat het gaat lukken, want lekker met je medeleerlingen een dagje zingen is 1 ding. Voor mijn koor in mijn dooie eentje een compositie laten horen is natuurlijk iets geheel anders!

Zondag is een heerlijke dag. We worden weer fantastisch verwend met een heerlijke lunch. ’s Middags improviseren we rondom de compositie van Chandrakauns. De man van juf speelt een ongelofelijk ingewikkeld ritme op de Pakhaway. We klappen het mee. 14 tellen. KLAP-1-2-3-4, klap 1-2-3, klap-1-2, klap-1, en weer opnieuw KLAP 1-2-3-4, etcetera. En niet iedere klap is hetzelfde, je hebt een kali en een thali…. Ook dat nog!

Op een gegeven moment ben ik echt moe. ‘Sjakie in zijn nakie,’ vertaal ik de tekst nogal vrij vanuit het Sanskriet, ‘Naaaakte Sjaaakieieie…’ Mijn stem draait en kronkelt. Het klinkt prachtig! Iedereen ligt dubbel.

‘Jeetje Heks,’ roept een zangvriendin, ‘Wat heerlijk toch dat je zo lekker gek kan doen, je inspireert me!’ Om vervolgens zelf ook over de naakte Sjakie te gaan zingen……

De rit naar huis verloopt voorspoedig. Als ik echter thuis in een grote stoel neerzijg is de koek plotseling op. Ik zet mijn TENS apparaat op de ontspanningsmodus. Een speciale stand om spieren uit de knoop te krijgen. Andere spiergroepen verwen ik met de morfinestand. Een soort geklop in spieren is het resultaat. Hierdoor maakt je lichaam ter plekke een soort lichaamseigen opiaat aan.

De spieren in mijn nek voelen blauw aan. Mijn arm vlamt pijnlijk langs mijn flank. Mijn knie is dik, mijn heup hangt uit de kom…….. Ik kan maar op 1 manier zitten. Moeizaam. Een uurtje later lig ik al in bed.

Deze tekst hangt op mijn voordeur……

Vandaag kruip ik richting fysiotherapeut. Het huilen staat me nader dan het lachen. Bovendien geeft deze fysio louter ritmische massages, waar ik juist behoefte heb aan de martelpraktijken van de orthopedisch fysiotherapeut. Zijn methoden willen nog wel eens aanslaan, maar bij hem kan ik pas volgende week terecht….

Zelfs de subtiele ritmische massage van mijn rug is te pijnlijk. Ik hou het niet vol. Uiteindelijk legt de therapeut me op mijn rug en pakt mijn oorlellen. Intussen vertel ik over wat me dwars zit. Dat heeft ze me namelijk gevraagd.

De woorden rollen uit mijn mond. Allemaal verdrietige dingen waar ik weinig invloed op heb. Centraal is wel het thema van mijn eeuwige geluister. Jaren heb ik met bepaalde mensen rondgesjouwd. Er is grif gebruik van gemaakt, maar het is nooit gewaardeerd. En het is ook nooit genoeg geweest.

‘Je bent niet verantwoordelijk voor andermans geluk, hoorde ik gisteren iemand zeggen en dat trof me diep. Ik heb me namelijk altijd verantwoordelijk gevoeld voor andermans geluk. Ik heb me jarenlang ingespannen om anderen tevreden te houden. Of op te peppen. Of gezelschap te houden in hun eenzaamheid of ellende……. En precies diezelfde mensen behandelen me dan achteraf echt lullig.’

Ik weet niet wat mijn behandelaarster allemaal aan het doen is, maar er schijnt ruimte te ontstaan in mijn lijf. ‘Er zitten allemaal herinneringen vast in je lichaam. Laat het maar los. En bescherm jezelf een beetje beter. Er komt gewoon heel veel bij je binnen.’

Grenzen stellen. Ik hoor het bepaald niet voor het eerst. Ja, als je andermans geluk hoger acht dan je eigen geluk, dan wordt het niks met die grenzen natuurlijk. Voor de zoveelste keer neem ik me voor om mijn eigen ruimte beter te af te schermen. Ik wil ook geluk in mijn leven tenslotte!

Na de behandeling loop ik een uur met VikThor door het Bosje van Bosman. We dwalen helemaal door tot aan de bossen rondom Endegeest. De rest van de dag lig ik in bed. Mijn lijf voelt wel iets beter na mijn bezoek aan de fysiotherapeut, maar echt veel stelt het nog steeds niet voor. Straks nog een rondje met het hondje en dan houd ik het voor gezien. Morgen gaat het weer beter misschien.

Leven bij de dag. Zo doen we dat.

De hondsdagen zijn voorbij! Het waren zware weken, dus ik ben BLIJ toe! Terwijl ik gaar kook in mijn sop, maalt er van alles door mijn kop…. Ja, dat hoort er nu eenmaal bij.

Het is een rare zomer voor Heks. De hondsdagen  zijn letterlijk hondsdagen dit jaar. Daarnaast hebben we ook nog eens te maken gehad met geweldig hondenweer. Tot slot ben ik natuurlijk hondsmoe van die hondsdolle laatste periode met Ysbrandt……

Gelukkig vind ik nu niet meer alleen de hond in de pot ofwel strooibus bij wijze van urn, maar ook weer achter de voordeur! Nou ja, hond……De pup beter gezegd.

Mijn nieuwe huisgenoot begint zich al aardig thuis te voelen. Ook groeit hij als kool. Elke dag zie ik een paar nieuwe stipjes verschijnen op zijn witte vacht. Z’n vlekje is allang niet meer alleen daar op zijn kleine ruggetje: Hij eindigt waarschijnlijk als het paard van Sinterklaas. Maar dan de hondse versie daarvan!

Vandaag, donderdag, neem ik gas terug. Het plan om met Frogs op stap te gaan laat ik varen. Ik heb al drie dagen pijn in mijn arme buik. Negeren helpt niet. Het zal wel een simpel zomergriepje zijn, maar lekker is anders.

Dus lig ik lekker in mijn bedje. Vanmiddag fiets ik eventjes met VikThor naar het Bosje van Bosman. We rennen over het grasveld en zoeken een plekje halverwege. Een klein uurtje breng ik zo met mijn hondje door.

Elke avond brand ik een kaarsje voor Ysbrandt. Met wat wierook om mijn gebeden kracht bij te zetten. Ik mis Varkentje. Mijn lieve ouwe gabbertje. Daar is geen kruid tegen gewassen, zelfs geen geneeskrachtig pupgewas……

Binnenkort gaat het gewone leven weer beginnen. Vrienden komen terug van vakantie. De koorrepetities nemen weer een aanvang. Ik ga me weer met andere dingen bezig houden dan louter hondjes….

Mijn hoofd loopt nog regelmatig dezelfde gedachtengang na. Of ik dingen anders had kunnen aanpakken. Had ik Ys beter niet kunnen laten castreren dit voorjaar en die tumor maar moeten laten voor wat het was? Ben ik te laat met hartmedicatie begonnen? Het schijnt overigens zinloos te zijn om ermee te beginnen als er nog geen klachten zijn…. Had ik die uiterst zeldzame aandoening kaakmyositis niet eerder moeten ontdekken? Heb ik hem niet voortijdig de dood ingejaagd? En ga zo maar door.

Dat is de ellende als je een geliefd huisdier laat inslapen. Die beslissing is nauwelijks te nemen. Het gaat tegen al je verlangens in. Je loopt een beetje voor god te spelen, maar als je niks doet gaat je diertje door een hel! Kortom: Het houdt je nog geruime tijd bezig…

Deze zomer ben ik ook uit de depressie geraakt. Mijn verblijf in Plumvillage heeft me geen windeieren gelegd. ‘Als ik had geweten dat Yssie nog maar zo kort te leven had was ik nooit gegaan,’ zeg ik tegen Frogs. Toch is het voor mijn vertrek door me heengegaan dat zoiets zou kunnen gebeuren. Ik was er pas gerust op om te gaan toen ik wist dat Frogs de honneurs waar zou nemen.

Ach, arme Frogsie. Hij kwam wel van een hele koude kermis thuis na zijn vakantie. Goddank heeft Varkentje nog een paar weken bij hem gebivakkeerd vlak voor zijn dood. Een geluk bij een ongeluk voor mijn kikkervriend.

Je moet geen slapende honden wakker maken, dat weet iedereen. Maar dode honden bijten niet (al zien ze lelijk), ofwel van doden is geen gevaar te duchten. En: Komt men over de hond, dan komt men over de staart; als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf.

En tot slot een honds Leids glibberspreekwoord: Hij hep een goed hart. Ut had alleen gekookt op sun rug moete hange. Zo hoog dat de honde erbij kunne. (=Iemand is niet aardig)