Nachtegaaltje zingt fenomenaal in de enige echte kathedrale kerk die de Bollenstreek rijk is. Maar wat een vreemd concert! Waar is het publiek? Om samen te musiceren hoef je elkaar niet per se te verstaan, maar louter met handen en voeten praten? Daar kleven bezwaren aan……

‘Ik ben gevraagd om solo te zingen in een kerk in Lisse,’ mijn zangmaatje kijkt ons aan met een blik, die het midden houdt tussen trots en ontdaan, ‘Je wordt niet zomaar gevraagd, hoor. Mijn vaste begeleidster kwam ermee aan.’

Wij kijken haar verbluft aan. Enige tijd geleden heeft Anna een Bulgaarse dame op de kop getikt, die haar tegen een redelijk tarief op de piano begeleidt. Onze koorgenoot is lid van een zangvereniging in Den Haag, waarvan de leden regelmatig voor elkaar soleren. Vandaar!

Voorin de kerk zit Anna moederziel alleen te balen

We zijn natuurlijk enorm nieuwsgierig, maar details over het aanstaande optreden kan Anna ons niet geven. ‘Zij spreekt goed Frans, maar ik niet. Dus we praten met handen en voeten, gaat prima hoor!’

Heks komt overeen dat haar zoon me de juiste informatie zal doen toekomen ter zijner tijd, zodat ik kan komen luisteren. Het concert vindt plaats tijdens de zomervakantie en het is vanavond laatste repetitie met ons koor.

De man van de Haagse zangvereniging zit met gesloten ogen te genieten

‘Prettige vakantie,’ galmen we naar elkaar en de koorleden vliegen uit naar alle windstreken. Anna niet. Die blijft thuis. Ik zwaai naar haar, ze zit naast haar onvolprezen zoon in zijn auto. Elke week haalt en brengt hij zijn moeder naar de zang, vandaag niet uitgezonderd. ‘Mail me, ik ben je adres kwijt,’ seint hij door de voorruit. Zo gezegd, zo gedaan.

Een kleine twee weken later is het zover. Op zaterdag middag om 4 uur in de Agathakerk in Lisse gaat mijn zangmaatje zingen bij het orgel in de enige kathedrale kerk die de bollenstreek rijk is.

Heks parkeert haar kanariepiet om even voor vieren pal voor het monumentale bakbeest. Gewapend met een grote flaphoed betreed ik het pand. Binnen is het uitgestorven. Een batterij kaarsen brandt devoot onder een Mariabeeld. Helemaal voorin de kerk ontwaar ik uiteindelijk mijn zangvriendin. Ze zit op de voorste rij zachtjes te mopperen.

Als ze me ziet licht haar gezicht op. ‘Ik snap er niks van, waar is iedereen? Er is helemaal niemand! Zelfs mijn begeleidster is nergens te bekennen….! Wat is dat nou voor’n concert van niks?’

Ze heeft het nog niet gezegd of een man van de Haagse zangvereniging komt naar ons toelopen. We blijken naar boven te moeten, het orgel op. Een eindeloze klim via de metalen wenteltrap in de kerktoren volgt. Goddank is de zoon van Anna intussen ook terug van het parkeren van zijn auto. Hij posteert zich achter zijn moeder, zodat ze niet te pletter kan vallen nog voordat ze een noot heeft kunnen zingen…..

Boven op het orgel zit de dame van de begeleiding klaar. En er zijn zowaar nog een paar mensen komen opdagen om te luisteren! Hoera. Snel zoeken we een plekje op de stoelen tegen de muur.

Het concert begint rommelig op gang te komen. Muziekstukken worden klaargezet. Nog een laatste blik tussen de muziekanten……. Dan galmt Anna’s stem omhoog naar de dakspanten, slaat stuk tegen de orgelpijpen…… Ze staat met haar gezicht naar ons toe!

‘Draai je maar om,’ zegt de man van de zangvereniging, ‘Daar heb je een prachtige klankkast om vol te zingen!’ Zo gezegd, zo gedaan. Mijn maatje komt ook lekker op stoom nu. Haar stemgeluid vult de kathedraal.

‘Ik ga het Ave Maria niet doen, hoor,’ zegt ze tegen het eind van haar optreden, ‘Er zit een hele hoge noot in en ik ben bang dat dat niet gaat lukken door de zenuwen…..’

Goddank kunnen we haar overhalen: Het is prachtig! Heks raakt helemaal ontroerd als ze haar trouwe zangmaatje zo in de weer ziet. Enthousiast zitten we met elkaar te applaudisseren na afloop.

‘Mag ik je kaartje?’ vraag ik aan de organiste. We raken aan de praat. Zo ontdek ik dat vanmiddag eigenlijk een geniale repetitie is om het juiste register te zoeken bij Anna’;s stem! Geen concert dus! Vandaar dat er geen publiek was, behalve de anderhalve man en paardenkop, die met Anna zijn meegekomen……

An zingt FOTO - 3

Achter tegen de muur zit de onvolprezen zoon te luisteren

‘Wat handig dat jij zo goed frans spreekt, Heks!’ roept Anna, als ik haar uitleg dat ze binnenkort nog een keertje voor publiek zal gaan zingen. Dat dit slechts een repetitie was. Dat er daarom niemand is komen opdagen…….

Mijn zangmaatje is sprakeloos en daar is best wat voor nodig! Nog een keertje! En dit was al heel spannend……

Grinnikend rijd ik weer terug naar Leiden. Ik heb een heerlijke middag gehad. Nu nog eventjes met het hondje naar buiten. Zonder flaphoed en hoge hakken….. Gewoon in mijn kloffie.

Ervaren pianolerares, gediplomeerd: Bo Petrova. Voor lessen aan beginners en gevorderden. Tevens begeleiding en concerten. Ze speelt ook fantastisch kerkorgel! 06/30238082 of Borislava Petrova op Facebook, bobipiano@gmail.com, http://www.bobipiano

Leergierige Panter klem in Museum Boerhaave. Heeft hij het weer overleefd? Wat is er eigenlijk gebeurd? De hoeveelste queeste is dit nu alweer? En hoeveel levens heeft hij nog over?

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Vrijdagmorgen loop ik museum Boerhaave in. Ik ben het al dagen van plan, maar telkens was de deur dicht of had ik net geen tijd. Vandaag ben ik echter op een missie. Al twee weken is de panter in geen velden of wegen te bekennen. Zijn grote zwarte katerlijf maakt zich niet meer onverwacht los uit de schaduw. Geen gezellige nachtelijke wandelingen met VikThor. Al die tijd is hij ook niet komen eten…… Waar zit die mafkees?

Zoals altijd als mijn panter in de problemen geraakt ben ik binnen een halve dag op de hoogte. Allerlei innerlijke alarmbellen gaan af. Ik weet gewoon dat er iets loos is. Dit terwijl mijn monster met enige regelmaat een paar dagen niet thuis komt. Zeker in het voorjaar wil hij nogal eens op stap gaan. Ik maak me daar nooit te sappel over.

Nu is er echter iets niet in orde. Ik voel het aan mijn hekseneksteroog.

En ja hoor. Twee weken later en nog steeds geen spoor van mijn geliefde kat. Potjandrie. Waar zit dat beest? Hij kan wel overal zijn. Sinds ik hem een keer in Hoorn heb opgehaald kijk ik nergens meer van op. Toch loop ik midden in de nacht door de buurt zijn naam te roepen. Geen reactie……

Steeds als ik aan hem denk zie ik riool voor me. Onder de grond. Buizen. Shit. Hij zal toch niet ergens in verstrikt zijn geraakt? Is hij opgesloten in een leeg pakhuis en probeert hij soms via het riool ontsnappen? Mijn kattenvriendin aan gene zijde helpt me zoeken. Hij zit inderdaad in de problemen.

‘Je moet nog even geduld hebben, Heks, het komt goed, er wordt aan gewerkt, maar nu zit hij inderdaad nog vast..’ hoor ik in mijn geestesoor, ‘Zoeken heeft nu geen zin, je vindt hem niet….. lispel lispel lispel….’ de rest versta ik niet.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Donderdagavond brand ik een kaarsje. Voor Schilder natuurlijk. Maar ook voor mijn avontuurlijke kat. De boerenridder Ferguut. ‘Kom naar huis,’ fluister ik tegen zijn ziel,’ breng hem thuis,’ verordonneer ik de hulptroepen in andere dimensies.

Zo loop ik vrijdag dus het museum in. Ze zijn al ruim anderhalf jaar bezig met een enorme verbouwing. De collectie is zo lang opgeslagen. Het hele gebouw staat op zijn kop. Plafonds en vloeren liggen open. Een tricky omgeving voor een ondernemende kat.

De binnentuin is bomvol mannetjes met allerhande gereedschap. Er wordt verwoed gezaagd en gehamerd. Het duurt dan ook even voordat ze mij in de gaten hebben.

‘Hebben jullie mijn kat gezien, een grote zwarte panter?’ Niemand heeft iets gezien. ‘Nee joh, die zit hier niet,’ beantwoord ik met ‘Ik heb hem hier vorig jaar ook al eens weggehaald.’

‘Ja, jij hebt toen een ruitje ingeslagen,’ grinnikt een grote kerel goedmoedig. Ik verschiet van kleur en kijk zo onschuldig mogelijk. De man laat zich niet bedotten. ‘Geeft niks hoor, je had gelijk. Het is hier echt levensgevaarlijk voor dat beest.’

In eerste instantie kom ik niet veel verder in mijn zoektocht, maar opeens roept een piepjonge timmerman dat hij die ochtend de afdruk van kleine kattenpootjes heeft gezien in het anatomische theater. ‘Ze zien er vers uit, ik heb ze ook niet eerder gezien,’ beweert het joch hardnekkig tegen zijn ongelovige collega’s.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

In overleg met de uitvoerder wordt er een opzichter opgetrommeld. Het blijkt een ongelofelijke grapjas te zijn. Plagend probeert hij me direct in de maling te nemen. Dan komt hij terzake. ‘Kom om half 2 hierheen, dan lopen we het gebouw samen door. Je moet dan wel speciale schoenen aan hoor. En neem wat kattenbrokjes mee!’

‘Ik heb een afspraakje zometeen met een mannetje in het museum,’ roep ik tegen mijn hulp als ze binnenkomt. ‘Wat leuk. Heks, vertel,’ antwoordt ze in de veronderstelling dat het om een date gaat. Ik help haar snel uit de droom.

‘Hij is wel grappig hoor, maar geen relatiemateriaal, hahaha. Bovendien is hij ongetwijfeld getrouwd! We gaan mijn kat zoeken, niet mijn poesje….’ grap ik er lustig op los. Ik voel me verwachtingsvol sinds de melding van de kattenpootjes. Mijn zwerver zit vast en zeker vast in het museum!

Mijn date staat me al ongeduldig op te wachten. ‘Zo, ik dacht dat je me zou laten zitten….’ roept hij opgelucht als ik een paar minuten over half twee voor zijn neus sta. Zijn collega’s reageren met een reeks kwinkslagen. ‘Ze zijn gewoon stikjaloers…,’ verklaart hij dit gedrag.  Snel maken we ons uit de voeten.

‘Miauw, miauw,’ klinkt het aan alle kanten. Gevolgd door gegiechel. Overal zitten mannetjes te klussen. Het verhaal dat er een toverheks naar haar zwarte kat komt zoeken heeft duidelijk de ronde gedaan tijdens de lunch.

‘Het is zo’n groot zwart bakbeest toch?’ mijn gids is een geweldige kletskous, ‘Nou, dan heb ik misschien niet zulk leuk nieuws voor je, ik heb hem met enige regelmaat uit die vuilcontainer zien kruipen. En die wordt elke week opgehaald om te worden geleegd……’

Een klamme hand sluit zich om mijn hart. Oh jee. Die container wordt tegenwoordig elke avond helemaal dicht geseald met een gigantisch stuk zeil. Dit om te voorkomen dat er de hele nacht mensen dingen in staan te gooien. Of uit proberen te halen.

Er heeft zich de eerste maanden van het bestaan van deze container een levendige ruilhandel ontwikkeld in de wijk. Heks heeft er een paar mooie spiegels en een kroonluchter aan overgehouden…… Geweldig natuurlijk!

Maar ja, de buren waren niet blij met dit verschijnsel. Het maakt lawaai. Vooral als het s’nachts gebeurt. En als er dronken droppies bij betrokken zijn……

‘Eerst maar eens naar die kattenpootjes in het anatomisch theater kijken,’ onderbreekt mijn nieuwe vriend opgewekt mijn sombere gedachten. Ik zie mezelf al voor mijn geestesoog op een verlaten vuilstort zoeken naar mijn zwarte ridder…..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

We spoeden ons door het zo goed als lege gebouw naar de opgebroken zaal. En ja hoor, er staan een heleboel verse afdrukken in het stof van de rudimenten van het theater. Een golf van opluchting slaat door me heen. Aan het enorme formaat te zien gaat het inderdaad om mijn ventje. Mijn schat leeft op grote voet!

Ik schud met de brokjes en roep zijn naam. ‘Miauw,’ klinkt het aan alle kanten. Gevolgd door een welgemeend ‘Hihihi, hehehe, hahaha….’ ‘Hou op, mannen, jullie humor doet me pijn….’ protesteert Heks.

‘Oh jee, kijk hier eens,’ mijn begeleider stopt zijn hoofd in een openstaand luik onder het theater. Er staan kattenpootjes omheen, maar mijn panter is nergens te bekennen. ‘Ik hoop niet dat hij door dat gat de kruipruimte naar de riolering in is gegaan, want het staat vol met water sinds die buien van de afgelopen week…..’ sombert hij. De klamme hand komt terug…….

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

We lopen het hele gebouw door op zoek naar nog meer sporen van mijn panter, maar we vinden slechts een paar hele oude stoffige afdrukjes ergens boven in het gebouw. Waar zit dat beest? Is hij echt verdwenen? Heks rammelt en roept, maar van mijn schat geen spoor.

Plotseling worden we gebeld. Drie keer achter elkaar. ‘Ik zag net iets zwarts voorbijflitsen op de benedenverdieping,’  en ‘Is ie zwart? Er rent een zwarte kat de deur uit hier…!’ en  ‘Zwarte kat gesignaleerd in de binnentuin.’ Heks raakt eufoor. Uit welke deur is hij gerend? De voordeur soms? Er zijn zoveel deuren. Waar is hij nu? Welk bericht is het meest recent?

Na enig onderzoek blijkt er een zwart monster in de binnentuin te zitten. We rennen naar buiten. ‘Ferguut,’ roep ik. Maar niks. Ik loop de hele tuin door. Er staat een grote boom. ‘Miauw,’ hoor ik. Geen bouwvakker te bekennen, dus dat moet mijn kat zijn! Maar waar zit hij?

Er wordt gezaagd en geboord, getimmerd en geschreeuwd aan de andere kant van de tuin. Maar af en toe hoor ik gemiauw. ‘Ik zag hem onder dat vlonder verdwijnen,’ helpt een krullenjongen me uit de brand. Mijn bakbeest blijkt zich midden in een zeventiger jaren spuuglelijke waterpartij te hebben verschanst.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Met moeite en veel snoepjes weet ik hem er uit te lokken. Snel grijp ik hem in zijn kippennek. Ha. Kip ik heb je!

In de dagen erna wordt mijn monster doodziek. Niet direct. Eerst wil hij maar wat graag eten. Misschien geef ik hem iets teveel. Gewend als ik ben dat hij altijd wel wat van zijn gading vindt buiten. Een vette muis of vogeltje….. Deze keer is hij echter flink vermagerd. Pas na een dag dringt het tot me door dat hij hoogstwaarschijnlijk twee weken niks te vreten heeft gehad!

Ik reconstrueer dat hij ongetwijfeld vrij snel na zijn eenzame opsluiting tijdens Hemelvaart in het riool is beland. Het luik ging dicht en meneer kon geen kant meer op. De afgelopen week hebben ze het luik weer opengezet na al die regen. Twee weken vies water, ratten en te snel veel eten deden de rest: Panter doodziek!

Ik doorwaak twee nachten. De tweede nacht gaat het mis. Ik zie hem per uur achteruit gaan. De hele nacht ben ik in de weer om mijn beestje te ondersteunen. En de troep weer op te ruimen……

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Dan komt de omslag: Zondagmorgen valt hij in een genezende slaap. Heks ook. Later die dag wil panter weer eten. Het liefst wil hij ook weer de hort op, maar dat kan hij voorlopig vergeten. Eerst aansterken, gekke roofridder.

Zondagavond halen Joy en Boy mijn hondje op. Heks kan intussen geen pap meer zeggen, maar VikThor moet toch nog eventjes flink aan de wandel. ‘Hij is inderdaad een beetje magertjes, Heks,’ mijn vriendin heeft de panter opgetild. Vol liefde geeft hij haar kopjes. Het is toch zo’n schatje!

Mijn vrienden knuffelen alle katten uitgebreid, nadat ze  mijn hondje flink hebben laten rennen. Daarna heffen we het glas op de behouden thuiskomst van mijn zwerver: Hij heeft nog zeker vier van zijn negen levens over. Daar moet hij het voorlopig mee kunnen redden……… Dus eind goed, al goed.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

 

 

 

Heks en Joy gaan samen op stap. Met zeven katten naar de dierenarts: Een hele uitdaging! En een leuk uitje bovendien! Volgende keer gaan we een dagje naar het strand……..

Vrijdagavond vlak voor Sinterklaas begin ik me toch een beetje zorgen te maken. De buurvrouw is ziek en we zouden samen naar de dierenarts gaan. ‘Ik ga morgen met ALLE katten naar Ranzijn voor vaccinatie, zin om mee te gaan?’ sms ik mijn grote kattenvriendin Joy.

Misschien heeft ze tijd. Het is natuurlijk een raar weekend. Half Nederland zit met zijn handen in de papier maché of kledderige ontbijtkoek in een poging een dierbare goed te grazen te nemen. Of te verrassen. Met een  listige surprise…….

Binnen een paar minuten krijg ik uitsluitsel. Mijn maatje gaat graag mee! ‘Ik ben om kwart voor 11 bij je,’ schrijft ze, ‘en ik neem een extra vervoersmand mee!’ Hoera! Alle problemen opgelost.

Dinsdagavond zie ik een item op televisie voorbij komen, waarin wordt gewaarschuwd voor kattenziekte. Er is een grote uitbraak in Alphen aan de Rijn en nog een paar Nederlandse gemeenten. Help! Alphen is vrij dichtbij! ‘Het is superbesmettelijk en in bijna alle gevallen dodelijk,’ de presentatrice kijkt omfloerst de camera in, ‘dus als je katten niet zijn ingeënt lopen ze direct gevaar. Ook binnenkatten….’

Ik heb mijn katten al zeker twee jaar niet laten vaccineren. Na vijfentwintig jaar nutteloos geprik. De kosten zijn zo gigantisch hoog geworden de laatste jaren. Minimaal zo rond de vijftig euro per kat bij de lokale en regionale dierenartsen….. Ook is mijn kattengezin nogal uitgedijd. Alles bij elkaar is het niet meer op te hoesten.

Vorig jaar ontdekte ik echter dat je bij tuincentrum ‘Ranzijn’ voor veel minder geld terecht kunt. Alleen moest ik dan wel helmaal naar Aalsmeer met de hele beestenbende. In Leiderdorp hadden ze die service nog niet. ‘Komend najaar komt er hier ook een dierenarts,’ vertelde een medewerkster van het volledig in renovatie zijnde bedrijf me dit voorjaar, ‘Nog eventjes geduld!’

Zodoende zit Heks donderdagmorgen op internet te kijken of de dierendokter zich al heeft gevestigd op deze groene locatie. En wat een toeval! Laten ze nu juist vandaag open gaan! Ik bel hen op en maak direct een afspraak. Misschien ben ik wel de eerste klant!

Zaterdagochtend meldt mijn vriendin zich bijtijds. We drinken koffie en gaan daarna direct aan de slag. Alle katten moeten in de diverse manden. ‘Hoe had je het gedacht Heks?’ Joy kijkt me vragend aan. Ik zet mijn plan uiteen.

‘Snuitje in de kleine plastic box, Leonoor in de rieten mand en Ferguut in die grote stoffen tas. Zij moeten alledrie bij voorkeur in hun eentje worden vervoerd. De boskat kan met zusje Aafje in die grote kattenbench van de buurvrouw. En Bolster kan met zijn moeder in de bench van Ys. Eh VikThor.’

We vangen kat na kat en stoppen ze in de juiste mand. Alleen Bolster is nergens te bekennen. Op zijn vaste verstopplekjes is hij niet te vinden. Ook houdt hij zich muisstil. Hij voelt nattigheid.

Na een goed kwartier ontdek ik hem in een piepklein hoekje achter de bank en de gordijnen. Snel grijp ik hem in zijn nekvel. ‘Jij ontsnapt me niet meer, kleine puntneus,’ mopper ik op de Benjamin van het gezelschap. Ik laat hem in de bench zakken. Zo. Klaar. Inladen en wegwezen!

We sjouwen een paar keer de trap op en af. VikThor staat bovenaan in de aanslag om mee te gaan. ‘Kunnen we hem niet beter thuislaten?’ pleit Joy, ‘Het lijkt me nogal onhandig als hij ons voor de voeten gaat lopen.’ Tja, ze heeft gelijk, maar ik neem hem toch liever mee. ‘Zo onhandig!’ roept Joy, ‘En hij heeft er toch niet veel aan. We hebben geen tijd om te wandelen of spelen.’

‘Ja, maar hij wordt wel geestelijk afgebeuld. En dat is ook belangrijk,’ ik kijk mijn vriendin aan, ‘anders moet ik direct weer aan de bak met hem als we terugkomen van de dierenarts. En dan ben ik helemaal af en klaar. Dan moet ik eigenlijk een paar uur plat.’

Ik heb het nog niet gezegd of Joy belt haar vent. ‘Heb je zin om op VikThor te passen?’ Vijf minuten later gooien we mijn hondje bij hem naar binnen. Hij gaat lekker met hem wandelen!

‘Miauw, miauw,’ klinkt het in de achterbak van mijn piepkuiken, ‘Maauwwwww, mrwwaauuuwww’. Bolster voert het hoogste woord, maar ook de boskat laat zich gelden. De enige die we helemaal niet horen is de Zwarte Panter. Hij houdt zich gedeisd.

‘Ik reed een keer op een mooie zomerse dag met zo’n vier katten en Ysbrandt richting dierenarts. M’n monsters zaten te miauwen als gekken en mijn raampje stond open, dus mensen op straat hoorden dat kabaal. Maar als ze keken zagen ze die lieve hondenkop van Ys boven de achterbank uitsteken. Veel verbaasde gezichten, joh’. We giechelen.

We hobbelen rustig de stad uit. Oh wat is het toch altijd gezellig met Joy. Vanaf dag 1 is dat zo geweest. En ook vandaag is geen uitzondering.

Bij het tuincentrum laden we alle manden op een paar winkelwagens. In karavaan gaan we op zoek naar de net geopende dierenartsenpraktijk. Het is druk in het net verbouwde bedrijf. Je kunt over de hoofden lopen, ware het niet dat ze zich allemaal verbaasd omdraaien om naar deze miauwende optocht te kijken.  Alsof de zon doorbreekt vormt zich een lach op menig gezicht: Wat leuk, poesjes!

We moeten het halve bedrijf door, policy om aan zoveel mogelijk begeerlijke producten te worden blootgesteld: Heks is min of meer opgegroeid in een dergelijk bedrijf, ik ken de sneaky methoden om klanten tot kopen te verleiden van haver tot gort! We kijken nergens naar. Heks is hartstikke blut. Ze kan nog net het komende consult ophoesten!

‘Het ziet er wel mooi uit, Joy. Jeetje wat is het hier opgeknapt! Moet je kijken hoe hoog de kassen zijn! Wat een ruimte……. Echt prachtig!’

Bij de dierenarts worden we vriendelijk verwelkomt. Alle katten worden ingevoerd in het systeem. Een charmante jonge vrouw neemt ons mee naar een spiksplinternieuwe praktijkruimte. Enigszins moeizaam staat ze ons te woord. Haar Nederlands is gebrekkig, ze is overduidelijk een importarts. Later ontdek ik dat er vier  dierenartsen tegelijkertijd werkzaam zijn. Ook Nederlandse.

Zodra ze echter de dieren in haar handen krijgt is er geen gebrekkigheid meer te bekennen. Geroutineerd wordt dier na dier onderzocht. ‘Hopla’, vakkundig prikt ze een stevige cocktail antistoffen bij mijn schatjes naar binnen. Niesziekte en kattenziekte zijn vanaf nu weer kansloos in Huize Heks. Wat een opluchting!

Intussen kwebbelt Heks over de familiaire verhoudingen in haar kattengezin. ‘Ze zijn allemaal familie van elkaar,’ Joy grijnst me toe, haar kat Siep is ook familie van al mijn beestjes!

‘Kijk, dit is Bolster,’ we beginnen met de Benjamin, ‘Hij is de kleinzoon van Snuitje en Ferguut, de zoon van Pippi en de boskat en die lap en die rooie zijn zijn tantes…..’

Na Bolster volgt Pippi. Dan Snuitje, Ferguut en de lap. Ze laten zich gemakkelijk pakken en bepotelen. Bij het onderzoek echter knorren ze zo hard dat de arts het hartje niet kan horen. We moeten erom lachen. Gekke beesten. Zien ze het soms als een leuk uitje?

Katten snorren ook in stresssituaties. Zo gek is hun gedrag dus niet. Maar grappig blijft het.

Tot slot halen we ThayThay en Aafje uit de bench. De grote boskat blijkt toch slechts 5.5 kilo te wegen. Heks wist het wel, maar het blijft vreemd, gezien zijn omvang. Deze enorme haarbal is ook al zo gezond als een vis. ‘Mijn eerste kat woog ruim negen kilo. En dan was hij echt niet dik, ik hield hem strak in het voer. Nadat ik een aantal maanden op wereldreis was geweest had hij een heel klein hoofd gekregen……’

Verbaasde blik van de dierenarts. Misschien begrijpt ze geen jota van het verhaal. Toch klets ik vrolijk verder.’Bleek de buurman hem zoveel eten te hebben gegeven als hij maar wilde: Kat Koe woog opeens ruim twaalf kilo! Een grote berg witte kat met een stippelkopje erop. Hilarisch, maar niet gezond. Hahaha….’ Ik moet nog lachen als ik eraan terug denk. Koe was toch zo’n fantastisch bakbeest. Elke nacht sliep hij boven op mijn hoofd. 18 jaar lang. Ik mis hem nog steeds.

Na een klein uur zijn alle katten gewogen, gecheckt en gevaccineerd. We kunnen weer naar huis!

Opnieuw loopt de kattenkaravaan door het tot spiksplinternieuw verbouwde tuincentrum te paraderen. ‘Ik moet nog een nepplant scoren, lieve Heks, hebben we daar tijd voor?’ We hebben helemaal geen haast, dus we kachelen richting zijdebloemen. Wat een leuk uitje! Op stap met alle katten! ‘Miauw, miauw, mrauwwwwww…..’, zingen onze reisgenoten in koor.

Twee kleine tekkeltjes komen aangestormd. De kleinste in een rolstoel. Vol verbazing observeren ze mijn monsters. Ze draaien aan alle kanten om de hete brei, volledig gefascineerd. Mijn kleine katachtigen zijn niet onder de indruk, gewend als ze zijn aan een blafbeest om zich heen. De eigenaresse van de tekkels ligt dubbel, wat een vertoning!

De zijdeplanten zijn ruk. Joy kan geen geschikt cadeautje vinden. ‘Ik heb jarenlang in de zijdebloemen gezeten. Mijn afdeling was wel tien keer zo groot als deze. Met veel meer keus!’ Postuum is Heks nog trots op haar uitgelezen afdeling namaakgroen van dertig jaar geleden. Zelfs al houdt ze zelf totaal niet van kunstbloemen en -planten. Zo lelijk!

We wurmen ons langs de kassa. Nog niet zo gemakkelijk met zoveel bagage. Alle katten worden weer in de auto geladen. Al miauwend rijden we de stad weer in. VikThor wordt opgehaald. Die heeft ruim twee uur lopen rennen en spelen. Ideaal.

Eenmaal thuis kruipen alle katten snel op een lekker warm veilig plekje. Behalve de panter. Die smeert hem direct. Eerst eventjes door de buurt paraderen met z’n mooie nieuwe vaccinaties……

Heks kruipt in haar bed.

Een paar uur lig ik bewegingsloos uit te puffen. Mijn lijf is toch zo slecht. Ik dwing mezelf tot bewegen. Projecten zoals vandaag zijn eigenlijk helemaal niet haalbaar. Lig ik weer uren te creperen van de pijn. Goddank is Joy mee geweest. Zo gezellig! En zo is het toch allemaal goed verlopen!

’s Avonds zit ik met al mijn beesten in de woonkamer. Ik voel me opgelucht. Het idee al mijn diertjes te verliezen aan zoiets ellendigs als kattenziekte is te afschuwelijk: Daar hoef ik me voorlopig geen zorgen om te maken. Mijn kattenbende is safe!

 

 

 

Zalig saaie zondagmiddag, flitsend optreden van ‘Ex  Animo’ diezelfde avond, gevolgd door een heerlijke slome dag  in de armen van mijn lief.


Zondagmiddag meldt Cowboy zich in Huize Heks. We hebben elkaar bijna twee weken niet gezien. Een record! En gezien mijn drukke bezigheden momenteel is het er ook dit weekend bijna niet van gekomen.

Zodra mijn liefje binnen is begint Ysbrandt als een gek te blaffen en te huilen. Van enthousiasme wel te verstaan. Hij begroet mijn schatje alsof hij bang was hem nooit meer te zullen zien. We schieten in de lach. ‘Mafkees’, kom je mag mee naar het bos.’

Het is heerlijk weer. We pakken een grote thermos thee in en een bak pinda’s voor een geïmproviseerde mini picknick in het Leidse Hout. Heks is nog een beetje gaar van een reünie van de avond ervoor. Ook moet ik mijn krachten sparen voor een concert vanavond met mijn koor. We gaan meedoen aan een moderne variant op de Mattheus Passion in de Dorpskerk van Leiderdorp. De daar staande dominee zingt ook in mijn koor en heeft dit op stapel gezet.

Na een heerlijke wandeling smijten we een pasta in de pan.  Het is geweldig teamwork. Zodoende ben ik net op tijd in de kerk om mee te doen met het inzingen. Ter plekke kom ik er achter, dat ik mijn bril ben vergeten. Help. Zonder hulpstukken ben ik niets! Mijn liefje is nergens te bekennen, die zit met zijn leesbril op in de auto. Verdiept in een boek. Ik kan hem niet bellen, want ik ben mijn telefoon ook vergeten.

Gelukkig is er een koorlid achter me goed voorzien van leesbrillen. Net op tijd krijg ik de beschikking over een prima Hema exemplaar.
De kerk zit stampvol. Een groep jongeren neemt de rol van de evangelist op zich.  Een jongeman verwoordt de tekst van Jezus. Een professionele als en sopraan vertolken een aantal aria’s. Het koor zingt delen uit deze prachtige passie. Anderhalf uur later is het alweer voorbij. Alweer? Lieve hemel Heks, dat is een behoorlijk lange kerkdienst!
Ach, als je in aanmerking neemt, dat de Mattheus zo’n vier uur duurt, is dit een peuleschil. Het laatste zeg ik maar niet tegen Cowboy. Hij vond het wel lang genoeg zo. Volgende week is de uitvoering van het volledige werk en ik wil hem die bijzondere ervaring niet onthouden……
Maandag heb ik dan toch nog een lekker dagje met mijn lief. Niet dat we iets bijzonders doen. We brengen samen mijn gecrashte computer naar mijn achterneef in Voorschoten. Daarna wandelen we eventjes door het dorp. We rijden langs mijn ‘geboortehuis’ en langs het stuk land, waar mijn vader vroeger zijn vaste planten in pootte. Het huidige restant familiebedrijf. Het huisje van mijn grootouders. De boerderijen waar ik als kind rond liep te struinen…….
Dan kookt Heks een sublieme groene Thaise curry. Genoeg voor een paar dagen. Met een grote bak van dit goedje wandelt mijn schatje in de loop van de avond weer naar het station. Ik breng hem weg, samen met Varkentje. ‘Het was heerlijk om je te zien, lief. Heb een fijne week,’ fluisteren we in elkaars oor, als we langdurig en klef afscheid nemen. Ik kijk hem na, totdat hij uit beeld verdwijnt. Ik zie zijn enorme vierkante hoofd door de ruiten van een hoekpand oplichten. Wat is het toch een knapperd!