Zomertijd komt met gebreken: Tot mijn grote nijd raak ik ergens tijd kwijt. Verstrooidheid? Het ligt niet aan mijn leeftijd, nee. Dan weet je dat. Heks heeft hier altijd al last van gehad……

VERSTROOID, AFGELEID

Zaterdagavond val ik voor de televisie in slaap. Zo loop ik dan weer midden in de nacht mijn laatste rondje met VikThor. Enthousiast sprint hij door de buurt. Thuisgekomen krijgt hij nog een lekkertje. Daarna stop ik hem in zijn bench. De dag zit er op. Ik kruip in bed, als ik ontdek dat mijn telefoon nog in de keuken ligt op te laden. Zal ik er weer uit gaan om dat verlengstuk van mezelf te halen? Ik wil graag het alarm aanzetten voor morgenochtend …….

Nou ja. Ik word vanzelf wel wakker en er staat ook nog een bejaarde wekker naast mijn bed. Als ik wil weten hoe laat het is kijk ik daar wel op.

klungel

Zondagmorgen word ik heel vroeg wakker! Tjongejonge wat voel ik me uitgeslapen. Nog eventjes nasudderen…..  Ik draai me lekker nog een keertje om. Ik heb geen haast. Uiteindelijk sta ik dan toch op. Na koffie en een hapje pijnstillers zit ik op de fiets. VikThor draaft naast me. In het Zeevaartpark treffen we allemaal hondjes. Hoera! Spelen maar!

Na een half uur puur plezier gaan we weer naar huis. Ik zet de sokken er in, want ik wil naar de kerk. Maar wat gek. Het is opeens half 1! Ik ben zomaar ergens een uurtje kwijtgeraakt! Huh?

Ja, Heks in de bocht. Of beter gezegd, uit de bocht. Iedereen leeft al weken in zomertijd en mijn wekker staat nog steeds op wintertijd…… Hoe is het toch weer mogelijk? En vooral, hoe krijg ik het voor elkaar om niets in de gaten te hebben? Komt mijn oude verstrooidheid weer om de hoek kijken?

Als kind had ik een zekere reputatie voor dit soort gedrag. Tot groot vermaak van mijn familieleden. Mijn verslaving op jeugdige leeftijd aan valium zal zeker een duit in het zakje hebben gedaan aanvankelijk. In die tijd deden artsen niet al te moeilijk als het om het wegzetten van dit soort paardenmiddelen bij piepjonge kids ging. Ik was destijds pas negen jaar oud.

stil in boom, meisje, alleen, rust

Heks had altijd zware hoofdpijn; Ze had een klein lidteken in haar heksenhersentjes overgehouden aan een flinke val van een tas stenen in de bouw. Dit psychopharmische wondermiddel hielp volgens een geraadpleegde neuroloog tegen de pijn in mijn hersenpan. Bizar natuurlijk……

Alsof ik er iets mee opschoot ook om jarenlang zo gedrogeerd rond te lopen. Heks viel af en toe spontaan van haar fiets in die tijd. Of uit de ringen op gymnastiek. Had ik weer een hersenschudding!

Toen ik rond mijn veertiende eindelijk van de pillen afgekickte bleef ik nog jaren een verstrooide professor. Ik stond rustig met mijn schaatsen in de kerk als ik eigenlijk mijn dwarsfluit nodig had: Verkeerde tas meegenomen……. Scheurde ik met meneer pastoor in zijn lelijke eend door het dorp om de vergissing recht te zetten voordat de kerkdienst begon….. Op een paar noren kun je wel gaan staan blazen natuurlijk, maar er komt weinig geluid uit, helaas.

VERSTROOIDE PROFESSOR

Ook viel ik minstens 1 keer per week van de trap. Een spekglad hardhouten onding. Als ik dan bont en blauw beneden mijn wonden zat te likken kreeg ik ook nog eens hardhandig van mijn vader op mijn latafel. Mijn geklungel maakte hem woest.

Globaal de melk inschenken, waarbij de hele tafel werd onder gekledderd, mijn bord vol soep omdraaien om te kijken wat voor’n merk bord het was, (gespaard bij de SRV-man). Het kon niet op!

En mijn familie maar lachen. Tranen met tuiten vaak. Ik kom uit een achtergrond met een stevige afzeikcultuur. Bij ons thuis kon je maar beter geen dwaze dingen doen, want het wordt je tot in je graf nagedragen. Heks blijft voor hen dan ook immer gekke Henkie. Daar kom ik nooit meer vanaf.

kindermishandeling1

Nu deed ik inderdaad onnavolgbaren dingen. Zo heb ik ooit eens in plaats van de aardappelen de pan met soep afgegoten. Zeven liter heerlijke bouillon!  Ik kan me dat incident nog goed herinneren.

Vooral omdat er een hippievriend van me in de bloemetjesgordijnen verstopt zat op het moment suprême. Mijn moeder kreeg bijna een hartverzakking toen deze Jezus lookalike in zijn bonte flower-power-blouse zich van de achtergrond losmaakte tijdens haar giftige reprimande aan mijn adres…..

druk

‘Ach Heks, mijn broer had in onze familie de naam enorm onhandig te zijn. We gingen al lachen voordat hij iets had aangeraakt. Dientengevolge werd die jongen erg onzeker over zijn fysiek motorische kwaliteiten. Natuurlijk gooide hij vervolgens werkelijk alles om, sloeg op zijn vinger in plaats van de spijker, kreeg geen band geplakt….,’ troost een indertijd geraadpleegde studentenpsycholoog me als het onderwerp ter sprake komt.

‘Zelfs lang nadat hij het huis uit was had hij nog last van dat stigma. Zo’n overtuiging interneer je. Het wordt een deel van jezelf. Op een gegeven moment was hij het zo zat, dat hij een bouwval van een boerderij heeft gekocht. Ergens in Drente, lekker ver bij onze clan vandaan. Geheel eigenhandig heeft hij die hoop stenen vervolgens volledig opgeknapt. Geen mens heeft hem ooit nog onhandig genoemd….’

Heks is sinds dat verhaal ook nooit meer onhandig genoemd. Het kwartje is toen goed gevallen. Ik heb zelfs een zekere reputatie de andere kant op gekregen. Verstrooit ben ik helaas nog steeds bij tijd en wijle. En ik laat ook heel veel uit mijn handige handen vallen…… Maar  ja, we weten hoe dat komt!

Steenvrouw moet verschrikkelijk lachen als ze die avond bij me komt eten. ‘Jeetje Heks, wat een verhaal toch weer. Heb je je wekker nu goed gezet? Hahaha…’ Nee, dat ben ik in alle consternatie vergeten.

Intussen is het probleem dan eindelijk verholpen! Met een beetje mazzel ben ik deze zondag wel op tijd voor een lekkere preek!

stuiterende kinderen

 

 

Met je knar in een fietskar is nog niet zo eenvoudig. Heks loopt tegen allemaal praktische problemen aan. Vier fietsen en twee aanhangers verder kan ik er nog steeds niet mee ‘uit de voeten’…….

Zaterdag wil ik uitslapen. VikThor houdt me al nachten uit mijn slaap met zijn kleine plasjes en minipoepjes in de steeg. Ook de afgelopen nacht heeft hij me een aantal keren ruw gewekt uit zoete dromen. Om negen uur houd ik het voor gezien. We gaan ontbijten.

Een uurtje later liggen we alweer te pitten. Heks is moe, maar haar hondje ook! We hebben dan ook een paar intensieve dagen achter de rug. Het is tijd voor een kleine pauze. Zodat mijn ventje kan al zijn energie kan gebruiken om te groeien. Uiteindelijk is dat zijn core business op dit moment.

Al een paar dagen ben ik bezig om te zorgen dat ik met mijn prachtige hondenfietskar kan rijden. Zo heb ik de elektrische Batavis fiets van mijn mamaatje te leen. Helaas interfereert de aansluiting van de kar op de as van de fiets met het beveiligingssysteem van de fiets. ‘Je loopt de kans dat het ding blijft rijden en versnellen op momenten dat je eigenlijk stil wilt staan, levensgevaarlijk!’ aldus de fietsenmaker.

Hij weigert het klusje te klaren. De man heeft met de fabrikant van de fiets gebeld en die heeft de ingreep ten sterkste afgeraden. ‘Veiligheid voor alles, mevrouwtje!’ Hij heeft gelijk. Ik zal iets anders moeten verzinnen.

‘Kan er wel een knop achter het zadel worden bevestigd? Dan hang ik mijn antieke houten Batavis aanhangwagentje erachter. Daar past mijn hondje ook prima in.’ De fietsenmaker krabt achter zijn grote oren.

‘Dat lijkt me geen probleem. Breng de spullen maar langs, dan maak ik het in orde.’ O jee. Die zadelknop ligt nog bij mijn ex. Hij weigerde dit kleine attribuut terug te geven bij het scheiden der boedel. Mijn aan hem uitgeleende kar kreeg ik mee, maar naar de bijbehorende zadelknop kon ik fluiten.

Getreiter natuurlijk. Niet dat hij er iets aan heeft. Tenzij hij em in zijn hol stopt!

‘Misschien heb ik er nog wel ergens eentje liggen. Het is een wat verouderd systeem, dus ik weet het niet zeker. Kom vanmiddag maar eventjes informeren.’ De fietsenmaker keert zijn zolder ondersteboven en vindt geen knop. Pech. Moet hij er weer eentje bestellen. Als ze nog leverbaar zijn tenminste….

Kijk zo heb ik dus intussen vier fietsen. En twee fietskarren. Maar ik kan er nog steeds niet mee fietsen, omdat er telkens iets ontbreekt, niet kan of kapot is. Of verdwenen, ingepikt, vernacheld.

De hele zaterdag houden we rust. ’s Middags fiets ik eventjes met mijn hondje in een tas aan mijn stuur naar een park. Zoals altijd als ik met VikThor wandel zitten er gillende meisjes naar hem te zwaaien. ‘Oh, wat een schatje,’ zwijmelen ze gezamenlijk, ‘Kom maar hier, lekkertje….’ Dronkenlappen hikken vertederd naar mijn hondje. Kleine kinderen lopen in trance achter mijn piepkleine pup aan……

Een puppy brengt licht en tederheid. Vrouwen rammelen massaal met hun eierstokken als begroeting, mannen flirten vrolijk met het baasje van het beestje. Zelfs junks zijn even verlost van hun jeukende Cold Turkey en zuipschuiten vergeten tijdelijk hun drankzucht…..

Overal waar ik met mijn hondje verschijn verdwijnt chagrijn. En dat is fijn.

 

De laatste loodjes met Ysbrandt wogen zwaar. Toch waren ook die moeilijke uren heel bijzonder, ik had ze voor geen goud willen missen!

Vorige week vrijdag ga ik met Ysbrandt en buurman op stap. Ys’ grote vriend, de enorme Duitse herder van mijn buurman laten we maar thuis, want mijn oude hondje is uiterst kwetsbaar geworden.

Vlak voordat we het huis verlaten zie ik dat mijn kanjer bloed plast. O jee, een blaasontsteking vrees ik. Niet best. Op ons gemak tuffen we naar het Valkenburgse meertje. We genieten van een heerlijk uurtje in de zon. Buurman en Heks maken voortdurend absurde grappen zoals gewoonlijk.

Ysbrandt wil een balletje. We spelen met mijn oude makker. Een man komt langs met een prachtige zwart-witte  Springer Spaniël, een jonge vitale versie van mijn hondje. De viervoetige heren snuffelen aan elkaar. Wij maken een praatje met de eigenaar.

Op de terugweg gaan we langs de dierenarts. Ysbrandt piest in de wachtkamer, een geluk bij een ongeluk: Een poepzakje om zijn piemeltje tijdens ons uitje mocht niet baten. Hij vertikte het gewoonweg om er in te plassen. Gelijk heeft ‘ie! Snel zuig ik een beetje urine op met een pipet. De dokter onderzoekt het monster en ontdekt inderdaad een blaasontsteking.

Er gaat een flink shot antibiotica in. Ik krijg een kuur mee voor een week. ‘Ik weet niet of hij dat gaat redden. Zijn buikje is zo dik en opgezet. Hij ademt zo snel en oppervlakkig de laatste dagen en nachten. Ik geef hem zoveel plaspilletjes en nog hoor ik hem reutelen…..’ Bovendien zie ik de Demodex rond zijn oogjes opkomen. Met een beetje pech wordt mijn mooie ventje ook nog kaal.

‘Ik heb dit weekend dienst, je kunt me altijd bellen,’ zegt de dierenarts, een schat van een dame. Ze ziet ook wel dat het niet meevalt voor mijn kereltje. ‘Morgen zijn we gewoon open tot 2 uur. Dan kun je altijd even langskomen…’

Eenmaal thuis geef ik de beestjes eten. Voor Ysbrandt maak ik een heerlijke bak rauw vlees met extra Carnitine, Taurine, Alpha Liponzuur en CoQ10 om zijn hartje te ondersteunen. Een beetje glucosamine en chondroitine  moet zijn spieren en gewrichten soepel houden. Tot slot gooi ik er een paar kippennekken bij.

Enthousiast staat mijn ventje zijn bak leeg te schrapen. De kippennekken sleept hij mee zijn bench in. Krakend maakt hij ze soldaat. Mijn zieke hondje eet aanmerkelijk beter dan zijn Vrouw. Ik krijg al dagen geen hap door mijn keel……

Later die avond bel ik de buurman. Ik ben een beetje in paniek. Ys eet dan nog wel goed, maar daar is alles mee gezegd. Het beestje is doodziek. Ik ben als de dood dat zijn nieren het opgeven. ‘Ik leg de telefoon naast mijn bed, Heks, als het nodig is ga ik met je mee naar de dierenarts…’

De hele nacht loop ik te spoken. Met enige regelmaat piest mijn ventje een chemisch geurend bloedspoor door het huis. Ik dweil het op en spreek hem bemoedigend toe. ‘Geeft niks, schat, kijk maar, alweer opgeruimd…’

Midden in de nacht zit ik bij hem. Ik kijk hem recht aan. ‘No coming, no going,’ fluister ik, ‘Jij zit in mijn hart en ik in het jouwe. Altijd. Dat zal niet veranderen, lieverd.’ Hij lijkt me te begrijpen. Doordringend kijkt hij terug. De schat.

IMG_8918

‘Er komt een moment dat je weet dat het zover is, Heks,’ zei mijn vriendin, de vrouw van de acupuncturist afgelopen week. Zij is ervaringsdeskundige op dit gebied. ‘Het is een hele moeilijke beslissing, maar je weet wanneer het zover is. Daar moet je op vertrouwen.’

Het is zover.

De volgende ochtend lopen we een rondje door de wijk. Mijn ventje wil perse het hele rondje lopen. Het gaat erg langzaam. Hierna eet hij zijn bak niet meer leeg. Halverwege houdt hij het voor gezien. Ook laat hij een pensstaafje liggen. Dat is nog nooit gebeurd….

Ik bel de buurman, ik bel de dierenarts. ‘Ik zal het heel cru zeggen, mevrouw Heks, u kunt beter een week te vroeg de stekker eruit trekken dan een dag te laat. Beestjes met deze indicatie sterven een vreselijke ellendige natuurlijke dood, want ze stikken. U bent heel verstandig.’

Om half twee kunnen we terecht……

Om kwart voor 1 belt buurman aan. We stoppen mijn kereltje in de auto. Onderweg laten we hem nog eventjes lopen in een park. Hij draait nog een laatste drolletje. Hij rolt nog een laatste keertje door het gras. Op weg naar de kliniek maken we zoals gewoonlijk gruwelijke grappen. Eerst verkoop buurman een hoop onzin en dan Heks.

‘Ik kwam tijdens mijn zoektocht naar een geschikt crematorium een verhaal tegen over een dierenarts die zijn vriendin vermoordde. Daarna heeft hij haar in stukken gehakt en bij verschillende dierencrematoria aangeboden…..’ We zitten enorm te lachen als we de straat in rijden. Ys kijkt vergenoegd. We zijn gelukkig allemaal ontspannen. Ondanks de dodelijke stress…..

In de wachtkamer van de dokter krijgt Varkentje nog wat ham van van der Zon. Hij vindt het heerlijk natuurlijk. Als we aan de beurt zijn geef ik hem nog een heleboel lekkertjes. Hij krijgt een prikje om rustig te worden. Nog meer lekkertjes….. Totdat hij te duf is om te kauwen.

‘Vaak zakken hondjes met deze ernstige problematiek op zo’n eerste prik al helemaal weg. Groot kans dat er verder niets nodig is…’ De dierenarts spreekt me bemoedigend toe.

Ys loopt naar de deur. Hij wil naar huis. Ik loods hem weer de spreekkamer in. De dokter geeft hem nog maar een tweede prikje. Mijn ventje blijft stokstijf voor de Vrouw staan. Niet veel later staat hij enorm te hijgen. Verdorie. Nu heeft hij het toch benauwd. Net als ik me daar enorm zorgen over maak, gaat hij eindelijk liggen. Hij zakt in slaap.

YSBRANDT13

Toch zijn er twee dodelijke giftig blauwe injecties nodig voordat hij gaat. Hij wil niet weg. Nog bijna een uur ligt hij zachtjes te ademen. Pas na de vierde prik geeft hij het op. ‘Als u hem niet geholpen had, was het waarschijnlijk echt een drama geworden. Dit hondje is zo taai. Hij zou tot de laatste snik hebben volgehouden voor de baas. U heeft een goed besluit genomen. Ik werk overigens niet mee aan zoiets als ik het er niet mee eens ben….’

Mijn mannetje ligt zo vredig te ‘slapen’. Zijn mooie zachte achter oortjes uitgewaaierd over de vloer. Zo laat ik hem achter.

In de auto brul ik het uit. Buurman zit ook te snikken. We pakken elkaar beet.

In Huize Heks nemen we een goeie borrel. ‘Weet je wat ik toch zo vreemd vond, Buurman,’ giebel ik, ‘De dierenarts ging voor elke dodelijke prik de huid van Ysbrandt desinfecteren….. Zodat hij geen infectie krijgt…..’ We liggen dubbel.

De hele middag praten we over het gebeurde. Over onze hondjes. We bellen uitgebreid met Frogs, zo ver weg in Portugal. Oh wat misen we hem vandaag! Ik steek een kaarsje aan voor mijn hondenengeltje.

YSBRANDT14

Hij heeft nu vrede. Zijn zieke lichaampje is weer gezond en mooi en jong. Hij springt weer een meter in de lucht. Hij kan zijn bek weer openen, zijn tong weer uitsteken. Weer gapen….. Hij kan weer rennen en zwemmen. Daar in de mooie hondenhemel. Waar allemaal oude vrienden hem begroeten.

Het is vreselijk ellendig dat Ysbrandt niet langer hier is, maar ik voel me gek genoeg ook opgelucht en gelukkig. En trots. Trots op ons, we hebben het samen toch maar geklaard!

Ons leven samen is 1 grote liefdesgeschiedenis. Vanaf dag 1 tot aan nu. Elke dag van elkaar gehouden. Iedere dag samen genoten. Mijn rouw om Ysbrandt wordt gekleurd door al deze gouden ervaringen samen.

We wonen altijd in elkaars hart, mijn lieve hondje en ik…..

 

 

‘Partir c’est mourir un peu’.

Afscheid nemen doet pijn. Het is een beetje sterven.

De afgelopen week gaat het bergafwaarts met mijn hondje. Mijn kat Snuitje is ook nog eens zoek. Het wordt me teveel. Ik krijg het niet voor elkaar om ’s nachts overal te gaan roepen. Ook lukt het me niet om een tweede ronde te flyeren en posters op te hangen. Goddank krijg ik hulp!

Joy en haar lief komen me helpen. Heks drukt een hele berg flyers met een subliem goeie foto van mijn schatje erop. Vorige week op dinsdagavond komen mijn vrienden alles ophalen. Ze gaan al dit materiaal de komende week door omringende wijken verspreiden.

‘Willen jullie een glaasje wijn?’ vraag ik hoopvol nadat we de koffie ophebben. Natuurlijk. Gezellig. Ik geniet van het uurtje met dit onvolprezen stel kattenvrienden. Ysbrandt krijgt een lekkertje. Het lijkt allemaal gewoon en normaal vanavond……

Een dag later besluit ik naar het strand te gaan met mijn schatje. Dit nadat ik een dag eerder met de dierenarts heb gebeld, omdat mijn beestje het zo slecht had de nacht ervoor. Vandaag is het echter heerlijk zonnig edoch koel weer. Ik stop mijn varkentje in de auto en rijd rustig en voorzichtig  naar Noordwijk.

Op ons gemak sukkelen we het strand op. Mijn ventje wil een balletje. Hij rent er een paar keer op een soort van drafje achteraan door het verkoelende water. Dan komt hij naast me zitten in het rulle zand. Samen kijken we naar de zee. Hij steekt zijn grote neus in de wind en geniet van alle geuren.

Tot slot pakken we een terrasje. Ik bestel een frietje zoals altijd. En hij mag er ook een paar natuurlijk. Eerst sabbel ik het zout er grotendeels uit. Daarna stop ik er af en toe eentje in zijn lieve bekkie. Oh lieve god, wat houd ik toch veel van mijn kereltje….

Een dag later lopen we door het Leidse Hout. Dit bos waar we zoveel tijd samen hebben doorgebracht. Het is pisweer. Het bos is verlaten. Ik heb op buienradar gekeken naar een tijdstip zonder hoosbuien, dus we lopen redelijk droog. Ys loopt nog geen halve meter van mijn knieën. Af en toe piest hij of draait een lekker drolletje. Hij eet nog goed. Halleluja!

Het lijkt wel een wandelmeditatie in de traditie van Thich Nhat Hanh. Zo langzaam hebben we nog nooit samen gelopen. Rustig kachelen we een royale ronde. Tussendoor rusten we eventjes uit op een bankje.

De trappen op en af wordt steeds moeilijker. Mijn bikkel moet steeds dieper ademhalen voor hij er überhaupt aan begint. Daarom heb ik een nieuw spelelement toegevoegd: Iets lekkers! Het blijkt zo motiverend te werken, dat hij bijna de trap aflazert in zijn haast beneden te komen. Maar goed. Het leidt af van zijn moeite om dit klusje te klaren….

Ach beesie. We zitten in ons laatste stukje samen. Spoedig ga je naar de eeuwige jachtvelden. Vol konijnen, hazen en fazanten. Daar wachten allemaal oude hondenvrienden op je. En een incidentele vijand.

Vanmorgen wandelen we door de buurt. Bij de slager halen we een stukje worst. Bij de sigarenboer een snoepje. Ik verwen mijn ventje. Voornamelijk met gezonde dingen. Maar iets slechts moet ook maar kunnen. Ik stop er nog maar een plaspilletje in ….