Gigantisch gekrijs in de steeg, de panter wordt grijs maar nog steeds is hij ontzagwekkend en fit, er spartelt weer eens een muis in de restanten van zijn gebit…….

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks ligt lekker in bed. Ik kijk naar het ene stomme televisieprogramma na het andere. Met 1 oog open. Dan klinkt er een vreselijk gekrijs in de steeg. Alarmerend. Freya schiet overeind. Verschrikt kijkt ze me aan.

Heks rent op een holletje naar de keuken, gevolgd door 2 opgewonden nieuwsgierige hondjes. We steken hoofd en koppen uit het keukenraam. In de steeg zit de panter. Zwijgend houdt hij een andere kat in de gaten. De veroorzaker van al dat lawaai.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Kkkisisissssttt,’ sist Heks. Het onbekende bakbeest verroert zich niet. Grote kattenogen loeren terug. Ik sis nog een paar keer. De krijskat wijkt een aantal meters naar achteren.

We rennen de trap af en door de berging. Ik gooi de deur open en de hondjes huppelen de steeg in. De vreemde kat is subiet verdwenen. Ferguut kijkt me verveeld aan. ‘Maak je niet druk baas, ik kan dat varkentje zelf wel wassen…’

©Toverheks.com
©Toverheks.com

De panter wordt oud. Zijn zwarte vacht zit vol kleine witte haartjes. Maar hij redt zich nog prima. Elke dag patrouilleert hij door zijn buurt. Hij inspecteert de vele hofjes en binnentuinen. Hij wandelt over oude muurtjes en balanceert door dakgoten.

Af en toe is hij een kleine week zoek. Zit hij weer in de Schouwburg of het museum een beetje cultureel te doen. Of heeft hij zich verschanst in een schimmelig schuurtje of morsige garage.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Ach, mijn panter. Die heerlijke zwerver. Met zijn grote zwarte kattenkop. ’s Nachts vleit hij zich op een kussen naast mijn hoofd. Dan ligt hij dan zachtjes te snorren. Elke ochtend krijg ik kopjes. Heel lekker wakker worden zo.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Alle voorbijgangers aaien mijn schat. Hij is een hele beroemde buurtkat.

Het laatste rondje met de hondjes loopt hij altijd mee. Soms ben ik al halverwege de steeg als een schaduw zich losmaakt van de muur. Groene ogen gloeien op vanuit zijn lekkere katerkop.

Ferguut is een uithuizig type. Nu het eindelijk wat warmer wordt is hij weer hele dagen op stap. Uitgehongerd komt hij thuis. Schrokkebrokt een grote bak voer naar binnen en valt op mijn bed in slaap.

Boskat kan hem niet uitstaan. Hij krijgt geen grip op deze dolende ridder. Dat monster trekt zich niks van hem aan. Laat zich niet onderwerpen, doet niet mee aan de heersende pikorde. Is een volstrekt autonoom wezen. Een outsider, eentje van de absolute buitencategorie……

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Een uurtje later. Heks ligt weer lekker in bed met haar hondjes. Dan klinkt er opnieuw enorm kattenlawaai in de steeg. Nu herken ik het stemgeluid van mijn panter. Ik weet precies wat er aan de hand is. ‘Hij heeft een prooi,’ roepen een paar voorbijgangers ontdaan.

Weer rennen Heks en hondjes naar de keuken. Weer steken hoofd en koppen uit het keukenraam. En ja hoor. Daar staat de panter. Groot en gevaarlijk schreeuwt hij vervaarlijk. In zijn bek een spartelende muis.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Dank je wel schat,’ prijs ik zijn verdienste. Nu wil hij eigenlijk naar binnen om me het muisje persoonlijk te overhandigen. Maar daar heb ik slechte ervaringen mee. Wil ik zo’n muisje toch redden. Ik heb wel eens een muis weer buiten gezet. Hompelend kreupelde het arme diertje ervandoor. Om ergens een langzame wisse dood te sterven.

Maar dan: Hoor ik daar gekraak? Wordt het diertje levend vermalen door zijn bejaarde kattenkaak?

Ferguut heeft maar 1 bovenhoektand en 1 onderhoektand. De ontbrekende tanden zijn eruit gemept door die kolere Bengaal van de boze buurvrouw op de Lange Mare.

Het verhindert hem niet om een muisje te vangen. Mijn panter. Mijn boerenridder. Mijn fantastische avonturier.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

De Zwarte Panter slaat toe. Heks wil geen muis in haar huis! Automobilist neemt risico’s: Voor de kat z’n viool. Goed beschouwd!

 

Rustdag in Huize Heks. Na een doeltreffende acupunctuurbehandeling heb ik werkelijk de hele middag geslapen. Maar wat een wonder: Mijn linkerarm laat zich weer aanraken! Mijn acupuncturist weet wat hij doet. Met vier luttele naalden zet hij de boel weer in beweging. Als bizar bijverschijnsel lopen er tranen uit mijn ooghoeken. Een heel plasje ligt er naast mijn hoofd tegen het einde van de subtiele marteling.

‘Heb je weer je drupnaalden gezet?’ vraag ik hem terwijl hij aan de naalden draait. Mysterieuze glimlach: ‘Als het eruit moet: Alleen maar goed’.

Op de terugweg zie ik een platgereden knalgeel speelgoedautootje langs de weg liggen. Even later ontsnap ik weer eens aan de dood, als een busje me meent te moeten inhalen op de drukke Stompwijkse weg. In een onoverzichtelijke bocht. Denk nu niet, dat ik heel zachtjes rijd. Je mag daar tachtig en dat rijd ik ook.

Tot aan mijn huis blijft het busje voor me rijden. ‘HEEZEN’ lees ik. De naam van de eigenaar staat er schaamteloos op.  Olympiaweg in Rotterdam. Het is weer een sterk staaltje van onnodig jezelf en anderen in gevaar brengen louter om voor de ander bij een stoplicht te staan!

Gisterenmiddag dook mijn zwarte panter op in de tuin van mijn buurvrouw. Ik had hem al dagen niet gezien en maakte me zorgen. Nu is dit monster voortdurend op pad, maar deze keer was het mis. Hij zat ergens vast. Ik voelde het aan mijn kattenradar…. En dat met die hitte! En de halve binnenstad op vakantie…..

Dus rondfietsen en roepen bij opslagruimtes en schuurtjes…. Dagenlang!

Zo snel als ik kon probeerde ik hem te pakken te krijgen. Hij liet zich niet verbakken. Ook typisch. Normaal gesproken is hij heel blij om me te zien. Eindelijk liep ik met een worstelend bakbeest in mijn armen mijn huis binnen. Ik sloot hem op in de slaapkamer en verwende hem met heerlijk eten en fris water. Hij viel er op aan. Terwijl ik hem aaide, voelde ik ribbetjes. Zijn enorme lijf had een jasje uitgedaan. Nu wist ik het zeker. Meneer had beslist minstens vijf nachten ergens vastgezeten.

Hij at en sliep en ’s avonds laat vond hij het mooi geweest. De zwarte ridder wilde weer op pad. Ook nu begon hij te worstelen in mijn armen. Maar eenmaal buiten kwam hij nog eens terug om uitgebreid kopjes te geven. ‘Je weet hoe ik ben, lieve Heks. Ik heb gewoon heel veel ruimte nodig. En vrijheid. Na zo’n gevangenschap moet ik even mijn gezicht laten zien in de buurt. Mijn territorium veilig stellen!’

Een paar uur later klinkt er een enorm kattengeschreeuw in de steeg. Tien krolse poezen bij elkaar kunnen nog niet tippen aan dit geluid. Ik steek mijn hoofd uit het raam en zie ThayThay op het dak naast met meekijken. De andere katten springen her en der in  raamkozijnen. Beneden zien we Ferguut aan komen stormen. Mauwend en grommend. Plotseling zie ik een kleine muis in zijn bek. Trots laat hij hem zien.

Speelt er even mee. “Kijk eens mooie Toverheks. Voor jou. Omdat ik zoveel van je hou!’ Hij smeekt me hem binnen te laten. Met veel misbaar. Heks heeft er geen oren naar. Haar maag draait om bij het zien van de arme muis. Ooit heb ik er eentje geprobeerd te redden. Laat ik er dit over zeggen: Die muis was genadiger af geweest zonder mijn ingrijpen.

zwarte kat

Mijn panter valt aan op zijn eten

Uiteindelijk weet ik hem duidelijk te maken, dat ik zijn gebaar zeer waardeer, maar dat het beter is niet met de buit binnen te komen. Hij verschanst zich in de binnentuin en heeft daar een klein feestmaal. Vermoed ik. Aan de geluiden te horen. Ook heb ik geen dode muis aan mijn voeteneind gevonden deze ochtend.

Mijn buren zijn blij met deze muizenvanger. Ik hou van hem met zijn hele kattennatuur. Maar ik hou ook van muisjes. Ze zien er zo lief uit. Behalve als ze in mijn voorraadlkast gaan wonen natuurlijk……

Zwarte kat

Even knuffelen en dan