Help! Handhaving! Zondagmorgen nog voor ik mijn ogen goed open heb is het weer raak! Heks heeft het aan de stok met zo’n draak. Het komt nog net niet tot een bon, maar het scheelt niet veel. Redelijkheid, tact en onderhandelen? Zinloos is mijn ervaring. Je maakt je nog het beste snel uit de voeten!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zondagmorgen fiets ik met mijn hondje door de steeg. Het is rustig in de stad en al helemaal in dit kleine achterafstraatje. VikThor draaft opgewekt naast de fiets. Hier en daar deponeert hij een plasje tegen een paaltje of boom. De straat is opgebroken, dus ik loods hem snel langs verleidelijke hopen zand.

Een drolletjes leggen op zo’n heuveltje is natuurlijk het summum. Voor mijn hondje dan. Niet voor de stratenmakers, die morgen weer met dat zand gaan knutselen. Voor hen is het zielig……

Alhoewel niet iedereen mijn mening deelt. Ik ken een dame, die het liefst hoogstpersoonlijk zo’n drol zou draaien en achterlaten voor een zekere stratenmaker……..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Aan het eind van de steeg staat een busje fout geparkeerd. Midden op straat! ‘Goh,’ denk ik nog, ‘Wat een rare plek om je bolide achter te laten.’ Dan zie ik dat het een handhaaf-busje is. Een handhaaf-mannetje en wijfje lopen door de steeg te paraderen. Met ernstige en belangrijke smoelwerken waggelen ze richting het Elizabeth Gasthuishof.

‘Snel m’n hond aanlijnen, voordat die kwibussen me zien,’ schiet het door me heen. Want ook al is er geen sterveling op straat en staan ze zelf fout geparkeerd, handhavers zijn notoir gestoorde idioten. Ze denken niet na, maar voeren bevelen uit. En Befehl ist Befehl! Waar ken ik dat ook alweer van?

Helaas ben ik te laat. Ze hebben mijn dartele hondje al gezien. Gelukkig ben ik wel al zeker twintig meter bij hen vandaan gefietst, dus kunnen ze me niet in de kraag vatten. Noch zijn ze in staat om met hun logge lijven snel genoeg in mijn richting te bewegen. Ik bevind me al bijna buiten gehoorsafstand.

Evenzogoed begint het reutje te schreeuwen, dat ik mijn hond los heb lopen. Alsof ik dat niet weet!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Snel lijn ik VikThor aan. Gelukkig luistert mijn hondje uitermate goed naar zijn baasje. Binnen twee seconden staat hij naast me met zijn snoet geheven voor zijn gentle leader. Het blauwe mannetje in de steeg staat nog steeds te schreeuwen, terwijl ik me uitput in vriendelijke antwoorden.

‘Ik weet het. We lopen net de deur uit. Kijk, hij is al aangelijnd, mijnheer,’ roep ik opgewekt, ‘Koekepeer’, denk ik er achteraan. ‘Ja, als je het zo goed weet, weet je ook hoeveel boete hierop staat,’ brult het ventje op ruzieachtige toon. Geen idee, maar het is vast een exorbitant hoog bedrag.

‘Ik moet hier wegwezen, want voor je het weet heb ik die prent in mijn klep,’ zeg ik tegen mezelf. Dit gesprek gaat in elk geval helemaal de verkeerde kant op.

Heks fietst met haar hondje aan de riem vliegensvlug de staat uit. Ik roep nog sussend iets over mijn schouder, zodat ik niet kan verstaan wat de leiperd in uniform intussen staat te bazelen. Misschien sommeert hij me om stokstijf stil te staan? Geen idee! 😉

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik rijd een stukje tegen het verkeer in, je mag hier wel fietsen, zodat ze me niet kunnen volgen met hun suffe busje. Daarna peddel ik richting Leidse Hout. De stad uit. Weg bij die hopeloze ordehandhavers.

Achter me hoor ik nog wat kabaal, maar zodra ik de straat uit ben is het gevaar geweken. Mooi. Het is al de tweede bijna bon van deze maand. Fietsen in de berm van de Singel heeft me ook al eens in de problemen gebracht.

Toen had ik te maken met twee agenten. Altijd heel wat beter om mee te dealen. Die blijven gewoon beleefd en voeren een normaal gesprek. Maar ook toen moest ik verbaal op eieren lopen…….

Ja, het is toch wat. Automobilisten en fietsers rijden me dagdagelijks al SMSend bijna van de sokken; Dat vind niemand erg. Maar een loslopende hond in een opgebroken steeg is genoeg voor een vette prent.

Vooral als je je net als Heks geweldig hebt opgedoft met een leuke outfit en een kek hoedje. Ik zag werkelijk de stoom uit de oren komen van die handhaver in zijn apenpakkie. Mijn uiterlijk werkt als een lap op een stier in zo’n geval. Ieder ander zouden ze laten wegkomen met een klein vergrijp. Maar Heks is altijd de klos.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik breng maar eventjes de onterechte bon voor het aan de verkeerde kant de straat inrijden op weg naar een koorrepetitie in herinnering. 150 euro maar liefst, waar alle andere leden van het koor er van afkwamen met een waarschuwing!

Het verbodsbord was onzichtbaar geplaatst en een ander verkeersbord waren ze vergeten weg te halen. De boete werd dan ook kwijtgescholden door de rechter, maar ik moest toch 50 euro betalen. Huh? Ja, echt.

Voorkomen is beter dan betalen. Als ik in de verte apenpakkies ontwaar fiets ik sowieso direct een stukkie om. Zo ook afgelopen week. Ik kar weer eens lekker door de berm van de Singel als er plotseling een verdacht busje langzaam naast me gaat rijden en vervolgens stopt iets verderop. Hij staat op een hele rare plek geparkeerd, dus het zal wel weer zo’n handhavertje zijn.

Snel neem ik een toeristische route via de rechtenfaculteit. Heks neemt geen enkel risico. De hele week heb ik al last van geüniformeerde mannen en vrouwen. Het lijkt wel een vloek. Misschien moet ik gewoon verkering nemen met een corrupte politieman. Kan hij al mijn toekomstige bonnen uit het systeem wegpoetsen………..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Pech onderweg is niet voor watjes zeg. Heks koopt op de valreep een knalgeel fluorescerend jasje en dat is maar goed ook. Mijn voornemen nu eens op tijd om Parijs heen te zijn gaat op in rook. Ik kom dan wel voor hete vuren te staan, maar ik heb de soep heus heter gegeten. Uiteindelijk is het leven een groot avontuur. En: Vandaag loopt alles goed af!

Een paar dagen voordat ik naar Plumvillage vertrek haal ik de Don van het station. Strak in het pak stapt hij bij me in de auto. De koffer met nog meer pakken en hoeden gooien we achterin. In Huize Heks hangen ook nog eens een maatpak en een colbertje klaar. Hij komt deze maand wel door!

De volgende dagen ga ik door met het voorbereiden van mijn reisje. Afgewisseld met kletskous-sessies met mijn oude vriend. Zijn aanwezigheid werkt twee kanten op. Enerzijds houdt het me rustig, zodat ik mezelf niet voorbij hol. Anderzijds leidt het me geweldig af, waardoor sommige items uiteindelijk niet in mijn bagage terecht komen…..

Ergens onderweg naar mijn tassen neergelegd en vervolgens vergeten. Zo vergeet ik mijn toetsenbord, oplaadsnoer van mijn iPod-achtige apparaatje, bodylotion en zonnebrandproducten. Nou ja. Wat kan het schelen? Uiteindelijk zit ik evenzogoed met een gigantische berg teringzooi in mijn autootje.

Twee dagen voor vertrek breng ik VikThor naar zijn logeeradres. Hij wordt met open armen ontvangen door de hyperactieve zoon des huizes. Eindelijk iemand met meer energie dan mijn hondje! Wat zal mijn ventje het geweldig hebben hier!

 

De avond voor vertrek stouwen we mijn kanariepiet alvast vol. De Don sjouwt alles naar beneden en ik prop alles vakkundig in mijn bolide. Ik gooi knalgele dekens over mijn spulletjes en parkeer mijn karretje in een steeg om de hoek. Zodoende hoef ik de volgende morgen alleen maar een kop straffe koffie naar binnen te gieten en mijn tas met belangrijke paperassen in te laden.

Zo vertrek ik dan op een voor mij ongebruikelijk vroeg tijdstip. Het zonnetje schijnt. Ik zit werkelijk voor tienen op de snelweg! Om direct bij Rotterdam in een geweldig verkeersinfarct terecht te komen. Er is een vrachtwagen met spijkers omgevallen in de bocht op de ring. Hierdoor hebben tweehonderdachtenzestig auto’s een leuke lekke band gekregen. Het verkeer staat vast van hier tot Tokio.

Goeie hemel. Op het allerlaatste moment besluit ik dan toch maar over Barendrecht te rijden. Ik ben niet de enige met dit gezegende idee, dus ook hier sta ik uren vast. In de stromende regen en storm. Want het is ongelofelijk ellendig weer geworden intussen. Met grote moeite houd ik me staande tussen al het vrachtverkeer.

Via Zeeland kom ik alsnog in België terecht. En vandaaruit uiteindelijk in Noord-Frankrijk. Daar zie ik plotseling dat ik nodig moet gaan tanken, net op het moment dat ik langs een slecht aangegeven in het struweel verborgen tankstation kom. Helaas moet ik wel eerst vier banen oversteken en dat lukt niet meer. Volgende station dan maar……

Plotseling houdt mijn karretje ermee op. Precies waar de weg zich splitst. De rechterbanen gaan naar Calais en de linkerbanen naar Parijs. Heks staat stil op de kleine strook tussen deze voortrazende verkeersaders. Wat nu? Is mijn tank gewoon leeg of is er toch iets anders aan de hand? Ik bel met de ANWB.

‘U moet wachten op de franse verkeerspolitie. Zo is de wet, we kunnen eventjes niets voor u doen. U moet dit en dat nummer bellen en uw positie doorgeven, die staat op die paaltjes langs de weg, kijk maar goed, bladiebla….’

Heks zit intussen badend in het zweet in haar kleine voiture door stapels bagage heen te gluren of ze zo’n verrekt paaltje ziet. Maar nee. Precies op dit kruispunt der wegen zijn die dingen dun gezaaid. Ik zal eropuit moeten……..

Ik trek mijn net aangeschafte lichtgevende gele vestje aan en wurm me voorzichtig uit de auto.

Met gevaar voor eigen leven ga ik op zoek naar zo’n verdraaid paaltje. Goeie hemeltje, wat rijden ze hier hard. Links en rechts suizen enorme vrachtwagens voorbij. Na zo’n vijfhonderd meter ontwaar ik een paaltje in het struikgewas aan de overkant. Ik tuur me suf en stamp de nummers in mijn kop. Nu weer terug schuifelen…..Heks is blij als ze weer in haar autootje zit.

Een klein half uur later komen er franse mannetjes met een grote auto vol wegversperringsmateriaal. Snel zetten ze de rechterbaan af. Binnen een minuut staat er een gigantisch file. ‘Voor mij,’ glim ik tevreden. Zorg ik ook eens een keertje voor oponthoud.

Wat een opluchting.

Ik begroet mijn redders enthousiast. Ik prijs hun onverschrokken heldendaden hier ter plekke. ‘Ach,’ wuiven ze mijn complimenten verlegen van de baan, ‘We zijn het gewend…..’ Ze krijgen plezier in het geval, vooral als er allemaal mannen uit de stapvoets voorbijrijdende auto’s gaan hangen. ‘Bonjour,’ schreeuwen die naar een opgelucht lachende Heks met haar cowboyhoed en dito laarzen.

Mijn spijkerjurkje valt enorm in de smaak van dit onverwachte publiek. Mijn redders staan trots te lachen naar hun concurrenten. Opgewekt instrueren ze me over wat nu komen gaat. ‘Je wordt weggesleept. We mogen geen benzine in je tank gooien. Het is bij de wet verboden. Bovendien kan het ook iets anders zijn. Hopelijk. Anders moet je die sleepwagen zelf betalen…..’

 

Ze grijnzen me opgewekt tegemoet. O jee. Nou ja, ik ben allang blij dat het allemaal meevalt. Ik heb doodsangsten uitgestaan het afgelopen uur.

Even later arriveert de sleepwagen. De wieldop wordt van mijn achterwiel gelicht en in  no time staat mijn kanariepiet op zijn enorme grote broer te kwetteren. Heks zit al voorin de gigantische cabine van de wagen. Ik ben intussen in een prima humeur. Ik heb de grootste file veroorzaakt, die je je maar kunt voorstellen. En zelf rijden we vrolijk voor de meute uit.

Met een rotvaart jakkert de chauffeur door het franse platteland, tot hij in een stadje een schier onmogelijk manoeuvre uithaalt. Achteruit steekt hij zijn gevaarte door een poort. Plotseling staan we op het binnenplaatsje van een rommelig garagebedrijf met sleepwagen en al. De eigenaar van dit zootje ongeregeld gaat helemaal glimmen als hij Heks in het vizier krijgt. Ik heb een fan!

Even later duwen ze mijn karretje de garage in. Een leger mannetjes stort zich op de motorkap. Heks staat in het aangrenzende kantoor met haar nieuwe aanbidder. We kijken door de ruit naar de kluwen monteurs, terwijl hij met de ANWB belt.

Een besmeurde monteur komt binnen stuiven met de diagnose. De baas ratelt vervolgens in het frans tegen de man van de ANWB. Smijtend met terminologie, die ik niet ken.

Intussen knipoogt hij olijk naar me. Of heeft hij een vuiltje in zijn oog? Hij knippert en knijpt er op los. Dan geeft hij me de hoorn. ‘Het is uw benzineleiding. Het slangetje is losgeschoten. Geen wonder dat u opeens stil stond….’ toetert de man van de alarmcentrale in mijn oor, ‘Ze zetten er een nieuw slangetje op en dan kunt u weer verder rijden.’

De man met het vuiltje in zijn oog kijkt me stralend aan. ‘Ik heb er ook nog maar 10 liter benzine ingegooid,’ vertrouwt hij me toe. Dat begrijp ik. ‘Wat krijgt u van me?’ Ik kijk in mijn portemonnaie en geef hem vijftig euro. ‘Welnee,’ roept de man verontwaardigd, ‘Dat is echt veel te veel. Kijk,’ hij wijst naar een tientje dat ernaast ligt. Dat is ruim voldoende……

Voor de hele meute van de door mezelf  veroorzaakte enorme file uit tuf ik naar Parijs. Daar kom ik alsnog in een nieuw verkeersinfarct terecht, met een slakkengangetjes worstel ik me over die verduivelde Boulevard Périphérique. Hier heeft mijn vader wel eens een band staan verwisselen op een brug zonder fatsoenlijke vluchtstrook. Zo koel als een kikker. Het kan dus wel degelijk erger……

Na Parijs knal ik door tot Vierzon. Daar weet ik een lief hotelletje vlak bij de snelweg. Om kwart voor 11 ’s avonds bel ik aan. De deur zit al op slot, iedereen slaapt. Behalve de beeldschone zoon van de eigenaresse. Slaperig doet hij de deur open. Hij checkt me in en een half uur later lig ik ook op 1 oor. Eten doen we morgen wel weer. Nu eerst maar eens schandalig lekker slapen.

 

 

 

 

 

Winter in ons landje, jongens wat een mop: Alle hoge bomen hebben hoedjes op! Wit de hoge daken! En de zwarte spreeuw lijkt wel tien keer zwarter in de witte sneeuw…… Vrij naar een jeugdliedje.

toverheks.com

toverheks.com

Zondagmorgen kijk ik uit het raam naar een andere wereld. Een witte deken ligt over de stad. Een eindeloze stroom grote vlokken vliegt langs mijn raam. Snel schiet ik wat kleren aan. Ik moet nodig naar buiten met mijn hondje. Wat zal hij verrast zijn! Hij heeft nauwelijks sneeuw meegemaakt in zijn prille leventje. Je kunt in feite spreken van een primeur.

toverheks.com

toverheks.com

Als ik de deur uit stap lig ik direct op mijn plaat. Het is spekglad. Voorzichtig schuifel ik door de glibberige steeg. Val nog eens bijna. Getver. Mijn lijf is niet meer berekend op dit soort omstandigheden. Als ik niet uitkijk vliegt er van alles uit de kom. En ik moet absoluut niets breken! De ellende zou niet te overzien zijn…..

toverheks.com

toverheks.com

VikThor gaat helemaal uit zijn bol. Vrolijk dartelt hij door de steeg. Er is geen verkeer, dus hij loopt lekker los. Alle honden lopen los vandaag! En ze zijn allemaal door het dolle. Met enige regelmaat ligt mijn ventje enthousiast te rollebollen met een soortgenoot.

toverheks.com

toverheks.com

Heks is intussen helemaal doorweekt. Natte sneeuw kleddert om mijn oren. Een uurtje later vluchten we het huis weer in. IJzige neerslag vliegt intussen horizontaal mijn capuchon in. Mijn kop lijkt wel die van een sneeuwpop!

toverheks.com

v

Aan het eind van de middag wordt het eindelijk droog. Een dik pak poedersuiker ligt over onze verdorven wereld. Duistere gedachten worden weggemoffeld onder die laag bevroren onschuld. Dit hemelse glazuur smaakt rauwe bonen zoet.

Heks raakt in een superhumeur. Opgewekt schuifel ik door mijn geliefde Leidse glibberstad met z’n fraaie besneeuwde trapgeveltjes. Heks is niet de enige met een hoedje op haar kop vandaag! Huizen, bomen en medemensen: allemaal hebben ze een mutsje op!

toverheks.com - 4 (10)

Ik ploeg door de besneeuwde berm langs de Singel. Fotografeer alle sneeuwpoppen in het Van Der Werfpark, terwijl VikThor er een plasje tegen aan gooit…….

Maandagmiddag ben ik alweer op pad. Eerst worstel ik tegen een bescheiden sneeuwstorm in. Daarna laat ik me weer naar huis blazen.

toverheks.com

toverheks.com

Onderweg kom ik een moeder met zoon tegen. Het jong heeft een fabeltastisch  sneeuwballenapparaat paraat. Binnen een halve minuut krijg ik vijfentwintig exemplaren in mijn nek. Het ventje is te jong om hem verbaal op zijn donder te geven, maar oud genoeg om te begrijpen dat dit natuurlijk niet kan. Een oude weerloze taart genadeloos en eindeloos bekogelen…..

‘Gooi ze maar voor mijn hondje, die doe je er echt een plezier mee,’ leid ik de aandacht af van zijn jeugdig bevlogen edoch strontvervelende sneeuwballen-offensief richting Heks. Zijn moeder haalt opgelucht adem, want haar dierbare zoontje is onder haar ouderlijk appel vandaan geglipt. ‘Goed idee,’ grinnikt ze, ‘en het werkt nog ook!’

toverheks.com

toverheks.com

Eindeloos gooit het kereltje zijn perfect gevormde sneeuwballen door de lucht. VikThor rent erachteraan en stort zich met overgave in die witte deken in een poging de uiteenspattende ballen te traceren. ‘Kan ik je zoon niet af en toe lenen?’ grap ik tegen de moeder. ‘Ja, roep maar wanneer,’ giebelt ze terug. Intussen staan we dit wonderschone tafereeltje allebei verwoed te filmen.

Een leuke moslima heeft zich bij ons gevoegd. Een geweldige kletskous. ‘Ik ben dol op de sneeuw, tja, ik ben een Berber, ik ben wel wat gewend’ verklaart ze haar aanwezigheid in dit oerhollandse landschap, ‘Ik loop al uren te wandelen. Ik maak foto’s en filmpjes, geweldig toch, dit weer!’

Pas als we alledrie ongeveer in een ijspegel zijn veranderd nemen we afscheid. VikThor en zijn nieuwe beste vriend hebben nergens last van. Wat is dat toch met jonge wezens? Dat ze het nooit koud hebben? Heks lag als kind hele dagen in het buitenbad van Zwembad de Vliet. Weer of geen weer. Het maakte me niets uit.

Tevreden sukkelen we even later weer terug naar de binnenstad. Ik kan nauwelijks meer op mijn benen staan. Wat een geweldige middag weer. Mijn lijf houdt er niet meer van, maar oh, wat hou ik toch van de winter. Sneeuw en ijs: Instant geluk!

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

toverheks.com

Leergierige Panter klem in Museum Boerhaave. Heeft hij het weer overleefd? Wat is er eigenlijk gebeurd? De hoeveelste queeste is dit nu alweer? En hoeveel levens heeft hij nog over?

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Vrijdagmorgen loop ik museum Boerhaave in. Ik ben het al dagen van plan, maar telkens was de deur dicht of had ik net geen tijd. Vandaag ben ik echter op een missie. Al twee weken is de panter in geen velden of wegen te bekennen. Zijn grote zwarte katerlijf maakt zich niet meer onverwacht los uit de schaduw. Geen gezellige nachtelijke wandelingen met VikThor. Al die tijd is hij ook niet komen eten…… Waar zit die mafkees?

Zoals altijd als mijn panter in de problemen geraakt ben ik binnen een halve dag op de hoogte. Allerlei innerlijke alarmbellen gaan af. Ik weet gewoon dat er iets loos is. Dit terwijl mijn monster met enige regelmaat een paar dagen niet thuis komt. Zeker in het voorjaar wil hij nogal eens op stap gaan. Ik maak me daar nooit te sappel over.

Nu is er echter iets niet in orde. Ik voel het aan mijn hekseneksteroog.

En ja hoor. Twee weken later en nog steeds geen spoor van mijn geliefde kat. Potjandrie. Waar zit dat beest? Hij kan wel overal zijn. Sinds ik hem een keer in Hoorn heb opgehaald kijk ik nergens meer van op. Toch loop ik midden in de nacht door de buurt zijn naam te roepen. Geen reactie……

Steeds als ik aan hem denk zie ik riool voor me. Onder de grond. Buizen. Shit. Hij zal toch niet ergens in verstrikt zijn geraakt? Is hij opgesloten in een leeg pakhuis en probeert hij soms via het riool ontsnappen? Mijn kattenvriendin aan gene zijde helpt me zoeken. Hij zit inderdaad in de problemen.

‘Je moet nog even geduld hebben, Heks, het komt goed, er wordt aan gewerkt, maar nu zit hij inderdaad nog vast..’ hoor ik in mijn geestesoor, ‘Zoeken heeft nu geen zin, je vindt hem niet….. lispel lispel lispel….’ de rest versta ik niet.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Donderdagavond brand ik een kaarsje. Voor Schilder natuurlijk. Maar ook voor mijn avontuurlijke kat. De boerenridder Ferguut. ‘Kom naar huis,’ fluister ik tegen zijn ziel,’ breng hem thuis,’ verordonneer ik de hulptroepen in andere dimensies.

Zo loop ik vrijdag dus het museum in. Ze zijn al ruim anderhalf jaar bezig met een enorme verbouwing. De collectie is zo lang opgeslagen. Het hele gebouw staat op zijn kop. Plafonds en vloeren liggen open. Een tricky omgeving voor een ondernemende kat.

De binnentuin is bomvol mannetjes met allerhande gereedschap. Er wordt verwoed gezaagd en gehamerd. Het duurt dan ook even voordat ze mij in de gaten hebben.

‘Hebben jullie mijn kat gezien, een grote zwarte panter?’ Niemand heeft iets gezien. ‘Nee joh, die zit hier niet,’ beantwoord ik met ‘Ik heb hem hier vorig jaar ook al eens weggehaald.’

‘Ja, jij hebt toen een ruitje ingeslagen,’ grinnikt een grote kerel goedmoedig. Ik verschiet van kleur en kijk zo onschuldig mogelijk. De man laat zich niet bedotten. ‘Geeft niks hoor, je had gelijk. Het is hier echt levensgevaarlijk voor dat beest.’

In eerste instantie kom ik niet veel verder in mijn zoektocht, maar opeens roept een piepjonge timmerman dat hij die ochtend de afdruk van kleine kattenpootjes heeft gezien in het anatomische theater. ‘Ze zien er vers uit, ik heb ze ook niet eerder gezien,’ beweert het joch hardnekkig tegen zijn ongelovige collega’s.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

In overleg met de uitvoerder wordt er een opzichter opgetrommeld. Het blijkt een ongelofelijke grapjas te zijn. Plagend probeert hij me direct in de maling te nemen. Dan komt hij terzake. ‘Kom om half 2 hierheen, dan lopen we het gebouw samen door. Je moet dan wel speciale schoenen aan hoor. En neem wat kattenbrokjes mee!’

‘Ik heb een afspraakje zometeen met een mannetje in het museum,’ roep ik tegen mijn hulp als ze binnenkomt. ‘Wat leuk. Heks, vertel,’ antwoordt ze in de veronderstelling dat het om een date gaat. Ik help haar snel uit de droom.

‘Hij is wel grappig hoor, maar geen relatiemateriaal, hahaha. Bovendien is hij ongetwijfeld getrouwd! We gaan mijn kat zoeken, niet mijn poesje….’ grap ik er lustig op los. Ik voel me verwachtingsvol sinds de melding van de kattenpootjes. Mijn zwerver zit vast en zeker vast in het museum!

Mijn date staat me al ongeduldig op te wachten. ‘Zo, ik dacht dat je me zou laten zitten….’ roept hij opgelucht als ik een paar minuten over half twee voor zijn neus sta. Zijn collega’s reageren met een reeks kwinkslagen. ‘Ze zijn gewoon stikjaloers…,’ verklaart hij dit gedrag.  Snel maken we ons uit de voeten.

‘Miauw, miauw,’ klinkt het aan alle kanten. Gevolgd door gegiechel. Overal zitten mannetjes te klussen. Het verhaal dat er een toverheks naar haar zwarte kat komt zoeken heeft duidelijk de ronde gedaan tijdens de lunch.

‘Het is zo’n groot zwart bakbeest toch?’ mijn gids is een geweldige kletskous, ‘Nou, dan heb ik misschien niet zulk leuk nieuws voor je, ik heb hem met enige regelmaat uit die vuilcontainer zien kruipen. En die wordt elke week opgehaald om te worden geleegd……’

Een klamme hand sluit zich om mijn hart. Oh jee. Die container wordt tegenwoordig elke avond helemaal dicht geseald met een gigantisch stuk zeil. Dit om te voorkomen dat er de hele nacht mensen dingen in staan te gooien. Of uit proberen te halen.

Er heeft zich de eerste maanden van het bestaan van deze container een levendige ruilhandel ontwikkeld in de wijk. Heks heeft er een paar mooie spiegels en een kroonluchter aan overgehouden…… Geweldig natuurlijk!

Maar ja, de buren waren niet blij met dit verschijnsel. Het maakt lawaai. Vooral als het s’nachts gebeurt. En als er dronken droppies bij betrokken zijn……

‘Eerst maar eens naar die kattenpootjes in het anatomisch theater kijken,’ onderbreekt mijn nieuwe vriend opgewekt mijn sombere gedachten. Ik zie mezelf al voor mijn geestesoog op een verlaten vuilstort zoeken naar mijn zwarte ridder…..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

We spoeden ons door het zo goed als lege gebouw naar de opgebroken zaal. En ja hoor, er staan een heleboel verse afdrukken in het stof van de rudimenten van het theater. Een golf van opluchting slaat door me heen. Aan het enorme formaat te zien gaat het inderdaad om mijn ventje. Mijn schat leeft op grote voet!

Ik schud met de brokjes en roep zijn naam. ‘Miauw,’ klinkt het aan alle kanten. Gevolgd door een welgemeend ‘Hihihi, hehehe, hahaha….’ ‘Hou op, mannen, jullie humor doet me pijn….’ protesteert Heks.

‘Oh jee, kijk hier eens,’ mijn begeleider stopt zijn hoofd in een openstaand luik onder het theater. Er staan kattenpootjes omheen, maar mijn panter is nergens te bekennen. ‘Ik hoop niet dat hij door dat gat de kruipruimte naar de riolering in is gegaan, want het staat vol met water sinds die buien van de afgelopen week…..’ sombert hij. De klamme hand komt terug…….

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

We lopen het hele gebouw door op zoek naar nog meer sporen van mijn panter, maar we vinden slechts een paar hele oude stoffige afdrukjes ergens boven in het gebouw. Waar zit dat beest? Is hij echt verdwenen? Heks rammelt en roept, maar van mijn schat geen spoor.

Plotseling worden we gebeld. Drie keer achter elkaar. ‘Ik zag net iets zwarts voorbijflitsen op de benedenverdieping,’  en ‘Is ie zwart? Er rent een zwarte kat de deur uit hier…!’ en  ‘Zwarte kat gesignaleerd in de binnentuin.’ Heks raakt eufoor. Uit welke deur is hij gerend? De voordeur soms? Er zijn zoveel deuren. Waar is hij nu? Welk bericht is het meest recent?

Na enig onderzoek blijkt er een zwart monster in de binnentuin te zitten. We rennen naar buiten. ‘Ferguut,’ roep ik. Maar niks. Ik loop de hele tuin door. Er staat een grote boom. ‘Miauw,’ hoor ik. Geen bouwvakker te bekennen, dus dat moet mijn kat zijn! Maar waar zit hij?

Er wordt gezaagd en geboord, getimmerd en geschreeuwd aan de andere kant van de tuin. Maar af en toe hoor ik gemiauw. ‘Ik zag hem onder dat vlonder verdwijnen,’ helpt een krullenjongen me uit de brand. Mijn bakbeest blijkt zich midden in een zeventiger jaren spuuglelijke waterpartij te hebben verschanst.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Met moeite en veel snoepjes weet ik hem er uit te lokken. Snel grijp ik hem in zijn kippennek. Ha. Kip ik heb je!

In de dagen erna wordt mijn monster doodziek. Niet direct. Eerst wil hij maar wat graag eten. Misschien geef ik hem iets teveel. Gewend als ik ben dat hij altijd wel wat van zijn gading vindt buiten. Een vette muis of vogeltje….. Deze keer is hij echter flink vermagerd. Pas na een dag dringt het tot me door dat hij hoogstwaarschijnlijk twee weken niks te vreten heeft gehad!

Ik reconstrueer dat hij ongetwijfeld vrij snel na zijn eenzame opsluiting tijdens Hemelvaart in het riool is beland. Het luik ging dicht en meneer kon geen kant meer op. De afgelopen week hebben ze het luik weer opengezet na al die regen. Twee weken vies water, ratten en te snel veel eten deden de rest: Panter doodziek!

Ik doorwaak twee nachten. De tweede nacht gaat het mis. Ik zie hem per uur achteruit gaan. De hele nacht ben ik in de weer om mijn beestje te ondersteunen. En de troep weer op te ruimen……

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Dan komt de omslag: Zondagmorgen valt hij in een genezende slaap. Heks ook. Later die dag wil panter weer eten. Het liefst wil hij ook weer de hort op, maar dat kan hij voorlopig vergeten. Eerst aansterken, gekke roofridder.

Zondagavond halen Joy en Boy mijn hondje op. Heks kan intussen geen pap meer zeggen, maar VikThor moet toch nog eventjes flink aan de wandel. ‘Hij is inderdaad een beetje magertjes, Heks,’ mijn vriendin heeft de panter opgetild. Vol liefde geeft hij haar kopjes. Het is toch zo’n schatje!

Mijn vrienden knuffelen alle katten uitgebreid, nadat ze  mijn hondje flink hebben laten rennen. Daarna heffen we het glas op de behouden thuiskomst van mijn zwerver: Hij heeft nog zeker vier van zijn negen levens over. Daar moet hij het voorlopig mee kunnen redden……… Dus eind goed, al goed.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

 

 

 

Veranderen is voor anderen.Vaak delven we slechts meer van hetzelfde. Een moderne heks is maar iets geks.Toch?

Veranderen is moeilijk. Zo niet bijna onmogelijk. Vanaf het moment dat je je eerste gekrijs laat horen begint de computer in je kop allerlei patronen op te bouwen. Gelukkig maar, anders kon je niet functioneren.

Helaas is het razend lastig om zulk aangeleerd gedrag later weer af te leren. Als het je niet meer uitkomt om zo te reageren. Of wanneer je eigen gedrag tegen je werkt.

Nu ik mijn hondje zo snel zie opgroeien neem ik dit proces opnieuw waar. Mag hij de ene dag lekker trekken aan de riem, dan doet hij het de volgende dag natuurlijk ook. En als ik niet ingrijp sleurt mijn kereltje me over een klein half jaar dagelijks door de steeg……Je ziet al waar ik tegen aan loop met mijn lekkere ventje.

‘Springers zijn enorme trekkers aan de riem,’ vertelt de jachtdame me vorige week. ‘Ze willen alleen maar naar voren met alles wat in hen is. Prima voor de jacht natuurlijk, maar niet dagdagelijks tijdens het wandelen….. Het is echt iets waar je aandacht aan moet besteden. Hij zal je beslist niet uit het oog verliezen en altijd komen als je roept, maar trekken kan hij als de beste…..’

‘Laat hem zoveel mogelijk los lopen en alleen aan de riem als hij echt niet trekt. Dus kleine stukjes, zodat je het goed kunt oefenen….’

Lastig midden in de stad. Het is doodeng om zo’n baby op poten door de steeg te laten rennen. Behalve ’s nachts. Dan is er geen kip te bekennen.

Maar goed, dat is een pup. Alles ligt nog open. Moeilijker is het om gedrag te veranderen als het mezelf betreft. Mijn ingebakken please-aard zit op de schopstoel. En dat is verrekte lastig, gewend als ik ben het anderen naar de zin te maken. Begrijp me goed, ik heb het niet over compassie en dergelijke goede eigenschappen. Ik heb het over ingebakken please-gedrag.

Je bent zelf het middelpunt van het heelal. Dat geldt voor alles en iedereen. Wetenschappelijk bewezen ook nog. Alles begint en eindigt met jezelf.

We zijn echter ook niets zonder de ander. Alleen in samenhang met het geheel functioneren wij als onderdeel.

Ik bijvoorbeeld als Pleasezuster Bloedwijn. Niet fijn. Maar goed, verandering kost tijd. Het heeft heel wat voeten in de aarde. Dus voorlopig ben ik er zoet mee.

Het is zulk prachtig weer. Ik breng de dagen heel rustig door. Samen met mijn hondje en grote kattenfamilie. Het hele weekend houden we ons gemak. VikThortje heeft last van een wormenkuur en Heks ligt ook helemaal gestrekt.

Maandagavond ga ik lekker met mijn ventje op stap. Het is een zwoele zomeravond! We vlijen ons neer bij het Valkenburgermeertje. Ik bestel een zalige maaltijd tegen alle bezuinigingsmaatregelen in. Ach, ik neem het er nog maar eventjes van! Volgende maand kan het vriezen!

Ik lees een beetje in ‘De heks van Portobello’ van Paulo Coelho, een intrigerend boek. En daar vind ik een passage, die me diep treft. De hoofdpersoon Athena ontmoet een medeheks. Alleen weet Athena zelf nog niet dat ze een heks is!

Over de ontmoeting: ‘Als het geen toeval was, wat was het dan?’ (vraagt de hoofdpersoon aan de vrouw. Die denkt vervolgens:) ‘Ik had kunnen zeggen het was de Moeder. Sommige uitverkoren geesten zenden een speciaal licht uit, moeten elkaar tegenkomen. En jij bent één van die geesten, maar je moet hard werken om deze energie te kunnen aanwenden in je voordeel.’

‘Ik had haar kunnen uitleggen dat ze de klassieke weg volgde van de heks, die heel individueel en solistisch contact zoekt met de hogere en de lagere wereld, maar uiteindelijk altijd haar eigen leven verwoest: ze dient, ze geeft energie en ontvangt nooit energie terug.’

Tja. Misschien is veranderen van mijn Pleasezuster-Bloedwijn-aard te veel gevraagd. Wellicht is er weinig meer te doen aan mijn overontwikkelde zorgspier: Het hoort blijkbaar bij mijn heksennatuur.

Ik kan mezelf hooguit beter beschermen tegen volstrekte leegroof……

Suck it up, witch. Karma is a bitch…..

06e6155df2a60d1fee33c6a1fd62cc0f

watercolor_watermark

 

Met je knar in een fietskar is nog niet zo eenvoudig. Heks loopt tegen allemaal praktische problemen aan. Vier fietsen en twee aanhangers verder kan ik er nog steeds niet mee ‘uit de voeten’…….

Zaterdag wil ik uitslapen. VikThor houdt me al nachten uit mijn slaap met zijn kleine plasjes en minipoepjes in de steeg. Ook de afgelopen nacht heeft hij me een aantal keren ruw gewekt uit zoete dromen. Om negen uur houd ik het voor gezien. We gaan ontbijten.

Een uurtje later liggen we alweer te pitten. Heks is moe, maar haar hondje ook! We hebben dan ook een paar intensieve dagen achter de rug. Het is tijd voor een kleine pauze. Zodat mijn ventje kan al zijn energie kan gebruiken om te groeien. Uiteindelijk is dat zijn core business op dit moment.

Al een paar dagen ben ik bezig om te zorgen dat ik met mijn prachtige hondenfietskar kan rijden. Zo heb ik de elektrische Batavis fiets van mijn mamaatje te leen. Helaas interfereert de aansluiting van de kar op de as van de fiets met het beveiligingssysteem van de fiets. ‘Je loopt de kans dat het ding blijft rijden en versnellen op momenten dat je eigenlijk stil wilt staan, levensgevaarlijk!’ aldus de fietsenmaker.

Hij weigert het klusje te klaren. De man heeft met de fabrikant van de fiets gebeld en die heeft de ingreep ten sterkste afgeraden. ‘Veiligheid voor alles, mevrouwtje!’ Hij heeft gelijk. Ik zal iets anders moeten verzinnen.

‘Kan er wel een knop achter het zadel worden bevestigd? Dan hang ik mijn antieke houten Batavis aanhangwagentje erachter. Daar past mijn hondje ook prima in.’ De fietsenmaker krabt achter zijn grote oren.

‘Dat lijkt me geen probleem. Breng de spullen maar langs, dan maak ik het in orde.’ O jee. Die zadelknop ligt nog bij mijn ex. Hij weigerde dit kleine attribuut terug te geven bij het scheiden der boedel. Mijn aan hem uitgeleende kar kreeg ik mee, maar naar de bijbehorende zadelknop kon ik fluiten.

Getreiter natuurlijk. Niet dat hij er iets aan heeft. Tenzij hij em in zijn hol stopt!

‘Misschien heb ik er nog wel ergens eentje liggen. Het is een wat verouderd systeem, dus ik weet het niet zeker. Kom vanmiddag maar eventjes informeren.’ De fietsenmaker keert zijn zolder ondersteboven en vindt geen knop. Pech. Moet hij er weer eentje bestellen. Als ze nog leverbaar zijn tenminste….

Kijk zo heb ik dus intussen vier fietsen. En twee fietskarren. Maar ik kan er nog steeds niet mee fietsen, omdat er telkens iets ontbreekt, niet kan of kapot is. Of verdwenen, ingepikt, vernacheld.

De hele zaterdag houden we rust. ’s Middags fiets ik eventjes met mijn hondje in een tas aan mijn stuur naar een park. Zoals altijd als ik met VikThor wandel zitten er gillende meisjes naar hem te zwaaien. ‘Oh, wat een schatje,’ zwijmelen ze gezamenlijk, ‘Kom maar hier, lekkertje….’ Dronkenlappen hikken vertederd naar mijn hondje. Kleine kinderen lopen in trance achter mijn piepkleine pup aan……

Een puppy brengt licht en tederheid. Vrouwen rammelen massaal met hun eierstokken als begroeting, mannen flirten vrolijk met het baasje van het beestje. Zelfs junks zijn even verlost van hun jeukende Cold Turkey en zuipschuiten vergeten tijdelijk hun drankzucht…..

Overal waar ik met mijn hondje verschijn verdwijnt chagrijn. En dat is fijn.

 

‘Partir c’est mourir un peu’.

Afscheid nemen doet pijn. Het is een beetje sterven.

De afgelopen week gaat het bergafwaarts met mijn hondje. Mijn kat Snuitje is ook nog eens zoek. Het wordt me teveel. Ik krijg het niet voor elkaar om ’s nachts overal te gaan roepen. Ook lukt het me niet om een tweede ronde te flyeren en posters op te hangen. Goddank krijg ik hulp!

Joy en haar lief komen me helpen. Heks drukt een hele berg flyers met een subliem goeie foto van mijn schatje erop. Vorige week op dinsdagavond komen mijn vrienden alles ophalen. Ze gaan al dit materiaal de komende week door omringende wijken verspreiden.

‘Willen jullie een glaasje wijn?’ vraag ik hoopvol nadat we de koffie ophebben. Natuurlijk. Gezellig. Ik geniet van het uurtje met dit onvolprezen stel kattenvrienden. Ysbrandt krijgt een lekkertje. Het lijkt allemaal gewoon en normaal vanavond……

Een dag later besluit ik naar het strand te gaan met mijn schatje. Dit nadat ik een dag eerder met de dierenarts heb gebeld, omdat mijn beestje het zo slecht had de nacht ervoor. Vandaag is het echter heerlijk zonnig edoch koel weer. Ik stop mijn varkentje in de auto en rijd rustig en voorzichtig  naar Noordwijk.

Op ons gemak sukkelen we het strand op. Mijn ventje wil een balletje. Hij rent er een paar keer op een soort van drafje achteraan door het verkoelende water. Dan komt hij naast me zitten in het rulle zand. Samen kijken we naar de zee. Hij steekt zijn grote neus in de wind en geniet van alle geuren.

Tot slot pakken we een terrasje. Ik bestel een frietje zoals altijd. En hij mag er ook een paar natuurlijk. Eerst sabbel ik het zout er grotendeels uit. Daarna stop ik er af en toe eentje in zijn lieve bekkie. Oh lieve god, wat houd ik toch veel van mijn kereltje….

Een dag later lopen we door het Leidse Hout. Dit bos waar we zoveel tijd samen hebben doorgebracht. Het is pisweer. Het bos is verlaten. Ik heb op buienradar gekeken naar een tijdstip zonder hoosbuien, dus we lopen redelijk droog. Ys loopt nog geen halve meter van mijn knieën. Af en toe piest hij of draait een lekker drolletje. Hij eet nog goed. Halleluja!

Het lijkt wel een wandelmeditatie in de traditie van Thich Nhat Hanh. Zo langzaam hebben we nog nooit samen gelopen. Rustig kachelen we een royale ronde. Tussendoor rusten we eventjes uit op een bankje.

De trappen op en af wordt steeds moeilijker. Mijn bikkel moet steeds dieper ademhalen voor hij er überhaupt aan begint. Daarom heb ik een nieuw spelelement toegevoegd: Iets lekkers! Het blijkt zo motiverend te werken, dat hij bijna de trap aflazert in zijn haast beneden te komen. Maar goed. Het leidt af van zijn moeite om dit klusje te klaren….

Ach beesie. We zitten in ons laatste stukje samen. Spoedig ga je naar de eeuwige jachtvelden. Vol konijnen, hazen en fazanten. Daar wachten allemaal oude hondenvrienden op je. En een incidentele vijand.

Vanmorgen wandelen we door de buurt. Bij de slager halen we een stukje worst. Bij de sigarenboer een snoepje. Ik verwen mijn ventje. Voornamelijk met gezonde dingen. Maar iets slechts moet ook maar kunnen. Ik stop er nog maar een plaspilletje in ….

Geluk zit in zijn. Kleine dingen doen mijn hart zingen. Zachtjes doorheen scheldpartij……

GELUK, Happy, blij, Lalala GELUK, Happy, blij, Lalala GELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, Lalala

Aan het eind van de middag loop ik een ronde met Ysbrandt door Het Leidse Hout. Ik ben slecht gehumeurd. ‘Prutteldepruttel’, moppert Heks. Ik maak me nijdig om van alles. Intussen probeer ik verwoed in het nu te komen. Waar mijn hondje enthousiast rondrent. Waar de geuren zijn, het volle leven.

GELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, Lalala

Opeens zie ik mezelf zo lopen. Tegelijkertijd schiet Doctor Phil door mijn hoofd met zijn uitspraak: ‘Onder alle woede zit verdriet, kwetsbaarheid en angst.’ Ja, hopsakee. Van die dingen.

 

Gisteren was een belangrijke dag. Ik heb besloten hulp te zoeken teneinde mijn woede te ontmantelen. Een nieuw traject. Mijn hulpverlener leren kennen. Eerste stappen in pijnterrein ontginnen. De grond wordt omgewoeld. Er komt van alles vrij…

GELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, Lalala

Nou ja, dat verklaart misschien wel dat gescheld. De opstijgende kwade dampen hechten zich aan van alles en nog wat. Nog een klein beetje tegenslag erbij ( nieuwe fiets weer kapot ) en wat dagelijkse irritaties en je hebt een volmaakt recept voor een scheldkanonnade.

Mijn hondje heeft daar allemaal geen last van. Hij rent achter een balletje, rolt door het gras. Snuffelt zich een slag in de rondte. Vertederd kijk ik naar mijn ventje. Wat heeft hij het naar zijn zin. Geluk zit in zijn, de kleine dingen.

GELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, Lalala GELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, LalalaGELUK, Happy, blij, Lalala