Hohoho, Toverheks zit in haar flow. Kabouters bevolken mijn heksenstulpje. Het is zo schoon hier met al die hulpjes. Toverkol roert haar trom: Nieuwe ratels, oude ratels, groot en klein, ratels alom!

‘Jeetje Heks, wat is het hier schoon!’ Steenvrouw loopt bewonderend door mijn stulpje, ‘Er is ook een hele berg spulletjes verdwenen uit die hoek daar. Wat stond er ook alweer? En wat een prachtige bloemen overal!’

‘Ik zit weer in m’n flow,’ verklaar ik mijn opgeruimde huis, ‘En ik heb mijn kristallen in bad gedaan. Ook al zie je het niet direct, je voelt het!’

Mijn vriendin komt eten. Ik heb heerlijk gekookt. Rendang en Sajoer Lodeh. Verse tomatensoep vooraf. ‘Die Sajoer Lodeh is helaas pimpelpaars geworden. Dat komt door die kleurrijke oerwortels uit de bio winkel. Alle groente verandert in rode kool qua kleur als je er zo’n wortel aan toevoegt. Prachtige penen hoor, maar niet in een gemiddeld groentegerecht..

Heks zit inderdaad haar flow. Sinds ik op de Toverheksenschool zit voel ik me veel beter. Ten eerste verveel ik me niet meer de typhus. Een probleem, dat steeds weer de kop opsteekt bij ME patiënten en hun amoebebestaan: Dat eindeloos uitzitten van je kwaal is maar saai allemaal.

Ook resulteert het verkeren onder gelijkgestemden in een geweldig goed humeur. Ik voel me gezien en begrepen. En vice versa. Heks geniet enorm van haar klasgenoten en alles waar ze zich mee bezig houden. De leukste heksenstreken worden op maat geleverd aan wie dat maar wil. Sommige toverkollen maken veel herrie. Anderen zijn opvallend stil!

Vorige week zondag word ik verliefd op een trommel. Nu heb ik al een sjamanentrommel van de markt. Gekocht voor vijfentwintig euro jaren geleden bij een kraam vol Indiase hebbedingetjes. Maar een echte heuse serieuze trommel? Die had ik nog niet.

Wel heb ik mezelf er jaren geleden eentje beloofd. Zelf maken lukt niet meer met die halvezolige armen van me, maar op een goeie dag komt er vast een op mijn pad is mijn overtuiging. Zo is dat.

En nu is het dan zover: Mijn toverjuf zwaait met een kleine knalrode trom en ik ben om. ‘Deze drum is te koop, probeer em gerust uit. Ik hoor het wel als iemand geïnteresseerd is….’

Heks probeert em uit. Ik zie dat andere dames vervolgens ook lustig op mijn nieuwe trommel roffelen. Wat denk ik nu? Mijn trommel? Benauwd kijk ik toe hoe iemand wel heel veel plezier heeft met de rode trom……..

Als ‘ie voor me bestemd is, draaien de zaken wel om……..

En inderdaad: Ik ga met de trommel naar huis. Mijn auto zit helemaal vol. Mijn oude drum. Een serie ratels. De nieuwe trommel. Een edelhert…… Ik pas er nog net bij!

Thuisgekomen staat het hert me al op te wachten. Midden in de woonkamer. Vlak bij de verzameling klankschalen en gongs. Zijn enorme gewei schuurt tegen de schemerlamp.

Ik plaats de knalrode trommel achter het hert. Moest rood zijn. Heb een vriend ooit gek gezeurd om een trommel met rode rand, die hij meenam van een reisje naar Marokko……

’s Nachts zit ik heel zachtjes te roffelen: De bovenbuurman is al naar bed. Een elektrisch stroompje loopt van de trommel naar mijn hart en vice versa. Ik glijdt moeiteloos mijn innerlijk landschap in. Waar de Sangha schapen berenklauw grazen. Waar de uit Belgisch Blauw gehouwen Zwarte Madonna woont.

Met het hert aan mijn zijde glijdt ik door mijn landschapsruimte/tijd. Naar de laatste avond in Plumvillage. Het volle maan feest. De hartsoetra gezongen door monniken en nonnen. Mijn moeders spirit, niet gehinderd door haar ontluisterende ziekte, genietend naast me in het hoge gras……..

Een paar dagen later stuurt mijn personal shopper in andere dimensie me naar de kringloop om de hoek. Aldaar ligt iets op me te wachten wordt me verteld. Ik moet eventjes zoeken en in dat proces klimt er een hele kabouterfamilie in mijn tas, maar dan vind ik een kwast van hertenhaar met op de zilveren speld een afbeelding van een edelhert!

 

‘Die kwasten zie je wel bij jagersverenigingen in Duitsland. Vaak zijn ze van everzwijn, maar soms ook van hertenhaar,’ weet mijn juf te vertellen. Online zie ik her en der bosjes hertenhaar te koop, die er ongeveer hetzelfde uit zien…..

Met de kwast kan ik nog zachter trommelen in de nacht. Nachtuil als ik ben.

Een paar dagen later struikel ik op de zaterdagse warenmarkt ongeveer over een zachte handgemaakte doek met hertenprint. In de aanbieding natuurlijk….. Perfect om mijn trommel in te wikkelen. Samen met een kaboutertas, die hier al jaren ligt te slingeren is mijn trommeloutfit compleet.

Ik word sowieso op mijn wenken bediend momenteel. Heb ik gordijnringen nodig voor sjamanistisch werk? In de kringloop ligt een setje antieke exemplaren. Dertien stuks. Alle soorten en maten. Voor drie euro. Achter slot en grendel, als betrof het een grote schat!

En dat is ook zo.

Gisterenmorgen ligt er een oude sleutelhanger op de grond. Op eigen houtje uit de sleutelkast gekropen en door het huis geslopen. Vreemd. Gek genoeg is de bijbehorende sleutel verdwenen. Zo’n exemplaar, dat je zelden gebruikt. Van een vergeten deur, waar intussen al lang een ander slot op zit.

Heks heeft eigenlijk nog nooit echt goed naar de sleutelhanger gekeken. Het is een piepklein samba-balletje. Echt minuscuul. Als ik er mee heen en weer beweeg begint het zachtjes geluid te geven. Huh? Het is me werkelijk nooit opgevallen, dat het een werkzaam balletje is. Een piepklein rateltje. Perfect om altijd bij je te hebben! Ik klik em direct aan mijn grote sleutelbos.

Heks zit in haar flow. Alles is in beweging. Tussendoor lig ik helemaal voor Pampus uit te rusten van al die activiteit. Want flow of niet: Ik moet niet overdrijven. Zuinig zijn met de beperkte energie, dus vliegen binnen de lijntjes. Maar wel op mijn bezemsteel!

 

 

 

De laatste loodjes met Ysbrandt wogen zwaar. Toch waren ook die moeilijke uren heel bijzonder, ik had ze voor geen goud willen missen!

Vorige week vrijdag ga ik met Ysbrandt en buurman op stap. Ys’ grote vriend, de enorme Duitse herder van mijn buurman laten we maar thuis, want mijn oude hondje is uiterst kwetsbaar geworden.

Vlak voordat we het huis verlaten zie ik dat mijn kanjer bloed plast. O jee, een blaasontsteking vrees ik. Niet best. Op ons gemak tuffen we naar het Valkenburgse meertje. We genieten van een heerlijk uurtje in de zon. Buurman en Heks maken voortdurend absurde grappen zoals gewoonlijk.

Ysbrandt wil een balletje. We spelen met mijn oude makker. Een man komt langs met een prachtige zwart-witte  Springer Spaniël, een jonge vitale versie van mijn hondje. De viervoetige heren snuffelen aan elkaar. Wij maken een praatje met de eigenaar.

Op de terugweg gaan we langs de dierenarts. Ysbrandt piest in de wachtkamer, een geluk bij een ongeluk: Een poepzakje om zijn piemeltje tijdens ons uitje mocht niet baten. Hij vertikte het gewoonweg om er in te plassen. Gelijk heeft ‘ie! Snel zuig ik een beetje urine op met een pipet. De dokter onderzoekt het monster en ontdekt inderdaad een blaasontsteking.

Er gaat een flink shot antibiotica in. Ik krijg een kuur mee voor een week. ‘Ik weet niet of hij dat gaat redden. Zijn buikje is zo dik en opgezet. Hij ademt zo snel en oppervlakkig de laatste dagen en nachten. Ik geef hem zoveel plaspilletjes en nog hoor ik hem reutelen…..’ Bovendien zie ik de Demodex rond zijn oogjes opkomen. Met een beetje pech wordt mijn mooie ventje ook nog kaal.

‘Ik heb dit weekend dienst, je kunt me altijd bellen,’ zegt de dierenarts, een schat van een dame. Ze ziet ook wel dat het niet meevalt voor mijn kereltje. ‘Morgen zijn we gewoon open tot 2 uur. Dan kun je altijd even langskomen…’

Eenmaal thuis geef ik de beestjes eten. Voor Ysbrandt maak ik een heerlijke bak rauw vlees met extra Carnitine, Taurine, Alpha Liponzuur en CoQ10 om zijn hartje te ondersteunen. Een beetje glucosamine en chondroitine  moet zijn spieren en gewrichten soepel houden. Tot slot gooi ik er een paar kippennekken bij.

Enthousiast staat mijn ventje zijn bak leeg te schrapen. De kippennekken sleept hij mee zijn bench in. Krakend maakt hij ze soldaat. Mijn zieke hondje eet aanmerkelijk beter dan zijn Vrouw. Ik krijg al dagen geen hap door mijn keel……

Later die avond bel ik de buurman. Ik ben een beetje in paniek. Ys eet dan nog wel goed, maar daar is alles mee gezegd. Het beestje is doodziek. Ik ben als de dood dat zijn nieren het opgeven. ‘Ik leg de telefoon naast mijn bed, Heks, als het nodig is ga ik met je mee naar de dierenarts…’

De hele nacht loop ik te spoken. Met enige regelmaat piest mijn ventje een chemisch geurend bloedspoor door het huis. Ik dweil het op en spreek hem bemoedigend toe. ‘Geeft niks, schat, kijk maar, alweer opgeruimd…’

Midden in de nacht zit ik bij hem. Ik kijk hem recht aan. ‘No coming, no going,’ fluister ik, ‘Jij zit in mijn hart en ik in het jouwe. Altijd. Dat zal niet veranderen, lieverd.’ Hij lijkt me te begrijpen. Doordringend kijkt hij terug. De schat.

IMG_8918

‘Er komt een moment dat je weet dat het zover is, Heks,’ zei mijn vriendin, de vrouw van de acupuncturist afgelopen week. Zij is ervaringsdeskundige op dit gebied. ‘Het is een hele moeilijke beslissing, maar je weet wanneer het zover is. Daar moet je op vertrouwen.’

Het is zover.

De volgende ochtend lopen we een rondje door de wijk. Mijn ventje wil perse het hele rondje lopen. Het gaat erg langzaam. Hierna eet hij zijn bak niet meer leeg. Halverwege houdt hij het voor gezien. Ook laat hij een pensstaafje liggen. Dat is nog nooit gebeurd….

Ik bel de buurman, ik bel de dierenarts. ‘Ik zal het heel cru zeggen, mevrouw Heks, u kunt beter een week te vroeg de stekker eruit trekken dan een dag te laat. Beestjes met deze indicatie sterven een vreselijke ellendige natuurlijke dood, want ze stikken. U bent heel verstandig.’

Om half twee kunnen we terecht……

Om kwart voor 1 belt buurman aan. We stoppen mijn kereltje in de auto. Onderweg laten we hem nog eventjes lopen in een park. Hij draait nog een laatste drolletje. Hij rolt nog een laatste keertje door het gras. Op weg naar de kliniek maken we zoals gewoonlijk gruwelijke grappen. Eerst verkoop buurman een hoop onzin en dan Heks.

‘Ik kwam tijdens mijn zoektocht naar een geschikt crematorium een verhaal tegen over een dierenarts die zijn vriendin vermoordde. Daarna heeft hij haar in stukken gehakt en bij verschillende dierencrematoria aangeboden…..’ We zitten enorm te lachen als we de straat in rijden. Ys kijkt vergenoegd. We zijn gelukkig allemaal ontspannen. Ondanks de dodelijke stress…..

In de wachtkamer van de dokter krijgt Varkentje nog wat ham van van der Zon. Hij vindt het heerlijk natuurlijk. Als we aan de beurt zijn geef ik hem nog een heleboel lekkertjes. Hij krijgt een prikje om rustig te worden. Nog meer lekkertjes….. Totdat hij te duf is om te kauwen.

‘Vaak zakken hondjes met deze ernstige problematiek op zo’n eerste prik al helemaal weg. Groot kans dat er verder niets nodig is…’ De dierenarts spreekt me bemoedigend toe.

Ys loopt naar de deur. Hij wil naar huis. Ik loods hem weer de spreekkamer in. De dokter geeft hem nog maar een tweede prikje. Mijn ventje blijft stokstijf voor de Vrouw staan. Niet veel later staat hij enorm te hijgen. Verdorie. Nu heeft hij het toch benauwd. Net als ik me daar enorm zorgen over maak, gaat hij eindelijk liggen. Hij zakt in slaap.

YSBRANDT13

Toch zijn er twee dodelijke giftig blauwe injecties nodig voordat hij gaat. Hij wil niet weg. Nog bijna een uur ligt hij zachtjes te ademen. Pas na de vierde prik geeft hij het op. ‘Als u hem niet geholpen had, was het waarschijnlijk echt een drama geworden. Dit hondje is zo taai. Hij zou tot de laatste snik hebben volgehouden voor de baas. U heeft een goed besluit genomen. Ik werk overigens niet mee aan zoiets als ik het er niet mee eens ben….’

Mijn mannetje ligt zo vredig te ‘slapen’. Zijn mooie zachte achter oortjes uitgewaaierd over de vloer. Zo laat ik hem achter.

In de auto brul ik het uit. Buurman zit ook te snikken. We pakken elkaar beet.

In Huize Heks nemen we een goeie borrel. ‘Weet je wat ik toch zo vreemd vond, Buurman,’ giebel ik, ‘De dierenarts ging voor elke dodelijke prik de huid van Ysbrandt desinfecteren….. Zodat hij geen infectie krijgt…..’ We liggen dubbel.

De hele middag praten we over het gebeurde. Over onze hondjes. We bellen uitgebreid met Frogs, zo ver weg in Portugal. Oh wat misen we hem vandaag! Ik steek een kaarsje aan voor mijn hondenengeltje.

YSBRANDT14

Hij heeft nu vrede. Zijn zieke lichaampje is weer gezond en mooi en jong. Hij springt weer een meter in de lucht. Hij kan zijn bek weer openen, zijn tong weer uitsteken. Weer gapen….. Hij kan weer rennen en zwemmen. Daar in de mooie hondenhemel. Waar allemaal oude vrienden hem begroeten.

Het is vreselijk ellendig dat Ysbrandt niet langer hier is, maar ik voel me gek genoeg ook opgelucht en gelukkig. En trots. Trots op ons, we hebben het samen toch maar geklaard!

Ons leven samen is 1 grote liefdesgeschiedenis. Vanaf dag 1 tot aan nu. Elke dag van elkaar gehouden. Iedere dag samen genoten. Mijn rouw om Ysbrandt wordt gekleurd door al deze gouden ervaringen samen.

We wonen altijd in elkaars hart, mijn lieve hondje en ik…..